Inmiddels gaat het er al verhit aan toe op de klimaattop. Ook top en zeker hot is de muziek in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Bersarin Quartett, Ensemble Economique, Richard Hawley, Hearts Hearts, How To Throw A Christmas Party, Jóhann Jóhannsson with Hildur Guðnadóttir & Robert Aiki Aubrey Lowe, Levitation, My Autumn Empire, NNENN, Oneohtrix Point Never, Saffronkeira, Subheim, Shye Ben Tzur, Jonny Greenwood and The Rajasthan Express en We Are The City. En gingen naar: Joey Bada$$ & Pro Era en Burhan Öçal & Trakya All Stars.
Jan Willem
Bersarin Quartett – III (cd, Denovali)
De Duitse muzikant Thomas Bücker (ook in Jean-Michel) is met zijn project Bersarin Quartett bepaald niet scheutig als het gaat om releases, maar als hij iets uitbrengt is het meteen een voltreffer. In 2008 debuteert hij met het overdonderende gelijknamige album op het inmiddels ter ziele gegane Lidar label. Hij past hiermee tussen vele hedendaagse neoklassieke artiesten, al komt alles elektronisch tot stand. Maar dat doet hij op zodanig bij de strot grijpende en narcotiserende wijze dat dit echt geen belemmering vormt. Op zijn tweede cd uit 2012, simpelweg II geheten gaat hij daar gewoon mee verder, zij het dat zijn tot de verbeelding sprekende en aan de grond nagelende muziek iets meer bombastisch uit de hoek komt. Nu is hij drie jaar later terug met III. De titel mag dan wederom eenvoudig zijn, de muziek is een complex doch goed doorwaadbaar geheel geworden. Er zijn naast de neoklassieke ambient en samples ook meer akoestische instrumenten (strijkers, drums, saxofoon) te horen en in één track ook de zang van Clara Hill. Tevens heeft hij softnoise-, shoegaze- en jazz-elementen toegevoegd, die meer dan ooit zorgen dat de melancholie en het verdriet, die beide altijd al aanwezig zijn, op verpletterende wijze je weten te overmeesteren. Denk aan een gedroomde combinatie van Marsen Jules, Bohren Und Der Club Of Gore, Deaf Center, Murcof, Rafael Anton Irisarri, Cinematic Orchestra, Slowdive en David Darling. Het is haast schandalig hoe schoon dit alles is.
Ensemble Economique – Blossoms In Red (cd, Denovali)
Brian Pyle is een veelzijdige muzikant die je terugvindt in bands als RV Paintings, Starving Weirdos en tevens Ensemble Economique. Met die laatste groep debuteert hij in 2008 op Digitalis, waarna hij in hoog tempo vele releases het licht laat zien. Het geluid gaat is in eerste instantie een mix van abstracte elektronica, drones en en allerhande experimenten. Op de releases erna koerst hij meer richting de ambient, maar komen ook synthpop, progrock, shoegaze, wave en experimentele muziek voorbij. Blossoms In Red is, als ik goed geteld heb, zijn elfde album. Hierop werkt hij samen met Soft Metals, Peter Broderick en ene J Moon. Hij levert hier muziek af die het midden houdt tussen ambient, drones, shoegaze en post-wave. Slechts 5 tracks presenteert hij hier, maar die duren wel ruim 36 minuten lang. Allen spreken tot de verbeelding en zijn van een ongekende nachtelijke pracht en subtiliteit. Daarmee komt hij op eigengereide wijze fans van Boduf Songs, The Sight Below, Talk Talk, Low, Nine Inch Nails, Dean Blunt en veel van zijn labelgenoten tegemoet. Zijn beste worp tot nu toe.
Richard Hawley – Hollow Meadows (cd, Parlophone)
Op de één of andere manier kom ik er altijd laat achter als er een nieuwe van Richard Hawley uit is, maar middels de nu al rondzwervende jaarlijstjes ontdek je nog eens wat. Deze (onder meer) ex-Pulp gitarist heeft vanaf 2001 al menig soloalbum het licht laten zien. De muziek lijkt per keer ook meer melancholisch te worden, maar daar heb ik natuurlijk geen bewaar tegen. Zijn nieuwste cd heet Hollow Meadows, waarop hij ingetogener dan ooit klinkt, ook al zorgt een batterij aan gasten voor orkestraties, koorzang en de gebruikelijke instrumentaties. Hij zet een nachtelijke atmosfeer neer en brengt een mix van crooner, Americana, alt-country, bluesrock en jazzy singer-songwritermuziek. Het is van een ongepolijste schoonheid, waarmee hij zich in de vaarwateren van Adrian Crowley, Smog, Lambchop. Mark Lanegan en John Cale begeeft. Hawley komt gewoon opnieuw met een aangrijpende beauty aanzetten.
Hearts Hearts – Young (cd, Tomlab / Konkurrent)
In 2010 richten de Oostenrijkers David Österle (zang) en Daniel Hämmerle (gitaar) en starten op ongebruikelijke wijze in een klooster in Wenen. Dat is wel in orde natuurlijk. Inmiddels bestaat de groep naast deze twee heren ook uit Johannes Mandorfer (drums) en Peter Paul Aufreiter (elektronica) en brengen ze hun debuut Young uit. Ze brengen een fraaie potpourri van indie elektonica, pop, dubstep en wave, die net zo ontwapenend fris en speels als licht droefgeestig en pakkend uit de hoek kan komen. Ze krijgen met enige regelmaat nog rugdekking van celliste Christina Ruf. De muziek herbergt fragmenten van bands als Radiohead, Sigur Rós, DNTEL, The Notwist, New Fast Automatic Daffodils, Flying Lotus en Final Fantasy maar de soms der delen maakt hen volslagen uniek. Een stel jonge, nieuwsgierige honden waar we denk ik nog veel van gaan horen.
How To Throw A Christmas Party – V: Beaches Of Bethlehem (mcd, How To Throw A Christmas Party)
In 2010 start het bonte gezelschap How To Throw A Christmas Party (officieel nog Brown Feather Sparrow geheten dan) met hun jaarlijks terugkerende kerstplaten serie, hetgeen een feestje is om naar uit te kijken. Sindsdien is er elk jaar, met uitzondering van 2013, een nieuw werk verschenen. Het zijn stuk voor stuk kleurrijke indiesongs, met een Christelijk dan wel Kersttintje. Nu is er de vijfde cd V: Beaches Of Bethlehem, waarop ze 6 nieuwe songs presenteren op hun bekende maar eigenzinnige wijze. Opgewekte en melancholische liedjes wisselen elkaar mooi af. Heel intiem is de song “Zwart/Wit”, met een eenvoudige maar treffende tekst, gezongen door Elly Zuiderveld (Elly en Rikkert) en Pim van der Werken (noem maar op). Je kunt op hun bandcamp site niet alleen alles beluisteren, ook kan je daar de waslijst aan artiesten zien die hier meedoen. De muziek is weer heerlijk en de opbrengsten gaan naar hulp aan vluchtelingen op Lesbos. De Kerstgedachte is dus in alle facetten aanwezig hier.
Jóhann Jóhannsson with Hildur Guðnadóttir & Robert Aiki Aubrey Lowe – End Of Summer (cd+dvd, Sonic Pieces)
Alleen op papier is dit al een gedroomde combinatie. De IJslandse componist Jóhann Jóhannsson (elektronica) is bekend om zijn prachtig neoklassieke werken en soundtracks. Zijn landgenote, celliste en zangeres Hildur Guðnadóttir (aka Lost In Hildurness) heeft ook al menig modern experimenteel klassiek werk het licht laten zien. Robert Aiki Aubrey Lowe (zang, synthesizer) is ook geen onbekende en heeft op zijn beurt weer naam gemaakt met Lichens, 90 Day Men, OM en nog wat bands. De muziek die ze samen creëren op End Of Summer, uitgebracht op het immer geweldige Sonic Pieces, is in feite een soundtrack voor de reis die Jóhannsson heeft gemaakt naar Antarctica, waarvan je op de dvd ook de beelden kunt zien. De vier gelijknamige stukken van bij elkaar ruim 25 minuten, brengen dan ook een heerlijk ijzige, verstilde en desolate sound, die wel tot verbeelding weet te spreken. Het is een mengelmoes van neoklassiek, filmmuziek en experimentele muziek, die in tegenstelling tot de wateren rond de Zuidpool wel doorwaadbaar blijven. De zang zorgt al helemaal voor een betoverende ervaring. Het is een intens emotioneel juweel geworden.
Levitation – Meanwhile Gardens (cd, Flashback)
Levitation is in de jaren 90 een zeer leuke psychedelisch rock/shoegaze band, die bestaat uit zanger/gitarist Terry Bickers (The House Of Love), drummer David Francolini (Dark Star, Dragons), gitarist Christian Hayes (Dark Star, Mikrokosmos), bassist Laurence O’Keefe (Dark Star, Sophia, The Hope Blister) en toetsenist Robert White. De groep maakt naast veel singles, waar een deel van op Coterie (1991), de twee prachtalbums Need For Not (1992) en Meanwhile Gardens (1994). Op die laatste staat ook hun wellicht grootste hit “Even When Your Eyes Are Open”. Van dat laatste album gingen ook altijd al de geruchten dat het niet in deze versie uit had moeten komen. Welnu, 21 jaar later, gebeurt dat alsnog. Er staan maar 4 nummers op die eerder al zijn verschenen, de overige 7 zijn nieuw en hadden er altijd al op moeten staan. Waarom dat weet ik niet. Wel dat het een geweldig album is geworden met een heldere sound, Tim Smith (Cardiacs) in betere jaren achter de knoppen en een groot deel van Miranda Sex Garden op de strijkers. Hun klassieker maar dan in een compleet nieuw schitterend jasje.
My Autumn Empire – Dreams Of Death And Other Favourites (cd, Wayside And Woodland)
Benjamin Thomas Holton, kortweg Ben Holton, is naast lid van de innemende band Epic 45 ook solo actief als My Autumn Empire. Daarmee debuteert hij in 2010 met The Village Compass. De muziek hierop is nauw verwant met Epic 45, maar zijn persoonlijker. Wel brengt hij diezelfde pastorale, intieme en folkachtige liedjespracht. Op II (2012) klinkt hij extroverter en krijg je heerlijk melancholische en folk georiënteerde indie geserveerd. Vorig jaar verschijnt The Visitation, waarop hij die lijn doortrekt. Een derde sterk album op een rij is een feit. Kan hij dat ook een vierde keer? Jazeker, want ook Dreams Of Death And Other Favourites bevat die fijn droefgeestige sfeer en die met folk gelardeerde indie, al dan niet aangevuld met sfeervolle elektronica en samples. Het klinkt allemaal net wat dromeriger en intenser dan voorheen. Ook de zacht emotioneel geladen zang en aangrijpende teksten zorgen dat de muziek je dieper weet te raken. My Autumn Empire houdt zich ergens op tussen Gravenhurst, Hood, Piano Magic, Epic 45, Tunng, Pink Floyd en Musée Mécanique. Het enige dat spijtig is, is dat dit geweldige schijfje na een goede 32 minuten alweer afgelopen is. Wat een subliem kleinood!
NNENN – Snapshots Of Eternity (cd, ONusual / Coast To Coast)
NNENN (spreek uit als en, en, en, en) is een nieuw Nederlands duo bestaande uit producer Tonny Nobel en zangeres/pianiste Johanneke ter Stege. Hun debuut Snapshots Of Eternity is alleen al prachtig vorm gegeven. De cd zit in een bedrukte cardboard en alle songs hebben een eigen fotokaart (snapshot) gekregen met op de achterkant de tekst. Dat alles zit dan weer in een plastic zakje. De muziek, want daar schijnt het dan toch om te gaan, mag er ook wezen. Nobel zorgt voor een sober mysterieuze elektronische basis, die bestaat uit zwoele beats, lichte techno elementen en ingrediënten uit de jazz, trip hop, dark cabaret en zelfs wereldmuziek. Johanneke wordt daardoor gevoed en brengt met haar soulvolle zang poëtische en dromerige teksten ten gehore. Het gloedvolle geheel meandert op unieke wijze de nacht in. Ze hebben wel raakvlakken met Beth Gibbons, Lamb, FKA Twigs, Imogen Heap, Knarsetand, Gry, Oi Va Voi, Björk en Little Aïda, maar eigenlijk heeft vergelijken geen enkele zin bij deze eigengereide muziek waar de chemie tussen beide vanaf spat. De belofte nu al ruim voorbij.
Oneohtrix Point Never – Garden Of Delete (cd, Warp)
Daniel Lopatin (tevens in Games) gooit sinds 2007 hoge ogen met zijn spraakmakende Oneohtrix Point Never. Zijn synthesizergestuurde experimentele muziek vol dromerige elementen en drones maken het verschil in het hedendaagse muzieklandschap. Zijn eerste 3 albums zijn verzameld op de dubbel cd Rifts (2009). Daarna volgen Returnal (2010), Replica (2011) en R Plus Seven (2013), inderdaad allen met een R. Op die laatst genoemde brengt hij een hortende en stotende ambient, avant-garde, minimal music en retro-synthesizermuziek, waarop hij experimenteert met allemaal niet gangbare combinaties. Daar weet hij toch een coherent en biologerend geheel van te smeden. Twee jaar later is hij terug met Garden Of Delete, geen letter R dit keer. Hoewel, de muziek komt uit zijn digitale tuin, waarbij hij geluiden uit zijn “recycle bin” heeft gehaald. Hij brengt een zeer glitchy en speels geheel, dat alle kanten opstuitert. Soms heel sereen en op andere momenten wild en opzwepend waarbij er zelfs industriële en metalelementen opduiken. Maar wederom weet hij hier een luisterrijk geheel van te maken dat zijn typische stempel draagt, dat uiteen waaiert van Aphex Twin en Fennesz tot Tim Hecker en Liars. Hij blijft een enorme klasbak!
Saffronkeira – Synecdoche (cd, Denovali)
Sinds 2008 is Saffronkeira het project van de Italiaanse muzikant Eugenio Caria. Hij heeft inmiddels 3 albums uitgebracht die zich op bijzondere wijze door ambient, industrial, IDM, neoklassiek en drones heen boren. Telkens verschuift hij de accenten, waardoor zijn output blijft verrassen. Nu is zijn vierde werk Synecdoche verschenen, waarop hij met diverse gasten een stemmig geheel heeft gemaakt. Zo geven Siavash Amini & Idlefon, Subheim, Witxes, Sebastian Plano, Mia Zabelka en Field Rotation acte de présence. Uiteraard, gezien de titel, krijgt alle neuzen dezelfde kant op. Het is zijn meest verstilde werk, maar er gebeurt onder het oppervlak heel erg veel. De subtiel elektronische ambientlandschappen worden voorzien van noises, beats, samples, akoestische instrumenten, zang en allerlei kleine geluiden waardoor er een broeierig, biologerend geheel ontstaat. Minimale muziek met een maximaal resultaat, waar liefhebbers van de genoemde participanten en tevens Petrels, Fennesz, Murcof, Hecq, AUN, Max Richter en Kreng wel mee uit de voeten kunnen. Duister en droefgeestig goed dat helemaal past bij de herfstige nachten.
Subheim – Foray (cd, Denovali)
Buiten stormt en regent het en is het donker en guur. De perfecte setting voor de nieuwe cd Foray van Subheim. Het is alweer vijf jaar geleden dat de in Berlijn gevestigde Griekse muzikant Kostas Katsikas van zich liet horen met zijn duistere soloproject. Hij heeft al de twee albums Approach (2008) en No Land Called Home (2010) op zijn naam staan. Zijn muziek bestaat uit een intieme mix van ambient, neoklassiek en elektro-akoestische elementen en kenmerkt zich door de intense atmosfeer die tot de verbeelding weet te spreken. Op zijn nieuwe werk voert hij dat overtuigender uit dan ooit. Dark ambient, drones, stemsamples, zwoele beats, techno, IDM, postrock, tribal en akoestische elementen (geluiden van strijkers en percussie) maken de dienst uit. Ook zitten er dikwijls jazzachtige ingrediënten in zijn geluid, waarmee hij op introverte maar sfeervolle wijze de nacht ingaat. De etherische mannelijke zang doet dikwijls denken aan de joiku van Wimme, terwijl de vrouwelijke variant weer koerst naar de “heavenly voices” van weleer. Muzikaal gezien houdt hij eerder het midden tussen Svarte Greiner, Greg Haines, Nils Frahm, Bohren Und Der Club Of Gore, Kangding Ray, Olan Mill en Mark van Hoen. Het is een overrompelend en bovenal droefgeestig album geworden, dat je niet in de koude kleren gaat zitten. Een werkelijk subliem album.
Shye Ben Tzur, Jonny Greenwood and The Rajasthan Express – Junun (2cd, Nonesuch)
Paul Thomas Anderson is een voortreffelijke filmregisseur (Boogie Nights,Magnolia, Punch-Drunk Love, There Will be Blood). Hij is tevens bevriend met Radiohead’s gitarist en componist Jonny Greenwood. Die laatste heeft al meerdere sterke soundtracks, ook voor Anderson, en albums zijn naam staan, veelal in de neoklassieke hoek. Voor de film Junun van Anderson levert Greenwood met de Indiase Shye Ben Tzur en The Rajasthan Express de soundtrack. Het houdt het midden tussen Indiase zigeunermuziek, lekkere Bollywood meuk, brass en neoklasiek. Ondanks dat dit niets met traditionele klassiek van doen heeft, belandt dit wel op Nonesuch. Het materiaal is misschien ook wel een klassieker in z’n soort door de clash aan wereldse stijlen. Ze brengen muziek die wel verwant is aan Musafir, maar dan met een Westerse twist. Dat pakt geweldig uit. Het is een grenzeloos feest, waarbij het eens te meer duidelijk wordt dat de Radiohead-leden nu solo met veel interessanter materiaal op de proppen komen dan hun moederband de laatste paar jaren. Zonder het over die boeg te gooien, is dit gewoon een heel fijn wereldalbum.
We Are The City – Above Club (cd, Sinnbus)
In 2008 wordt het Canadese indierockgezelschap We Are The City opgericht, dat tegenwoordig bestaat uit Cayne McKenzie (zang, keyboards), David Menzel (gitaar), Andrew Huculiak (drums). Ze injecteren hun geluid met een flinke boost aan elektronica, waardoor ze een fris en opzwepend geluid laten horen. Hierbij komen ze op dikwijls verrassende en avontuurlijke wijze uit de hoek. Toch is er altijd plaats voor de meer bezinnende stukken muziek, zonder meteen te gaan navelstaren. Daar is het de groep niet naar. Op hun derde cd Above Club neemt het synthpop deel wat toe, maar de drang tot exploreren en experimenteren blijft overeind. Daardoor kan het gebeuren dat je van de dansvloer je ineens midden in een onontgonnen, ruw terrein bevindt. Dit zonder dat het een onsamenhangend geheel wordt. Nee, het knappe is dat ze het experiment naar de pop brengen en omgekeerd. Luister alleen maar eens naar het nummer “Sign My Name Like QUEEN”. Daardoor zijn de associaties ook breed. Dat loopt bij wijze van spreken uiteen van Owen Pallett, Arcade Fire, Pinback en Ben Christophers tot Deerhoof, Xiu Xiu en Animal Collective. Een intrigerend, eigenzinnig en progressieve pop/rock album is hier het meer dan overtuigende bewijs van.
Martijn
Joey Bada$$ & Pro Era @ Paradiso, Amsterdam
Joey brengt z’n matties mee op zijn ‚World Domination’-tour. NYCK Caution mis ik door een geschrapte trein en de lange rij buiten Paradiso. CJ Fly is de eerste die ik mag aanschouwen en die warmt het publiek al aardig op. Sowieso is iedereen al aardig hyper, ook bij de vette trap-nummers die tussendoor gedraaid worden. Kirk Knight dropte recentelijk een vet album en weet al een mosh pit te creëren. Toch is het pas als DJ Statik Selektah en Joey Bada$$ het podium betreden dat het dak er écht afgaat en ook zijn mosh pits zijn een tikkie groter. Hij krijgt ook de vetste lichtshow vanavond. Toch grappig dat een jongen met zo’n ouderwets geluid zo’n jong publiek trekt. En meisjes, zoals Kirk al opmerkte (‚I expected a sausage fest’). Maar supervet dus, om niet te zeggen smokin’! (Letterlijk, het rookverbod werd volkomen genegeerd).
Burhan Öçal & Trakya All Stars Rasa, Utrecht
Meer feestmuziek op zondagmiddag in Rasa. In de foyer klinken Ivo Papazov en Gabi Luncă en word gözleme gebakken. In de zaal gaan Öçal en zijn 13-koppige band luidruchtig los met Turkse zigeunerhits. Zonder de elektronica van Smadj die op de twee albums meespeelt, maar dat wordt bepaald niet gemist. Twee gevarieerde sets met voor iedere muzikant een kort solo-spotje, maar vooral veel feestelijke klanken. Oynamaya Geldik, ‚we zijn hier om te spelen’ en dat doen ze, op hoog niveau. Net als bij Joey de avond ervoor mogen de dames de laatste song opleuken op het podium (een stuk minder en gemiddeld een stuk ouder) waarna Öçal nog wat next level darbuka-technieken laat zien om er dan een eind aan te breien.