Het schaduwkabinet: week 49 – 2010

Terwijl Julian Assange even ophoudt met lekken, druppelen wij vrolijk door in onze lijstjes uit het:
Schaduwkabinet 

We luisterden naar: aM [aem], Black Swan, Faun Fables, Ludicra, Franz Nicolay, Calibro 35, Melechesh, Mutsumi (Mu), Sun City Girls en Purling Hiss. En gingen naar: The Ex, Blackie & The Oohoos, Sælors, Flying Horseman en Uinko Eerenstein.


Bas 
 

aM [aem] – Belong To Galaxy
En belongen to the galaxy doen ze absoluut, dit Japanse duo dat al jaren en jaren blijkt te bestaan. Als een M83 met een spaceshuttle lading LSD achter de kiezen spacen ze hele melkweg door en brengen ze ook mij in die spreekwoordelijke hogere sferen; spacerock, trance, techno, noise. Lekker en verslavend vanaf het eerste moment, en daar maak ik me dan zorgen over want dat soort platen vind ik meestal een aantal luisterbeurten leuk en daarna niet meer. Maar op dit moment is-ie fijn en als dat zo blijft kan hij plots zomaar in mijn jaarlijst opduiken.

Ludicra – The Tenant
Ergens blijft het jammer om op het laatst van het jaar nog nieuwe grote ontdekkingen te doen, dan krijg je weer zo’n jaarlijstdilemma’s waar ik dan een bloedhekel aan heb. Deze nieuwe Ludicra bijvoorbeeld, ik hoor gewoon dat ik er meer tijd en energie in moet steken dan ik eigenlijk zo op kan brengen aan het einde van een muziekjaar. Prachtige, modern klinkende mainstream black metal die gewoon goed geproduceerd is zonder underground lofi/nofi attitude. Kan eigenlijk ook niet anders met een Hammers Of Misfortune achtergrond. Door de hoeveelheid machtig mooie riffs komt het ook wel in Krallice regionen, maar dan minder complex en stukken toegankelijker. Hoe dan ook, zeker een van de beste metalalbums van 2010, zoveel is me inmiddels duidelijk.

The Ex, Fenix Sittard, 03-12-2010
Catch My Shoe is een goede plaat maar kent duidelijk mindere momenten; niet alle riffs zijn even boeiend en de zang is behoorlijk vlak. Live is het een ander verhaal: zeer goed, zeer strak, zeer intens. En fijn om weer eens een goed optreden te zien in mijn vroegere wekelijkse hang-out, dat was lang geleden. Zie verder ook http://zwartgoud.net/2010/12/the-ex-is-strak-gedreven-en-intens-in-fenix-sittard/


JANWILLEMBROEK 
 

Black Swan – In 8 Movements (cd, Ethereal Symphony/Black Swan)
Op zijn site omschrijft hij de muziek als “drones for bleeding hearts”. Dat is eigenlijk best een mooie omschrijving voor deze duistere symfonie. Je krijgt gitzwarte drones aangevuld met neoklassieke elementen, glitches, veldopnames en geluiden van koren. Soms heel duister en dan weer spookachtig of bloedstollend spannend, maar altijd van een ontroerende schoonheid. Denk aan Stars Of The Lid, Celer, Richard Skelton, The Caretaker, Thomas Köner en dat soort werk. Prachtig!
Luister online:
In 8 Movements (album)

Faun Fables – Light Of A Vaster Dark (cd, Drag City)
Het is alweer 4 jaar geleden sinds hun laatste album. De band draait vooral om de geweldige artiesten Dawn McCarthy en Nils Frykdahl (Sleepytime Gorilla Museum). Op hun nieuwe album brengen ze weer een fijne mix van freak folk, experimentele muziek, dark cabaret, Oost-Europese folk, psychedelische elementen, progrock en avant-garde. Hiermee weten ze zoals altijd een unieke positie binnen de muziek in te nemen. Behoorlijk bevreemdend en toch ook aangrijpend en meeslepend. Sleepytime Gorilla Museum, Marissa Nadler, Idiot Flesh, Charming Hostess, Talk Talk en Fairport Convention. Het geluid is voller dan voorheen en eigenlijk ook beter. Ze brengen een fantastische cocktail aan geluiden en stijlen. De krachtige zang van Dawn hakt er ook behoorlijk in. De band is en blijft een geweldig unicum.
Luister online bij Myspace:
Housekeeper / Violet / Sweeping Spell / O Mary

Blackie2 Sonic Soirée: Blackie & The Oohoos, Saelors, Flying Horseman en Uinko Eerenstein
(Brakke Grond 2 november 2010)
Sonic Soirée is een mini en intieme versie van Sonic Connections, het pop & rockfestival van de Brakke Grond dat jaarlijks plaatsvindt in april.
Ditmaal twee Belgische en twee Nederlandse acts. De prachtige Rode Zaal van de Brakke Grond zit potdicht. Je wordt min of meer verplicht naar het café te gaan om naar de openingsact van de Nederlandse artiest Uinko Eerenstein te luisteren. Het café is volgepakt met mensen en leent zich totaal niet voor een optreden. Nu maken de akoestische songs van Uinko het er niet beter op. Simpel getokkel op gitaar met wat gemompel erbij en geen opzienbarende teksten. Maar zoals gezegd leent een klein tjokvol café zich er ook niet voor.
Veel later dan aangekondigd gaat de Rode Zaal open, een soort mini-Paradiso met heel veel sfeer. De Belgische band Flying Horseman maakt z’n opwachting. De groep rond singer-songwriter en gitarist Bert Dockx weet net als op hun album een nachtelijk en filmisch geheel neer te zetten die je volledig opslokt. Ook gitarist Milan Warmoeskerken, drummer Alfredo Bravo en bassist Laurens Duerinck staan hem sterk terzijde. Het mooist is wellicht de achtergrondzang toch van de zusjes Maieu, die de door Bert neergezette soundtrack van de nodige kippenvel momenten voorziet. Zij zorgen ook voor allerlei extra instrumenten die ze veelal zittend op de grond bespelen. Bert communiceert veelvuldig met het publiek, maakt grappen en zorgt voor een persoonlijke beleving. Een mengelmoes van Joy Division, Pink Floyd, Woven Hand, Boduf Songs, Bohren Und Der Club Of Gore wordt hier op spannende wijze aan de man gebracht. De Rode Zaal is even omgetoverd geweest in een schitterende Zwarte.
Daarna moeten we weer de Rode Zaal verlaten (deze gaat weer op slot) en met teveel mensen naar het café om Sælors aan te horen. Ook dit concert komt niet echt uit de verf. De free folk met rockinvloeden van de Nederlandse band klinkt op hun Myspace erg goed, maar in het café klinkt het net wat te dun. Ook hier geldt dat je er niet met zoveel mensen in kan. Ik begin te vermoeden dat men op veel minder mensen gerekend hebben. Voor nu kan de band geen diepe indruk maken, maar die gaan zeker in de herkansing. Al is het alleen al door hun prachtige studio opnames.
Hierna mag de Rode Zaal weer open, waar Blackie & The Oohoos zal gaan spelen. Vier van de leden van Flying Horseman komen nu ook hier weer opdraven. Naast Milan en Laurens zijn dat ook de zusjes Maieu, die hier alleen de koppositie innemen. Rueben Pensaert is de drummer. Het draait allemaal om deze zusjes, de één negen jaar jonger dan de ander, hoe ze doen, hoe ze zingen en wat voor keur aan instrumenten ze toevoegen. Die zang vormt net als op hun verbluffende gelijknamige debuut dan ook één van de oorstrelende hoogtepunten. Niets dan goeds overigens over de uitstekende begeleiding. Aan de ene kant zingen ze tweestemmig harmonieus met een beetje een geknepen stem of juist weer heel lieflijk en zwoel en daarnaast kunnen ze ook solo verrassend uit de hoek komen met bijna sopraanzang of nachtclubzang. Het is en blijft een beetje een vreemde meisjes band met allerlei kleine instrumentjes, xylofoons, orgels al dan niet zittend op de grond gebracht. Daarmee weten ze een mysterieus, filmisch, beetje gek, sexy, wonderschoon, intens, verleidelijk en biologerend geheel neer te zetten, waarbij je nog steeds het gevoel hebt naar twee hoofdrolspelers uit David Lynch z’n Twin Peaks te kijken. Maar ook met een 4ad-achtig geluid. Bevreemdende pracht. Hoogtepunt van de avond en één van de beste concerten van 2010.
België – Nederland eindigt daarmee in een comfortabele 2 – 0.
Kijk online bij YouTube naar Blackie & The Oohoos:
You (live)
Blackie1 Blackie3 Blackie4
Foto’s door Thomas Kessens.


 

LUDO 
 

Franz Nicolay – Luck And Courage
De nummer 1 van mijn jaarlijst uit 2009 komt iets te snel met een opvolger. Sommige liedjes klinken zo bekend dat ik het gevoel kreeg dat 'de Majoor Generaal' nieuwe versies doet. (Wat niet zo is) Ook rockt theatrale Franz helaas een stuk minder en nog het hardst in een "vinyl-only" bonustrack. Opmerkelijk dat het toch al vergelijkbare Songdog (mijn nummer 1 van 2008!) dit jaar ook een liedje had over Gene Autry. Ghost vs. Last Words. Beide zullen denk ik mijn aankomende jaarlijst niet halen, in de eeuwige jacht naar iets nieuws. Kleine overwinning voor Franz Nicolay in die onderlinge fight, Songdog was plots wel heel gedistingeerd en veilig. Maar ze mogen er allebei best wezen. Zo is hier het met steel gitaar en banjo-getokkel en een vrouwelijke achtergrondvocalen opgeluisterde "This Is Not A Pipe" een mooie ballade. 'I've not been unhappy my whole life'. De Mountain Goats-invloeden zijn gebleven, een van de mooiste liedjes heet zelfs 'Job 35:10'. 'We dressed her all in white, so that God would pass her over, thinking she already was an angel.'

 


 

MARTIJNB 
 

Calibro 35 Ritornano quelli di… Calibro 35
Vorige week was er Umberto, een ode aan de Italiaanse horror soundtrack van de jaren tachtig. Nu wederom een ode aan de Italiaanse soundtrack maar dan een andere tijd en een ander genre. Enige overlap met de giallo maar Calibro 35 focust op de funky muziek die voor politiefilms werd gemaakt. Een hoog follow that car gehalte nummers als de samenvattende opener Eurocrime!, maar meer suspense is er echter ook, zoals in het daarop volgende La morte accarezza a mezzanotte. Covers dus van klinkende namen als Ennio Morricone, Riz Ortolani en Piero Umiliani, wiens Cinque bambole per la luna d'Agosto succesvol onderhanden genomen wordt. Allemaal zeer goed getroffen, met de juiste crunchy sound opgenomen en mij bekruipt het gevoel dat dit is wat Patton's Mondo Cane had moeten zijn, al was deze muziek ook al een belangrijk aspect van Mr. Bungle's Disco Volante. De hoes is geheel in stijl gedaan door Giuliano Nistri, die veel filmposters schilderde in de jaren zeventig.

Melechesh The Epigenesis
Er waren al goede oriëntaalse metalplaten verschenen van Orphaned Land en Myrath, maar ons eigen Melechesh komt met de echte knaller. Opgenomen in İstanbul, waar het gewoon lukt de legendarische rocker van Moğollar en genommeerd filmcomponist Cahit Berkay te strikken om wat bağlama en yaylı tanbur in te spelen. De uitvoerige akoestische stukken klinken daarom nu als echte stukken muziek en niet als sferische intermezzo's. De harde stukken gaan van black metal tot meer klassieke metal, met natuurlijk veel oosters riffwerk. Ten opzichte van eerder werk is er meer ruimte voor hypnotiserende riffs die door op een grondtoon te blijven hangen richting drone gaan. Hoewel er in Defeating The Giants al wat yaylı tanbur zit ingebouwd zou ik juist over lange, meer hypnotiserende passages als in het titelnummer graag een mooie taksim horen. Die tar-, santur- en sazspelers zijn niet anders gewend dan over een grondtoon te improviseren dus da's appeltje-eitje. En zie daar een enorm raakvlak met black en doom metal wat volgens mij nog steeds niet ten volste is uitgebuit. Maar goed, ik projecteer wellicht een idee wat ik zelf al een tijdje heb maar ik heb de skills (nog) niet, The Epigenesis is namelijk gewoon een geweldige plaat zoals hij is. Plaat van het jaar zelfs, als je het mij vraagt.

 


 

Stefan 
 

Mutsumi (Mu) – Mutsumi (Bubbletease Communications)

Na vijf jaar radiostilte keert Mutsumi Kanamori eigenlijk geheel onverwachts terug met een gloednieuw album. De bandnaam is veranderd van Mu naar Mutsumi, maar het recept is hetzelfde gebleven. Mu op vocalen, en haar man Maurice Fulton achter de knoppen. Nog even over die vocalen. Als ze boos is, klinkt de Japanse net een paar decibel scheller dan onze eigen favoriete uitdeler van gehoorschade Lulu Wang, en helaas voor de KNO arts is Mutsumi ondertussen al een jaar of zeven pisnijdig. Op het vorige album Out of Breach uit 2005 was vooral Mu’s voormalige label Tigersushi de gebeten hond. Al was het goed luisterbaar, toch klonk Out of Breach ook toen al een beetje geforceerd. Afro Finger and Gel uit 2003, Mu’s eerste album, is namelijk een ware electro klassieker, met bizarre beats en de introductie van de zeer sexy maar onbereikbare Mutsumi. Met nummers als Let’s Get Sick en My Name Is Tommi was het hilarisch, nieuw en dansbaar. Voor het vervolgalbum daalt de novelty factor al een eind. Daarnaast leken Mutsumi en Fulton bewust te gaan voor een moeilijkere sound, een lijn die ze met dit zeer late vervolg alleen maar doorzetten. Er valt maar bar weinig te dansen, en ook de humor is ver te zoeken. Wil het nieuwe Mutsumi soms serieus, genomen worden? (flauw alert). Als we de track titels bekijken kan daar helemaal geen sprake van zijn. Het thema van de plaat lijkt met nummers als Collage Panty Smelling, Did You Just Grab My Butt?, Pimp Slap te draaien om milde seksuele intimidatie. Doordat Mutsumi’s stem veelal vervormd wordt, lijkt ze bij vlagen te gast op wat, met de naamsverandering, heel duidelijk haar eigen plaat had moeten zijn. Een schim van haar dominerende aanwezigheid op het vorige werk, waar ze met haar charmante Engrish altijd garant stond voor een dolle boel. Maurice Fulton houdt het op deze plaat voornamelijk bij bijzonder diepe bass explosies, en fans van hem zullen hier wel degelijk van smullen. De langere nummers worden afgewisseld met fragmenten die bij soms (What’s My Name, I’m Really Pissed) qua fysieke pijn grenzen aan de Power Electronics. De merkwaardige percussie en berekenende vreemdheid die Mu altijd heeft gekenmerkt krijgen nu de hoofdrol, en dat is niet per se een toejuichbare ontwikkeling. Een lieftallige Japanse dame die een plaat vol schreeuwt met nummers over sex en rampspoed, hoe kan dat nu mogelijk misgaan?

Sun City Girls – Funeral Mariachi (Abduction Records)

Tot ziens en vaarwel Sun City Girls. We hebben met de dood van Charles Gocher in 2007 al stilaan afscheid kunnen nemen, maar met dit laatste album als eerbetoon is het dan werkelijk gedaan met de mystieke en legendarische band. Ze stonden bekend als een van de meer frustrerende en onbereikbare groepen, met hun eigenzinnige humor en vrije sounds. Wat ze wel lieten zien is hoe ver je een eigen visie kan doorvoeren wanneer geld of roem als motivatie geen rol van betekenis speelt. Het is moeilijk om deze wake van Alan en Richard Bishop te vergelijken met de rest van hun discografie. Voor het eerst in hun carrière klinken de Sun City Girls namelijk serieus en respectvol, en ze waren nog nooit zo toegankelijk. Het is een goed instapmoment, al blijven Torch of the Mytics, of misschien Grotto of Miracles perfecte introducties in de wondere wereld van de Girls. Hoewel de originele dadaïsten en surrealisten soms nog wel eens een aantal stappen verder namen, is voor de Bishops met de dood toch net de grens van humor bereikt. Dat levert ons een oprecht afscheid op, waar nog wel degelijk de speelsheid en sporadische feesttoeter te vinden is, maar waar toch vooral een opmerkelijke nuchterheid regeert. Toch dreigt de plaat nooit aan sentimentaliteit ten onder te gaan. Zelfs op de mooie, sobere piano nummers is er ondanks alles nog plaats voor de vertrouwde knipoog. Funeral Mariachi is een psychedelische wereldreis langs de dood, en hoe verschillende culturen hiermee omgaan. Sun City Girls was een van de meest excentrieke bands, maar ze deden nooit vreemd puur om de aandacht te trekken; voor hen paste de Amerikaanse Surf Gitaar nu eenmaal naast een Sitar en Gamelan drums. Wat voor de meeste luisteraars incoherent aandoet was voor hen eenvoudige logica. Met de hoogwaardige soloalbums van Richard en hun Sublime Frequencies label blijven de broers een deur ophouden naar het ongewisse van de wereldmuziek, zoals je die niet in verwesterde gecastreerde vorm in talloze ‘Hoi wij doen aan cultuur’ koffiehuizen hoeft te verwachten. Islamofoben kunnen deze maar beter laten schieten. Funeral Mariachi is zeker de moeite waard, en voor de mensen onbekend met de Sun City Girls toch nog een hele trippy plaat.

Purling Hiss – Hissteria (Richie Records) / Public Service Announcement (Woodsist)

Nu gaan we het krijgen hoor. Michael Polizze van Birds of Maya is met een solo project aan de slag gegaan, en overtreft meteen zijn hoofdband. Op Hissteria zegt hij cut de crap, en gewoon gaan met die banaan. Lo-fi Hendrix waanzin is al eens geprobeerd in 1974 door het Japanse 3/3, maar die band bestond net lang genoeg om één album op te nemen. Hissteria komt heerlijk met de deur in huis vallen. Het is alsof Purling Hiss al een uurtje stond te spelen voordat iemand zag dat het recordknopje nog niet aanstond. Je komt meteen terecht in een bekende, maar daardoor niet minder welkome wolk van erg druggy psychedelische gitaarstamperij, riffs, en een zanger die diep in de mix staat te schreeuwen en kreunen alsof zijn leven er van af hangt. Het klinkt als een Comets on Fire of Capital Sentimental die alle songwriting ambitie heeft laten varen. Met drie extended jams en een beetje is Hissteria wat aan de korte kant, maar gelukkig heeft onze lieve heer voor deze situaties de repeat knop uitgevonden. Purling Hiss speelt in het rood, maar dat is niet de enige attractie hier, anders was het al snel door de mand gevallen. Fun House wordt vaak in één adem genoemd, en ik wil me daar best bij aansluiten, maar dan hebben we het wel over Stooges im Space mit die nötige Spaß und Nebel. Zet dit op tijdens een feestje en je weet meteen met wie je voortaan rond wil hangen. Ze zijn te herkennen aan de air guitar en het roekeloos geheadbang in de rondte. Dude.
Public Service Announcement laat een wel heel andere kant van het project van Michael Polizze zien. De lange freakout jams maken plaats voor twaalf nummers met poppy ambities, opgenomen met de goedkoopst mogelijke cassetterecorder, waarschijnlijk in de ontruimde Chileense rampenmijn. Er zitten akoestische nummers bij, en al is dat op zich geen schande, toch klinken die vooral als uitprobeersels. Deze meer kritische blik vloeit natuurlijk ook voort uit het feit dat Lo-fi een zeer verzadigde markt is op dit ogenblik. Hoewel Purling Hiss op dit album blij vlagen een toegevoegde waarde aan het project laat zien met deze nieuwe dimensie, is het te hopen dat, als het kleurenpallet dan zo nodig uitgebreid moet worden, hij op komende releases een betere balans weet te vinden tussen pop en freakout rock. Een groot deel van Public Service Announcement klinkt wel lekker, maar gaat zonder noemenswaardige hoogtepunten voorbij. Het hele album is daardoor veel minder spannend
dan Hissteria, maar het eerste nummer Run From The City is wel pure glorie. Iedereen die dit jaar Ariel Pink op z’n jaarlijstje heeft staan zal er zeker een rolling van krijgen. We zullen in 2011 ongetwijfeld nog veel horen van de lotgevallen van de brave soldaat Purling Hiss en zijn belevenissen in de wereldoorlog van feedback en riffs. Hij is momenteel op tour samen met Kurt Vile, en dat klinkt als een gouden combinatie. Nederland, make it happen. Bro.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.