Geen surrealistischer land dan België, of het zou Bordurië moeten zijn. Geen subjectivistischer blog dan het onze, waar we continu voortborduren op de muziek in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Cabaret Contemporain, Mathias Delplanque, Foxtrott, Geins’t Naït + L. Petitgand, Jennylee, Lilly Joel, Lush, A Movement Of Return, Nezumi (& Fox), Niagara, Supercilious, The Telescopes, Neil Welch & Rutger Zuydervelt en Yellow6. En gingen naar: Eindhoven Metal Meeting.
Jan Willem
Cabaret Contemporain – Plays Moondog (cd, Sub Rosa)
Een veel wonderlijker artiest dan Moondog heb ik haast niet in de kast staan. De Amerikaan Louis Thomas Hardin (1916-1999) die achter deze formatie schuil gaat weet op revolutionaire wijze een mix van hedendaags klassiek, folk, minimal music, jazz en een soort pre-krautrock geluid te produceren. Hij is belangrijk voor velen, maar toch ergens ook ondergewaardeerd of misschien wel onbegrepen bij het grote publiek. Dat steekt bij de Franse groep Cabaret Contemporain, bestaande uit Fabrizio Rat (piano), Fiani Caserotto (gitaar), Julien Loutelier (drums), Ronan Courty (contrabas) en Simon Drappier (contrabas), die eerder ook werk van Terry Riley geherinterpreteerd hebben. Op hun Moondog cd nemen ze de jazz-zangeressen Linda Oláh en Isabel Sörling in de arm om de teksten over te brengen. Ze presenteren 11 tracks van Moondog, waarvan er maar liefst zes van het meesterwerk Moondog 2 (1971), vier van H’art Songs (1978) en het sentimentele “Paris” van een veel later album afkomstig zijn. Ondanks dat ze de muziek compleet anders het licht laten zien, tonen ze maar eens te meer aan hoe geniaal Hardin eigenlijk was. Zijn muziek biedt zo’n rijkdom, die op allerlei wijzen te benaderen valt. Daarbij toont Cabaret Contemporain aan die ze niet alleen oog hebben voor toonaangevende artiesten maar ook dat ze precies weten hoe ze hun held in het juiste daglicht moeten plaatsen. Geniale zet! Hieronder een live uitvoering, maar die doet de dynamiek van het album wel recht aan.
Mathias Delplanque – Drachen (cd, Ici D’Ailleurs)
Mathias Delplanque, geboren in Ouagadougou (Burkina Faso), is een Franse componist die muziek maakt op het snijvlak van musique concrète, neoklassiek en experimentele elektronica. Hij is de nieuwste aanwinst in de “Mind Travels”-serie van het voortreffelijke Franse label Ici D’Alleurs. In deze serie zijn eerder al werken van Geins’t Naït + L. Petitgand, Stefan Wesolowski, Manyfingers en Aidan Baker verschenen. Hij brengt er zijn achtste album Drachen op uit. Bepaald geen draak van een plaat, maar veeleer een album vol monsterlijke muziek, die het spanningsveld opzoekt tussen glitch, neoklassiek, musique concrète, drones en ambient. Delplanque weet op pakkende wijze zijn abstracte muziek aan de luisteraars over te brengen. Muziek zonder kop of staart, maar met een tot de verbeelding sprekende kracht. Precies de muziek waar in het hedendaagse muzieklandschap de nodige behoefte aan is en voer voor fans van Aidan Baker, Matthew Collings, The Beautiful Schizophonic en Vieo Abiungo. Een subliem album!
Foxtrott – A Taller Us (cd, One Little Indian / Konkurrent)
Foxtrott is het project van de Canadese zangeres/muzikante Marie-Hélène Delorme, die in 2012 al eens digitale mini het licht liet zien. Nu is er dan eindelijk haar volwaardige debuut A Taller Us. Ze brengt speelse, excentrieke en bovenal originele beats die zowel pakkend als licht onderkoeld zijn. Dat lardeert ze met allerhande elektronica, dubby elementen, handgeklap en haar bitterzoete zang. Dat levert een net zo smaakvol als bevreemdend geheel op, die in de verte doet denken aan artiesten als Fever Ray, Wildbirds & Peacedrums, The Knife, Micachu & The Shapes en Björk. Elektropop met betekenisvolle teksten en vol bezieling gebracht. Elke keer dat je deze muziek draait, des te meer aanstekelijk het wordt. Ook ontwaar je steeds meer subtiele details, die aantonen hoe goed dit allemaal in elkaar steekt. Alweer een fijne aanwinst op het One Little Indian label.
Geins’t Naït + L. Petitgand – Oublier (cd, Ici D’Ailleurs)
Oulbier, vergeet die naam niet, is na Si J’avais Su, J’aurais Rien Dit (2011) enJe Vous Dis (2014) de derde van het duo Geins’t Naït + Laurent Petitgand, de broer van muzikant Dominique Petitgand en tevens lid van Geins’t Naït, naast Thierry Merigout en Vincent Hachet. Beide artiesten ken ik al zolang en het blijft fantastisch dat ze er nog altijd zijn. En hoe! Deze nieuwe cd komt ook uit in de “Mind Travels”-serie van het Franse label Ici D’Alleurs. Net als op vorige samenwerking brengen ze hier een unieke maar bevreemdende, mysterieuze mix van avant-garde, industrial, neoklassiek, IDM, wave en wereldse elementen. Het is allemaal uiterst experimenteel en geconcentreerd, maar tevens goed doorwaadbaar. De ene keer haast kakofonisch en op andere momenten intrigerend en wonderschoon. Spannende muziek voor liefhebbers van de buitencategorie en Coil, Foetus, Tuxedomoon, H.N.A.S., Nouvelles Lectures Cosmopolites en Étant Donnés gestoken in een David Lynch-achtige sfeer. Buitengemeen fraai.
Jennylee – Right On! (cd, Rough Trade / Konkurrent)
Jennylee is de nom de plume van bassiste/zangeres Jenny Lee Lindberg uit Warpaint, die al een tijd rondloopt met plannen voor een soloplaat. Welnu, Right On! is een feit. Hierop krijgt ze volop hulp van gitaristen Kirk Hellie (12 Rounds), Tony Bevilacqua (Spinnerette), Cedric Lemoyne (Remy Zero) en Dan Elkan (Holy Smokes), bassisten Jonathan Hishcke (The Flying Luttenbachers) en Chris Byerly, en drummers Norm Block en Stella Mozgawa (Warpaint). Jenny heeft het geheel geschreven en blijft qua geluid dichtbij haar moederband, al is haar sound mysterieuzer en vliegt ze soms ook eens prettig uit de bocht. Ze brengt wel dat fijn onderkoelde, groovy geluid, wat ze combineert met wave en indierock elementen uit de jaren 80 en 90. Denk aan een kruisbestuiving van The Breeders, Siouxsie & The Banshees met Warpaint. Dat levert 10 aangename, meeslepende songs op. Een heerlijk droomdebuut.
Lilly Joel – What Lies In The Sea (cd, Sub Rosa)
De Belgische zangeres Lynn Cassiers (Tape Cuts Tape) werkt al vele malen samen met toetsenist Jozef Dumoulin (Octurn, Jozef Dumoulin Trio, Othin Spake, The Bureau Of Atomic Tourism, The Red Hill Orchestra). Die laatst genoemde werkt dan onder meer met Trevor Dunn en Mauro Pawlowski, wat aangeeft dat hij het experiment bepaald niet uit de weg gaat. Samen brengen ze nu als Lilly Joel hun gezamenlijke debuut What Lies In The Sea uit. En dat is in alle opzichten een bijzonderheid geworden. Cassiers schept met haar zang veeleer kaders dan dat ze rechttoe rechtaan haar teksten brengt. Dumoulin zwachtelt daar zijn elektronica omheen, terwijl Cassiers met objecten en effecten nog wat extra details toevoegt. Dat levert een uiterst mysterieus caleidoscopisch geheel op vol IDM, experimentele muziek, jazz, rock, neoklassiek en glitch. En dan nog het liefst alles door elkaar in een schemerige atmosfeer. Het is werkelijk betoverend wat de twee hier laten horen.
Lush – Chorus (5cd, 4ad)
Mijn muzikale jacht begint eind jaren tachtig, waarbij heel veel 4ad bands uit die tijd en ervoor een enorme, of beter cruciale rol spelen. Ook Lush is zo’n band, die ik in het shoegaze genre zelfs hoger in het vaandel heb dan My Bloody Valentine. De groep wordt in 1988 opgericht door Chris Acland en aangevoerd door Miki Berenyi en Emma Anderson. Ook Meriel Barham, die later in nog zo’n fijne band de Pale Saints opduikt, heeft naast anderen deel uitgemaakt van deze formatie. Hun heerlijk onderkoelde mix van noise en shoegaze evolueert zich langzaam tot een meer droompop gericht geluid. Het levert de 3 albums Spooky (1992), Split (1994) en Lovelife (1996) op en de singlecompilaties Gala (1990), Topolino (1996) en vele andere singles los daarvan. In 1996 pleegt Chris Acland zelfmoord en komt er abrupt een eind aan de groep. De leden doen her en der nog wel wat op muzikaal gebied, maar iets spraakmakends komt er niet uit voort. De groep is nu weer bij elkaar en gaat volgend jaar weer op tournee. Of er een nieuw album volgt is nog onduidelijk. Wel is er nu de geweldige compilatie Chorus. Hierop vind je de genoemde 5 albums, met 63 tracks, aangevuld met maar liefst 42 nummers. Dat zijn b-kanten van singles, remixes, covers, BBC en akoestische sessies. De enige track die op onbegrijpelijke redenen ontbreekt is dan “Lovelife (Suga Bullit Mix)”. Maar voor de rest heb je hier een geweldig en compleet document in handen dat ook nog eens gestoken is in een werkelijk prachtig A5 formaat boekwerk; helemaal in de stijl van het vroegere 4ad. Nostalgische schoonheid die mogelijk ook in het hier en nu weer veel gaat betekenen.
A Movement Of Return – Half Sin Half Life (cd, Monopsone)
De Franse muzikant Frédéric Parquet maakt eerst nog een fijne pot elektro met shoegaze als Mechanism For People, waarvan in 2008 zijn debuut The Others Turn To The Shadow is verschenen. Nu keert hij terug als A Movement Of Return, fraai af te korten tot AMOR. Op zijn eersteling Half Sin Half Life laat hij een gruizig geluid horen, waar shoegaze, noise, wave en elektro de revue passeren. Daarbij laat hij in het Engels zijn herfstige stem dikwijls gelden. Hij weet een goede balans te vinden tussen de meer opzwepende en rustieke muziek. Het is allemaal behoorlijk melancholisch, maar nergens wordt het terneergeslagen. Ik denk dat liefhebbers van The Jesus And Mary Chain, My Bloody Valentine, Laudanum, The Cure, The Notwist, Joy Division en Piano Magic hier best raad mee weten. Een zeer overtuigend en afwisselend debuut.
Nezumi (& Fox) – Ufocatcha (mcd, Monopsone)
De Franse muzikanten Elsa André en Franck Constanzo vormen het duo Nezumi (& Fox), waarmee ze in 2012 al een eerste mini het licht laten zien. Hierop laten ze al een verleidelijke sound horen die ergens strandt tussen alternatieve elektropop, post-rock, ambient en speelse elektronica, waarbij de zwoele bitterzoete zang van Elsa er mag wezen. Het is allemaal heel speels en uptempo, maar de melancholie druipt er vanaf. Drie jaar later komen ze met de volgende mini, waarop ze 6 nummers presenteren van bij elkaar ongeveer 25 minuten. Hiermee gaan ze gelukkig verder met hetgeen ze op hun mini debuut ook al deden, zij het misschien op iets betere wijze. Maar nog altijd is het die pakkende mix van rock en elektronica samen met die fijne zang die je al snel weten te grijpen. Het is muziek die fans van Ms. John Soda, Lali Puna, Donna Regina en Lush wel aan zal spreken. Dat doet reikhalzend uitzien naar een langspeler!
Niagara – Don’t Take It Personally Remixes (digitaal, Monotreme/ Five Roses)
Het Italiaanse Niagara, niet te verwarren met onder meer die Franse, is het project van de immer creatieve en onvoorspelbare David Tomat (N.A.M.B., Tomat, Gemini Excerpt, Drink To Me, Crash Of Rhinos) en Gabriele Ottino (Milena Lovesick, N.A.M.B., Gemini Excerpt, Drink To Me). Tomat brengt zang, piano, orgel, gitaar en programmering en Ottino zang, piano, orgel, ukelele, synthesizer en programmeringen. Vorig jaar verschijnt hun tweede cd Don’t Take It Personally, waarop ze je weer alle hoeken van het muzikale spectrum laten zien; van heerlijk psychedelische muziek, drones en speelse elektronica tot folk, bossanova, dubstep, bubblecore en indierock. Later trekken ze hier de singles Vanillocola, waarop naast het origineel ook remixen van Fennesz en XIII staan, plus Else, What Else? uit met het origineel en remixen van Liars en Giego Perrone. Dat is kennelijk zo goed bevallen dat ze nu met het 18 nummers tellende Don’t Take It Personally Remixes, die ook op 2 promo cd’s passen, op de proppen komen. De vier genoemde mixen staan er ook tussen. Naast Niagara zelf, Fennesz en Liars, zijn de bekende mixers hier Acid Pauli (ofwel Martin Gretschmann van Console en The Notwist), Gonjasufi en labelgenoten Reigns. Maar onbekend maakt niet altijd onbemind, want ook de andere artiesten leveren voortreffelijke mixen af. Het is een zeer afwisselend geheel geworden van speelse elektronica en diepe IDM tot innemende soundtracks en glitches, waarbij het merendeel nogal afwijkt van het origineel. Een schitterend addendum van zo’n anderhalf uur. Volgend jaar komt er dan weer een heus nieuw studioalbum.
Supercilious – Infinite Spaces (cd, Monopsone)
In 2004 debuteert Alexandre Vaudin als Supercilious met het fantastische Next Time We Go Sublime, dat op speelse wijze het midden houdt tussen illbient, IDM, ambient, pop en breakbeats. Sublieme muziek die wel aan een kruisbestuiving van Autechre, DNTEL, Nine Inch Nails, Phylr en Styrofoam doet denken. Het duurt dan maar liefst 11 jaar om tot de tweede cd Infinite Spaces te komen. De moeilijke tweede plaat zullen we maar zeggen. Vaudin werkt hierop nauw samen met Alban Chaline en diverse gasten. Het geluid ligt weliswaar in het verlengde van het debuut maar is veel rijker gedetailleerd. Op geweldige wijze worden de eerder genoemde stijlen plus neoklassiek, industrial en trip-hop met elkaar gemengd. De ene keer levert dat een serene sound op, maar dikwijls is het een volle en toch kristalhelder geluid vol pakkende beats, stuiterende elektronica, samples en bijzondere, filmische ingrediënten. Ergens blijven de eerdere associaties ook wel overeind, zij het dat alles meer geëxtrapoleerd is en breder om zich heen grijpt. Misschien een moeilijke tweede worp, maar wel een ijzersterke.
The Telescopes – Splashdown (2cd, Cherry Red)
Ik zei vorige week bij het hun laatste cd Hidden Fields al dat de discografie ietwat onduidelijk is. Dat geldt ook voor hun mini’s. Cherry Red heeft nu e.e.a. gebundeld op Splashdown, dat als ondertitel “The Complete Creation Recordings 1990-1992” heeft meegekregen. Je krijgt op de eerste schijf hun vier officiële singles Precious Little, Everso, Celeste en Flying op Creation plus een vijfde die nooit verschenen is. Op de tweede schijf krijg je hun tweede titelloze studioalbum, ook uitgebracht op Creation, plus bonustracks en Peel sessions. Het is allemaal nog Telescopes oude stijl, dus lekker veel noise, shoegaze, psychedelica en lichte experimenten. En veel klassiekers ook. Na deze periode gaat de groep ook meer de spacerock kant op en kent wat mij betreft wat mindere jaren. Maar dit is een zeer compleet en geweldig overzicht geworden.
Neil Welch & Rutger Zuydervelt – Tides (cd-r, Confront)
Mister Machinefabriek Rutger Zuydervelt (tevens Cloud Ensemble, CMKK, DNMF, Piiptsjilling, Shivers) zoekt met enige regelmaat de meest interessante artiesten op om mee samen te werken. Zo ook nu de Amerikaanse freejazz saxofonist Neil Welch, die solo geweldig kan improviseren en dat tevens laat horen in Bad Luck en Rich Pellegrin Quintet. In feite was het met Tides eerst de bedoeling dat Welch lekker los kon gaan op het elektronische stuk dat Zuydervelt had gestuurd. Nadat hij de track echter terug krijgt blijken er zoveel details in te zitten dat hij pardoes overlays van de geloopte stukken heeft gemaakt. Hierdoor is er een constante stroom aan geluid ontstaat. Het is een uiterst experimentele werk vol loops, drones en improvisaties, maar blijft door alle prachtige sounds, verrassende geluiden en wendingen goed te volgen en je gewoon 38 minuten lang in de houdgreep neemt. Dat alles is ook nog eens gestoken in een fraai metalen box, waardoor het in alle facetten een kunstwerk is geworden.
Yellow6 – In Circles – Merry6mas 2015 (cd, Silber)
Eén van de goede tradities rond de kerst die mag blijven is toch wel de “Merry6mas”-serie van Yellow6. Jon Attwood brengt met zijn project vanaf 1999 ieder jaar een nieuwe editie, waarop je outtakes, live opnames en ander exclusief materiaal voorgeschoteld krijgt. Het is bepaald geen muziek dat je in de klikobak wilt terugvinden. Dat geldt wederom voor In Circles -Merry6mas 2015, de 17de alweer in de serie. Hierop krijg je 8 tracks met een totale lengte van bijna 80 minuten. Het zijn verstilde, droefgeestige klanklandschappen die mooi aansluiten bij zijn wonderschone cd No Memories, Only Photographs van eerder dit jaar. Deels bestaat de nieuwe schijf uit andere en live versies, maar ook outtakes daarvan. Attwood is een meester in het schetsen en emoties overbrengen met muziek. Wederom, ik zal er niet omheen draaien, een geweldig album. Hopelijk blijft deze traditie overeind!
Martijn
Eindhoven Metal Meeting @ Effenaar, Eindhoven
Idioot veel bands („overdaad schaadt”, als je het mij vraagt, maar die festivalkoorts lijkt nog steeds niet te gaan liggen), maar Necros Christos en Vektor wisten me toch in die luidruchtige feestgedruis te lokken. Eind van de middag begint Necros Christos met een mooi Armeens intro en de mannen deliver the goods. Knaller van de dag is vroeg op de avond echter Vektor, met de techneuten op de gitaren maar een beest achter de drums. Heerlijke techno thrash die een aardige pit veroorzaakt. Dan volgen er nog vele: uitstekende nautical doom van Ahab, oubollige thrash van Nuclear Assault (laatste optreden in Europa) en de gezellige goregrind van Rompeprop (ingevoegd eennalaatste optreden wegens het vervallen van Gama Bomb). De Ierse doomsters Mourning Beloveth zijn een afsluitend hoogtepunt (ondanks de volgens mij redelijk beschonken zanger/gitarist) en Craft is niet verkeerd maar echt even teveel van het goede zo omstreeks twee uur ’s nachts.