Zo tegen het einde van het jaar druppelen er toch nog wat fraaie albums binnen in het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: aus, Rothko, Zaho de Sagazan en Yoo Doo Right.
Jan Willem
aus – Flucto (cd, FLAU)
Vorig jaar was het Japanse project aus na een hiaat van bijna 14 jaar plots terug met een nieuw album. En daarna nog één met Danny Norbury. Yasuhiko Fukuzono, de geestelijk vader hiervan, maakt veelal zinnenstrelende mixen van ambient, neoklassiek en micropop. Daarbij heeft hij subtiliteit hoog in het vaandel staan. Kennelijk heeft hij de smaak goed te pakken, want nu er alweer het nieuwe album Flucto, waarbij hij zijn composities nu inzet om er tot de verbeelding sprekende kamermuziek van te maken. Deze zijn gecentreerd rond het pianospel van Fukuzono en vioolwerk van Takahara Kumi. Ze mogen daarnaast rekenen op steun van onder meer cellist Danny Norbury en zangeressen Eunice Cheung, Meg Baird en Julianna Barwick. Op melancholische en bedachtzame wijze ontvouwen deze stukken zich van kleine schetsen tot innemende, sfeervolle, dromerige en buitengemeen bezinnende stukken. Ze nemen je langzaam en subtiel aan de hand, om je vervolgens onder te dompelen in fragiele schoonheid. Wat een weelde!
Rothko – Eleven Stages Of Intervention – Re-imagined (cd-r, Trace Recordings)
Voor iemand die overweegt geen albums fysiek meer uit te brengen, is dan toch nog aan een fijne eindsprint bezig. Dit gaat om Rothko, het project van de Londense muzikant Mark Beazley, dat al in 1997 van start is gegaan. Eerder dit jaar bracht hij nog de prachtige albums Bury My Heart In The Mountain en samen met Steve Parry tevens HOWL uit. Met zijn muziek komt hij op melancholische wijze ergens tussen ambient en post-rock uit, solo of zoals in de beginjaren ook als band. De releases verschijnen op het eigen Lo Recordings, maar ook op labels als Instinct, Too Pure, BiP_HOp en vanaf 2003 op zijn nieuwe eigen label Trace Recordings. Een album dat hij in 2007 nog op het geweldige BiP_HOp label van Philippe Petit heeft uitgebracht is Eleven Stages Of Intervention. Daar heeft hij altijd een soort herziene versie van willen maken, hetgeen nu een feit is. Met dezelfde titel, waaraan “Re-imagined” is toegevoegd. De tracktitels staan in een andere, wellicht logischer volgorde hier en zijn dus herwerkt. Naast Mark (bas, gitaar, keyboards, piano) zijn het hier Michael Donnelly (bas) en de Rocketnumbernine broers Ben Page (elektronica, harmonium, percussie, piano) en Tom Page (drums) die hier nog aan tafel zitten. Je hoort het oude album nog wel terug, maar het is hier van een extra mooi vernis voorzien, waardoor alles nog beter uit de verf komt dan voorheen. Sowieso goed om deze weer in ons midden te hebben. Het is een must have in de Rothko discografie!
Zaho de Sagazan – La Symphonie Des Ëclairs (cd, Disparate)
Als iemand die de krenten uit de pop weet te vissen je een gouden tip geeft, kan je die maar het beste meteen verzilveren. Dat ging erg vlot bij de Française Zaho de Sagazan en haar debuutalbum La Symphonie Des Ëclairs. Ze is de dochter van schilder, performer en beeldhouwer Olivier de Sagazan. Haar album is in Frankrijk vorig jaar al uitgebracht en dit jaar mag de rest van de wereld er ook van genieten. Met en nieuwe cover, waarop ze je wel aankijkt; zoals het hoort. En een subtitel “Le Dernier Des Voyages”, om deze lange reis van het album te besluiten. Hoe dan ook presenteert ze hier in bijna 70 minuten maar liefst 20 songs, die het fraaie midden houden tussen chansons, elektronica en pop noir. Ze dompelt je onder in een bad vol stemmige synthesizers, prachtige pianoklanken en bitterzoete betoverende zang. Het is muziek die zich eenvoudig laat omarmen en omgekeerd. Het doet me denken aan een dromerige mix van Cœur De Pirate, Salomé Leclerc, Marianne Faithfull, Juliette Armanet en Stromae. In één track doet Tom Odell nog mee. Hett levert al met al een broeierig en biologerend droomdebuut op.
Yoo Doo Right – From The Heights Of Our Pastureland (cd, Mothland / Creative Eclipse PR)
Yoo Doo Right is een Canadees drietal dat geïnspireerd is door de krautrock, wat je ook al een beetje uit de bandtitel kan aflezen, aangezien dit tevens een tracknaam is van Can (album Monster Movie (1969)). De groep, die al in 2016 van start is gegaan, bestaat uit Justin Cober (gitaar, synthesizers, zang), Charles Masson (bas) en John Talbot (drums, percussie) en hebben tot op heden twee albums uitgebracht. Overigens maken ze niet zuivere krautrock, maar vooral de ritmesectie wil nog wel eens die kant op gaan. Voor de rest lengen ze het namelijk aan met post-rock, experimenten en noise, waarbij het per album er iets minder hard aan toe gaat. Er wordt wel gezongen, maar het merendeel is instrumentaal. Nu zijn ze terug met hun derde album From The Heights Of Our Pastureland, dat 5 nummers telt van samen toch 42 minuten. Ook hier schroeven ze het volume iets terug, maar krijg je daar wel meer dreiging en spanning voor terug. Ze gaan uit de startblokken met een partij stevige drones, die wat van Sunn O))) weghebben, om vervolgens met de onheilspellend dreunende en tegelijk psychedelische muziek te komen die doet denken aan een bijzondere mix van Neurosi, Can en de oude Pink Floyd. Daar komt nog fraai ijl trompetspel van Francis Leduc-Bélanger en zang bij. Na 13 minuten, want zo lang duurt deze track, hebben ze al een behoorlijke indruk achtergelaten. De overige 4 tracks zijn zonder trompet en zang. Ze gaan verder ook richting de wereldse avant-garde met noise van Savage Republic, de post-metal van Big}Brave en de post-rock van Godspeed You! Black Emperor. Dat alles gaat met een overrompelende en overtuigende gedrevenheid.