We proberen de Sinterklaasgedichtjes nog even uit te stellen door ons enorm, nee ENORM te focussen op onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Hammock, Klima, Plinth, Sarah Kirkland Snider, Swanox, Bored Man Ganesh, Stellar OM Source, Mark Oliver Everett, De Jeugd van Tegenwoordig, Umberto, Zombie Zombie, Richard Youngs, TVO / Erstlaub, Kassel Jaeger, Mihoen! & Seein' Red, Daft Punk, OFF!, Élément Kuuda en Clockcleaner. En keken naar: La Nana, Solitary Man, Kagemusha en Voy A Explotar.
Hammock – Chasing After Shadows…Living With The Ghosts (cd, Hammock Music)
Het duo Marc Byrd en Andrew Thompson staat al jaren garant voor de betere ambient/post-rock met hun band Hammock. Op hun vijfde plaat gaan ze zoals altijd weer een stap vooruit. Lekker dromerige gitaarzeeën die soms aanzwellen of juist subtiel wegebben en aangevuld worden door de fijne, elektronica. De muziek gaat nooit richting noise, maar op zijn hardst hoogstens richting de shoegazersmuziek. Hun creaties worden hier zo nu en dan verder ingekleurd door gasten op drums, zang (door Marc’s vrouw Christine Glass Byrd), hoorn en diverse strijkinstrumenten. Dat levert droefgeestige maar zwoele en bovenal filmische prachtmuziek op die wisselend doet denken aan Stars Of The Lid, Yellow6, Slowdive, July Skies en Eluvium. Grote klasse!
Kijk/Luister online bij Vimeo:
Breathturn
Klima – Serenades & Serinettes (cd, Second Language)
Angèle David-Guillou is al jaren te horen als her en der opduikende vrouwelijke stem bij Piano Magic. Zelf heeft ze in 2007 op Peacefrog ook een eigen album uitgebracht als Klima. Een prachtalbum vol breekbare singer-songwritermuziek, waardoor ze diverse stijlen mengt. Nu is er eindelijk op het steeds maar groeiende en meer prestigieus wordende Second Language label haar tweede cd, in een gelimiteerde oplage van 1000. Wederom maakt ze fragiele, intieme songs en verweeft die verweven met neoklassiek, indie, wave en post-rock. Naast haar wonderschone zwoele stem komt de muziek tot stand met cello, viool, Franse hoorn, rhodes, klokkenspel, melodica, gitaar, drums, fluit, keyboards, piano en bas. Zelf speelt ze aardig wat instrumenten maar ze krijgt hier ook een keur aan gasten die haar te hulp schieten. Naast Piano Magic leden, waaronder Glen Johnson eenmaal met zang, zijn er ook gasten uit State River Widening. Haar heerlijk melancholische muziek houdt het midden tussen Piano Magic, Our Broken Garden, Fever Ray, Bat For Lashes en Shannon Wright, hoewel ze wel echt een eigen geluid heeft. Geen enkele song is zwak, gewoon alles op een ongekend hoog niveau. En dan ook nog eens van een ontroerende schoonheid die voor bergen kippenvel zorgt. Jaarlijstjes materiaal!
Luister Online:
Serenades & Serinettes (albumsnippers) (klik op Soundclips)
Plinth – Music For Smalls Lighthouse/ Flotsam (cd-r+3”mcd-r, Second Language)
Nog één op Second Language, alleen nog meer gelimiteerd want er zijn slechts 150 exemplaren van de cd gemaakt. Volgens mij ook al uitverkocht, dus eigenlijk heb je hier niet zoveel aan. Nu ja. Michael Tanner maakt al jaren experimentele, dromerige muziek onder de naam Plinth. Zijn nieuwste cd zit in een prachtig boekje, grootte iets kleiner dan A5, waarin naast een verhaal allemaal reliëfbladen, bladen uit een draaiorgel en foto zitten. De cd begint met het geluid van regen, waardoor een piano en nog wat andere instrumenten doorsijpelen, om weer met het klotsen van de zee te eindigen. Dit wordt weer een dromerig filmische en melancholische aangelegenheid, zoveel is snel duidelijk. Zelf breng hij naast piano en veldopnames, ook cymbala, dulcitone, cello en klokkenspel. Nicholas Palmer (piano, dulcitone), Autumn Grieve (zang) en Lucy Andrews (viool) ondersteunen hem. Je krijgt een prachtig hoorspel over een vuurtoren en belevenissen daaromtrent, waarbij het door de muziek echt gaat leven. Autumn speelt de etherisch zingende sirene net op het moment dat je onheil voelt aankomen. Het zit zeer knap in elkaar en is ook nog eens wonderschoon. Als bonus krijg je nog de 3” Flotsam vol intieme instrumentaaltjes, die wel in het verlengde liggen van de cd (en er ook best bij hadden gepast, maar ik zal niet zeuren). Het is al met al een erg fraai geheel geworden. Totaalkunst.
Sarah Kirkland Snider – Penelope (cd, New Amsterdam)
Die Vido kan tips geven, zeg dat ik het gezegd heb. “Strijkers, drumtracks, subtiele elektronica, voldoende dissonanten zodat het niet al te zoet wordt en zang van Shara Worden (My Brightest Diamond). Echt iets voor de rubriek Caleidoscoop”. Ja daar loop ik wel warm voor. En het is nog mooier dan gedacht. De zang van Shara Worden is heerlijk melancholisch en bijna klassiek en wordt omwikkeld door muziek die het midden houdt tussen neoklassiek, minimal music en post-rock. De composities hebben een filmisch karakter en weten je gewillig mee te slepen naar een prachtig dromenland. Som der delen en dat soort dingen. Bijzonder mooi.
MP3:
This Is What You’re Like
Kijk/Luister online bij Vimeo:
The Lotus Eaters
Swanox – Dawnrunner (cassette, Not Not Fun, 2010)
Uitstekende release weer van het Not Not Fun label. Ditmaal is het de beurt aan Anthony Boruch uit Californië die onder de naam Swanox de omschrijving “loner drone-folk” mee krijgt. Dat zit er niet eens zo ver naast: gruizige gitaarklanken zijn zonder terughoudendheid vermengd met een portie psychedelica en noise, samen een hypnotiserend klankpallet creërend dat langzaam aan de luisteraar voorbijtrekt. Tussendoor krijgen we nog wat gekke geluidjes voorgeschoteld, waaronder een fluit en onverstaanbare, weggemoffelde zang. Tegen de krakende opnamekwaliteit moet je bestand zijn, maar het draagt absoluut bij aan de desolate sfeer die aan deze cassette kleeft. Waar er maar honderd van zijn, overigens.
Bored Man Ganesh – Evoke The Present (cdr, Install, 2010)
Bored Man Ganesh – Entlang (ep, Organic Industries, 2010)
Deel dertien alweer van de Installation serie, ook weer in een zeer beperkte oplage van 50 stuks. Achter Bored Man Ganesh gaat Andre Gansebohm schuil, een multimedia artiest uit Hamburg met een grote liefde voor field recordings en ambient. Evoke The Present wordt gevormd door minimaal zoemende synthesizers met wat gekraak op de achtergrond, aangevuld met allerlei omgevingsgeluiden zoals kwetterende vogels of iets wat op een knisperend vuurtje lijkt. Dat luistert allemaal zeer ontspannen weg, zonder dat er een moment van desinteresse ontstaat. Daarvoor zijn er ook teveel onheilspellende stukken aanwezig. De ep is gratis te downloaden vanaf Bandcamp, en is duidelijk iets minder ontspannen. Hier zoeken de vriendelijke klanken de confrontatie op met afstandelijk pulserende noisegeluiden, wat een veel intenser geluid oplevert. Alleen in de laatste minuten claimt de warme ambient de overwinning.
Stellar OM Source – Trilogy Select (lp, Olde English Spelling Bee, 2010)
Zoals de titel al doet vermoeden heeft Christelle Gualdi op deze lp een selectie gemaakt uit haar trilogie van cdr releases, die vorig jaar een select groepje liefhebbers van psychedelische en kosmische elektronische muziek wist te bereiken. Lekker overstuurd reist Trilogy Select door geluidslandschappen die vooral beelden oproepen van de sf-serie Buck Rogers. De sound doet waarschijnlijk bewust zo gedateerd aan, maar dat hoeft niet direct als een nadeel gezien te worden; de analoge instrumenten maken het juist erg herkenbaar. Hoogtepunt op dit album is de samenwerking met Oneohtrix Point Never – Rites Of Fusion – met golvende en spookachtige bewegingen op de toetsen. Verder is Trilogy Select erg coherent te noemen, ondanks dat het nummers van drie verschillende releases bevat. Geen meesterwerk, wel een smaakvol tussendoortje.
Mark Oliver Everett – Things The Grandchildren Should Know
En zo werd het toch een E(els)-jaar, ondanks dat de twee albums die dit jaar van 'm verschenen niet bijzonder waren. Al riep End Times dan in elk geval nog een reactie op, iets wat niet gold voor het suffige Tomorrow Morning. Op die laatste plaat zocht E het in de elektronicahoek, iets wat hem toch beter af zou moeten kunnen gaan. De man werkte toch niet voor niets vaak samen met Michael Simpson van de Dust Brothers en E liet in 2003 als MC Honky een obscure instrumentale collage-plaat verschijnen, die wél best leuk is. De moeite van het Soulseeken waard. Zijn autobiografie Things The Grandchildren Should Know verscheen in 2007 en is duidelijk een product van 'het sluiten van een boek'. E had net op de best fijne dubbelaar Blinking Lights (and Other Revelations) zijn hele leven nog eens door de blender gehaald en zet een en ander ook hier op een rijtje. (Ja, da's logisch) Hij doet dat zonder sentimentaliteit en met zeer vlotte pen. Je hebt zin om het boek in een keer uit te lezen, al zou dat met bijna 250 pagina's een hele zit zijn. Eels-fans zullen de verhalen rond het opnemen (en de tekstverklaringen) van de albums zeker boeien. Zo kreeg E het idee voor de Souljacker-plaat (met John Parrish) terwijl hij in een soort kuuroord zat waar je tien dagen moest zwijgen. Het meisje dat hem later dumpte en zo voor End Times zorgde vond ie trouwens in weer een ander sanatorium… Het curieuze aan het boek is dat je helemaal niet het gevoel hebt dat E zo'n unlucky en depressieve jongen is, of zou moeten zijn. Het is toch een beetje een persona, die hij gecultiveerd heeft. (Misschien tot op een punt dat hij er zelf last van kreeg) Zo blijft hij het hele boek dooremmeren (zeker in de laatste hoofdstukken wordt het irritant) dat hij een wees is geworden. Tuurlijk, het is sneu, maar zijn moeder overleed toen hij 36 was en er zijn natuurlijk ook massa's die mensen vaders rond hun 18e verloren. De stukken over het leven zijn schizofrene zus behoren dan wel weer tot de aangrijpendste. E verloor ook nog een nichtje in een vliegtuig van 9/11 en dat is zo'n gegeven dat 'm stiekem lekker uitkomt. Op andere momenten doet ie namelijk alsof ie geen ooms en tantes heeft en als er dan zoiets gebeurd… U begrijpt wat ik bedoel. Een ander fascinerend element is 'the lost album'. In de jaren '80 maakte E, op dat moment (en hier verzwegen) succesvol in lokale bandjes, onder zijn eigen naam "Bad Dude In Love", dat hij nergens noemt. Toen de lp ooit op eBay verscheen werd het exemplaar prompt opgekocht door zijn management. De plaat is waarschijnlijk heel slecht maar fokt ook een beetje met E's verhaal van 'oh wat een slecht leven heb ik, vanaf het prilste begin'. Zelfs in zijn eigen boek haalt ie dat beeld onderuit. Hij doet alsof hij school haat, maar in werkelijkheid krijgen we anekdotes over hoe hij aldaar elke week een nieuwe hotte chick als vriendin had en hoe hij vooral veel drugs deed. E als vrouwenverslindster! Tot slot nog wat lollige akkefietjes. Als E met kompanen Butch en Tommy het eerste concert als zijnde Eels geeft, vraagt hij Aimee Mann om ze als band te introduceren. Wat zegt Aimee? 'Hallo, hier is E, stilte, with some sideguys!' Meer recent is een aanvaring met John Legend, die er flink van langs krijgt, en daar ook om vraagt met zo'n naam natuurlijk. "Neppe soulzanger" John Stephens vind het niet fijn als E een sigaar op een fiks aantal meters afstand van de beste man rookt… Jaloersmakend is elders de terloopse mededeling dat E ooit privé-acteerlessen kreeg van niemand minder dan Jennifer Jason Leigh!
De Jeugd van Tegenwoordig De Lachende Derde
Ze begonnen over persoonlijker teksten … ik vreesde met grote vreze. Alsjeblieft, geen odes aan je moeder of dat soort gezwijmel! Drugs an sich boeien me niet maar op een of andere manier was dat geen enkel beletsel om de avonturen van Yayo, Wiwa en Fur te diggen. Maar gelukkig, het bleek al eerder, als ze lief zijn voor hun vriendinnetjes levert dat ook leuke teksten op. Wel met veel meer melodie, zowel in de steeds meer naar 80s elektrofunk doorschietende Broncreaties alsook de gezongen gedeelten, al dan niet met hulp van de vocoder. En voor de vocoder had ik toch wel een zwak, zeker in zo'n vette funkomgeving als hier (denk aan wijlen Talkbox van de familie Troutman, overleden of herboren). Dus ja, ze flikken 't weer, humoristisch, maar muzikaal sterk genoeg om geen novelty te zijn.
Umberto Prophecy of the Black Widow
Zombie Zombie Plays John Carpenter
Nog meer 80s worship maar dan anders. Umberto neemt de soundtracks van Fabio Frizzi, John Carpenter en Jan Hammer en mixt dat tot een soundtrack voor niet bestaande slasher- en zombiefilms. Wat een voordeel is ten opzichte van echte soundtrack albums is dat deze muziek is gemaakt om naar te luisteren en dus minder afhankelijk van de beelden, bovendien ontbreken al die alternate takes die completistische soundtracks vaak taaie kost maken. Dus zelfs als het een ripoff is heeft zo'n plaat als Prophecy of the Black Widow zo z'n voordelen. Zombie Zombie's ode aan John Carpenter is wat minder relevant, ze voegen niet heel veel toe aan de originelen. Of beter gezegd, dat minimale lowbudget karakter van de originelen is een beetje verdwenen, hoewel het echt smaakvol is gedaan. Een thema als Halloween is daarentegen toch wel zo onverwoestbaar dat het toch een leuk EP'tje is, wat met liefde gemaakt is bovendien.
La nana (Silva, 2008)
Een van de meest complexe, tegenstrijdige, fascinerende personages die ik in lange tijd zag. Huishoudster kampt met van alles en nog wat, gaat over heuvels en door diepe dalen, maar het is aan de kijker om te proberen in haar hoofd te kijken. Dat lukt maar ten dele en juist mede daardoor slaagt Silva erin een echt personage neer te zetten waar je een band mee aangaat. Zien we te weinig in films.
Solitary man (Koppelman/Levien, 2009)
Michael Douglas is op zijn best als hij een loser speelt. Zijn beste rol tot nu toe was die in Wonder boys, maar misschien is deze nog wel beter. Playboy die zijn glans heeft verloren belandt in een paar scenes die het pijnlijke van de iconische David Brent situaties ontstijgen en werkelijk door merg en been gaan. En Douglas is in die scenes briljant. Goed, de film kent een paar plichtmatige plotontwikkelingen, waardoor je dit Hollywood-produkt gemakkelijk onderschat, maar ik ontdekte er iets heel wezenlijks, echts en ontroerends in.
Kagemusha (Kurosawa, 1980) Weer een pontificaal drama van Kurosawa met een prachtig gegeven (dubbelganger wordt door omstandigheden gedwongen zich voor te doen als de keizer) en uiteraard prachtige massale scènes. De mooiste scene – ik heb me bescheurd – is als deze dubbelganger het slagveld bezoekt en, zoals het gebruik nu eenmaal voorschrijft, zichtbaar voor de vijand op een stoel moet gaan zitten terwijl de pijlen om zijn oren vliegen. Het einde is van dik hout. Ik begrijp het idee (heel tragisch) maar het werkte op mij als een nachtkaars.
Voy a explotar (Naranjo, 2008). Twee tieners, jongen en meisje, hebben het gehad met de grote-mensen-wereld en besluiten af te taaien. In plaats van af te taaien naar de grote stad, besluiten ze een tent op te zetten op de villa van zijn vader. Dit wordt geen flauwe komedie maar een Godard-iaans portret van een relatie die het midden houdt tussen gepassioneerde liefde en innige vriendschap. De twee jonge acteurs zijn voortreffelijk en Naranjo heeft een lekker losse stijl, passend bij de thematiek van het verhaal. Dit is een film die je verwacht vanuit Azië, van Shunji Iwai of Ryuichi Hiroki bijvoorbeeld. Mijn straatje dus.
Dat Richard Youngs een muzikant is waar je van te voren nooit echt van kunt zeggen wat hij gaat doen was al wel bekend. Zo zal het voor menig bezoeker van Incubate een (negatieve) verrassing zijn geweest toen Youngs daar stond met alleen een microfoon. Voor mij als die-hard fan was het genieten maar voor de nieuweling mogelijk tenenkrommend.
Maar nee, neem dan Inceptor, een gelimiteerde plaat op het Schotse Volcanic Tongue. Hier bijna geen zang, en in die nummers waar hij zingt is het verborgen achter een muur van gitaarnoise. Youngs leeft zich hier volledig uit op zijn gitaar. Er is gekozen voor de improvisatie-aanpak zonder edits, zonder effecten en zonder gedoe. Gewoon record indrukken en gaan.
Wat we te horen krijgen zijn 9 nummers die doen denken aan de Japanse gitaar noise van Keiji Haino gemixt met de outsider atonaliteit van Jandek. Geen mooie lieve liedjes zoals op Sapphie of psychedelische klankschappen zoals op Festival. Niets van dat, gewoon keihard rocken.
Mogelijk, net zoals het optreden tijdens Incubate, geen goede instapper. Maar als je eenmaal bekend bent met veel van zijn werk gewoon niet te missen.
Volcanic Tongue
TVO / Erstlaub – We Are All Broken
Het label Broken20 staat nog in de startblokken, maar als teaser hebben ze onlangs een 3” ep uitgebracht met muziek van 2 van de heren achter het label. Achter TVO (ook bekend als The Village Orchestra) vinden we Ruaridh Law en achter Erstlaub vinden we Dave Fyans. Beide heren brengen op dit schijfje een nummer ten gehore waarin duidelijke de karakteristieken van hun overige werk terug te horen is, maar zeker niet te veel weggegeven wordt.
Het nummer van TVO, die onder deze naam vooral bekendheid heeft weten te krijgen als producer van een eigenzinnige mix van techno, IDM en dubstep, toont een kijkje in de keuken van dronerige soundscapes zonder al te zwaar te worden. Het nummer bouwt met veel spanning op via steeds meer vreemde lagen wachtend op die pompende bassdrums en kille clicks. Echter deze blijven uit, alleen aan het einde van de track komt er een ritmische element terug maar echt dansen zal het nooit worden. Deze track voelt echt aan als een teaser voor toekomstige releases. Hoe mooi het ook is je blijft toch een beetje hunkeren naar het betere danswerk.
Erstlaub, altijd goed voor een portie melancholische drones gebaseerd op lagen aan ruis, weet met zijn track The Storm Eye Opens duidelijk horen wat zijn kunstje is, zonder in herhaling te vallen. We krijgen pulserende ritmes met daarover lagen aan witte ruis en een aankleding van een hoop gepiep en gekraak. Het stuk straalt bij vlagen agressie uit, maar tegelijk weet Erstlaub ons te verrassen met uit dub bekende akkoorden die soms uit de achtergrond naar voren duiken.
Beide heren hebben in het verleden stukken afgeleverd die meer wisten te overtuigen, maar als teaser weet We Are All Broken toch wel zo de aandacht te trekken zodat we toch een oogje houden op Broken20. Het belooft toch wel mooi te worden.
Broken20
Kassel Jaeger – Aerae Er is de laatste tijd veel aandacht voor de oude minimial music scene uit de jaren '60, zo getuige bijvoobeeld de uitgaves van The Electric Harpsichord van Catherine Christer Hennix en de reissue van Charlemange Palestine's werk Strumming Music (for piano, harpsichord and strings ensemble), maar hierdoor worden soms de nieuwe jongens en meisjes in het genre nog wel eens vergeten. Zo lijkt dat ook te gebeuren met Kassel Jaeger en wat dat betreft geheel onterecht. Aerae is zijn derde album en de eerste voor het door Guisseppe Ielasi beheerde label Senufo Editions. Ondanks de nog redelijke onbekendheid mag de Parijse Kassel Jaeger zich rekenen tot de selecte groep geluidskunstenaars GRM, waartoe ook oa. Iannis Xenakis, Pierre Schaefer en Luc Ferarri behoren. Echter een groot verschil met deze oude meesters is de benadering van geluid die Jaeger gebruikt. Waar binnen de GRM de nadruk ligt op Musique Concrete horen we hier juist vooral een hele minimale benadering van geluid.
Spelen met dissonantie, grond- en boventonen, verschuivende fasen, enzovoort, is meer voor hem weggelegd. Maar er is meer dan dat, op de achtergrond horen we vaak veldopnames terug, of er zit zomaar een verborgen melodie. In dat opzicht begeeft hij/zij zich tussen twee werelden in, enerzijds zou je kunnen denken aan de eerder genoemde Hennix of misschien La Monte Young, terwijl er anderzijds ook namen zoals Pauline Oliveros en nog verder weg BJ Nilsen opduiken.
Kassel Jaeger een naam om in de gaten te houden want deze release weet zeer zeker te overtuigen. Tijd om die twee andere ook eens op te duikelen.
Senufo Editions
Mihoen! & Seein' Red – Kots Op Nederland Het is een tijd terug dat ik van beide Nederlandse band muziek heb gehoord maar nu ik deze 10” split plaat op heb staan krijg ik weer direct jeuk. Niet uit irritatie maar om de straat op te gaan en het land toe te schreeuwen hoe het anders moet in dit land. Mihoen! was een Utrechtse band die na 12 jaar de stekker er uit heeft getrokken. Deze split 10” bevat de laatste opnames van deze heren gemaakt in 2008. Nu 2 jaar later is er echter weinig veranderd en lijkt de relevantie van deze nummers over de misstanden binnen de Nederlandse maatschappij aan de orde van de dag. De heren raggen lekker door met hun simpele hardcore punk die naast de serieuze boodschap ook nog ruimte heeft voor humor. Iets waar de heren eigenlijk bekend mee zijn geworden. Wat te denken aan van de verwijzing naar The Dead Kennedys – California Uber Alles met een treffende tekst “klop klop op jouw voordeur, het is Geert Wilders met z'n haarlakgeur…”. Zelfs als je het er niet mee eens bent krijg je hier toch een glimlach van op je gezicht.
Mihoen! Is er mee gestopt maar wel op een manier waar ze trots op kunnen zijn. Zoals ze zelf ooit hebbe
n geroepen: MIHOEN! RAAST DOOR!!!
Seein'Red mag voor deze split de andere kant vullen en zoals we van deze heren kunnen verwachten een hevige dosis punk rock. Dit maal niet afwisselend Nederlands en Engels, maar als ode aan Mihoen! Is er voor gekozen om alleen in het Nederlands te het gal te spuien. En dat de heren dit al meer dan 20 jaar doen is goed te horen. De muziek is compromisloos en rete strak. Ook hier zijn de teksten politiek getint, maar in tegenstelling tot Mihoen! is hier geen ruimte voor humor.
Aan alle kanten springt de agressie en boosheid van de nummers af, precies zoals je het graag hoort van Seein'Red.
Kots op Nederland is een duidelijk statement waar Anarcho Communistisch Nederland de vingers bij aflikt en in de collectie van de ware punk eigenlijk niet mag ontbreken.
Opiate Records
Daft Punk – Tron: Legacy OST (Walt Disney)
Het nauwelijks geaccepteerde Human After All is alweer vijf jaar oud, dus als een van de grootste elektronica acts met een uur aan nieuw materiaal komt schept dat bepaalde verwachtingen. Zelfs al is het dan geen nieuw album, maar de soundtrack voor de volledig generiek ogende remake van het ooit zo schattige Tron. Over het bankroet van Hollywood kunnen nog pagina’s gevuld worden, maar zelfs als we ons beperken tot de inbreng van het Franse duo wordt het geen prettig verhaal. Boven alles klinkt Tron: Legacy namelijk doodleuk als een soundtrack voor een sciencefiction film. Dus waarom heeft het de mensen achter dit reeds beklagenswaardige project behaagd om Daft Punk uit hun dock station te halen, terwijl een willekeurige student precies dezelfde pastiche had kunnen afleveren? Aanvankelijk lijken we voornamelijk in de Inception trailer bezeild geraakt, maar daarna krijgt de luisteraar een tour langs zo ongeveer iedere film met een opzwepend dramatisch karakter. Slechts sporadisch komt de band er zelf aan te pas. The Grid werk goed als spoken word intro, maar duurt 96 seconden. The Son of Flynn heeft een mooie analoge elektrogroove zoals we die kennen van Delia Gonzalez & Gavin Russom, maar dat duurt alles bij elkaar ook maar 95 seconden. Ergens in het midden zitten zowaar de dansbare 104 seconden van Derezzed, maar daarvoor en daarna is het een volledig naamloze onderneming. Minder dan vijf minuten aan herkenbare Daft Punk is een aanfluiting. Het mag dan wel gemaakt zijn in opdracht van, maar dat is natuurlijk geen excuus als we denken aan de memorabele soundtracks van films als Blade Runner, Chariots of Fire, Aguirre of Merry Christmas Mr. Lawrence. Daarbij vergeleken is dit niveau muurbloempje.
OFF! – The First Four EP’s (Vice Records)
Op papier doet OFF! alles goed. Daar is Keith Morris van Black Flag en Circle Jerks, daar zijn de 16 nummers in 17 minuten, de referentie aan een punkklassieker in de titel en er is zelfs album art van die dekselse Raymond Pettibon. We zijn boos, hebben uiteraard last van depressie en vervreemding en panic attacks, en we willen eigenlijk die hele vervelende maatschappij maar eens een lekkere klap geven. Kut politie! OFF! is de punker die overal schijt aan heeft, maar stiekem langer voor de spiegel staat dan de gemiddelde Summer Darkness bezoeker. De hanenkam moet precies recht staan, de zorgvuldig toegepaste scheuren in de broek moet natuurlijk wel op willekeurige slijtage lijken. Zo droevig als een Iggy Pop die staat te verkondigen dat “my idea of fun is killing everyone” wordt het nergens, de band doet het zelfs heel behoorlijk, maar waar gaat dit eigenlijk nog over? Dat neemt echter niet weg dat fans van old school hardcore dit zullen opvreten. Er is eigenlijk ook heel weinig mis met de muziek an sich, en als OFF! toevallig in mijn achtertuintje staat te spelen zou ik daar helemaal geen problemen mee hebben. Met een jaar of vijftig in de botten zou het alleen realistischer zijn als ze over hypotheken en rugklachten zouden zingen, in plaats van een tijdsgeest op te zoeken die godzijdank allang achter ons ligt. Als ik het me goed herinner, hadden ze het toen namelijk juist helemaal niet naar hun zin. Cheer up mannen, Ronnie Raygunzz is allang dood.
Élément Kuuda – Flight (Brise-Cul Records)
De prachtige klanken van Élément Kuuda’s Christian Richer laten andermaal zien dat ambient en drone vaak onterecht worden weggezet als de meest simpele muziek die de mens kan maken. Minimalisme staat niet gelijk aan luiheid. Toen Mark Rothko volledig zwarte doeken maakte, was dat niet omdat hij een luie donder was of die dag er even de brui aan wou geven. Toch komt de bedenkelijke reputatie van deze genres niet helemaal uit te lucht vallen. Het probleem is dat sinds een jaar of tien elke malloot muziek kan maken op de computer, en helaas hebben veel te veel mensen het nodig gevonden om de weide wereld met al hun armzalige creaties lastig te vallen. Dan is het toch heerlijk om eens een fatsoenlijk album te horen, dat met veel goesting, kunde en oog voor detail gemaakt is. De Canadees Christian Richer levert met Flight twee zich langzaam ontwikkelende nummers af van 20 minuten. Depressieve donders zullen hier de melancholiek van een dode zomer in kunnen horen, en de sporadisch aanwezige positieveling zal er hoopvolle verwachting in vinden, want die ellendige winter kan toch niet voor eeuwig duren, en trouwens, schaatsen is ook best gezellig. Er drijven veel wolken voorbij in deze muziek, en vooral op het eerste nummer zijn de vogels nog niet naar het zuiden vertrokken. In een tijd waar iedereen met Hipstamatic mooie gruizelfoto’s kan maken, gaat Christian Richer liever aan de slag met een echte polaroid camera. In de context van geluid hebben we het dan over field recordings, analoge apparatuur en synthersizer. Flight van Élément Kuuda wordt aangeboden volgens het betaal wat je wilt principe op http://elementkuuda.bandcamp.com/album/flight, en is zonder meer een aanrader om deze donkere maanden mee door te komen. Op cassette heeft dit een editie van 60.
Clockcleaner – Auf-Wiedersehen EP (Load Records)
Deze vier nummers vol doem zijn de laatste klanken van een inmiddels overleden band. Een voortijdige dood, want op deze EP laat Clockcleaner veel meer rust en belofte zien dan ooit tevoren. De noise rock formatie, hier bijna onherkenbaar qua sound en diepgang, levert een half uur memorabele muziek af, en ze scoren doordat ze eindelijk eens niet keihard de bal het publiek in rossen. De muziek doet denken aan Swans, The Birthday Party en de nog altijd ondergewaardeerde Terminals, maar doet op geen moment voor deze iconen onder. Auf- Wiedersehen is zelfs alles wat de nieuwe Swans LP had moeten zijn. Something’s On Her Mind is hier het duidelijke hoogtepunt, waarbij ‘It’s all right, it’s okay, she has always been insane’ tot mantra wordt verheven. Er zijn niet veel platen die terecht een doodshoofd op de cover kunnen dragen – White Light White Heat is er één – maar Clockcleaner heeft er hun hele bestaan voor geknokt. John Sharkey is inmiddels begonnen met het post-punk darkwave project Puerto Rico Flowers, en luisterend naar de eerste paar singeltjes, mogen we ook daar veel van verwachten de komende tijd.