Wat zou je doen als je met ruim 50 miljoen euro op straat gezet zou worden? Sowieso zitten we er allemaal warmpjes bij deze winter. Fijne dagen en hier nog wat cadeautips in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Mikhail Alperin, Ashia Bison Rouge, David Colohan / Richard Moult, Joseph Curwen, The Declining Winter, deNeuve, Lebanon Hanover, León de Pelea, My Autumn Empire,The Program, Violet Cold, Oneohtrix Point Never, Hudson Mohawke en Benny Sings.
Jan Willem
Mikhail Alperin – Prayers And Meditations (cd, Jaro)
De Oekraïense pianist Mikhail Alperin, Misha Alperin voor sommigen en voor weer anderen Михаил Альперин, is bekend van zowel zijn jazz- als zijn meer folkgerichte werken. Dat doet hij onder zijn eigen naam, maar ook met de Moscow Art Trio, waar ze een sterke troef in handen hebben met zanger Sergey Starostin. Met enige regelmaat leveren ze ook grensoverschrijdende projecten af met The Bulgarian Voices Angelite en Huun-Huur-Tu. Nu komt Alperin met Prayers And Meditations, dat nieuwe stukken bevat maar wel live is opgenomen; hoesten helaas inbegrepen, want anders was het een perfect album geworden. Zijn idee achter dit project: “West meets East, Classic meets Improvisations”. Voor de vocalen zorgen de Bulgarian Vocal Family (4 Bulgaarse zangeressen, deels uit het genoemde andere Bulgaarse ensemble), Sergey Starostin, Oslo Chamber Choir (23 vocalisten (sopranen, alten, tenoren en bassen)) en Evelina Petrova-Alperin (tevens accordeon). Bjørn Arne Løken verzorgt daarbij nog alle percussie-instrumenten. In bijna een uur leveren ze 7 composities af, die het midden houden tussen experimentele, klassieke en wereldmuziek. Er zit ook zeker een new age deel bij, maar dat stoort nooit doordat de vocale inbreng zo hemelsmooi is. De aardse, maar haast isolationistische zang van Starostin naast de stemkunsten van Evelina en de klassieke en de onaardse folkloristische zang van respectievelijk het Oslo Chamber Choir en Bulgarian Vocal Family vormen een weergaloos en haast narcotiserend geheel. De instrumentatie brengt wat nuances en structuur aan, maar speelt grotendeels een bijrol. De zinnenstrelende pracht zorgt dikwijls voor bergen kippenvel. Het doet ook meermaals denken aan de wereldse projecten van Hector Zazou. Wereldplaat!
Ashia Bison Rouge – ODƎR (cd, Jaro)
De in Polen geboren Amerikaanse muzikante Ashia Grzesik (zang, cello, ukelele), die ook deel uitmaakt van de Vagabond Opera, debuteert met de cd Bison Rouge in 2010. Drie jaar later komt ze als Ashia & The Bison Rouge met haar tweede album Diesel Vs. Lungs, waarop ze emotioneel geladen Engelstalige en Poolse zang en cellomuziek brengt, die ook haar heimwee naar haar roots fraai omarmt. Ze bezit over een prachtig, bijna sopraanachtig stemgeluid en brengt op rockende en bovenal droefgeestige wijze haar cellopartijen aan de man. Deze muziek wordt verder ingekleurd door gasten -als collectief The Bison Rouge genaamd- op accordeon, altviool, violen, bas, drums, gitaar, klokkenspel en koorzang. Daarmee doorkruist ze genres als klassiek, dark cabaret en singer-songwritermuziek. Haar nieuwste cd ODƎR brengt ze uit onder de naam Ashia Bison Rouge. Aan haar verfijnde recept heeft ze (gelukkig) weinig veranderd. Nog altijd brengt ze die wereldse mix aan stijlen, waarbij haar stem krachtig schalt. Ze houdt daarbij het schitterende midden tussen Julia Kent, My Brightest Diamond, Rykarda Parasol, Chelsea Wolfe, Iva Bittová, Tara Fuki en Zola Jesus. Kracht maar met heel veel gevoel. Wat een wereldse pracht! Hieronder een live impressie.
David Colohan / Richard Moult – Branded By Constellations (cd, Fluid Audio)
De Ierse muzikant David Colohan (Agitated Radio Pilot, Raising Holy Sparks, Taskerlands, United Bible Studies, Meitheal, Gorges) en de Britse muzikant Richard Moult (United Bible Studies, Far Black Furlong) werken in meermaals samen. Niet alleen in United Bible Studies maar ook als duo, waarvan hun gezamenlijke album Hexameron uit 2013 een schitterend wapenfeit is. Nu brengen ze het splitalbum Branded By Constellations, waarop elk een track van om en nabij de 20 minuten brengt. Ze weten beide een fraaie kruisbestuiving van drones, folk, neoklassiek en ambient te serveren. Het is muziek die je als een spannende film beleeft en mede door de lengte van de tracks niet als reguliere muziek. Maar hetgeen de heren hier brengen is dan ook van een andere klasse. Zoals altijd op Fluid Audio is dit verpakt in een fantastische hoes met allerlei frutsels erbij, die de muziek extra franje geven. Wat een ongelooflijk meesterwerk(je) is dit weer.
Joseph Curwen – The Hare And The Moon Remixes (cd-r, Reverb Worship)
Joseph Curwen, echt naam Alexander Roberts, is een Britse muzikant die zich vooral toelegt op experimentele muziek en drones. Daarbij heeft hij een voorkeur voor de zogeheten “hauntology”, ofwel spookachtige muziek zoals bijvoorbeeld The Caretaker en The Hare And The Moon die maken. Dat laatst genoemde duo, die hun identiteit niet willen prijsgeven, zit met hun geluid ook in de folkhoek. Eerder dit jaar komen ze met hun tijdloze meesterwerk Wood Witch op de proppen. Joseph Curwen heeft nu de nummers “O Death”, “Bard Of Eve” en “Cruel Henry” geremixt op The Hare And The Moon Remixes. Of misschien beter gezegd geherinterpreteerd, want de stukken zijn (afgerond) respectievelijk 20, 29 en 28 minuten lang geworden. Hij creëert er zijn typerende mysterieuze muziek vol drones en experimentele ambient omheen of mixt dan wel remixt de originele muziek er doorheen. Het levert een uiterst fascinerend hoorspel op, dat eigenlijk met geen pen te beschrijven valt. Dead Can Dance die richting de drones koersen, zoiets. Dit is weer eens zo’n remixalbum dat echt wat toevoegt.
The Declining Winter – Endless Scenery (cd-r, Sound In Silence)
Onlangs is nog het overrompelende Home For Lost Souls van The Declining Winter verschenen. Met dit project maakt Hood-lid Richard Adams (tevens Memory Drawnings en Great Panoptique Winter) sfeervol droefgeestige post-rock met ambient, neoklassiek en experimentele elektronica. Met zijn laatste worp schuurt hij weer op prachtige wijze dicht tegen zijn vroegere band aan. Op zijn nieuwe album Endless Scenery, dat 9 songs rijk is en een goede 40 minuten duurt, gaat hij daar grotendeels mee verder, al klinkt hij hier iets mysterieuzer. Maar voor de rest zijn het weer die heerlijk gloedvolle en bovenal melancholisch gestemde pastorale liedjes die je heerlijk doen wegdromen. Hij zal naast fans van Hood ook die van Boduf Songs, Labraford, Talk Talk, The Cakekitchen en Disco Inferno wel aanspreken. Daarmee levert Adams zijn tweede bloedmooie album in korte tijd af.
deNeuve – Ugly (cd, Blowpipe/ Lebel Period)
Het Nederlandse duo André Bach, geen familie van denk ik, en Mark Tegefoss, het alias van Marc Honingh, leer ik in de jaren 90 vooral kennen door hun intrigerende releases van hun abstracte elektronica project Det Wiehl, die onder meer op Staaplaat en later ook Korm Plastics worden uitgebracht. Ze werken tevens met artiesten als Joop Van Brakel (Nasmak) en Stephen Emmer en maken met name muziek voor moderne dans en theater; nooit gemakkelijk, wel altijd van een biologerende lust voor het oor en muziek waar je gewoonweg in wilt kruipen. Samen delen ze daarnaast de avant-gardistische post-punkband Tox Modell en de new wave groep Tecnoville. Al met al zijn ze denk ik zo’n goede 40 jaar bezig met het maken van muziek. Dat deze klasbakken nog altijd kunnen verrassen hebben ze in 2012 al bewezen met Cinema Cultra van hun nieuwste incarnatie deNeuve. Voor hun doen pakken ze daar iets minder abstract uit, al blijft het experiment, het avontuur en het boeiende onconventionele aspect overeind. De onesheet bij hun nieuwe cd Ugly start lelijk, zoals bij de titel past: “So you thought this musical year was over? Hahaha think again!” Inmiddels ben ik gelukkig zo gepokt en gemazeld dat mijn jaar pas is afgelopen als de eerste vuurpijlen de lucht ingaan (en dan nog mis ik genoeg), dus kom maar op! Ze scheppen grillige maar spannende soundscapes, die tot stand komen met gitaar, bas, samples, mixen, effecten en elektronische constructies. Hierbij schuiven ook voormalig Tox Modell collegae Arjen Schrama (bas) en Xavier Serge Martin (zang) eenmaal aan tafel. Het resultaat omvat een caleidoscopische maar bovenal intrigerende en bevreemdende mix van de buitencategorie waar industrial, avant-garde, hip hop, wave, (digi)noise, plunderphonics en experimentele muziek huisvesten. Met oog voor detail en doorwaadbaarheid zal ook de luisteraar met wat minder zitvlees hierdoor geboeid raken en op de punt van de stoel blijven zitten. Ik kan zeggen dat ik flarden terughoor van Ministry (in hun beginjaren), Negativland, Tuxedomoon, Material, Public Works, The Residents of zelfs de Front 242 spin-off Holy Gang in de muziek, maar daarmee schiet je wellicht weinig op. Daarvoor is hun muziek te eigenzinnig en te lelijk. Hahaha, dat laatste is een leugen natuurlijk! Een album als deze zal z’n gelijke niet snel ontmoeten. Zowel tijdloos en van een ouderwetse en nieuwe klasse. Welbeschouwd betekent tijdloos zijn dan ook dat teruggrijpen hetzelfde is als vooruitzien. Wat een verbluffend hoorspel.
Lebanon Hanover – Besides The Abyss (cd, Dead Scarlet)
Lebanon Hanover bestaat uit zangeres Larissa Iceglass (ofwel Larissa Georgiou) en muzikant William Maybelline (aka William Morris, tevens in Qual). In 2010 richten ze hun band op en beiden hebben een sterke hang naar nostalgie en zien ze de toekomst niet al te rooskleurig in. Albumtitels als The World Is Getting Colder (2012), Why Not Just Be Solo (2012) en Tomb For Two (2013) zijn wat dat betreft zeer veelzeggend. Ze brengen op hun werken een mix van new wave, cold wave, dark wave en gothic. Het koppel verhuist nogal eens van Duitsland naar Engeland en omgekeerd. Op hun nieuwe cd Besides The Abyss gaan ze “vrolijk” verder met hetgeen ze ervoor ook zo goed deden: heerlijk melancholisch en nostalgisch getinte duistere muziek maken. Ze klinken hierop iets ingetogener dan voorheen. Voor elke liefhebber van 4ad, Factory en dergelijke uit de jaren 80 is dit een ultiem genot, want ze weten de muziek van onder meer Xmal Deutschland, Joy Division, Modern English, Clan Of Xymox, Siglo XX, Cocteau Twins en Fra Lippo Lippi op geweldige en toch ook wel hedendaagse wijze te presenteren. Ja hier kan ik echt van smullen!
León De Pelea – Veranos Eternos (cd-r, Moonpalace)
León De Pelea (leeuwengevecht) is het project van de Spaanse muzikant Alvaro Menendez. Hij debuteert met het album Veranos Eternos, ofwel “eeuwige zomers”, uitgebracht op het kleine, maar prestigieuze label Moonpalace. Hij presenteert hier 8 intieme songs, die na 22,5 minuut finishen. Ondanks de warme en positieve titel serveert hij hier behoorlijk melancholische songs, die wel warm van karakter zijn. Stuk voor stuk zijn het een soort zomerfoto’s, die je in een doos op zolder bewaart, zodat je er ooit op nostalgische wijze naar kunt terugblikken. Vervlogen tijden, de geur van de zee, het zand, het lekkere eten en vrienden die er misschien niet meer zijn of een ander leven zijn gaan leiden. Dat gevoel weet hij te vangen met zijn breekbare muziek, die gefabriceerd wordt met zijn gloedvolle fluisterzang, de akoestische gitaar, banjo, piano en her en daar wat elektronica. Hij weet hiermee op tot de verbeelding sprekende en werkelijk prachtige wijze zo sterk op je gevoel te spelen, dat je het omwikkelt als een warme deken. Niet dat het er hier toe doet, maar je moet het ergens zoeken tussen Ana D, Yonlu, The 99 Call, Multi-Panel en Rick Treffers. Een wonderschoon, fragiel en intiem kleinood, dat in een gelimiteerde uitgave van 100 stuks verkrijgbaar is.
My Autumn Empire – Last Year’s Leaves – Tape Reflections Vol: 1 (mcd-r, Sound In Silence)
Een paar weken geleden nog passeert Dreams Of Death And Other Favourites van My Autumn Empire nog de revue. Met dit project van Benjamin Thomas Holton, kortweg Ben Holton en tevens te vinden in Epic 45 en July Skies, maakt hij doorgaans landelijke, intieme en folkachtige liedjespracht. Op zijn laatste werken koerst hij iets meer richting de indierock. De nieuwe mini Last Year’s Leaves – Tape Reflections Vol: 1 neemt hij op tijdens de opnames van het nieuwe Epic 45 album. Dit zijn iets meer akoestische en instrumentale sessies die hij vastlegt op een viersporen band, waaraan hij effecten, elektronica en slechts een enkele keer zang toevoegt. De output ervan, 8 songs van bij elkaar 2 minuten, heeft een prettig lo-fi karakter. Anders en intiemer dan zijn andere werken, maar nog altijd weet de muziek je heerlijk weg te laten dromen Het is een heerlijk tussendoortje geworden.
The Program – The Path Of Least Resistance (cd, The Program)
Eén van de 4ad bands uit de jaren negentig die ik nog altijd hoog heb zitten zijn de Pale Saints. Ze combineren op fantastische wijze shoegaze, indierock en droompop. De geweldige kopman Ian Masters vind je erna nog terug in projecten als ESP Summer, Friendly Science Orchestra, Sore & Steal, Oneironaut en Wing Disk. De rest lijkt van de radar verdwenen, totdat in 2013 er ineens het gelijknamige debuut van The Program is. De groep bestaat uit ex-Pale Saints gitarist Graeme Naysmith en drummer Chris Cooper. Ze zijn daarop duidelijk meer de post-rock koers van Mogwai en Godspeed You! Black Emperor gaan varen, maar hebben nog altijd dat licht ongrijpbare in zich. Dat is soms een Pink Floyd-achtige sound en soms ook iets dat nog aan de Pale Saints refereert. Nu is er hun tweede album The Path Of Least Resistance. Hierop brengen ze nog altijd een vrij noisy sound, maar er zit meer subtiliteit in hun geluid besloten. Dat komt door de psychedelische en surf elementen, de verrassende instrumentale toevoegingen en de fijne samples. Ze houden het midden tussen de Pale Saints, Mogwai, Can, Telstar Ponies, Godspeed You! Black Emperor, Dick Dale en Pink Floyd, zij het allemaal op luide wijze. Het is geweldig dat ze er nog altijd zijn, maar nog veel belangrijker dat ze zo op uitstekende wijze het verschil weten te maken.
Martijn
Violet Cold Desperate Dreams
Een eenmansband is in black metal zeer gangbaar, maar deze man komt uit Bakoe, Azerbeidzjan. Een productief mannetje en een gevarieerd aanbod, vooral veel singles. Desperate Dreams is een album waar een euforische sfeer uitgaat door de gebroken synthesizerakkoorden, wat een beetje de screamo-kant opgaat. Als nu de rillingen nog niet over de rug lopen kun je het wel even checken, denk ik. Het is een even epic als uniek geluid. En je kan de hele mieterse bende (32 releases, maar veel losse singles, zoals gezegd) voor minder dan een tientje digitaal aanschaffen. Dit album is zelfs ook als hardcopy verkrijgbaar (voor het dubbele).
Oneohtrix Point Never Garden of Delete
Hudson Mohawke Lantern
Hier bloeit iets moois op, de muziek van Oneohtrix Point Never klinkt op Garden of Delete bombastischer en soms zelfs song-gericht (het geweldige Animals). Wederom een ijzersterk album. Hudson Mohawke klonk in het verleden een stuk hysterischer, nu werkt hij met een horde gastzangers waardoor een en ander in meer songgerichte – maar niet minder bombastische – banen wordt geleid. Vooral de nummers met Jhené Aiko en Antony Hegarty springen eruit. En laten Lopatin en Ross (de mannen achter deze twee projecten) nou net een soort ‚supergroep’ met die laatste zijn begonnen onder de naam ANOHNI. We zijn benieuwd!
Benny Sings STUDIO
Zijn vijfde solo-album alweer en in Nederland toch een beetje een man-achter-de-schermen voor mensen als Giovanca en Wouter Hamel. Evengoed lijkt hij in al zijn bescheidenheid (hij vindt zijn eigen platen maar matig) in Amerika meer voet aan de grond te hebben dan menig ander Nederlands bandje met luid verkondigde grote ambities. De Christopher Cross en Michael Franks vibes liggen waarschijnlijk erg goed in de States. STUDIO is weer heerlijk ontspannen popmuziek waarin de jaren tachtig niet langer ‚fout’ zijn.