Het jaar zit er bijna op, maar van een lockdown is hier geen sprake. Wel even het laatste Schaduwkabinet van dit jaar om ons op de jaarlijstjes en andere zaken te kunnen focussen. Voor nu houden wij ons verder aan de regels en typen braaf op afstand nog een keer onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Fridolijn, Saffronkeira with Paolo Fresu, Subheim en Vlimmer.
Jan Willem
Fridolijn – Chapter Two (digitaal, Freija Label/ LAB Music / It’s All Happening)
Na haar deelname aan de jazzy indiepopband Finn Silver en een gastoptreden bij Qeaux Qeaux Joans, gaat Fridolijn van Poll solo verder. Als artiestennaam gebruikt ze enkel haar voornaam. In 2015 is haar debuut Catching Currents uitgebracht, waarop ze een dromerig geluid laat horen, dat ergens tussen folktronica en kamerpop inzit. Daarna is het even stil rond haar. Maar dit jaar is Fridolijn aan een verhaal begonnen, dat ze in meerdere hoofdstukken heeft opgedeeld. Deel één, met de titel Chapter One: Above The Fray, die in juli is verschenen. Zoals toen ook gezegd doe ik normaal niets met digitale releases, maar is deze zo overtuigend mooi dat ik die niet aan jullie onthouden wil. Haar kristalheldere folktronica, die op subtiele wijze van details is voorzien en haar ijle narcotiserende prachtzang, is namelijk contemplatief, betoverend en meeslepend. Daarnaast ik ben benieuwd naar de rest van de hoofdstukken. De tweede is zojuist verschenen en heet Chapter Two. Hierop serveert ze net als op de eerste 3 tracks, die weer ergens in de folktronica hoek uitkomen. Ze lardeert de muziek met pianoklanken, diverse biologerende elektronische geluiden, effecten en veldopnames. Haar bitterzoete, etherische zang is daarbij weer van een magische pracht. Ze houdt het midden tussen Eefje de Visser, Kate Bush, Michel Banabila, Marissa Nadler, Susanna, Ben Christophers en Mi And L’Au. Het is allemaal zo mooi, dat het tot de diepste vezel doordringt. Ik kan enkel hopen dat alle hoofdstukken ooit tot een cd gebundeld worden, want dat zijn al de zes nummers tot nu toe meer dan waar. Een wonderschoon nieuw juweeltje.
Saffronkeira with Paolo Fresu – In Origine: The Field Of Repentance (cd, Denovali)
Saffronkeira is sinds 2008 het geesteskind van de Italiaanse muzikant Eugenio Caria. Inmiddels heeft hij 5 albums uitgebracht, waarbij één samen met Maria Massa. Met Saffronkeira brengt hij doorgaans een kruisbestuiving van ambient, industrial, IDM, neoklassiek en drones in. Nu is hij terug met het album In Origine: The Field Of Repentance, dat hij samen met de eveneens Italiaanse jazztrompettist Paolo Fresu heeft gemaakt. Die laatste heeft met de groten der aarde gewerkt, waaronder Uri Caine, A Filetta, Carla Bley, Steven Bernstein, Elena Ledda en Koçani Orkestar, maar geeft ook acte de présence in legio formaties. Zijn stijl is geïnspireerd door Miles Davis uit de jaren 50. Op voorhand levert dit dus al een zeer interessant affiche op. Dat blijkt ook waarheid op het album, waarbij Fresu als het ware een jazzy sluier legt over de intrigerende muziek van Saffronkeira. In ruim 62 minuten serveren ze 10 tracks, die filmisch, mysterieus en meeslepend zijn. De twee komen daarbij ergens op tijdloze wijze uit tussen Miles Davis, Nils Petter Molvær, Arve Henriksen, GAS, Hidden Orchestra, Dale Cooper Quartet & The Dictaphones en AUN. Ze weten elkaar hier goed uit te dagen, wat hen beide tot grote hoogtes drijft. Dit is een samenwerking die op herhaling mag, want het is een veelzijdig, genre overstijgend en ongelooflijk mooi product van deze twee geworden.
Subheim – ΠΟΛΙΣ (cd, Denovali)
De in Berlijn gevestigde Griekse muzikant Kostas Katsikas houdt er al sinds 2008 het project Subheim op na. De eerste twee albums Approach (2008) en No Land Called Home (2010) zijn nog redelijk snel na elkaar verschenen, maar op het vervolg Foray (2015) is het vijf jaar wachten. Maar dat bleek de moeite waard. Hij weet keer op keer de perfecte soundtrack voor de herfst en winter af te leveren, waarbij de muziek zich ophoudt tussen dark ambient, drones, stemsamples, zwoele beats, techno, IDM, postrock, tribal-, jazz- en akoestische elementen (geluiden van strijkers en percussie). Wederom 5 jaar wachten verder is daar eindelijk zijn vierde album ΠΟΛΙΣ, hetgeen je uitspreekt als “polis” en “stad” betekent in het Grieks. Het roept niet zozeer de snelle cadans van het leven in een moderne metropool op, als wel de onuitgesproken spanning tussen verlangen om te ontsnappen en vastzitten in een soort van concrete stilstand. De muziek schuift meer naar de IDM, downtown en abstracte elektronica, maar is anderzijds ook ritmisch, filmisch en etherisch. Dat laatste mede door de dikwijls serene vrouwelijke stemmen die je hoort. Verder moet je denken aan een originele kruisbestuiving van Phylr, Hecq, Ólafur Arnalds, Jóhann Jóhannsson en Mark Van Hoen. Kortom, een geweldig nieuw album!
Vlimmer – XIIIIIIII (mcd, Blackjack Illuminist Records)
Hoewel multi-instrumentalist, zanger, componist en Blackjack Illuminist Records eigenaar Alexander Leonard Donat er legio projecten op nahoudt, is Vlimmer wel één van zijn hoofdprojecten. In 2015 is hij gestart met een 18-delige serie mini albums, die allen op een foutieve Romeinse manier zijn genummerd. Daar gaat hij voortvarend mee aan de slag, maar brengt tussendoor ook gewoon nog andere albums met Vlimmer uit, evenals met die van zijn andere uitlaatkleppen als Feverdreamt, Fir Cone Children, Flight Recorder, Infravoids, Jet Pilot, Leonard Las Vegas en WHOLE. Ik weet niet wat ik knapper vind, zijn volhardendheid om dit alles te voltooien of het feit dat hij per release weer een andere facet van muzikale universum laat horen. Ze vormen dan ook allen een ander hoofdstuk in een groot verhaal dat gaat over een spannende muzikale en literaire reis van een jonge man Jagmoor Cynewulf, die verdwaalt tussen waanzin en realiteit. Muzikaal gezien zit hij met Vlimmer zonder echt rekening te houden met genregrenzen altijd op caleidoscopische wijze ergens tussen gothic, shoegaze, postpunk, wave en indierock in. Nu is het allerlaatste hoofdstuk van de serie, te weten XIIIIIIII, een feit. De laatste 5 tracks van de 90 in totaal komen nu in een goede 32 minuten voorbij. De focus is ondanks dat de bovengenoemde kruisbestuiving blijft bestaan, iets meer richting de elektronische en soms ook hardere kant opgeschoven. De zang daarbij klink, wellicht ingegeven door de huidige malaise, wat meer klagerig en emotioneel geladen. Daarmee roept hij onder meer associaties op met The Cure, Clan Of Xymox, Wumpscut en O.M.D.. Hoewel dat vooral namen uit het verleden zijn, weet Donat er een frisse, moderne en eigenzinnige draai aan te geven. Het is een spannend en indrukwekkend slot van een lang en meeslepend verhaal. Dit audioboek is weliswaar uit, maar zal vast nog meermaals “gelezen” worden en gevolgd worden door nieuwe muzikale pagina’s van Vlimmer of één van zijn andere projecten.