Black Friday, cyber Monday…wat zijn wij blij dat het gewoon weer Schaduwkabinet-dinsdag is met onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Black Tape For A Blue Girl, Dahlia’s Tear, Laibach, Cédric D. Lavoie, Orphax, Cyril Secq + Sylvain Chauveau, Siglo XX, Urna And Kroke en Vera Sola.
Jan Willem
Black Tape For A Blue Girl – To Touch The Milky Way (cd, Projekt)
Het is toch mooi als er een band is, die gedurende je muzikaal actieve leven er gewoon altijd bij is. Zo’n band is het Amerikaanse in 1986 opgerichte Black Tape For A Blue Girl, een prachtig poëtische naam, die naast kopman en Projekt labelbaas Sam Rosenthal (As Lonely As Dave Bowman, Projekt Electronic Amerika, Thanatos, Revue Noir, Terrace Of Memories) steeds uit een wisselende groep muzikanten bestaat. Ze zitten met hun sound altijd ergens tussen de jaren 90 muziek van labels als 4AD en Hyperium in. Op hun twaalfde cd To Touch The Milky Way zijn dat naast Sam (elektronica, harmonium, piano, zang, gitaar) zangeres Danielle Herrera, altviolist Nick Shadow, zanger Michael Plaster (Soulwhirlingsomewhere) en bassist/percussionist Brian Viglione (Botanica, The Dresden Dolls, Phillip Boa And The Voodooclub). In een kleine drie kwartier leveren ze zeven etherische songs, die zich nestelen tussen dark ambient, ambient, darkwave en neoklassiek met her en der wat rock- en shoegaze-elementen. Daarbij wordt er fraai afgewisseld met instrumentale en gezongen stukken en de zang van Danielle en Michael. Het licht melancholische en bovenal dromerige geheel is gestoken in een mysterieuze sfeer, die het toch al zo wonderschone geheel van extra This Moral Coil-achtige franje voorziet. Ook al pakken ze het hier, zoals altijd eigenlijk, weer anders aan dan ervoor, het is weer een geweldig en typisch Black Tape For A Blue Girl album geworden.
Dahlia’s Tear – Through The Nightfall Grandeur (cd, Cryo Chamber)
Dahlia’s Tear, een schitterende naam, is het eenmansproject van de Zweedse Anile.D., voluit Anıl Emre Dedeoğlu. Sinds 2005 brengt hij zijn muziek naar buiten. Eerst een cd-r in eigen beheer en vervolgens drie albums op de labels Alcor Productions, Thonar en last but not least Cold Meat Industry. Op dat laatste label brengt hij in 2012 het bloedstollend mooie Dreamsphere uit. Het bevat net als op zijn andere albums dark ambient, maar dan echt goed donker, aangedikt met industriële elementen en etherische, spookachtige zang. Een schitterende nachtmerrie. Zes jaar later is eindelijk Through The Nightfall Grandeur een feit. Nog altijd brengt hij een duistere mix aan stijlen, al zijn dat hier meer dark ambient, drones, veldopnames, pianomuziek en neoklassiek. Een iets lichter geluid zou je kunnen stellen, zij het dat hij ook hier de nacht niet van zich heeft af weten te schudden. De muziek zit tussen een hallucinatie en een narcose in, zij het dat het fraaie beelden oproept en je werkelijk compleet weet te bedwelmen. Dat laatste is zeker het geval als ook de etherische zang of meer zangflarden van Michelle Rippy, net als op het vorige album, te horen zijn. Het is soms zo overrompelend en dreigend maar ook gruwelijk mooi, dat je er haast verlamd bij zit. Denk daarbij aan het gulden midden van Jacaszek, Omala, Bersarin Quartett, Giulio Aldinucci, Deaf Center, Hior Chronik en het minder zware werk van In Slaughter Natives. Wat een ontzaglijk meesterwerk!
Laibach – The Sound Of Music (cd, Mute)
Zonder The Sound Of Music zou er geen Laibach bestaan. Dit zegt de groep zelf, want ik zou dat niet snel achter de in 1980 opgerichte groep zoeken. Met name in de beginjaren is het uiterst industrieel wat ze naar buiten brengen. Pas later volgen de dikwijls hilarische conceptplaten waar ze bekende thema’s behandelen dan wel op de hak nemen. Nu komt de Sloveense formatie met hun versie van The Sound Of Music, die ze vermengen met de hedendaagse problematiek in Noord- en Zuid Korea. Ze krijgen vocale hulp van Boris Benko (Silence), Marina Mårtensson en een kinderkoor. Daarmee maken ze voor Laibach’s doen een behoorlijk zoetsappig geheel, al wisselen ze dat weer met hun typische bombast af en natuurlijk die loodzware zang van Milan Fras. Het levert al met al een zeer vermakelijk geheel op met ook weer een paar ijzersterke songs.
Cédric D. Lavoie – 88 (cd, Preserved Sound)
Cédric Dind-Lavoie, kortweg Cédric D. Lavoie, is een Canadese componist, pianist en bassist. Hij heeft in 2015 al de fraaie cd Mismar uitgebracht, waar hij op cineastische wijze stemmige neoklassiek naar buiten brengt. Verder verleent hij nog wat hand- en spandiensten voor artiesten als Julie Blanche, Cécile Doo-Kingué en Alejandra Ribera. Nu is hij eindelijk terug met zijn tweede cd 88. Hij creëert 9 tracks op de piano en kleurt die zelf verder op afwisselende wijze in met contrabas (getokkel en gestreken), allerhande percussie-instrumenten, samples en elektronica. Dat levert een ingetogen tot de verbeelding sprekend, melancholisch en bovenal wonderschoon geheel op, dat ergens tussen neoklassiek, ambient, piano- en filmmuziek finisht. Ik denk dat liefhebbers van Nils Frahm, Rachel Grimes, Poppy Ackroyd en Endless Melancholy hier ook wel mee uit de voeten kunnen. Een buitengemeen stemmige beauty.
Orphax – Dream Sequence #5 (3” cd-r, Orphax)
Muzikant en mede-Subjectivist Sietse van Erve (Zonderland, de buffel) brengt eerder dit jaar al de geweldige mini Circles uit met zijn langlopende project Orphax. Daarnaast runt hij ook nog het innovatieve en bovenal geweldige label Moving Furniture. In 2015 start hij de zogeheten ”Dream Sequence”-serie, waar hij per deel steeds één lange track uitbrengt, tot nu toe steeds tussen de 20 en 23 minuten. Op Dream Sequence #5 brengt hij een compositie van ruim 18 minuten, waarop hij zoals vaker isolationistische muziek laat horen die subtiel gelaagd is met diverse drones. Ik merk dat ik tijdens het beluisteren steeds afdwaal en wegdroom, wat volgens mij betekent dat het doel bereikt is. Maar naast dat is het ook gewoon weer van een unieke pracht, die fans van Dirk Serries, Machinefabriek, Steve Roach, Ice en Thomas Köner ook wel zal kunnen bekoren. Een gedroomd vervolg van deze geweldige serie.
Cyril Secq + Sylvain Chauveau – Minimal Guitar (cd, Eilean Rec.)
Op Minimal Guitar bundelen de Fransozen Cyril Secq (akoestische gitaar) en Sylvain Chauveau (akoestische gitaar, zang, radio) hun krachten. Secq heeft eerder al een prachtalbum met Orla Wren gemaakt en laat tevens van zich horen middels de geweldige experimentele groep Astrïd. Chauveau is naast een gevierd soloartiest ook bekend van Watermelon Club, Micro:Mega, Arca, On, This Immortal Coil, Ensemble 0 en het recente FEAN. Samen brengen in 28 minuten 7 tracks ten gehore, die bestaan uit uiterst skeletachtig akoestisch gitaarspel. Ze produceren precies net genoeg klanken om er een geraamte van een song van neer te zetten. Daar komen soms nog wat gruizige geluiden van de radio doorheen en tot twee keer toe is de herfstige zang van Chauveau te horen, waarvan eenmaal in een nauwelijks te herkennen Eurythmics cover van “Don’t Ask Me Why”. Alles is tot in de essentie terug gebracht, waardoor er qua invulling veel aan de luisteraar overgelaten wordt. Dat maakt ook dat je dit op intense en meeslepende wijze ondergaat. Een heel fraai kleinood!
Siglo XX – [Box] (cd, Onderstroom Records)
Vanuit een garage in het Belgische Genk trekt een stel vrienden de stout schoenen aan en starten hevig beïnvloed door de (post-)punk en new wave uit Engeland de cold wave groep Siglo XX. Groepen als Joy Division en Section 25 staan daarbij model, maar net zoals andere die erdoor beïnvloed raken, van The Sound tot Fra Lippo Lippi, weet ook Siglo XX er een eigen draai aan te geven. Hun bekendste nummer is ongetwijfeld “The Art Of War”, mede doordat die op de serie New Wave Club Class X uitkomt en veel in alternatieve clubs wordt gedraaid. Na diverse sterke albums gaat de groep in 1990 uit elkaar. In de beginjaren bestaat deze uit Erik Dries (zang), Antonio Palermo (gitaar), Dirk Chauvaux (gitaar, bas), Klaas Hoogerwaard (drums), Chris Nelis (synthesizer (1980-1982)) en Guido Bos (bas (1978-1984)). Nu is de compilatie [Box] verschenen, hetgeen niet een “best of” is maar een bundeling van de mini Answer (1983) en de epees The Art Of War (1982) en Dreams Of Pleasure (1983) plus een live uitvoering van het nummer “Wish”. Het levert meer dan een uur pure nostalgie op, want veel nummers ken ik nog wel van vroeger. De band verkeert hier ook in bloedvorm en levert het summum in het genre. Daarmee is deze release ook zowel een geweldige bundeling als een prima instapplaat geworden mocht je ze nog niet kennen.
Urna And Kroke – Ser (cd, Urna Chahar-Tugchi/ UCT)
De in Duitsland woonachtige Mongoolse zangeres Urna, voluit Urna Chahar-Tugchi, brengt van 1995 tot 2005 vijf prachtige albums uit. Daartussen zie ik haar ook live en weet ze net als op haar albums diepe indruk op me te maken. Muziek die je weliswaar niet verstaat maar die door een universeel gevoel wel te begrijpen valt. Na maar liefst 13 jaar, even los van alle goed bedoelde overzichten, is ze nu eindelijk terug met de in eigen beheer uitgebrachte cd Ser, wat “ontwaken” betekent in het Mongools, die ze samen met de Poolse melancholische Klezmer groep Kroke heeft gemaakt. De drie leden, die zelf ook al 25 jaar lang muziek maken, begeleiden haar emotioneel geladen zang met accordeon, altviool, percussie, contrabas, fluit en achtergrondzang. In 12 tracks van samen een goede 58 minuten lang laten ze ontroerend mooie en meeslepende muziek horen, waarvan het grenzeloos genieten is van deze wereldse pracht.
Luister Online/ Bestel:
Ser
Vera Sola – Shades (cd, Spectraphonic / Konkurrent)
Ik vind het soms lastig onder welke letter je een artiest moet plaatsen. Neem de Amerikaanse dichteres, zangeres en multi-instrumentalist Vera Sola bijvoorbeeld. Dat is het alias van Danielle Aykroyd, dochter van Dan Aykroyd. En deze blues brother heeft denk ik geen blues mother ontmoet, want Vera Sola put haar inspiratie veeleer uit de folk en Russische literatuur plus schrijvers als James Joyce, William Faulkner en Dylan Thomas. Ze heeft jarenlang met Elvis Perkins gewerkt voor ze solo haar vleugels uitslaat. Het eerste resultaat is het album Shades, waarop ze 10 tijdloze songs presenteert. Hoewel de muziek ook echt van hier en nu is, zou deze ook gerust 30 jaar geleden gemaakt kunnen zijn. Ze laveert daarbij van altcountry en acid folk naar indierock en bluesachtige singer-songwritermuziek. Hierbij laat ze haar bijzondere, licht getormenteerde zang horen, die het iets magisch meegeeft. Denk daarbij aan een eigenzinnige mix van Marissa Nadler, Tarnation, Karen Elson en Angel Olsen. Het levert een meeslepend, emotioneel geladen en ontwapenend droomdebuut op.