De laatste voor onze winterstop. Tijd om onze toetsenborden te poetsen, muzikaal blessurevrij te raken en gewoon tot rust te komen. We wensen jullie allemaal een goede Kerst en een gelukkig 2011. Nu nog even smullen van onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Tamikrest, 36, Vieo Abiungo, V/A – Lost Tribe Sound: One, Part Timer, Machinefabriek / Kleefstra-Bakker-Kleefstra / Liondialer, Danny Saul, Wil Bolton, Rose & Sandy, Sohrab, Taeko Ohnuki & Ryuichi Sakamoto, Dãm-Funk, Urfaust, Laxmikant Pyarelal, V/A – Lockrop & Vallåtar: Ancient Swedish Pastoral Music, Soft Circle, Heavy Winged en Hype Williams.
Tamikrest – Adagh (cd, Glitterhouse)
De Toearegs zijn een Berbervolk, die zich meestal met hun veeteelt ergens ophouden in de Sahara en Sahel. Ze zijn met de komst van de groep Tinariwen ook een stuk bekender geworden. Deze brengt protestmuziek in een woestijnblues verpakking aan de man. Hoewel ik bij Tinariwen op de één of andere manier nooit door een hele plaat heen kom, weten de Toearegs van Tamikrest me meteen te grijpen. De band uit het Noorden van Mali heeft een heerlijk psychedelische bluessound. De droefgeestige muziek kan zo op één van de Desert Blues compilaties staan. Het klinkt als een mengelmoes van Ali Farka Toure, Youssou N’Dour en Tinariwen. Bijzondere wereldse pracht.
Luister Online bij Myspace:
Tamiditin / Outamachek / Aratane N’Adagh
36 – Hollow (cd, 3six Recordings)
Three-six, want zo spreek je het uit, is het alias van de Brit Dennis Huddleston en een dijk van een tip van Gerard. Hij maakt op duistere, spannende en vooral intrigerende wijze ambient. Elektronische klanken, stemfragmenten, symfonische elementen en drones vormen een geheel dat niet alleen voor een diepgaand interessant geluid zorgt, het is ook nog een ontzettend mooi. Momenteel werkt hij aan een drieluik. De eerste Hypersona (zie link onderaan) bevat naast de geschetste muziek ook dikwijls etherische vrouwenstemmen (of samples daarvan dan). Deel 2 Hollow ontbeert die zang, waardoor het nog een tandje duisterder wordt. Ook dat pakt op prachtige wijze uit, want hij neemt je nu mee op een dromerige trip die je alsmaar verder de diepte in lijkt te sleuren. Op imponerende wijze kom je in een draaikolk van Celer, Richard Skelton, Rafael Anton Irisarri en Olan Mill terecht. De muziek is overigens zachtaardig van karakter, het is geen apocalyptische aangelegenheid. De duisternis op prachtige wijze belicht.
Luister Online:
Hollow (album)
Hypersona (album)
Lost Tribe Sound label: 3x cd!
Stuit ik me daar toch pardoes op een prachtig nieuw label, waarbij de eerste drie releases compleet een schot in de roos zijn.
Vieo Abiungo – Blood Memory
Dit is de nom de plume van de Amerikaanse artiest William Ryan Fritch. Hij is een autodidact multi-instrumentalist en heeft eerder gewerkt met Sole & The Skyrider Band. Daarnaast maakt hij onder zijn eigen naam ook al diverse soundtracks. Toch is Blood Memory zijn eigenlijke debuut. En hij zorgt voor één van de grootste verrassing dit jaar met zijn overdonderende muziek. Met meer dan 30 instrumenten, van cello, viool, contrabas, erhu dulcimer, citer en gitaar tot tapes, fluit, sax, sitar, zang (samples), orgels, drums, harp en piano. Het is een aaneengeregen keten van Westerse en Oosterse geluiden, die door de vele instrumenten en zijn drang naar het zoeken naar het onbekende zeer verrassende, wereldse muziek oplevert. De nieuwsgierigheid, de spontaniteit en de frisse kijk spatten er vanaf. Daarnaast heeft het ondanks de vele klassieke elementen ook wel iets elektronisch. Ik heb zelden dat ik een cd zo snel zou bombarderen tot kanshebber voor de jaarlijst, maar houdt er maar rekening mee. Denk aan The Third Eye Foundation, Bleeding Heart Narrative, Clogs, Brave Timbers, Orang en Encre. Zoiets. En dan ondanks het melancholische aspect toch lekker ritmisch en met een redelijk tempo. Wonderlijk wonderschoon.
Various Artists Lost Tribe Sound: One
Een hoop onbekende artiesten naast een aantal (meer) bekende. De koers van het LTS label lijkt duidelijk: originele, melancholische muziek met een neoklassiek dan wel folktintje. De bekendere namen zijn Part Timer, Benoit Pioulard, The Remote Viewer, Brael, Aaron Martin en Helios. Maar de onbekende artiesten passen hier zo tussen. Vrijwel alle 20 bijdragen zijn exclusief. Het voert te ver om alles op te sommen, want op de site van het label staat meer dan genoeg. Het belangrijkste is dat je dit label scherp in de gaten moet (ja moet) houden, want hier valt voor de melancholici onder ons zeer veel te halen.
Part Timer – Real To Reel
De inmiddels in Australië woonachtige Brit John McCaffrey maakt eerst deel uit van het elektronica duo Clickits. Daarna weet hij zich solo als Part Timer ook wel raad met een sfeervolle, veelal melancholische mix van folktronica, postrock, ambient en glitch. Maar zoals op zijn nieuwe album heeft hij het nog nooit gedaan. Met de schoonheid van pas gevallen sneeuw schets hij prachtig breekbare winterlandschappen. Zachte gitaarklanken, knetterende elektronica, klokkenspel en orgel(drones) vullen elkaar mooi aan. Buitengewoon fraai is de toevoeging van de zang van Danielle McCaffrey, Heidi Elva en Nicola Hodgkinson en het droefgeestige cellospel van Aaron Martin. Samen stijgen ze tot grote ontroerende en heerlijk melancholische hoogtes. Ergens tussen The Boats, con_cetta en Labradford in. Geweldig!
Luister Online naar Vieo Abiungo:
Gaunt Wolves / Nervous Laughter / Cote D’Ivoire Luister Online naar Part Timer:
The Runner / It’s A Storm
Luister Online naar alle 3 de cd’s:
Albumsnippers van de 3 cd’s
Machinefabriek / Kleefstra-Bakker-Kleefstra / Liondialer – That It Stays Winter Forever (cd, White Box Recordings, 2010)
Maar liefst zes optredens in Tokio, in acht dagen tijd. Om dat nog eens kracht bij te zetten is deze gelimiteerde compilatie in het leven geroepen. That It Stays Winter Forever is niet helemaal exclusief verkrijgbaar geweest tijdens die Japanse tour, gelukkig. Want het is niet zomaar een sampler van de deelnemende artiesten met reeds bekende nummers. Machinefabriek laat met Instuif een repeterende, zoemende klanken horen, het warme geluid enkel gestoord door subtiele kraakjes die het patroon doorbreken. Twintig minuten lijkt misschien lang, maar zoals altijd weet Rutger Zuyderveldt moeiteloos te boeien. Instuif komt overigens van een audiovisuele collaboratie met Sabine Bürger, eerder uitgebracht op dvd. Het trio gevormd door de gebroeders Kleefstra en gitarist Anne Bakker opereert ook wel onder de verzamelnaam Wink. Dankzij de voordracht van gedichten in het Fries doet Wink hier en daar denken aan Piiptsjilling. Niet gek natuurlijk, aangezien het nagenoeg dezelfde muzikanten betreft. Het nummer Dat It Altyd Winter Bliuwt is echter wat meer steriel en elektronisch van aard dan dat we bij Piiptsjilling horen. Een dikke laag ambient vormt de basis waarna gitaareffecten en de fascinerende gedichten van Jan Kleefstra zorgvuldig weten te prikkelen. Liondialer is de samenwerking tussen Greg Haines (cello) en Danny Saul (gitaar), met daar tussenin een hoop elektronische effecten. Mitt Andra Hem begint erg akoestisch, maar ontpopt zich tot een prachtig intens stuk met een hoop reverb en afstandelijke elektronica – op de scheidslijn van ambient en noise. Een meer dan uitstekende release, uitgebracht op het label van Danny Saul zelf.
Danny Saul – Kinison – Goldthwait (cd, Hibernate, 2010)
Bijna tegelijk met bovenstaande compilatie ziet van diezelfde Danny Saul het tweede soloalbum het daglicht. De uit Manchester afkomstige muzikant heeft een nogal vreemd concept gekozen: de ruzie tussen de Amerikaanse stand-up komedianten Sam Kinison en Bobcat Goldthwait, dat uiteindelijk escaleerde in een radioshow van Howard Stern. Wellicht probeerde hij dit muzikaal te vertalen door middel van een strijd tussen akoestisch en elektronisch, maar al snel wordt duidelijk dat laatstgenoemde aan het langste eind zal trekken. Er zijn wel wat gitaren, piano en orgel te herkennen in de zee van ambientale drones, maar er echt bovenuit steken doen ze niet. Het centrum van het album wordt gevormd door intense synthesizers en vervormde gitaren (met als climax On Howard Stern). In die zin is dit album anders dan het toch redelijk op akoestische instrumentatie steunende debuutalbum Harsh, Final. Ook zijn er ditmaal geen vocalen terug te vinden. Erg is dat niet. Kinison – Goldthwait is een prachtige tweede plaat geworden.
Wil Bolton – Time Lapse (cd, Hibernate, 2010)
Van Danny Saul is het weer een korte weg naar Time Lapse van Wil Bolton, aangezien dit op hetzelfde Hibernate label wordt uitgebracht. Onder de naam Cheju bracht deze muzikant uit Liverpool al eerder melodieuze elektronica en idm uit, maar dit is het debuut onder zijn eigen naam. Qua muziek is hij niet van zijn al bestaande pad afgeweken. De muziek doet vooral denken aan Boards Of Canada zonder beats, met veel analoog aandoende synths. We horen regelmatig kwetterende vogels terug op de plaat, een dier dat we ook op de hoes tegenkomen. Dat betekent overigens niet dat deze plaat volstaat met allerlei field recordings: Time Lapse heeft het verder niet zo op met de natuur. De klanken zijn namelijk erg elektronisch en laten verder weinig ruimte voor organische elementen of improvisatie. Dat neemt niet weg dat dit album een zeer ontspannen ervaring is om te luisteren.
Rose & Sandy – Cat’s Cradle (cd, Moving Furniture, 2010)
Hoewel de naam anders doet vermoeden, bestaat het duo Rose & Sandy uit de mannelijke muzikanten Dave Donnelly en Ruaridh Law uit Schotland. Op het debuutalbum Cat’s Cradle staat de zither centraal. Het is een uitgelezen instrument om mee te experimenteren; door te variëren met resonantie en vibratie ontstaan langgerekte – al dan niet bewerkte – klanken die lang niet altijd terug te leiden zijn naar het akoestische ervan. De eerste indruk is dan ook dat er naar hartenlust wordt geïmproviseerd, zonder dat nuance en schoonheid uit het oog wordt verloren. Het boeiende proces van de ontstane geluiden wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Voor je het weet vormt het beroeren van de snaren van de zither een prachtig echoënd ambient spektakel waar je uren naar kunt luisteren. Machtig mooi!
Sohrab – A Hidden Place (lp, Touch, 2010)
Nog meer ambient. In de tijd van het jaar wanneer je in het donker van huis gaat en in de duisternis terugkeert, bevalt mij dit soort muziek uitstekend. Sohrab is een Iraniër die op dit moment volledig niet geheel in vrijheid leeft. Misschien een beetje een cliché, maar het lijkt z’n weerspiegeling te hebben op zijn muziek. Zijn debuutalbum creëert met minimale elektronica en drones een bepaalde afstand tot de luisteraar. De klanken zijn lichtelijk verstoord, of duiken in een richting die je niet direct zou verwachten. We horen samples van een kraaiende haan en bevreemdende Russische teksten, en geschreeuw dat uit een achtergestelde buitenwijk van zijn woonplaats Teheran lijkt te komen. Sohrab haalt zijn kracht vooral uit minimalisme en het scheppen van nieuwsgierigheid bij de luisteraar. Daarin slaagt de 26-jarige met vlag en wimpel. A Hidden Place past daarom uitstekend tussen de andere kwaliteitsreleases op het Touch label.
Taeko Ohnuki & Ryuichi Sakamoto – UTAU (2cd, Commmons, 2010)
Zowel Taeko Ohnuki als Ryuichi Sakamoto draaien al een aantal decennia mee in de Japanse (klassieke) muziek. De één met gezang, de ander op piano. Het moet dan ook raar lopen dat daar geen samenwerking uit voortkomt. Het project UTAU is het resultaat van een tournee die blijkbaar dermate goed beviel dat er opnames uit voortvloeiden. Rouwig kan ik daar niet om zijn, hoewel de muziek die stemming juist wel probeert op te roepen. Dit is erg verfijnde klassieke muziek, delicaat, breekbaar en tijdloos. Sakamoto weet als geen ander met schijnbaar minimale toetsenberoering een melan
cholische sfeer neer te zetten. Ohnuki’s rustieke zang klinkt op deze release zeker niet ongeïnspireerd doch wel wat kortaf. Dat is misschien de reden dat ik de tweede cd – de instrumentale versies – liever opzet. Alleen wanneer ik in de stemming ben overigens, want UTAU is misschien wel iets te tijdloos (lees: oubollig) naar mijn smaak. In ben vooral liefhebber dankzij Sakamoto’s meer modernere samenwerkingen met Alva Noto, Fennesz en David Sylvian, en daarmee is dit niet te vergelijken. Desondanks toont deze release wederom het ongeëvenaarde talent van beide muzikanten.
Dãm-Funk Adolescent Funk
Geen echt nieuw album, maar slaapkamervlijt gemaakt tussen 1988-1992, van cassettes en inclusief bandruis en dropouts. Die geluidskwaliteit in combinatie met de wat schetserige synthfunktracks doen op z'n beste momenten wat denken aan gelekte Princenummers die destijds ook circuleerden (de Black Album en Crystal Ball bootlegs met name), al zal het ook komen doordat er geen tapetrade circuit als in metal was en ik niet veel demo's gehoord heb in het genre. Geinig plaatje.
Urfaust Der freiwillige Bettler
Het heeft even geduurd, maar na wat (meestal) experimentelere EP's en splits is hier dan eindelijk de opvolger op het fenomenale Verräterischer, Nichtswürdiger Geist en het geduld wordt beloond, want Der freiwillige Bettler is een ware knaller. De uitgebreide collages van orkestsamples zijn verdwenen en het spel is wel eens slordiger geweest, maar de sound is zo uniek dat het niet ten koste gaat van het karakter. De riffs doen als vanouds middeleeuws aan, wat wordt versterkt door orgels en een galmende kerkersound. En waanzinnige vocalen natuurlijk waar een veelvoud van het toegestane promilage in doorklinkt. Hail intoxication!
Laxmikant Pyarelal Soul of Bobby
Het is volbracht, alle ca. 200 LP's zijn geript en geüpload naar Music From The Third Floor. De afsluiter is een heilige graal in Bollywoodkringen. Twee lange suites van vooral instrumentale muziek, waar de cratediggers meestal minder lijken te hebben met de blije en/of zoetsappige liedjes. De vervormde strijkers en koperblazers zijn er, maar ook veel santur en accordeon. Verder veel orgeltjes, beatmuziek, jazz, nog wat psychedelica en een ware, bombastische en westers aandoende orkestfinale alvorens met een vrolijk countrydeuntje de aftiteling in te gaan.
Various artists – Lockrop & Vallåtar: Ancient Swedish Pastoral Music (1995) Al in vroegere tijden werd in Zweden door vrouwen het herders werk gedaan terwijl de man andere zaken aan het uitvreten was. Omdat vaak in de vallei de bodem allemaal niet zo heel vruchtbaar was gingen de vrouwen met kudde en al in de zomer de bossen in waar hutjes te vinden waren voor langere verblijf. Om de beesten bij elkaar te houden en nog eens het thuisfront te benaderen hebben de vrouwen een zeer bijzondere zangstijl ontwikkeld genaamd Kulning waarin gebruikt wordt gemaakt van zeer hoge stemgeluiden. Een groot deel van deze compilatie is gewijd aan deze speciale vorm van zang. We horen hier vooral oude opnames, die in het veld zijn opgenomen tussen 1949en 1964, terug, al is er ook een deel later opgenomen op het festival Falun Folk Music Festival in Stångtjärn, 1995. Veel van de nummers hebben een charmante uitstraling door dat je op de achtergrond het geluid van koeien en andere dieren hoort, of de vrij vaak niet geheel zuivere zang van de vrouwen. Hierdoor voelt de muziek heel eerlijk aan. Muzikaal lijkt het haast niet mogelijk om dichter bij de natuur te komen dan wat we hier te horen krijgen. De vrouwen waren niet alleen goed in liedjes zingen, maar ook bepaalde fluiten en (koe)horens zijn een terugkerend fenomeen in de traditionele plattelandsmuziek. Hier worden ze echter door mannen bespeeld. Ook hier gaat het allemaal niet zoveel om mooi helder te kunnen spelen, maar meer om het gevoel dat er in wordt gestoken. In de muziek hoor je duidelijk terug dat het toch wel een grote inspiratiebron moet zijn geweest voor veel Scandinavische jazz musici. Zo lijkt het werk van Frode Haltli en Arve Henriksen direct op deze traditionele muziek vorm terug te grijpen. In eerste instantie klinkt het misschien wat suf in de oren klinken, traditionele volksmuziek uit Europa, maar niets is minder waar. Lockrop & Vallåtar is een album dat echt iets te bieden heeft voor de muziekliefhebber die denkt dat hij/zij ondertussen alles wel gehoord heeft. Een uitermate bijzondere compilatie. Caprice Records
Soft Circle – Shore Obsessed (Post Present Medium)
De man achter Soft Circle, Hisham Bharoocha, kennen we van Lightning Bolt toen het nog een drietal was, en natuurlijk van de klassieke Black Dice lineup circa Beaches & Canyons. Naast zijn muziek is Bharoocha ook actief in de kunstwereld. Hij was in 2007 met kleurrijke installation art in De Vleeshal in Middelburg te bewonderen, alwaar hij ook een optreden gaf. Met zijn solo project Soft Circle wou hij zich richten op percussie, ritme en de innovatieve kant van techno. Dit leverde in 2007 het nog altijd miskende album Full Bloom op, waar hij zijn ambities voor een groot deel verwezenlijkte. Vorig jaar zou hij, als ook maar iemand het had geluisterd, vriend en vijand hebben verrast met het nummer Light Bright van de split met High Places. Het merendeel van de wereldbevolking krijgt nu een herkansing, want het nummer staat ook op dit nieuwe album. In de eerste instantie kende het 7+ minuten durende Light Bright een glorieuze langzame opbouw van electronische beats naar live drum en psychedelische heerlijkheid. Op Shore Obsessed heeft Soft Cirle kennelijk haast, want de hele magic carpet ride wordt in 4 minuten gepropt, waardoor er helaas weinig meer van overblijft. De directere sound is tekenend voor het nieuwe Soft Circle, nu aangevuld door Ben Vida van Bird Show. Waar hij bij Black Dice en op zijn solodebuut gerust de tijd nam om een nummer de laten groeien, moet alles nu snel de deur uit. Vooral in het begint werkt deze nieuwe aanpak wel degelijk. Catchy nummers van elektronische pop volgen elkaar in rap tempo op. De diepgang die hij hiermee bewust voor opgeeft breekt hem echter snel op, en nog voordat het album op de helft is vervalt het tot minder memorabele genreoefeningen. Dit is evengoed geen slechte plaat, en Treading Water zou zomaar een indie hit kunnen worden. Vooral fans van Caribou of Toro Y Moi zullen hier plezier aan beleven. De muziek van Hisham Bharoocha was door zijn Oosterse achtergrond prettig, maar het voelde altijd onbereikbaar. Nu is het bereikbaar, en niet helemaal onprettig, maar helaas ook weinig ambitieus. Het is zonde, omdat we weten waartoe hij in staat is.
Heavy Winged – Sunspotted (Type records)
Heavy Winged maakt lo-fi instrumentale drone rock. De mannen uit Brooklyn improviseren er vrolijk op los, vinden vaak een riff en herhalen die zo lang tot het één grote geluidsmuur wordt. Door de constant super heavy sound en feedback is deze band als een schrijver die alleen capslock en uitroeptekens gebruikt. Goed, we gaan natuurlijk geen band afschieten alleen omdat ze luid willen zijn. Toch, als je als band album na album met precies dezelfde stroperige brij uitbrengt, tot zelfs de lovende press releases niet verder komen dan een ‘daar zijn ze weer!’, mogen de eerste vraagtekens toch wel ten tonele verschijnen. De insteek van Sunspotted is dat ze hun lo-fi geluid min of meer achterlaten, zodat je beter kan horen wat er allemaal in die kakofonie omgaat. Niet helemaal zeker wat ze verwacht hadden van deze zogenaamd cleanere sound. Heavy Winged moet en zal koste wat kost altijd de hele LP kant in één adem volspelen. Het is een dwangneurose die niet altijd tot de beste resultaten leidt. Luisteren is daardoor vaak een hele onderneming, want tenzij ze op die kantlange nummers een irresistible groove hebben gevonden is het een lange zit met louter taaie kost. Zo ook hier, want na een vlot begint kakt de handel nogal in. Sinister, duister, lawineveroorzakend, allemaal leuk en aardig, maar het kan op de een of andere manier niet boeien. Van een productieve band, drie albums per jaar plus cd-r materiaal, mogen we niet verwachten dat het altijd feest is. Soms gaat het wel goed, want Taking The Veil uit 2007, met toch twee nummers van een half uur, is en blijft een monster van een album. Taking The Veil is het moment waarop het hele concept van Heavy Winged klopt. He roept overvliegende bommenwerpers op met het venijn van Penderecki’s Threnody for the Victims of Hiroshima, en de verwoestende kracht van een Keiji Haino of Li Jianhong. Wie deze band wil leren kennen kan beter daar beginnen en Sunspotted laten voor wat het is, een vrijzinnig creatieve bezigheid, ofwel fröbelen tot de stukken er van af vliegen.
Hype Williams – Find Out What Happens When People Stop Being Polite, And Start Gettin' Reel (De Stijl)
Niet te verwarren met de hip hop regisseur van dezelfde naam! Het duo (?), mogelijk uit Londen of Berlijn laat zich niet gemakkelijk duiden. Wie zijn deze mensen? Is de fascinatie met hip hop ironisch of oprecht? Maakt het uit? Find Out… begint hilarisch genoeg met een paar seconden extreem geautotuned babygejank. Voor de rest van het nummer informeert een vervormde, langzame stem ons Pokemon… gotta catch ‘em all. Nu al een nostalgie naar het begin van dit millennium? Op het tweede nummer vertraagt de boel nog meer, terwijl een vermoedelijke rapper het welbekende ‘fuck the haterzzz’ riedeltje uitkraamt. We hebben hier te maken met een band die meer dan een paar cassettes van wijlen DJ Screw heeft liggen. Die ontwikkelde de Chopped and Screwed mixtechniek waar traditionele hip hop platen door de mangel werden gehaald, en zo erg vertraagd dat het een vervreemdende puree van drijfzand werd. Dit jaar nog nam Expressway Yo-Yo Dieting met hun Bubblethug LP die innovatieve methode al tot een bitter eind. Hype Williams is door hun eigen insteek geen directe concurrent. Ze gaan voor een complete stoned waas van wat ooit een mixtape van feestmuziek was. De nummers zijn veelal fragmentarisch, en verdampen vroegtijdig als de uitgeblazen rook die de albumhoes siert, waardoor het album in totaal net meer dan 20 minuten duurt. Getergde hip hop, no-budget r&b en synthpop passen hier behoorlijk goed samen, maar dat heeft misschien ook te maken met de unieke dub die als een dikke mist over het hele project hangt. Hype Williams maakt veelvuldig gebruik van samples, en vult de rest aan met synthesizer sounds, maar geen cent teveel hoor! Met de populariteit van dubstep, chillwave en witch house is er zeker een publiek voor Hype Willliams, en hun constante stroom van limited releases is vaak binnen de kortste keren uitverkocht. Spannende band waar geen zinnig woord uit te slepen is. Haterz 2 tha bacc!