We hebben aan veel de schurft, maar niet aan de muziek uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Black Swan Lane, Cold Gawd, Elephant Dials, Fine Lame, Haythem Mahbouli, Nyx Nótt en Tuleje.
Jan Willem
Black Swan Lane – Blind (cd, Wanderland Music/ Eden)
Die mooie muziek van weleer wordt niet meer gemaakt. Dat is toch wel wat je met enige regelmaat hoort. Maar dat is dan voor dovemansoren als het gaat om de Amerikaanse groep Black Swan Lake, die toen ze in 2007 opgericht werden ook nog mochten rekenen op Britse inbreng van leden van het legendarische The Chameleons, waaronder kopman Mark Burgess. De band onder leiding van zanger en (bas) gitarist Jack Sobel plus gitarist John Kolbeck, die samen ook in The Messengers (1990-1993) hebben gespeeld, ondersteunt hun Britse evenknieën met enige regelmaat als ze op tournee zijn in de VS. Maar na de eerste twee albums wordt het een compleet Amerikaanse aangelegenheid, waarbij Sobel en Kolbeck met een wisselende line-up blijven werken aan hun melancholische sound, die vuistdik roert in de jaren 80 en dat zonder gedateerd te klinken. Daarvoor voegen ze toch altijd genoeg hedendaagse elementen toe. Ze smeden doorgaans fraaie lassen tussen alternatieve rock, new wave, shoegaze, post-punk en indiepop. Dat geldt wederom voor hun (alweer) tiende album Blind, waarop ze in precies een uur 13 nieuwe tracks opdienen. Deze passen qua droefgeestige, maar ook bezinnende sfeer perfect bij deze donkere tijden; dat niet alleen doelend op het jaargetijde. Het voelt als een warme, oude jas, die helemaal opnieuw gestikt is. Liefhebbers van The Sound, Mark Lanegan, Idaho, The Mission, Simple Minds, The Chameleons en wellicht ook For Against doen zichzelf een groot plezier om deze band te beluisteren. Het is een troostvol en meeslepend pachtalbum geworden.
Cold Gawd – God Get Me The Fuck Out Of Here (cd, Dais / Konkurrent)
Het shoegaze genre is al op diverse manieren aangevlogen, van puur gruizig en dromerig tot keihard en experimenteel. De één succesvoller dan de ander, dat moet ik daarbij aantekenen, maar als het raak is, laat het je zelden onberoerd. De Amerikaanse multi-instrumentalist Matthew Wainwright laat als Cold Gawd nu zijn tweede album God Get Me The Fuck Out Of Here het licht zien. Hij plus een handvol gasten laten hier een uiterst gruizig en bijna ouderwets goed shoegaze geluid horen. Hier en daar is het behoorlijk stormachtig en gaat zijn meer narcotiserende zang over in vervaarlijk geschreeuw. Denk daarbij aan een mix van Ringo Deathstarr, Deftones, Slowdive, Nothing, Whirr, My Bloody Valentine en A Place To Bury Strangers. Het is een intens album, dat ondanks de lengte van een half uur veel te bieden heeft. Ouderwets genieten!
Elephant Dials – Binary Blues (cd, Gusstaff / Xango Music Distribution)
Een uiterst interessante vraag is hoe Joy Division geklonken had als Ian Curtis nog in leven was. Of je het antwoord echt wil weten en of ze dan überhaupt nog bestaan hadden is ook weer de vraag, want hoeveel bands hebben in de loop der jaren niet hun glans verloren of zijn door onderling gedoe uit elkaar gegaan? Toch is het wel iets wat bij de groep Elephant Dials meteen in je oproept en dan op een positieve wijze. Het is de Poolse groep die voor de helft bestaat uit John J. Donatowicz, voorheen John Edward Donald geheten, die het project The Human Elephant erop na heeft gehouden, maar ook te horen was in Rats Live On No Evil Stars, om maar eens een palindroom van jewelste erin te slingeren. Hij heeft Berlijn en erna Chicago verruild voor het Poolse Gorzów (hij heeft ook Poolse roots). De andere helft wordt gevormd door Mateusz Rosiński uit dezelfde plaats, die te horen was in Wrong Dials, Dynasonic en Unfinished. De bandnaam valt hieruit wel te filteren denk ik? Op hun album Binary Blues is het ook echt niet zo dat ze in de hoek van de genoemde groep zitten, maar de zware zang en de avant-garde zou een kunnen zijn geworden. De muziek bestaat uit een mix van langzaam pulserende elektronica, stemsamples, (post)rockelementen en zang en bijna spoken word. Daar hebben ze een spannende en meeslepende mix van weten te smeden, die naast Joy Divsion ook associaties oproept met Swans, The Residents, New Fast Automatic Daffodils, The Triffids, Tarwater en Johnny Cash. Je kunt er dus eigenlijk lastig de vinger op leggen. Dat maakt deze release tot een veelzijdige en intrigerende beauty, die ook echt iets toevoegt aan het reeds bestaande muzikale landschap.
Fine Lame – Fine Lame (cdep, Microcultures)
Het Franse Fine Lame ziet het licht in 2019 en beschikt over een eigenzinnige muzikale benadering. De groep smeedt namelijk lassen tussen noise, pop noir, jazz, pianomuziek en avant-garde. De groep bestaat uit zanger Raphaël Sarlin-Joly, pianist Mathias Bourre, gitarist/bassist Thomas Gendronneau (tevens koorzang) en drummer/percussionist Frank Quintard. Op hun gelijknamige epee laten ze in ruim 20 minuten 5 tracks het licht zien, die op rauwe wijze tussen de genoemde genres laveren, waaraan ze zang en spoken word aan toevoegen. Ze hebben zowel iets fels als ontwapenend over zich, waarbij ze best wat associaties oproepen. Zo moet je denken aan een The Young Gods, Nick Cave & The Bad Seeds, Diabologum, Noir Désir, Programme en tevens onze eigen The Bullfight. Ze leveren met deze epee echt een hele grote belofte voor de toekomst af.
Haythem Mahbouli – Last Man On Earth (cd, Schole)
Voordat de Tunesische multi-instrumentalist Haythem Mahbouli (piano, synthesizer, elektronica), die na de Tunesische revolutie in 2011 naar Canada is verhuisd, is gaan componeren speelde hij nog gitaar in heavy rock en metal bands. Maar op een gegeven moment gaat de knop om en richt hij zich meer op geluidsdesign en het maken van muziek die meer in de hoek van de ambient, neoklassiek en filmmuziek zit. Dat heeft al het schitterende debuut Catching Moments In Time (2019) opgeleverd. Hierop legt hij de basis veelal met de piano, die hij vervolgens aankleedt met synthesizers en elektronica, samples, sopraanzang en prachtige, melancholische orkestraties van het City Of Prague Philharmonic Orchestra. Dit pad vervolgt hij nu op Last Man On Earth. Met 8 nieuwe composities van samen ruim 36 minuten lang brengt hij weer een fraaie kruisbestuiving van de genoemde genres, waarbij nu het Budapest Scoring Orchestra voor de strijkers, blazers en koorzang zorgen, Hij heeft zijn muziek gebaseerd op een situatie, waarbij de mensheid z’n ondergang nabij is op een vijandige aarde. Niet verwonderlijk dat de muziek nog aangrijpender om zich heen grijpt, wat met een soort ultieme wanhoop te maken heeft. Maar het zorgt ook voor een hoop schoonheid, waarbij de muziek de fans van Arvo Pärt, Max Richter, Jóhann Jóhannsson, Ólafur Arnalds en Craig Armstrong</strong zeker zal aanspreken. Een buitengemeen aangrijpende en schitterende opvolger.
Nyx Nótt – Themes From (cd, Melodic / Konkurrent)
Dat de Schotse muzikant Aidan Moffat, het meest bekend natuurlijk van Arab Strap, het experiment niet schuwt is me al vroeg duidelijk als hij na een concert vraagt of ik weet waar de winkel Staalplaat in Amsterdam zit. Hij geeft dan en passant aan dat hij experimentele muziek het meest interessant vindt, hetgeen in zijn project Ben Tramer ook al eens naar buiten kwam. Nadat Arab Strap voor een tijd uit elkaar gaat, wordt ook wel duidelijk dat hij het minder gangbare niet schuwt. Dat onderstreept hij met zijn project Lucky Pierre dan wel L. Pierre. Daarnaast heeft hij natuurlijk ook op steeds andere wijze van zich laten horen in The Sick Anchors, The Reindeer Section, Angry Buddhists, Aloha Hawaii, met zijn The Best-Ofs en naast RM Hubbert en Bill Wells. Nee voor één gat is hij bepaald niet te vangen. Inmiddels is hij terug met Arab Strap, maar heeft hij ook het nieuwe project Nyx Nótt het licht laten zien in 2020. Ironisch genoeg denk ik meteen dat hij een liefde voor een Nederlands woord heeft, maar het verwijst toch echt naar twee mythische godinnen van de nacht, te weten Nyx uit het Grieks en Nótt uit het oude Noors. Zijn debuut Au Pieds De la Nuit uit dat jaar laat indringende en bovenal nachtelijke combinaties horen van jazz, spookachtige ambient, neoklassiek en elektronische experimenten. Nu is de opvolger Themes From er, dat in een goede 40 minuten 8 songs bevat. Moffat laat er weer lekker zijn bijzondere mix aan genres horen, die vooral nergens bij past. In eerste instantie wilde hij allemaal nummers van 90 seconde maken, die als een soort TV-thema’s moesten klinken, maar daar stapte hij al snel vanaf. Nu levert hij weer heerlijk ontregelde biologerende tracks, die wel echt een filmisch karakter hebben en gehuld worden in nevels. Daarbij moet je het zoeken tussen Phylr, Encre, The Caretaker, Antenne, The Lovecraft Sextet, Bohren Und Der Club Of Gore en David Lynch. Daarmee heeft hij weer een prachtig en haast magisch surrealistisch album afgeleverd.
Tuleje – Ciche Miejsca (cd, Gusstaff / Xango Music Distribution)
Dat het Poolse label Gusstaff behoorlijk veelzijdig is, weet ik inmiddels wel. Ze laten er uiteenlopende genres het licht zien, waarbij het experiment dikwijls voorop staat. Bij mijn weten hebben ze nog geen folkband in hun stal. Daar komt met Tuleje nu verandering, die hierop nu hun debuut Ciche Miejsca uitbrengen, dat “rustige plekken” betekent. De bandnaam is dan weer Pools voor “mouwen”, waar ze ook goed hun handen uit steken. Zoals te verwachten viel, is dit geen doorsnee folkgroep, maar één die minimalistische, ongepolijste en experimentele wijze muziek uit hun woonplaatsen opnieuw interpreteren. Strikt genomen moet je het dus ook niet als folk zien, maar als een door hun wortels gevoede muziek. De basis voor de muziek wordt gelegd door een minimale bezetting, bestaande uit zangeres Gosja Zagajewska, percussionist Wojtek Kurek en contrabassist Ksawery Wójcínski. Middels de percussie weten ze er bijzondere effecten aan toe te voegen. In 8 tracks van samen ruim 33 minuten weten ze een diepe indruk te maken, wat een breed publiek aan zal kunnen speken. Denk daarbij van Tom Waits en Hedningarna tot Magic Carpathians, Hangedup, Tara Fuki en Zuby Nehty. Het levert een zinnenstrelend eerbetoon aan hun thuisfront op.