In deze barre tijden is er gelukkig nog altijd muziek, zoals in mijn lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Autómata, Coach Party, The Cosmic Gospel, Genetic Transmission, HIV+ And Friends, Lugola / Harmony Of Struggle, Malé Zuby, Misophone, Peter Kernel, Rubber Tea, SECT7 en Emil Viklický.
Jan Willem
Autómata – Heart Murmur (cd, Atypeek/ Araki / Creative Eclipse PR)
In 2019 werd Autómata opgericht in Parijs. Op hun gelijknamige debuut uit 2021 lieten een geluid horen, dat je wellicht onder de post-rock zou indelen. Ze hebben daar echter allemaal poëtische en filmische elementen in verwerkt en incorporeren ook andere genres in hun muziek. De groep is nu terug met Heart Murmur. Jean-Baptiste Elineau (bas, elektronica, synthesizer), Etienne Ertul (gitaar, keyboards/piano, bas, elektronica), François Lamouret (keyboards/piano, gitaren, programmering) en David Vivès (drums, gitaar) leveren hier 7 tracks af, die bijna 50 minuten lang duren samen. Daarbij neemt de slottrack daar wel 19 minuten van in beslag (met ruim 4 minuten stilte). Ze laten weer hun eigenzinnige post-rock horen, waar ze ook veel akoestische instrumenten (piano, gitaar) aan hebben toegevoegd. Ook hebben ze samples van onder meer Andy Cairns (Therapy?) en films. Op bedachtzame wijze wordt alles opgebouwd en zetten ze een spannende en fijn melancholische sfeer neer. De muziek is over de hele linie minder hard geworden, maar dat levert enkel meer op, met name qua intensiteit. Het doet me nog het meeste denken aan de filmmuziek van Mogwai, zij het dat ze door het gebruik van progressieve rock en Berlin-school elementen echt een eigen smoel. Een sterk en bepaald niet moeilijke tweede album.
Coach Party – Killjoy (cd, Chess Club)
Soms heb je bands die misschien op papier niet per se iets nieuws brengen, maar het winnen op punten door bijvoorbeeld de energie die ze erin stoppen. Dat is ook het geval bij het Britse Coach Party dat inmiddels al 3 epees in de pocket heeft. De band bestaat zangeres en bassiste Jess Eastwood, gitarist Joe Perry, gitariste Steph Norris, en drummer Guy Page. Ze brengen nu hun debuut Killroy uit, dat 10 nummers telt en net iets langer dan 27 minuten duurt. Er zijn bands die dat met meer zelfs een epee noemen. Maar eerlijk is eerlijk, bij Coach Party krijg je gewoon veel per vierkante seconde. Het wordt wel indierock genoemd, maar ze koersen ook wel eens richting harde alternatieve rock, noise, powerpop en tevens shoegaze. Het is met name de explosiviteit en de ongebreidelde energie die het allemaal zo ontstellend pakkend en innemend is. Ze slingeren je heen en weer van Wet Leg naar Queens Of The Stoneage, Lush, The Breeders, Beach Riot en weer terug. En ook in de rustige stukken maken ze indruk, omdat ze daar wederom hun aanstekelijke enthousiasme laten horen. Heerlijk droom- of nu ja knaldebuut!
The Cosmic Gospel – Cosmic Songs For Reptiles In Love (cd, Bloody Sound / Peyote Press)
Met sommige bandnamen en albumhoezen of beide maak je het artiest niet altijd even eenvoudig voor jezelf. Zo is er The Cosmic Gospel, dat het soloproject is van de Italiaanse multi-instrumentalist en zanger Gabriel Medina (zang, gitaren, bas, drums, percussie, mellotron, synthesizers), die hiervoor al in de bands Hapnea en Bruxa heeft gezeten. Hij presenteert nu zijn debuutalbum Cosmic Songs For Reptiles In Love; o ja, voeg albumtitels nog aan de bovenste regel toe. Des te verrassender is de muziek dan weer, die veelal geïnspireerd is door outtakes van eerdere bands en verloren ideeën en werd geboren in een periode van emotionele overgang. Kosmisch is zeker wel een aspect dat door zijn creaties heen zit, maar hij maakt daarom een gruizige en emotioneel geladen mengelmoes van psychedelische rock, alternatieve rock, lichte experimenten, lo-fi en indierock. Daarbij moet je denken aan Blur, Unknown Mortal Orchestra, Beck, Spiritualized, Sebadoh, The Brian Jonestown Massacre en zelfs The Beatles. Zo zie je maar weer, dat het altijd draait om de inhoud. Een uitstekend en veelbelovend debuut!
Genetic Transmission – Offals Of Emotions (cd, Zoharum)
De Poolse muzikant Tomasz Twardawa (1970-2020), die nu al een paar jaar niet meer onder ons is, was een ware cultheld in de undergroundscene in eigen land, maar ook daarbuiten met diverse projecten. Met zijn bekendste project Genetic Transmission, dat rond 1996 van de grond kwam, maakte hij eigenzinnige mixen van elektro-akoestische muziek met industrial en dark ambient. In de zogeheten GT Archive Series brengt het innovatieve Zoharum label nu 10 van zijn spraakmakende werken opnieuw uit. En dat is goed nieuws, want het absoluut muziek die gehoord mag worden. Na diverse eerdere heruitgaven valt nu de beurt aan Offalss Of Emotions, dat oorspronkelijk in 2004 is uitgebracht. Hierop vind je slechts 5 tracks, maar wel met een totale lengte van 69 minuten. Twardawa schildert abstracte klanklandschappen, die zo een David Lynch film in lijken te wandelen. De muziek van Fransman Philippe Petit komt ook in me op als associatie. Maar als je eenmaal gegrepen wordt door deze muziek verdwijnt alles in een op hol geslagen gedachtestroom in een parallel universum. Geweldige muziek van de broodnodige buitencategorie.
HIV+ And Friends – Spanish Electronic Body Music (2cd, Zoharum)
De Frans-Spaanse muzikant, producer, DJ, auteur en zanger Pedro Peñas Robles houdt er projecten als Fluxus, L’Âge d’Or, Adán & Ilse, en Adán, Ilse & Peter op na. Maar zijn hoofdproject is toch wel HIV+. Zijn muziek loopt uiteen van industrial en power noise tot electro wave en EBM. Door de jaren heen heeft hij met HIV+ naast reguliere albums ook singles, compilatiebijdragen, remixen door en van hem, digitale tracks, samenwerkingsverbanden en nummers waarin hij gastzanger is uitgebracht. Een brede selectie daarvan is nu op de dubbel cd Spanish Electronic Body Music beland. Deze telt 29 nummers, 14 op de eerste schijf en 15 op de tweede, met een totale lengte van maar liefst 2 uur en 37 minuten. Onder de muzikale vrienden krijg je The Hacker, Ushersan, Cruise [Ctrl], Millimetric, Blind Delon, Dave Inox, Radikal Kuss, Mr. Nô, Alek Drive, Chris Shape Hardlab, Maman Küsters en nog wel meer. Met name op de tweede schijf komt er ook van zijn Adán & Ilse project wat meer voorbij, die iets minder donker klinkt. Er staan verder leuke covers op van The Normal (“Warm Leatherette”), Liaisons Dangereux (“Los Niños Del Parque”) en D.A.F. (“Coco Pino” en “Der Mussolini”). Hoewel de titel van dit album doet vermoeden dat het om EBM gaat, komen ook wel de hierboven genoemde genres om de hoek kijken. Je kunt grofweg stellen dat liefhebbers van Front Line Assembly, Front 242, Skinny Puppy, Calva Y Nada, Wumpscut, D.A.F., Meat Beat Manifesto en dat soort werk hier hun hart aan op kunnen halen. Leuk afwisselend album, dat zeker geschikt is voor de alternatieve dansvloeren.
Lugola – The Truth Penetrates Your Mouth (cd, Zoharum)
Harmony Of Struggle – Brutal Aesthetics (cd, Zoharum)
Ik had al eens gezegd dat zaken als stilte en licht vermoedelijk geen grote rol spelen in het leven van de geweldige Poolse muzikant Michal “Neithan” Kiełbasa. Dat is overigens puur gebaseerd op zijn muziek, die hij naar buiten brengt met Endless Movement, Whalesong, Grave Of Love, Lifeless Gaze, Harmony Of Struggle en Lugola. Van die laatste twee is er nu nieuw werk verschenen. Van Lugola is dat The Truth Penetrates Your Mouth, waarop hij negen nieuwe tracks presenteert. Deze bestaan uit behoorlijk heftige muzikale terreur, zonder overigens slachtoffers te maken. Zijn power elektronica en onversneden noise klinken als een metalen orkaan die microfoons teistert. Als een verslaggever van dit alles schreeuwt hij zijn manifesten vrijwel onverstaanbaar er doorheen. Het geeft wel een extra emotionele lading aan de toch al imponerende muziek. Gekanaliseerde woede met een boodschap. De waarheid is niet altijd leuk om te horen, maar hier weet Lugola dat wel in te bedden in overdonderende krachtpatserij.
Dan is er ook nog het nieuwe album Brutal Aesthetics van zijn andere project Harmony Of Struggle. Het is zijn tweede met deze incarnatie en is slechts een fractie lichter het bovenstaande album. Maar zoals gezegd termen als licht en stilte zijn niet aan hem besteed. De muziek is hier dan ook grimmig, grillig, grauw, gruwelijk, gewelddadig, grommend en gitzwart. Net als op het debuut lijkt hij te kleien met gemalen beton en metaal, waaruit hij indrukwekkende bouwwerken kneedt. Het is allemaal zonder kop of staart, maar toch gaat het in je hoofd zitten en schopt het kont. Kiełbasa weet buiten de gebaande paden van de muziek diepe indruk te maken met muziek die meer voortkomt uit en leunt op de emotie. Ook hier is het soort oerkracht, die je een klein uur lang en 12 nummers breed, stevig in de houdgreep weten te nemen!
Malé Zuby – Pouta (cd, Indies Sccope / Xango Music Distribution)
Eén van de leuke bands op het Tsjechische Indies Scope label is toch wel Zuby Nehty, dat al in 1980 is opgericht. Deze band bestaat hoofdzakelijk uit vrouwen en heeft nog eens wat hiaten in het bestaan. Ze zijn door de jaren heen uitgegroeid van een punkband tot één die met een fijne punkattitude alternatieve rock, folk, avant-garde en indierock aan elkaar knopen. Er is nu een klein beetje verwarring over het album Pouta, dat dikwijls aan die band gekoppeld wordt en waarbij Malé Zuby, hetgeen “kleine tanden betekent”, tussen haakjes staat. Toch is het een zijproject van Zuby Nehty, dat iets als “met hand en tand” inhoudt, waarbij de bezetting iets intiemer is. Het zijn nu Pavla Jonssonová (bas, zang), Marka Míková (piano, zang) en Jana Kaplanová (drums, trompet, zang) die de muziek hebben gemaakt. De kleine bezetting is bepaald geen aderlating, want nog altijd brengen ze sterke, pakkende nummers die wel aansluiten bij de genoemde genres, zij het dat de piano een grotere rol speelt en er wel bas maar geen gitaren aanwezig zijn. Het is zelfs soms nog wat puntiger. Het levert in elk geval een mooi verbindend album op.
Misophone – A Floodplain Mind (2cd, Another Record)
In 2007 brachten de De Britse multi-instrumentalisten M.A. (Matt) Welsh en S. (Steven) Herbert voor het eerst als Misophone hun muziek naar buiten. Toch ging het gerucht dat ze dan al zo’n 13 albums op hun namen hebben staan, die echter in een oplage van 1 stuk gefabriceerd werden en weggeven aan vrienden. Er volgen zo’n 9 albums (sommige bevatten een extra cd-r) op labels als Kning Disk, Inpartmaint en Another Record. De laatste van zo’n 10 geleden alweer. Twee jaar geleden is er nog wel een “best of” verschenen. Het is zo verdeeld dat de klassiek getrainde muzikant S. 1 tot 20 instrumenten bespeeld en M.A. schrijft, zingt en werkt met gevonden geluiden. Daar rollen dan licht bevreemdende, melancholische hybriden van folk, indierock, ballroom muziek, kamerpop, lo-fi, dark cabaret experimentele en orgelmuziek en altcountry uit. Ze zijn nu eindelijk terug met het nieuwe album A Floodplain Mind. Een dubbelalbum meteen, waarbij ze in totaal 30 nieuwe tracks serveren van samen twee uur lang. Ze worden bijgestaan door 19 muzikanten op zang, sitar, lapsteel, khim, marxofoon, melodica, trombones, orkestarrangementen, spoken word, trompetten, synthesizers, bas, gitaren, harp, violen, cello’s, fagot, klarinet, draailier en nickelharpa. Van alles veel en toch is het met zorg en geraffineerd ingebed in hun rijke composities. Ze hebben alles naar een nog hoger niveau weten te tillen. Daarbij zochten ze troost in de bossen, rivieren en het open landschap van een vergeten Engeland, wat terugkomt in de teksten. Maar die verwijzen tevens naar de duisternis van de nacht. De fraaie muziek grijpt op subtiele wijze breder om zich heen met de eerder genoemde genres plus lichte experimenten en nieuwe elementen, maar toch blijft het onmiskenbaar een Misophone album. Nergens heb je het idee dat het korter had gemoeten; elk nummer voegt wat toe. Je moet het ergens zoeken tussen Ivor Cutler, Syd Barrett, Micah P. Hinson, Neutral Milk Hotel, Beirut, Fire On Fire en The Smiths. Precies, zelf luisteren dus of zoals ze zelf zeggen tijd om vast te lopen in de met slib bedekte zijrivieren. Deze unieke band levert niets minder dan een machtig mooi meesterwerk af.
Peter Kernel – Drum To Death (cd, On The Camper)
Vorige week nog besprak ik de nieuwe van Camilla Sparks, het project van de Canadese maar in Zwitserland woonachtige Barbara Lehnhoff (bas, zang). Zij deelt met haar partner Aris Bassetti (gitaar, zang) ook al sinds 2005 het project Peter Kernel. Ze maken weliswaar rock, maar weten op hun albums altijd alle clichés uit de weg te gaan en steeds nieuwe interessante zijwegen te vinden op het platgetreden pad van de rock. Daarbij mengen ze ook artrock, indie, noise, post-punk en krautrock door. Tel daar hun pakkende zang bij op en je hebt een geweldig resultaat in handen. Ze zijn terug met hun nieuwe album Drum To Death. Hierop hebben ze het wat anders en meer experimenteel aangepakt door tussen 2020-2023 elf van hun favoriete drummers uit te nodigen om hen ritmes te sturen. Hiermee hebben ze de nieuwe elf nummers gecomponeerd. Elk nummer is geschreven en opgedragen aan de betreffende drummer als een ode aan waardering voor hen. De genodigden bestaan uit Tam Bor, Simone Aubert (Hyperculte, Massicot), Bernard Trontin (The Young Gods), Kevin Shea (Storm & Stress, Lydia Lunch), Ema Matis, Julian Sartorius, Hugo Panzer, Simon Berz, Cosmic Neman (Zombie Zombie), Beatrice Graf en Domi Chansorn. Deze aanpak levert een ietwat andere groepsdynamiek op en tevens een meer bevreemdende en donkere sfeer, al is de muziek van de groep altijd ietwat zwaar op de hand is, zij het op speelse wijze. Toch hebben ze van dit alles een coherent geheel weten te smeden, dat ook onmiskenbaar een Peter Kernel product is geworden. Denk aan iets dat het midden houdt tussen Blonde Redhead, The xx, The Breeders, The Smile, Sonic Youth, In Camera en Shannon Wright. Het is echt weer een subliem album geworden. Peter Kernel is en blijft een volslagen unicum.
Rubber Tea – From A Fading World (cd, Tonzonen / Soulfood Music/ Believe / Creative Eclipse PR)
Rubber Tea is een redelijk jonge Duitse band, die gevormd wordt door Vanessa Gross (zang, fluit, saxofoon), Lennart Hinz (zang, keyboards, gitaar), Jonas Roustai (gitaar), David Erzmann (bas) en
Henri Pink (drums). Ze brengen meestal muziek die het meest onder de noemer progressieve rock valt, maar mengen daar wel één en ander doorheen. Drie jaar na hun debuut is het tweede album From A Fading World een feit. Ze krijgen hier nog extra hulp op cello, viool, altsaxofoon, tenorsaxofoon, trompet, tuba en fluit. Het leeuwendeel bestaat hier weer uit progressieve rock, maar ook art rock, folk en jazz behoren tot de ingrediënten. Het is een uiterst dynamisch en energiek geheel geworden, waarbij ze instrumentale met gezongen en ingetogen met uitbundige stukken afwisselen en tevens veel variëren met de diverse instrumenten. Door dat alles zit wel een melancholische draad verweven. Het resultaat is een puik album met een prachtig vintage sound, maar met een frisse aanpak.
SECT7 – Obsessiveness (cd, Zoharum)
SECT7 is een audiovisuele artiest uit Polen, waarvan alleen de voornaam Kat wordt prijsgegeven. Ze is inmiddels al een paar jaar bezig met het maken van muziek, maar debuteert nu met het album Obsessiveness. Hierop laat ze in een donkere maar ook filmische sfeer industrial horen, die qua luide ritmes door EBM en ook stevige techno lijkt te worden aangedreven. De 7 nummers hier zijn weliswaar geheel instrumentaal, maar worden wel gevuld met allemaal stemamples. Dat geeft de ietwat motorische muziek soms een meer menselijk gedaante, maar anderzijds zorgt het ook voor angstaanjagende effecten. Overigens meen ik ook wel wat andere samples van artiesten te horen in haar sound, die naadloos aansluiten op hetgeen ze hier produceert. Daarbij komen namen boven als Test Dept., Front 242, Front Line Assembly, Nitzer Ebb, A Split Second, Anne Clark en ook Ministry in hun vroege periode. Het is dreigend, tot de verbeelding sprekend en gewoonweg steengoed.
Emil Viklický – Za Horama, Za Lesama… (cd, Supraphon)
Emil Viklický is een Tsjechische componist en pianist, die in de Moravische hoofdstad Olomouc is geboren, dus dan weet je vrij zeker dat er altijd een flinke scheut folklore doorheen zit. Toch is het hoofdgenre waarmee hij zich bezig houdt doorgaans jazz. In 1991 werd zijn album Za Horama, Za Lesama… uitgebracht, hetgeen “voorbij de bergen, voorbij het bos” betekent. Het merendeel werd uitgevoerd door het Emil Viklický Trio, dat naast Emil (piano, arrangementen) nog bestaat uit een contrabassist en drummer. Te gast zijn verder nog, daar komt de aap uit de mouw, Iva Bittová (viool, zang), Jiří Pavlica (viool, altviool, Joodse harp, arrangementen) plus nog een paar voor mij onbekende muzikanten op zang, viool, sopraansaxofoon, cimbalen, Joodse harp en contrabas. Het album koerst dikwijls naar de tot de verbeelding sprekende jazz, maar op andere momenten wordt dat gelardeerd met Moravische folkelementen. Dat zijn ook de momenten waarop het geheel op z’n spannendst en meest onderscheidend is. Maar ook de rest mag er meer dan wezen. Onlangs is Viklický 75 jaar geworden en ziet dit spraak- en smaakmakende album opnieuw het licht.