Allemaal pakketjes dagen vertraagd! Maar gelukkig is er nog genoeg aangekomen voor onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Björk, Jaap Blonk/ Tomomi Adachi & Jaap Blonk, Peter Broderick, Cup, Charlotte Gainsbourg, Jessica93, Kill Your Boyfriend, Marco Lamioni, LCD Soundsystem, Les Lekin, The National, Penguin Cafe Orchestra, Otto A. Totland, U-Men, Various Artists: Metaphors, Carbon Based Lifeforms en Martina Verhoeven & Dirk Serries.
Jan Willem
Björk – Utopia (cd, One Little Indian/ Wellhart/ Konkurrent)
Eigenlijk vind ik alles wel goed wat Björk heeft uitgebracht, van haar fijne popplaten tot de meer experimentele muziek. Daarbij weet ze ook nog iedere keer te verrassen. Ik kijk ook altijd reikhalzend uit naar een nieuw album van de IJslandse. Zo nu ook naar Utopia, haar elfde album die twee jaar na haar “echtscheidingsplaat” Vulnicura verschijnt. Ze werkt hierop wederom samen met Arca, die nu een iets grotere stempel drukt. Daarnaast laat Björk (zang, (digitale) fluit, celloarrangementen, koorzang) muziek inkleuren door een 13 koppig, vrouwelijk fluitensemble, een harpiste, een koor, een celliste en een contrabassist. Daar weet ze samen met Arca een rustiek, maar spannend geluid te fabriceren. De fluiten zorgen voor een mysterieuze franje en niet voor een New Age-achtig geheel. De innovatieve elektronica gaan hier hand in hand met de prachtige neoklassiek. Ze beschrijft een wereld die ideaal zou zijn en waar de liefde overheerst en haar kinderen als een onbeschreven blad een nieuwe start kunnen maken. Kennelijk associeert ze dat met stilte en vele vogelgeluiden. Die laatste duiken nogal eens op in de muziek, waarbij ze uit dezelfde ton heeft gegrabbeld als Dead Can Dance ooit. Het levert een aangrijpend en wonderschoon, contemplatief geheel op. In dit album wil ik wel wonen, zij het niet met deze foeilelijke cover.
Jaap Blonk – Irrelevant Comments (cd, Kontrans / ToonDIST)
Tomomi Adachi & Jaap Blonk – Asemic Dialogues (cd, Kontrans / ToonDIST)
Een artiest die de eeuwige jeugd in zich lijkt te hebben, ondanks zijn 64 jarige leeftijd, is toch wel Jaap Blonk. Deze legendarische stemkunstenaar, muzikant, geluidsdichter en autodidact componist geeft nog menigeen het nakijken. Hij heeft inmiddels een discografie waar je U tegen kunt zeggen en een baan om de aarde mee kunt leggen. En dat alles nog van een hoog en toonaangevend niveau ook. De gesjeesde student wiskunde weet op mathematische wijze hoog en niet berekend te scoren met muziek. Even een kort overzicht van deze grimaskoning: van 1983 tot 1999 duikt hij op in de moderne jazzband Splinks, van 1987 tot 1989 in de improvisatiegroep Baba-Oemf en van 1987 tot 2005 in de avant-gardistische rockgroep BRAAXTAAL. Daarnaast ken ik hem vooral van zijn biologerende stemimprovisaties die hij solo dan wel met The Ex, Maja Ratkje, het Nederlands Blazers Ensemble, Cor Fuhler, Mats Gustafsson, Fred Lonberg-Holm, Ebony Band, Carola Bauckholt, Beukorkest, Machinefabriek en vele andere artiesten vanuit de hele wereld ten gehore brengt. Bij elk van zijn werken wordt je gegrepen als een kind in een snoepwinkel. Er is zoveel genietbaars, maar niets staat vast. Ik weet niet waar hij zich door heeft laten inspireren voor zijn nieuwste album Irrelevant Comments, maar het zou zo maar kunnen gaan over hetgeen eenieder maar op social media de lucht in knalt. De stukken zijn in elk geval geschreven tussen 2010 en 2016 en belanden met z’n zestienen nu op deze cd. Met elektronica en zijn stemkunsten brengt hij muziek die tussen musique concrète en experimentele muziek uitkomt. Daar zit een drive en kracht achter, die z’n weerga niet kent. Van het begin tot het eind weet hij je hiermee in een prettige houdgreep te nemen. De muziek is tijd- en genreloos, maar lijkt zich eerder in de toekomst dan het heden af te spelen. Muziek van de prettige buitencategorie, waar niet veel van gemaakt wordt tegenwoordig. Een heerlijk alternatief! Oh, en irrelevant reageren hierop hoeft wat mij betreft niet. Ga dit luisteren en ervan genieten!
En als je toch bezig bent, neem dan ook de cd Asemic Dialogues mee. Dit is het samenwerkingsverband tussen Jaap Blonk en zijn jonge Japanse evenknie Tomomi Adachi. Beide werpen ze elektronica en stemkunsten in hun woordenstrijd. De twee hebben meerdere malen het podium gedeeld, maar dit is het eerste album van hen samen, dat ze live in Berlijn hebben opgenomen. Zoals de titel al aangeeft zijn er geen daadwerkelijke woorden nodig om een betekenis aan het geheel te ontlenen. De semantiek ontbreekt immers, net als de houvast overigens. Ze improviseren er lustig op los, waarbij je soms het idee hebt dat je de bal in de flipperkast bent geworden en op andere momenten een elektron die op spannende en bevreemdende wijze naar een onbekende bestemming ergens het heelal of een machine in wordt geschoten. Dat levert twee langgerekte stukken op van ieder ruim 20 minuten, die ze dan wel “First Dialogue” en “Second Dialogue” hebben genoemd. Er is werkelijk geen touw aan vast te knopen als je het letterlijk neemt, maar dat is nu net wat ze dus ook niet trachten over te brengen. Zij duelleren met klanken en reageren op de actie van de ander. Zie daar de conversatie, al “praten” ze ook wel eens door elkaar heen. Dat vullen ze aan met de avontuurlijke, speelse en soms venijnige elektronische geluiden. Wat moet deze performance een enorme indruk hebben achtergelaten; één waar ze nog lang over na zullen praten. Maar ook vanaf de cd weten ze te imponeren.
Peter Broderick – All Together Again (cd, Erased Tapes / Konkurrent)
Als ik Loch Lomond, Horse Feathers, Oliveray, Efterklang, Norfolk & Western, Flash Hawk Parlor Ensemble, The Beacon Sound Choir en samenwerkingsverbanden met Machinefabriek, Jonathan G Winther, Takumi Uesaka, Heather Woods Broderick, The Album Leaf, Penelope Joy, Rauelsson, Laura Gibson, Laura Arkana en Chantal Acda opnoem, dan weet je dat het over de actieve, supergetalenteerde componist en multi-instrumentalist Peter Broderick gaat. En het is altijd weer een verrassing waarmee Broderick komt aanzetten, want dat kan zowel de neoklassieke en abstracte als pop, hip hop en ambient hoek zijn. Hierbij doorbreekt hij graag genregrenzen, waardoor het gewoonweg uniek is wat hij laat horen. Ik vind het meeste eigenlijk wel goed, al hoor ik hem het liefst als maker van de neoklassieke en meer abstracte muziek. Dat laat hij vooral in zijn eerste solowerken horen en dikwijls voor allerlei films, modeshows, theaterstukken en zelfs bruiloften. Daarvan is lang niet alles uitgebracht. Tot nu toe dan, want precies al dat soort stukken, al dan niet in opdracht uitgevoerd, zijn nu gebundeld op All Together Again. Daarbij krijg je nummers van 2 tot maar liefst 17 minuten lang. Daarbij laat hij minimalistische, intieme pianowerkjes horen maar ook tot de verbeelding sprekende stukken vol neoklassiek en ambient, deels instrumentaal en deels met zijn mooie zang. Ondanks dat dit een bijeengeharkte verzameling is vormt het toch een prachtige, coherent patchwork, dat de veelzijdigheid en klasse van Broderick eens te meer onderstreept.
Cup – Hiccup (cd, Aagoo / Five Roses Press)
Soms is het helemaal niet moeilijk om met goede en pakkende muziek voor de dag te komen. Neem nu het Amerikaanse Cup, dat de soloaangelegenheid is van Tym Wojcik. Daarmee maakt hij gewapend met zang, gitaar en drums een lekkere stamppot van garagerock, punk, psychedelische rock en noise. Dat levert tot nu toe al diverse, ijzersterke digitale releases op. Nu komt hij eens met een heus album op cd en lp aanzetten, te weten Hiccup. Hierop krijg je 12 ongepolijste nummers, die na 23 minuten alweer eindigen. In de basis klinkt dat als de Ramones meets Warsaw, maar daar doorheen hoor je ook Sonic Youth, Nirvana, Pixies, Hüsker Dü en Melvins voorbijkomen. Het zijn niet per se de ingrediënten die weten te overtuigen, maar wel de rauwe en aanstekelijke aanpak. Dat zorgt voor ultiem luistergenot.
Charlotte Gainsbourg – Rest (cd, Because Music)
Als je de dochter bent van Jane Birkin en Serge Gainsbourg, dan stroomt de muziek door je aderen. Nu is Charlotte Gainsbourg ook een gevierd actrice, die onder meer de vingervlugge rol in diverse Lars Von Trier films speelt. Na een debuut met haar vader vorige eeuw, pakt ze haar rol als zangeres pas echt goed op in dit millennium. Ze presenteert na een hiaat van zes jaar nu haar vierde cd Rest. Hierbij werkt ze onder meer samen met Daft Punk, wat maar aangeeft dat ze andere oevers opzoekt dan haar ouders. Ook op dit nieuwe werk brengt ze in eerste instantie zuchtmuziek, maar lardeert ze dit met electro en indierock. Daarbij blijft het van een zomerzwoele pracht, wat vooral door de op haar moeder gelijkende zang ingegeven wordt. Maar anderzijds toont ze ook de vrijheid die haar vader altijd heeft laten horen. Hierdoor krijg je een innemend, intiem en tevens innovatief geheel voorgeschoteld. Ik zou diverse referenties kunnen opnoemen, maar vind eigenlijk dat deze dame vooral haar eigen credits heeft verdiend. Een uiterst beklijvend album!
Jessica93 – Guilty Species (cd, Music Fear Satan, Teenage Menopause)
Nadat de Fransman Geoffroy Laporte diverse andere projecten heeft bestierd, start hij in 2010 zijn soloproject Jessica93. Hij brengt doorgaans een melancholische mix van shoegaze, noise en new/cold/dark wave. Nergens bekruipt je het gevoel dat het om een eenmansaangelegenheid gaat, want met puntige zang gitaar, drum (computer) en bas laat hij gewoon een volwaardig bandgeluid horen. Inmiddels heeft hij al een splitcassette, een lp en twee cd’s uitgebracht, die op meeslepende wijze ertoe doen. Op zijn nieuwste cd Guilty Species, waar her en der wat gasten meedoen, gaat hij hier onverstoorbaar mee verder. Hij brengt 8 nieuwe tracks die bij elkaar zo’n 40 minuten duren. De muziek klinkt minder rammelig dan voorheen, maar bestaat nog altijd uit de eerder genoemde kruisbestuiving aan stijlen. Het levert pakkende songs op, die gruizig en hard zijn en zowel bleke schoonheid als venijnige kracht brengen. Een soort liefdesbaby van A Place To Bury Strangers, The Telescopes, The Jesus And Mary Chain, Stabbing Westward, Crust, Nirvana en Joy Division. Het enige minpuntje van dit geweldige album, als ik dan toch kritisch moet zijn, is toch wel die lelijke hoes. Maar verder is dit weer ouderwets genieten van duistere pracht en kracht.
Kill Your Boyfriend – Ulrich (7”, Other Voices Records / Five RosesPress)
Sinds 2011 wordt de interessante Italiaanse underground versterkt met de groep Kill Your Boyfriend, die op venijnige wijze een geluid naar buiten brengen dat ergens tussen shoegaze, noise, wave, krautrock, alternatieve rock en post-punk inzit. De harde kern bestaat naast oprichter Matteo Scarpa (zang, gitaar, synth-bas) uit drummer Antonio Angeli. Kopman Scarpa heeft ook al van zich laten horen in groepen als The Transister, Wora Wora Washington en Kitsune. Na twee albums en een handvol mini’s komen ze nu met de twee nummers tellende 7” Ulrich. Naast de titeltrack krijg je ook het nummer “Werner”. Ze klinken hier feller dan ooit en laten elementen uit het verleden op angstaanjagende wijze herleven in het hier en nu, waarbij ze nog altijd het midden houden tussen de bovengenoemde genres. Puntige nummers met een prettige bombast, die doen denken aan Suicide, Throbbing Gristle, Fields Of The Nephilim en The Cramps. Een heerlijk tussendoortje.
Marco Lamioni – In Studio (cd, ML Musica)
Het kan soms bijzonder lopen. Via het Hector Zazou-forum op Facebook verneem ik dat de Italiaanse componist/muzikant Marco Lamioni een nieuwe cd uit heeft, waarop nog opnames van de helaas in 2008 overleden muziekheld Zazou. Alleen nergens een cd te vinden. De stoute schoenen aangetrokken en de artiest zelf gewoon gemaild. Vrij vlot krijg ik een bericht terug van zijn dochter, die me weet te vertellen dat haar vader eerder dit jaar is overleden, maar dat ik via haar wel de cd nog kan aanschaffen. Binnen een week heb ik de cd In Studio op de mat liggen. Geen grote gok, want ik ken de cd Slow uit 2003 ook van hem. Ook daar doet onder meer Zazou mee; in datzelfde jaar is Lamioni weer te horen op Zazou’s L’Absence. Lamioni zit in de jazzy hoek met zijn muziek, maar daar komen ook altijd neoklassiek en avant-garde om de hoek kijken. Zijn nieuwste album is een verzameling composities die hij de afgelopen 10 jaar geschreven dan wel bewerkt heeft. Lamioni (gitaar, Rhodes, gitaar, strijkarrangementen, piano, bas, synthesizer, elektronica) heeft daarop met vele gasten samengewerkt. Dat zijn onder meer zangeres Liset Alea van Nouvelle Vague, Simone Santini (bluesharp, EVI, altsaxofoon, fluit, hobo) van Tango Fernandez, Hector Zazou (samples, elektronica), zanger Jean-Paul Poletti met Le Choeur D’Hommes De Sartène, de groep Mondo Candido, een strijkensemble toetsenist Fancesco Gazzara en de zangeressen Francesca Taranto, Monica De Muru en Lucrezia Von Berger. Met die laatste heeft hij eerder al het nummer “You Never Kiss” voor een compilatie opgenomen. Hier vertolkt ze op prachtige wijze zijn versie van “Comment Te Dire Adieu”. Deze plus nog wat arrangementen van de participerende groepen en artiesten vormen niet de meerderheid, want 9 van de 14 stukken zijn van Lamioni. Hij weet hier een prachtige blend van jazz, avant-garde, kamermuziek, wereldmuziek en downtempo elektronica neer te zetten. Het is sfeervol, tot de verbeelding sprekend, soms licht bevreemdend, maar telkens wonderschoon. Een uiterst fraai nalatenschap van een groots artiest. (ps: neem gerust contact met me op als je deze ook wilt hebben….)
LCD Soundsystem – American Dream (cd, DFA/ Columbia/ Sony Music)
James Murphy timmert al behoorlijk wat jaren aan de weg met projecten als Pony, The Speedking Trio en Falling Men, alvorens hij in 2001 zijn LCD Soundsystem start. Tegelijkertijd met het label DFA trouwens. Met LCD Soundsystem brengen hij en de zijnen drie albums uit, die altijd een bijzondere mix van disco, post-punk, rock, electro en leftfield muziek bevatten. Je kunt er nooit helemaal de vinger op leggen, maar het heeft altijd iets verslavends. Er zit een prettige directheid in, maar ook genoeg zweverigheid en bevreemdende details. Ik vind het geluid eigenlijk vaak ook heel erg Brits klinken. Na een hiaat van 7 jaar is er eindelijk het vierde album American Dream, dat zowel bij MOJO als Uncut de nummer één van dit jaar is geworden. Dat maakt wel nieuwsgierig natuurlijk. De tien tracks hier, die na 68 minuten finishen, sluiten weer aan op hun eerdere werk. Het weet je meteen te grijpen, terwijl het een originele dwarsdoorsnede van de boven vermelde genres laat horen, zij het misschien een tikje meer psychedelisch. Naast zang en diverse instrumenten van Murphy, zijn het onder meer leden uit Hot Chip, !!!, Out Hud, Black Meteoric Star en Elephant Tree die de rest fraai inkleuren. En bepaald niet binnen de lijntjes. Denk aan een ongewone stamppot van Happy Mondays, New Fast Automatic Daffodils, Sleaford Mods, Hot Chip, The Cult, Simple Minds en Talking Heads. Dat is in één woord subliem te noemen. Nu kan ik verklappen dat het niet in mijn jaarlijst gaat komen, maar een aanrader is het zeerzeker.
Les Lekin – Died With Fear (cd, Tonzonnen Records / H’Art)
Les Lekin is een stevige rockband uit Oostenrijk, die tegenwoordig bestaat uit gitarist Peter Gallbauer, basisst Beat Baumgartner (aka Stefan Willmann?) en drumster Kerstin Wolf. In 2014 brengen ze hun debuut All Black Rainbow Moon uit, waarmee ze veel succes oogsten. Het is een zware psychedelische mix van doom metal en stoner, die ondanks de kleine bezetting groots en vervaarlijk uitpakt. Nu zijn ze terug met Died With Fear, waarop ze 4 nieuwe tracks ten gehore brengen. De kortste duurt 9 en de langste ruim 13 minuten. Ze nemen de tijd om hun nummers goed op te bouwen, maar slaan door hun psychedelische aanpak ook dikwijls langdurig allerlei zijwegen in. Op zowel subtiele als krachtige wijze weten ze mee te nemen op hun fascinerende trip. Hierbij is de doom wat minder aanwezig, maar is de noise, de progrock en het venijn toegenomen. Daarbij moet je denken aan een instrumentale clash van Motorpsycho, SubRosa, OTEHI, Kyuss en Thee Hypnotics. Smerig goed!
The National – Sleep Well Beast (cd, 4AD)
Ik ben eerst fan van Clogs, het avant-gardistische neoklassieke ensemble met Bryce Dessner, alvorens ik ook overstag ga voor The National, waar hij gitaar speelt. Dat is niet de meest logische volgorde wellicht. Maar met Boxer (2007) en High Violet (2010), het moment dat ik instap, leggen ze lat wel heel erg hoog. Vandaar dat de albums erna, Trouble Will Find Me (2013) en het dit jaar verschenen Sleep Well Beast iets meer tijd nodig hebben om in te dalen. Toch na tig luisterbeurten ben ik nu ook om bij hun nieuwe worp. De groep bestaat zoals altijd uit de broers Bryce (gitaar) en Aaron Dessner (gitaar, keyboards), de broers Scott (bas) en Bryan Devendorf (drums) en zanger Matt Berninger. Met name die laatste is met zijn melancholische baritonachtige stem nogal bepalend en zorgt ook dat je over de streep getrokken wordt. De reden dat ik wat twijfelde over het album is dat veel op een wat ingetogen en zelfde niveau doorkabbelt, enkele hardere, snellere uitschieters daargelaten. Maar juist die verstilde stukken weten me meer te grijpen, omdat ik nu hoor wat er voor bijzondere details in zitten, die zich wat minder snel prijsgeven. Daarbij leveren vele strijkers, blazers en toetsenisten plus vocalisten als Lisa Hannigan en Justin Vernon (Bon Iver) ook fijne bijdragen. Hoewel ze met meer dan 40 gasten te stellen hebben, weten ze het toch aardig intiem te houden. Het is weer een fijne mix van Arab Strap, Interpol, EL VY, Nick Cave en Iliketrains geworden. Het is en blijft een bijzondere band.
Penguin Cafe Orchestra – Union Cafe (cd, Erased Tapes / Konkurrent)
Twintig jaar geleden is de Britse gitarist, componist en arrangeur Simon Jeffes overleden aan de gevolgen van kanker. Hij staat dan vanuit Japan al sinds 1972 aan kop van het avant-pop annex kamermuziek, jazz en minimal music ensemble Penguin Cafe Orchestra. Altijd zijn ze op zoek naar hybriden van Westerse en etnische muziek. Het levert ze een bepaalde status op, die ook na het uiteengaan van de groep een enorme erfenis achterlaat. Inmiddels heeft zijn zoon Arthur Jeffes een doorstart gemaakt als Penguin Cafe. Nu besluit het geweldige Erased Tapes label hun laatste album Union Cafe uit 1993 opnieuw uit te brengen. Het is muziek die eigenlijk best aansluit op hun catalogus en waar zoonlief Arthur ook onderdak heeft gevonden. Enfin, het album zelf bevat 16 stukken, die tot één van de beste uit hun toch al glanzende carrière. Jeffes, die zich hier weer een ware multi-instrumentalist toont, wordt door maar liefst 14 muzikanten vergezeld op allerhande klassieke instrumenten. Ze doorkruizen weer allerlei genres en landen en laten goed horen wat hen onderscheidt van vele anderen. Liefhebbers van Hauschka, Nils Frahm, Philip Glass, Harold Budd, Arthur Russell, The Durutti Column en Cluster, zullen -indien ze deze klasieker niet al hebben- zeker waarderen. Zelfs als je hun “best of” in huis hebt, heb je slechts 2 van de 16 tracks en is de rest ook zeer de moeite waard. Prachtige klassieker!
Otto A. Totland – The Lost (cd, Sonic Pieces)
De Noorse muzikant en componist Otto A. Totland, voluit Otto Andreas Totland, begint zijn muzikale carrière als Supine. Daarna vergaart hij de grootste bekendheid door met Miasmah labelbaas Erik K. Skodvin (Svarte Greiner, B/B/S/) het geweldige neoklassieke Deaf Center te starten, die samen ook in het gelegenheidsproject Miasmah Quartet acte de présence geven. Totland houdt er eveneens het schitterend droefgeestige neoklassieke ambientproject Nest op na samen met Serein labeleigenaar Huw Roberts (Opiate, Guruyu). In 2014 debuteert hij op het prestigieuze Sonic Pieces label onder zijn eigen naam met de cd Pinô. Een uiterst subtiel, nachtelijk, contemplatief en tot de verbeelding sprekend werk, vol isolationistische en uiterst melancholische pianostukken. Nu is er het vervolg The Lost. Meer dan ooit probeert Totland hier te ontsnappen aan de dagelijkse hectiek en zoekt zijn heil in de meer verstilde kant van het leven. Nergens velt hij een oordeel, maar hij neemt je gewoon ongedwongen mee op een rustieke trip die je even buiten de realiteit brengt. De fluweelzachte, licht echoënde pianostukken met alle bijgeluiden, ook die uit de studio van Nils Frahm, zorgen voor ontspanning, tijd om na te denken en ook zalvende, ontgiftende momenten. Liefhebbers van Nils Frahm, Library Tapes, Deaf Center, Max Richter en Erik Satie zullen hier hun hart kunnen ophalen. Voor alles wat we verliezen, voor het verval gelijk de herfst en voor hetgeen we overhouden biedt Totland een wonderschone soundtrack.
U-Men – U-Men (2cd, Sub Pop / Konkurrent)
Als je aan Seattle denkt komen er wellicht beelden van de animatieserie The Jetsons voorbij of denk je aan diverse grungebands. Toch, uiteraard zou ik haast willen zeggen, komt er altijd meer uit zo’n Amerikaanse stad dan alleen dat. En dat is U-Men, de band die misschien wel aan de basis heeft gestaan voor het ontstaan van de grunge. De groep heeft onder meer Amphetamine Reptile labelbaas en bassist Tom Hazelmyer in de gelederen, die ook terug te vinden is in Killdozer, Halo Of Flies en diverse andere groepen. Of wat te denken van zanger/gitarist Tom Price van Gas Huffer, The Del Lagunas en The Monkeywrench. Daarbij ook Crows leden Charley Ryan en John Bigley. De line-up wisselt nog wel eens, maar van 1981-1989 hebben ze het verschil weten te maken met hun ongepolijste mix van garage, grunge, punk en alternatieve rock. Zeker live! Het levert slechts één album op en diverse 12”-es en 7”-es. Deze studio-opnames zijn nu allen gebundeld op de gelijknamige dubbel cd. Liefhebbers van Melvins, Fugazi, Pere Ubu, Mudhoney, Captain Beefheart en Wipers zullen hiervan smullen. Een schitterend overzicht van een kleine maar belangrijke groep.
Various Artists – Metaphors (cd, Sub Rosa)
Als het gaat om echt bijzondere compilaties, hetzij van oude opnames, archiefmateriaal of meer wereldse projecten, kan je gerust aankloppen bij het experimentele, innovatieve label Sub Rosa. Vol hartstocht weten ze pareltjes op te duiken, die je anders wellicht nooit gehoord zou hebben. Dat geldt voor oude maar ook uiterst moderne muziek. Nu is er de verzamel-cd Metaphors, die als subtitel “Selected Soundworks From The Cinema Of Apichatpong Weerasethakul“ heeft meegekregen. Apichatpong Weerasethakul is één van de weinige filmmakers in Thailand die buiten het strenge Thaise studiosysteem hebben gewerkt. In zijn films experimenteert hij met bepaalde elementen uit de dramatische plotstructuur van Thaise televisie- en radioprogramma’s, strips en oude films. Hij vindt zijn inspiratie in kleine steden in het hele land. In zijn werk maakt hij veelvuldig gebruik van amateuracteurs en geïmproviseerde dialogen bij het verkennen van de verschuivende grenzen tussen documentaire en fictie. Daarbij spelen geluiden uit de natuur een belangrijke rol. Dat dit ook onconventionele soundtracks heeft opgeleverd, mag als logisch beschouwd worden. Sub Rosa heeft voor deze compilatie 14 tracks geselecteerd van bij elkaar ruim 71 minuten, afkomstig uit diverse films van zijn hand. Vele niet bekende experimentele artiesten leveren hier hun bijdrage. Het is muziek die je wellicht niet uit Thailand verwacht. Dat maakt voor het luisterplezier niet heel veel uit, want het levert echt een biologerend hoorspel op. Het doet me dikwijls denken aan de regenwoudgeluiden van Francisco López met de verfijnde breekbaarheid van Gustavo Santoalalla en de duistere tot de verbeelding sprekende neoklassieke elementen van Stars Of The Lid, zij het dat er hier af en toe ook een breekbaar popliedje opduikt. Een onnavolgbaar en schitterend overzicht van de Thaise underground.
Mathijs
Carbon Based Lifeforms – Derelicts (Leftfield/Bloodmusic)
Een nieuw album van CBL daar ben ik naar uit gekeken, na het naar mijn bescheiden mening prachtige Twentythree dat uitkwam in 2011, lees hier mijn review van het album. Tussendoor hebben de mannen nog een soundtrack gemaakt voor de film “Refuge/The Mansion” in 2013 en in 2016 was er Alt:01 met live opnames en geremasterde tracks.
Voor ik verder ga even een korte introductie op CBL, de band bestaat uit Johannes Hedberg en Daniel Segerstad, en is ooit begonnen als een zij-project van hun band Notch maar gaande weg werd CBL het voornaamste project. De band begeeft zich op het gebied tussen psybient en ambient. En ze gebruiken in veel nummers ook de roland tb303, ze omschrijven hun muziek dan ook wel als Ambient Acid, dit maakt hun sound erg herkenbaar, en uniek. Ze komen uit zweden, en dat hoor je in de muziek: die je een audio film van prachtige Scandinavische landschappen en het noorderlicht.
Derelicts is het 5e full album van de band, en gaat niet verder waar voorganger Twentythree gestopt is, maar grijpt meer terug naar het geluid van de vorige albums Hypodronic Garden en World of Sleepers en Interloper. Opener Accede begint met een speelse melodie in een gigantische zee van reverb en langzaam aanzwellende subbassen en bouwt heerlijk op naar een lome beat en uit de diepte opborrelende acid bleeps. Derelicts is een weemoedige track, opnieuw badend in de reverb, en voort gestuwd door een slepende breakbeat. Clouds is de eerste beatloze track, diepe ambient strings en mooie subbassen die als lagen over elkaar heen een warme en wollige en peilloze diepte creëren. In deze track hoor ik toch ook wel het geluid van vorige albums Twentythree en Interloper door. De vierde track: “Nattväsen” klinkt een stuk droger, en heeft een iet wat onheilspellends, luister ook maar eens naar de stem samples in deze track. Dan duiken we met Equilibrium opnieuw een zee van reverb in, hier en daar zien we flitsen van hoge tonen die langzaam wegebben in de verte. Dan worden we langzaam ingehaald door een bass die uit de diepte omhoog komt om de track op gang te trekken, en doet vermoeden dat er een beat gaat inkomen, die spanning wordt heerlijk opgerekt en komt pas tot een climax als de lowpass filter op de bass open wordt gedraaid en “eindelijk” de verlossende beat daar is: lekker loom en slepend deinend en ook de 303 mag meedoen op deze track, lekkerr… Path of Least resictance is opnieuw een diepe ambient track, maar nu geen diepzee gevoel maar meer zwevend tussen de sterren en nevels van de Melkweg geleid door “ruimte sonars” en we worden vergezeld door het geluid van een soort buitenaardse levensvorm die vaag klinkt als een zeehond achtig dier of misschien een dolfijn. 780Days tapt uit een ander vaatje en gooit het na een ambient intro over een postrock of shoegaze boeg, waarbij ik moet denken aan de betere nummers van Ulrich Schnauz, maar dan met 303bliepjes :). Dan wordt het groots in de track “~42°” , en CBL weet hoe dat moet ! Wat een massieve sound, een heerlijk pruttelend acid lijntje er onder die vergezeld van een wel heel dramatische en trage beat ook nog even lekker opengedraaid wordt, een feestje voor de oren ! Raleigh Scatterrers is opnieuw een traag kabbelende track met een hoog shoegaze gehalte en en een subtiel acid lijntje op de achtergrond. In “Dodecahedron” mag de tb 30 weer een voorgrond rol spelen en zijn de beats prominenter aanwezig, heerlijk luistervoer. “Los Aversion” tapt weer uit een shoegaze/postrock vaatje wat ik absoluut geen slechte zaak vind bij CBL.het album sluit af met het ruim 14 minuten durende “Everwave” opnieuw tijd voor diep onderzee ambient, dit keer heel langzaam opgebouwd en ook hier weer die peilloze diepten, machtig vind ik dat klinken. Hedberg en Segerstad vinden zichzelf niet opnieuw uit op dit album maar doen gewoon waar ze goed in zijn: ik hoop dat ze dat nog lang blijven doen.
Sietse
Martina Verhoeven & Dirk Serries – Innocent As Virgin Wood (A New Wave of Jazz)
Al weer een aantal jaar is Dirk Serries zich verder aan het verdiepen op free jazz en improv en met iedere nieuwe samenwerking lijkt hij een stap verder te weg te nemen van zijn ambient en drones waar hij ooit bekendheid mee heeft gekregen. Erg interessant om een muzikante deze ontwikkeling door te zien maken.
Op deze samenwerking met pianiste Martina Verhoeven zijn de soundscapes ook echt helemaal verdwenen. In plaats daarvan krijgen we spaarzame piano aanslagen en gitaargeluiden. In de muziek is zeer veel ruimte voor stilte waardoor een mooie spanning wordt opgebouwd.
Voor het eerst, bij mijn weten, speelt Dirk Serries hier akoestische gitaar. Niet alleen plukt hier hij aan de snaren maar ook lijken er objecten (borsteltjes bijvoorbeeld) te worden gebruikt, iets wat natuurlijk wel meer voorkomend bij improv.
Verhoeven speelt de piano afwisselend hard en zacht. Soms lijkt het als of ze random toetsen aanslaat, terwijl andere momenten het juist heel erg precies gekozen lijkt. Hierdoor ontstaat een speels veld aan geluid wat continue weet te intrigeren.
Beide muzikanten lijken goed op elkaar in te spelen en geven elkaar geregeld de ruimte voor solo stukken en het resultaat is een mooi nieuw album, welke mij soms doet denken aan het recente werk van John Tilbury & Keith Rowe.
Een aangename CD die zeker aan te raden is voor de liefhebbers van improvisatie.