Ik heb ooit voor de Subjectivisten een enorm overzicht gemaakt van Franse indie labels, want er wordt daar heel veel unieke en interessante muziek gemaakt in de uithoeken van de gangbare muziek. Eén daarvan is het microlabel InPolySons, waarop overigens zowel kleine als grote namen acte de présence geven. Dat label bestaat nu 20 jaar, wat in onafhankelijk labelland jaren een eeuwigheid is. Dat wordt gevierd met de eigenzinnige compilatie We All Believe In Utopia. Tijd voor een interReview.
Het label wordt in 1989, ongeveer tegelijk met de val van de Berlijnse muur, opgericht door de geneticus Denis Tagu. Met hem heb ik een kort interview gedaan om wat meer te weten te komen over de kracht van zijn muzikale visie die meer uitgaat van het ongewone, onverwachte en het buiten de gangbare paden tredende dan van een commercieel oogpunt. Overigens doet de frequentie van de releases al vermoeden dat het label met de typische naam een hobby is en geen dagtaak.
“Vrienden van mij runden het Ayaa label in Reims. Ik kreeg hierdoor de inspiratie om mijn eigen ideeën voor een label om te zetten in een echt eigen label. Deze ideeën bestonden hoofdzakelijk uit het confronteren van muzikanten met het richten op zaken uit de literatuur, films of wat dan ook. Ik geloof sterk dat een beperking opleggen tot creativiteit kan leiden. Als ik artiesten voorstel om een stuk muziek over “utopie” aan te leveren, zoals op onze laatste compilatie We All Believe In Utopia, dan moeten ze daar over nadenken en kunnen ze niet zo maar een song improviseren of componeren. In het begin heb ik wat geld geïnvesteerd voor de eerste releases, daarna ben ik de releases gaan bekostigen van de verkoop. Het is echt pure liefhebberij gebleven. Daarnaast heb ik gebrek aan tijd, want mijn werk vind ik ook echt leuk, dus mijn vrije tijd moet ik een beetje verdelen tussen muziek maken en het label runnen.”
De naam is overigens een woordgrap. Fonetisch komt het overeen met “un polisson”, wat ondeugende jongen betekent. Maar “sons” betekent ook geluid en “poly sons” dus iets als meerdere geluiden. Het label beschikt met de eerste release en compilatie Ubu Et La Merdre, die een eerbetoon aan de excentrieke, licht gestoorde Franse schrijver Alfred Jarry is, al snel over een hoop bekende namen als Tom Cora, Guigou Chevenier (Etron Fou Leloublan), Soixante Etages, Ptôses en Pierre Bastien. Maar ook daarna verschijnen er releases van Robert Wyatt, Klimperei, David Fenech en compilaties met artiesten als Pascal Comelade, René Lussier, David Moss, Lars Hollmer en de betere artiesten uit de speelse, Franse muziekscene.
”Voor die eerste compilatie heb ik kunnen putten uit de vele artiesten die ik al kende of waarmee ik bevriend was. En ze wilde mij graag helpen met mijn eerste release. Ik houd van het universum van Alfred Jarry (1873 – 1907). Hij is echt gek en schreef op een gegeven moment het beroemde toneelstuk “Ubu Roi”, over een compleet gestoorde, stupide en gewelddadige koning. Het eerste woord uit het stuk is “merdre” (poep met een r teveel; in Engeland werd dat dan “shrit” of “shittr”). Het was een schandaal in die tijd, vooral door de losbandigheid. Ik wilde dat de muzikanten een eerbetoon gaven aan “Ubu” en het eerste woord uit dat stuk.”
Hierna ontwikkelt het label zich tot een label waarop veel uiteenlopende speelse muziek wordt uitgebracht. Van speelgoedmuziek tot originele progrock, jazz en avant-garde. Mondjesmaat worden de releases uitgebracht en telkens weer met dat unieke karakter. Naast de genoemde artiesten brengt Denis ook zijn eigen muziek uit op het label.
”Ik heb in progressieve groepen als Hellebore gespeeld midden jaren 80. Toen ben ik verder gegaan met Toupidek Limonade en later ook Look De Bouk. Ik heb voor mijn label overigens (nog) geen esthetische strategie. Ik hou ervan om muziek te produceren die ik op een bepaald moment goed vind en te werken met muzikanten waarmee ik bevriend raak. Pascal Comelade en Klimperei vind ik erg goed. Speelgoedmuziek is leuk omdat het aantoont dat je “intelligente” muziek kunt maken met weinig techniek. Ik haat het als muzikanten teveel de techniek laten zien. Het is juist goed als de techniek verborgen is. David Fenech bijvoorbeeld is een technisch begaafd gitarist, maar je zal hem nooit een overdreven solo zien spelen om als beste jongetje van de klas eruit te komen.”
De kracht van het label is zo blijkt enkel de liefde voor de muziek en releases uitbrengen van bevriende muzikanten met interessante ideeën, concepten die Denis goed vindt. Met een voorkeur voor labels als Recommended en Ralph America en Henry Cow, Robert Wyatt en The Residents als zijn nummer 1,2 en 3 bands aller tijden levert dat net als zijn muzieksmaak een gevarieerd geheel op voor het label. Tegenwoordig zijn het ook “gewoon” artiesten als PJ Harvey, Dominique A, Portishead, Sonic Youth en Erik Satie (één van zijn andere grote favorieten) die je in zijn cd-speler kunt aantreffen.
”Ik zou net als Ralph ook voor InPolySons in de toekomst cd’s of zelfs lp’s willen uitbrengen met dezelfde esthetiek, waarbij muziek en hoesontwerp hand in hand gaan. Verder werk ik aan speciale verzamelingen, zoals de Improvisations With Myself-serie van Klimperei, die uiteindelijk 5 cd’s gaat omvatten. En verder wellicht een nieuwe serie 10”-es…..”
Denis Tagu heeft nog genoeg plannen voor de toekomst, zoveel is duidelijk. Ondertussen is er de nieuwe compilatie We All Believe In Utopia, waarbij de artiesten hun gedachten bij dit begrip in muziek om hebben gezet. Dat levert muziek op die veelal een futuristisch en zeker eigenzinnig geluid heeft gekregen. De ene artiest heeft het opgevat als een uitwerking van een fantasie, de ander gebruikt het onderwerp als toekomstbeeld of juist als vrijbrief om het vrije geluid dat InPolySons zo kenmerkt nog eens ten gehore te brengen. Qua muziek loopt het uiteen van stevige lo-fi rock (Jean-François Pauvros), Residents-achtige avant-garde (David Fenech & Jad Fair), stem- en geluidsexperimenten (Dominique Grimaud & Véronique Vilhet), speelse muziek uiteenlopend van speelgoedrock en -jazz (Klimperei, Itoken, Frédéric Le Junter & Pierre Bastien, Rocket Matsu (The Pascals), Pascal Ayerbe), het meer breekbare (tokkel)werk (Mme Patate, La Terre Temble!!!), geluidssculpturen (Franck Collot, Jérôme Noetinger, Alain de Filippis), avant-rock (Palo Alto, La Société Des Timides A La Parade Des Oiseaux) en elektropop (Gangpol Und Mit). De cd is opgedragen aan Lars Hollmer, eveneens een utopisch artiest, die tijdens het project is overleden. De compilatie is bijzonder geslaagd te noemen en geeft perfect weer wat het label in huis heeft: vrije geesten, onverwachte geluiden, nostalgie, gevoel, speelsheid en gewoonweg unieke, niet gangbare muziek wars van commercie. Klinkt mij behoorlijk utopisch in de oren allemaal. Chapeau!
MP3’s:
Jean-François Pauvros – Hutopie
Alain de Filippis – Burn Out
door Jan Willem Broek