Het schaduwkabinet: week 51 – 2023

Dit is de laatste weeklijst van het jaar, maar er volgt nog genoeg anders (Senzor AM, NNM, TOP20’23). Fijne kerstdagen alvast!. Nu eerst nog even mijn lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Big Thief, Mari Boine & Bugge Wesseltoft, David Eugene Edwards, Myriam Gendron, The Green Kingdom, Hochzeitskapelle And Japanese Friends, Jessika Kenney & Eyvind Kang, L. Petitgand + Scanner + Geins’t Naït en Yellow6.

 


 

Jan Willem

Big Thief – Masterpiece (cd, 4AD)
Om de completist in mezelf een beetje te beteugelen schaf ik van sommige bands alleen iets aan op bepaalde labels. Zo ben ik met Big Thief pas begonnen toen ze op 4AD hun muziek uit begonnen te brengen. Maar ja, nu brengt juist dat label hun debuutalbum Masterpiece weer uit. Een nogal ambitieuze titel, wat ook wel klopt met de kennis van nu. Het is oorspronkelijk uitgebracht in 2016. Hoewel de sound van de Amerikaanse band goed herkenbaar is, mede door de zang van Adrianne Lenker, laten ze hier nog een wat rauwer geluid horen. Ook dat doen ze met verve, zij het dat de echte meesterwerken nog moeten volgen. De muziek hier heeft door het ongepolijste juist ook charme. Ik denk dat je als liefhebber van de groep hier niet omheen kan en wil, al heb je deze wellicht al jaren in huis. Hoe dan ook fijn om deze nu weer in ons midden te hebben.

 

Mari Boine & Bugge Wesseltoft – Amame (cd, Lean AS/ By orse Music)
Twee grootheden uit de Noorse muziekscene komen weer samen op het album Amame. Bugge Wesseltoft is een befaamde jazzpianist, die al 30 jaar aan de weg timmert en in vele bands heeft gezeten en samengewerkt met onder meer Sidsel Endresen, Nils Petter Molvær en Dhafer Youssef. Mari Boine (soms aangevuld met Persen) is nog wel langer onderweg en bekend van joik, een traditionele vaak woordeloze zang van de Sami. Boine heeft de Sami muziek behoorlijk vernieuwd door er folk, jazz en rock aan toe te voegen en haar muziek meermaals te laten remixen. Ze staat duidelijk open voor verandering dan wel nieuwe muzikale avonturen. Op dit nieuwe album grijpen ze voor een deel terug naar hun eerdere samenwerking op het album Eight Seasons =Gávcci Jahkejuogu uit 2002, zij het op een meer uitgeklede wijze. Ze brengen 11 nieuwe songs of eigenlijk verhalen. Zoals ze zelf aangeeft: “Verhalen is de bron van kennis, wijsheid en overleven voor ons mensen. En ik ben zo dankbaar dat deze traditie nog steeds leeft.” Wat dat betreft is ze een heuse ambassadrice voor de Sami cultuur. Door deze in een meer hedendaags jazzy jasje te steken, zal de kans op overleven van deze muziek ook vergroot worden. Met haar prachtig breekbare en emotioneel geladen zang weet ze al diepe indruk te maken, maar het wordt allemaal wel op erg fraaie wijze omlijst door de pianomuziek van Wesseltoft. Hij voegt er op subtiele wijze ook elektronica en percussie instrumenten aan toe. Het is een album vol bezinnende, verstilde pracht.

 

David Eugene Edwards – Hyacint (cd, Sargent House)
Hoewel David Eugene Edwards echt een man van het Woord is, kan je niet stellen dat het licht gaat schijnen. Nee, hij komt eerder over als een bulderende onheilsprofeet, groter dan het leven, vrijwel altijd omgeven door zinnenstrelende muziek. Dat is bij zijn indrukwekkende projecten 16 Horsepower en Woven Hand het geval, maar ook als hij opduikt in Crime & The City Solution 2 en The Jeffrey Lee Pierce Sessions Project. Met zijn eigen projecten zit hij ergens tussen Americana, psychedelische rock, stoner, dark folk en altcountry in. Hij is nu eens onder zijn eigen naam terug met het album Hyacint. In een kleine drie kwartier brengt hij 11 songs, die wel aansluiting vinden op hetgeen hij eerder gemaakt heeft. Toch is het ook compleet anders geworden, want de akoestische instrumenten zijn meer hoorbaar en tegelijkertijd zitten er meer elektronica doorheen. Dat laatste komt tot uiting in de donkere, haast industriële pulserende stroom op de achtergrond en ook door die wat meer naar de oppervlakte komen drijven. Hij werd daarbij geholpen door multi-instrumentalist en producer Ben Chisholm (The Armed, Chelsea Wolfe, Converge), die hem al vaker van dienst was. Er lijkt nog nauwelijks licht te schijnen en het is allemaal ondergedompeld in de droefgeestigheid. Het is een introspectief, intiem en indrukwekkend geheel geworden. Het album kwam naar eigen zeggen ook als een soort visioen, maar heeft uiteindelijk wel vier gekost om af te maken. Maar goed, het resultaat mag er dan ook wezen. Geen lichte kost, maar wel één van zijn meest ontzagwekkende werken tot nu toe!

 

Myriam Gendron – Not So Deep As A Well (cd, Basin Rock / Konkurrent)
Myriam Gendron is een Canadese singer-songwriter, die naast een 7” en 12” ook twee albums heeft uitgebracht sinds 2014. Haar tokkelende manier van gitaarspelen en haar veelal fijn droefgeestige zang zijn meer dan genoeg om te overtuigen. De releases komen dus spaarzaam, maar zijn wel stuk voor stuk de moeite waard. In 2014 debuteerde ze met Not So Deep As A Well. Hierop heeft ze een aantal gedichten uit de gelijknamige bundel uit 1936 van de Amerikaanse Dorothy Parker (1893-1967) omgezet in songs. Dat levert 9 prachtig indringende songs op, die op een lo-fi manier in de folkhoek belanden. Een soort traditionals, maar dan pas later tot stand gekomen. Het album is niet eerder in Europa verschenen, maar daar is nu via het fijne Basin Rock label verandering in gekomen. Bovendien staan er nu twee extra tracks op. Daarbij moet je denken aan een sober midden tussen Sibylle Baier, Nick Drake, Jackson C. Frank, Kimya Dawson, Meskerem Mees, Juni Habel en de vroege Leonard Cohen. Het is heel fijn dat dit klasse album er weer is.

 

The Green Kingdom – Ether Hymns (cd, Dronarivm)
The Green Kingdom is het langlopende soloproject van de Amerikaanse multi-instrumentalist Michael Cottone (Dustcraft). Hij heeft diverse albums uitgebracht die ergens tussen folk, glitch, downtempo, ambient, drones en experimentele muziek inzitten. Zijn nieuwste album Ether Hymns is uitgebracht op het fijne Dronarivm label. Cottone laat hier 9 stukken het licht zien, die op het snelle gehoor in de gitaarambient-hoek zitten. Maar als je er even echt voor gaat zitten, ontdek je hoe hij er op subtiele wijze allerlei genres, geluiden en instrumenten doorheen mixt. De lome, glazige gitaren vormen majestueuze klanklandschappen waarin trage beats, akoestische instrumenten, drones, fijne elektronische sounds en neoklassieke elementen opduiken. Steeds weer vormen ze andere patronen, waardoor je telkens wat anders gewaar wordt. Ondanks het warme geluid, is het allemaal behoorlijk melancholisch. Je moet het ergens zoeken tussen The Declining Winter, Yellow6, Labradford, Robin Guthrie, Ian Hawgood, 36 en Chihei Hatakeyama. Een heel mooi album, dat niet zo snel zal vervliegen als de titel doet vermoeden.

 

Hochzeitskapelle And Japanese Friends – The Orchestra In The Sky (2cd, Alien Transistor / Konkurrent)
Als je de volledige stamboom van het geweldige The Notwist wilt uittekenen, ben je wel even bezig. De projecten en zijprojecten zijn haast niet bij te houden en bijna zonder uitzondering steengoed. Daarom vorm die band ook zo’n grote rol in mijn muziekverzameling en beleving. Eén van de meer folk en brassband georiënteerde projecten is de Hochzeitskapelle, waar de gebroeders Markus en Micha Acher weer een ander deel van hun vele muzikale eieren kwijt kunnen. Op hun eigen Alien Transistor label flirten ze al vaker met Japanse artiesten. Dat hebben ze nu maar eens gecombineerd met hun Hochzeitskapelle, waaruit de het dubbelalbum The Orchestra In The Sky is gerold, dat ze samen met hun Japanse muziekvrienden en leden van het Alien Ensemble hebben opgenomen. De eerste schijf bevat de Tokio sessie, wat 15 nummers van samen ruim 75 minuten heeft opgeleverd. Naast een bekende naam als Tenniscoats staan er voor mij ook wat meer onbekende artiesten op waarmee ze samen hebben opgenomen. Maakt ook niet uit, het tilt de muziek van de groep, die ik eerder wel oké vond maar meer dan dat ook niet, naar een ander, hoger en speelser niveau. Er zit dikwijls ook die fijne melancholie van The Notwist doorheen, maar het is wel echt andere koek verder. Lekkere koek, dat wel! De tweede schijf met de Kobe sessies bevat nog eens 9 tracks van samen meer dan 48 minuten. Het concept (band plus Japanse gast) is hier ongewijzigd. Het levert een veelzijdig afwisselend op, die tot het beste van deze groep behoort.

 

Jessika Kenney & Eyvind Kang – Azure (cd, Ideologic Organ Music / Konkurrent)
Door de jaren ben ik de Amerikaanse (alt)violist en componist Eyvind Kang bij een hoop geweldig projecten tegengekomen, zoals Secret Chiefs 3, Dying Ground, Mr. Bungle, Napoli 23 en Ishraqiyun. Daarnaast levert hij ook soloalbums af en is hij een graag gezien gast bij onder (veel) meer Laurie Anderson, Blonde Redhead, Sunn O))) en Laura Veirs en werkt hij eveneens samen met John Zorn, William Hooker, Bill Horist en zijn vrouw Jessika Kenney. Deze laatstgenoemde is een experimentele zangeres, componiste en docente en vermaard om haar uitvoeringen van Indonesische vocale muziek (sindhenan) en Perzische vocale muziek (radifs), evenals composities die gebaseerd zijn op elementen van beide. Ze brengen met Azure nu weer eens een gezamenlijk album uit. Hierop brengen ze vijf stukken van samen bijna 50 minuten lang. Ze nemen de tijd om hun muziek te ontvouwen. Kang gewapend met zijn viola d’amore en Kenney met haar stem en shrutibox. Haar zang is Oosters getint, maar wordt net als het instrumentarium dikwijls gebruikt om drones mee te produceren. Maar er zijn ook zangstukken waar er voorzichtig wat melodieën te ontwaren zijn en waar de stemmen uit een ver verleden in het hier en nu lijken op moderne wijze weerklinken. Ze laten een zeker minimalisme horen, waarbij ze ook spelen met stiltes, hetgeen juist zo ontzettend veel brengt. Door zit nog een soort universeel invoelbare droefgeestigheid doorheen gevlochten, waardoor de muziek al helemaal diepe snaren weet. Wat een indringend meesterwerk! Eén van de redenen waarom ik zo lang wacht met een jaarlijst. Kippenvel!

 

L. Petitgand + Scanner + Geins’t Naït – Et Il Y Avait (cd, Ici D’Ailleurs)
Op het geweldige Franse label Ici D’Ailleurs hebben ze al jaren de zogeheten “Mind Travels”-serie: “Een serie die zich richt op wat je neoklassieke, ambient en industriële muziek zou kunnen noemen, ook al definieert geen van deze genres de muziek op comfortabele wijze. We willen u radicale platen aanbieden, stuk voor stuk ontworpen door de Franse fotograaf Francis Meslet, die het verval en de verlatenheid van verlaten plekken vastlegt en er een unieke visie op schoonheid aan toevoegt.” Ik had het niet beter kunnen verwoorden. Geins’t Naït en Laurent Petitgand, broer van muzikant Dominique Petitgand en tevens lid van Geins’t Naït, naast Thierry Merigout komen er voor de vierde keer met hun album Et Il Y Avait, waarbij ze ditmaal samenwerken met de onvolprezen Scanner. Geins’t Naït is al sinds de jaren 80 actief en al een indrukwekkende discografie. Scanner ofwel Robin Rimbaud draait ook al heel lang mee met eveneens een oeuvre om u tegen te zeggen. Deze muzikanten samen blijkt een gouden vondst. Met Merigout en Petitgand kwamen al industrial en filmmuziek bij elkaar en daar komt nu de ambient en IDM van Scanner bij. Daar hebben ze echt heel bijzondere collages van weten te maken, die soms op intrigerende wijze tot de verbeelding spreken en op andere momenten juist met krachtige, fantasievolle stukken een diepe indruk achterlaten. Het is een ware wervelwind aan geluid, waarbij je niet uitgeluisterd raakt. Liefhebbers van onder meer Coil, Étant Donnés , H.N.A.S., Nurse With Wound en natuurlijk de muziek van de deelnemende groepen zelf, doen er goed aan deze sublieme muziek van de buitencategorie eens te beluisteren.

 

Yellow6 – 25:23 (merry6mas2023) (2cd, Editions6)
De Britse muzikant/gitarist Jon Attwood duikt met enig regelmaat hier op met zijn projecten. Naast JARR (met Ray Robinson) en The Sleep Of Reason (met Dirk Serries) is dat natuurlijk ook met zijn hoofdproject Yellow6, dat hij er al 26 jaar op nahoudt. Met die laatste brengt hij veelal melancholische, instrumentale muziek, die bestaat uit een onweerstaanbaar lekkere mix van drones, minimal music, ambient en een toefje post-rock. In 1999 heeft hij besloten om restmateriaal uit te brengen op de zijn zogeheten merry6mas1999 album. Gewoon eenmalig en in kleine kring; dacht hij toen. Nu is de 25ste editie ervan verschenen, die luistert naar de titel 25:23. Om het jubileum te vieren zijn het zelfs twee cd’s geworden. Op de eerste schijf van 8 nummers breed en een goede 78 minuten lang, levert hij weer prachtig contemplatieve muziek af, die totaal niet onder doen voor zijn conceptalbums. Dat geldt wederom van de tweede schijf, waarop je nog eens getrakteerd wordt op 10 tracks van samen meer dan 76 minuten. Als geen ander weet Attwood te droefgeestige taferelen te schetsen met zijn gitaar en effecten. Het is muziek die tot de verbeelding weet te spreken en waarbij je gewoonweg niet uitgeluisterd raakt. Muziek die als een deken over je heen wordt gewikkeld en waarin je gewoonweg wil wonen. Ruim 2,5 uur aan nieuwe prachtmuziek, die zoals altijd toch weer net wat anders en nieuws brengt; zo zijn er bijvoorbeeld ook wat altcountry elementen te horen. En dan te bedenken dat dit slechts restmateriaal is. Dat ook nog eens na het schitterende tweeluik Civil Twilight en Star Flowers plus een album van JARR eerder dit jaar. Nee op deze klasbak staat geen maat.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.