Het sneeuwde! Ook een beetje in het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Astral Kompakt, Bell Monks / Various Artists: Landnotes 1, Coilguns, Mount Eerie, The Rowan Amber Hill en Tarwater.
Jan Willem
Astral Kompakt – Goldader (lp, Tonzonen Records / Cargo / Creative Eclipse PR)
Astral Kompakt is een Duits trio dat al in 2017 is opgericht. De groep bestaat uit Roniel Müller (gitaar), Julian Wolff (drums, percussie) en Marc Faßbender (bas, synthesizer). Ze maken instrumentale muziek, die je wellicht onder de stoner rock zou kunnen scharen, zij het dat ze ook flink wat metal, blues en punk door hun geluid mixen. Dat blijkt ook op hun lp Goldader. Ze beginnen kalm en mysterieus en doen even aan de meer psychedelische periode van Pink Floyd denken. Die associatie verdwijnt als gauw als de harde gitaarsounds hun intrede doen. Het is een opbouw die je ook wel bij Neurosis terug hoort. Daarna krijg je ook stoner, metal en psychedelische muziek, die je stevig in de houdgreep weet te nemen. Ze weten mooi te variëren met zowel de diverse genres, waar ze de grenzen vaak van negeren, als met het hard en zacht en tevens met de meer vintage als hedendaagse sfeer. Naast eerder genoemde namen moet je Black Sabbath, Sannhet, Electric Wizard en Sleep ook in het achterhoofd nemen. Daarmee leveren ze een sterk en afwisselend album af.
Bell Monks – Watching The Snow Fall (cd, Wayside & Woodland Recordings)
Various Artists: Landnotes 1 (cdr & zine, Wayside & Woodland Recordings)
Een album op Wayside & Woodland Recordings, een label dat in 2006 is opgericht door epic45 leden Ben Holton en Rob Glover, is altijd de moeite om even te beluisteren. De output bestaat veelal uit landerige en uiterst melancholische prachtmuziek, waarbij de genres nog wel eens verschillen maar dikwijls om de post-rock, ambient en folk circuleren. Het Amerikaanse duo Jeff Herriott (zang, Wurlitzer, synthesizers, gitaar) en Eric Sheffield (gitaar, bas, drums, synthesizers) debuteren er nu als de Bell Monks met hun album Watching The Snow Fall. Hierop brengen ze 7 heerlijk pastorale songs. Het zijn serene elektro-akoestische amalgamen geworden, die doordrenkt zijn met een fijne melancholie. Naast de genoemde genres die het label (onder meer) rijk is, roeren ze zich ook in de droompop, slowpop, dreamgaze en minimal music. Ze weten er continu een narcotiserend en troostvol geluid te produceren. Daarbij moet je het zoeken in de hoek van At The Close Of Every Day, Hood, The White Birch, epic45, Sylvain Chauveau en The Declining Winter. Veel mooier dan dit krijg je het niet zo vaak.
Op datzelfde label is tevens de compilatie Landnotes 1 verschenen. De cdr met de look and feel van een gewone cd, is gestoken in een fraai A5 formaat boekje van 50 pagina’s in kleur. Hierin vind je naast foto’s van landschappen en stadsgezichten met het thema ‘schoonheid vinden in het verlaten en verlatene’ en (aankondigingen van) releases tevens verhalen. Dat thema is ook terug te vinden bij de deelnemende artiesten, die bestaan uit labelgenoten of vrienden van het label, die een in bijna 55 minuten 15 tracks afleveren. Er staan albumtracks, al dan niet nog te verschijnen, plus exclusieve tracks op. Als het enkel dat laatste had betroffen was het nog extra van meerwaarde geweest. Maar eerlijk is eerlijk, het is echt een fraai totaalkunstwerkje geworden. Wellicht een mooi start voor een langlopende serie?
Coilguns – Odd Love (cd, Humus / Epicerie Libre)
In 2011 kwam het Zwitserse Coilguns van de grond, toen de leden nog in New York woonden, die dan al een achtergrond in diverse hardcore, dark pop en metalbands. Coilguns is eigenlijk willekeurig begonnen, maar is door de jaren heen in Zwitserland toch uitgegroeid tot een hechte groep. Ze laten doorgaans een stevig geluid horen, dat ergens tussen math rock, hardcore en noise zit. De groep is sinds de oprichting maar op één plek veranderd en bestaat tegenwoordig uit Louis Jucker (zang, gitaar), Kevin Galland (bas, synthesizers), Luc Hess (drums, percussie) en oprichter Jonathan Nido (gitaar, zang). Ze bezegelen hun liefde voor muziek nu met het nieuwe album Odd Love, dat uitgebracht is op het eigen Humus label. Hierop krijg je op 11 tracks, die weer behoorlijk luid door de genoemde genres grasduinen, al bouwen ze ook meer bezinnende stukken in. Daar volgen dan vaak weer heerlijk verpletterende, strakke uitbarsting op. Zanger Jucker kan daarbij aardig uithalen, op de Chino Moreno en Marilyn Manson achtige manier, zij het dat hij op de zachte momenten wel eens aan Robert Smith doet denken. Het is in elk geval geen dichtgeschreeuw geheel. De muziek beweegt zich daar net zo soepel doch luid omheen. Het is pakkend, spannend, vol uiteenlopende emoties en gevarieerd en steekt daarnaast gewoonweg steengoed in elkaar. Je vindt ze ergens op het snijvlak van Oathbreaker, Cult Of Luna, Chat Pile, Ventura, Korn, Deftones en We Made God. Niet moeilijk om voor zo’n album te vallen!
Mount Eerie – Night Palace (2cd, 7 e.p.)
Philip William Elvrum (of Elverum) begon ooit in 1996 met het spraakmakende The Microphones, om van 2004 onder meer als Mount Eerie naar buiten te treden. Altijd met verrassende mix van slowcore, avant-garde, post-rock en folk. Wanneer iets verschijnt is ook altijd verrassend, want aan marketing doet hij niet en dus is een nieuwe release er altijd gewoon ineens. De laatste albums A Crow Looked At Me (2017) en Now Only (2018) draaiden om het verlies van zijn in 2016 overleden overleden vrouw Geneviève Castrée (Woelv, Ô Paon). Op intense wijze zingt hij over de liefde voor haar en het verlies en neemt hij je mee in het rouwproces. De kraaien kijken nog steeds mee, maar hij staat op om weer over zaken te schrijven die niet alleen over hem gaan. Dat heeft allemaal wel even op zich laten wachten, maar nu is het album Night Palace een feit. Een dubbelalbum meteen, met 16 tracks van samen 41 minuten op de eerste en 10 tracks van bij elkaar zo’n 40 minuten op de tweede schijf. Het is een heerlijk grillig album geworden met variatie in de lengte van de songs, maar ook de muziek die van stemmig naar heel venijnig kan gaan. Dat zonder dat het chaotisch wordt. De oude Mount Eerie vermengd met een dosis verdriet, maar wel met de blik weer gericht op de toekomst en het ravijn achter zich latend. Althans zo lijkt het. Als het verdrietig is, dan is het wel intens, maar het vergt allemaal minder van je als luisteraar. Hij mengt er ook veel wind- en andere natuurgeluiden doorheen, die voor bijzondere ambientachtige effecten zorgen. Naast zijn eigen zang hoor je ook één keer geneurie van Geneviève. Hij zal haar altijd wel bij zich dragen. De tweede schijf is veelal wat stevige en constanter dan de eerste, maar sluit er volledig bij aan. Het is weer een magistraal album geworden.
The Rowan Amber Hill – Recycle: One (cd, Miller Sounds)
Naast werk onder zijn eigen naam maakt de Britse singer-songwriter Stephen Stannard ook muziek in de projecten Meadowsilver, Making Tea For Robots, Rowan : Morrison en The Rowan Amber Mill. Met dat laatste project heeft hij sinds 2009 al zo’n 7 albums uitgebracht. Deze zitten ergens in de alt-folk, witchfolk en folkadelica hoek. Hij brengt nu Recycle: One uit, waarop je nummers vind van projecten die niet tot volle wasdom zijn gekomen of die gewoon niet bij een bepaald album pasten. De afzonderlijke nummers hierop zijn wel af en hij vond het te leuk om op de plank te laten liggen. Daar kan ik hem enkel gelijk in geven. Hoewel de 8 tracks niet per se bij elkaar horen, vormen ze toch een coherent geheel. De muziek is helder, maar rijkelijk gedetailleerd en van een prettige melancholie. Of het recyclen van muziek ook beter voor het milieu is betwijfel ik, maar de hoes van gerecycled materiaal zeker wel. En ook de artwork en omslagillustratie, want die is gebaseerd op details uit “De Tuin der Lusten” (1510) van Jheronimus Bosch. Het heeft hoe dan ook een wonderschoon album opgeleverd, dat liefhebbers van onder meer David Colohan, The Legendary Pink Dots, The Owl Service, The Hare And The Moon, Sand Snowman en Meadowsilver ook wel aanspreken.
Tarwater – Nuts Of Ay (cd, Morr Music / Konkurrent)
Een band die me keer op keer weet te verrassen met echt volslagen unieke muziek is het Duitse Tarwater. Ik volg ze al sinds 1996 en ze hebben echt een soort status aparte, in de positieve zin. Het duo Bernd Jestram (Rats Live On No Evil Star) en Ronald Lippok (samen met broer Robert ook in Ornament & Verbrechen, Whitetree (met Ludovico Einaudi) en To Rococo Rot) beweegt zich altijd op eigengereide wijze door het post-rock landschap, waarbij ik dan doel op de meer elektronische variant. Maar ze voegen daar meestal van alles en nog wat aan toe. Na een hiaat van 10 jaar zijn ze eindelijk terug met hun dertiende album Nuts Of Ay. In bijna 39 minuten serveren ze 12 nieuwe tracks, die lekker in het gehoor liggen en toch op detailniveau complex in elkaar steken. Met veel vernuft weten ze op downtempo wijze stemmige songs te creëren, die je ongemerkt meezuigen in hun bijzondere en subtiel gedecoreerde wereld. Ze maken gebruik van teksten van John Lennon, Derek Jarman, Milber Place, Jaan Kenbrovin, Shane McGowan en een traditional. Daarbij mogen ze nog op muzikale inbreng rekenen van Alva Noto, Schneider TM, Lars Rudolph en Masha Qrella. Het levert al met al één van hun meest meeslepende, gloedvolle, dromerige en tevens meest uitgebalanceerde albums op. Wat een intrigerende pracht!