Is er iets met Qatar ofzo? Enfin, de wereld draait door. Oh nee, de albums draaien wel veilig door in het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Gaye Su Akyol, Giulio Aldinucci, Pete Astor, Baul Meets Saz / Manush Music Vol. 1, Aret Madilian, Souad Massi, Menace Ruine, Seabuckthorn, To Move, To Rococo Rot, The Unthanks, Weyes Blood en Various Artists: Revenge Of The She-Punks.
Jan Willem
Gaye Su Akyol – Anadolu Ejderi (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Anadolu Ejderi, ofwel de “Anatolische draak”, is het vierde album van de Turkse, uit Ístanbul afkomstige zangeres Gaye Su Akyol. Voordat ze in 2014 haar solocarrière start, heeft ze nog deel uitgemaakt van de psychedelische rockband Seni Görmem İmkansız. Dat psychedelische aspect heeft ze wel vastgehouden in haar eigen muziek, waarbij ze naar eigen zeggen zowel beïnvloed is door Selda Bağcan en Müzeyyen Senar als Nick Cave, Joy Division, Sonic Youth, Einstürzende Neubauten, Jefferson’s Airplane, Nirvana en surfmuziek. Ze laat op haar albums dan ook bepaald geen alledaags geluid horen, maar zoekt graag grenzen op en gaat daar ook dikwijls overheen. Dat is al helemaal het geval op haar nieuwe album, waar ze in een krappe 43 minuten 11 tracks lanceert. De basis bestaat nog altijd uit Turkse psychedelische en traditionele muziek, maar dat combineert ze met elementen uit flamenco, surf, reggaeton, jazz, stonerrock, postpunk en grunge. Verwacht daarbij geen aardverschuivingen, maar wel een meer avontuurlijk en meeslepend geluid, dat je niet eerder van haar gehoord hebt. Eigenlijk weet Akyol keer op keer te verrassen met haar eigengereide visie op muziek. Haar muziek is naast het gebruikelijke gitaar-, bas- en drumtrio ook gecreëerd met viool, oud en traditionele Turkse instrumenten als electro baglama, cümbüş, sazbüş. Ze gaat als een raket, maar is zoals ze zelf aangeeft nu terug met een meteoor van verse Turkse psychedelica, versmolten met haar eigen muzikale en filosofische reis gekruid met dans, pijn, hoop, bloed, zweet, tranen en vol met kuddes wilde paarden; ja laat het vooral ook een tikje psychedelisch blijven. Maar het blijft een fijne combinatie van traditie en toekomst. Akyol levert een betoverend album af vol wereldmuziek en toch onaardse pracht.
Giulio Aldinucci – Real (lp, Karlrecords)
De Italiaanse muzikant of beter gezegd geluidskunstenaar Giulio Aldinucci is zijn muzikale al aan het begin van deze eeuw gestart met Obsil, waarmee hij van 2001-2011 muziek maakte die het midden houdt tussen glitch, neoklassiek, ambient en experimentele muziek. Daarna gaat hij onder zijn eigen naam verder met muziek, die daar wel in het verlengde van ligt, zij het op iets duistere en meer tot de verbeelding sprekende wijze. Aldinucci weet een hoge productie te koppelen aan hoge kwaliteit en brengt zijn muziek uit op innovatieve en prestigieuze labels als als Dronarivm, Time Released Sound, Home Normal, Eilean Rec, Moving Furniture, Midira en Karlrecords. Hij zoekt veelal het spannende midden tussen dark ambient, drones, glitch, noise en neoklassiek, maar weet iedere keer weer te variëren met deze elementen. Dat komt omdat hij zich iedere keer laat inspireren door de observaties van en reflecties over de samenleving van het moment waarop hij aan het componeren slaat. En dat is in de huidige tijd altijd roerig en veranderlijk. Voor zijn nieuwe album Real staan de digitale media waarmee we leven centraal. Deze vormen en definiëren de werkelijkheid door deze te filteren en soms ook veranderen, waardoor we het persoonlijke en unieke soms niet meer zien. Hij heeft hier diverse geluidslagen op elkaar gestapeld, die afwisselend bestaan uit drones, veldopnames, ambient, elektronische experimenten en effecten, aangedikt met (gesamplede) hemelse stemmen en haast sacrale muziek. Daarmee weet hij je bij de strot te grijpen en tevens juist even uit de realiteit weg te halen, maar dan wel met zijn eigen emotioneel geladen signatuur. Dat maakt het persoonlijk, uniek en door de hoge dichtheid van het geluid ook intiem. Maar bovenal is dit weer een hallucinerend mooi meesterwerk.
Pete Astor – Time On Earth (cd, Tapete Records / Mutante-inc)
Pete of eigenlijk Peter Astor is een Britse muzikant, schrijver en docent. Hij draait al bijna 40 jaar lang mee in de muziekindustrie. Naast diverse soloalbums, die hij sinds 1990 onregelmatig naar buiten brengt, heeft hij ook al muziek uitgebracht op diverse labels met groepen als The Loft, Ellis Island Sound, The Wisdom Of Harry en The Weather Prophets. Time On Earth is alweer zijn tiende soloalbum, waarop hij zijn motto “minder is meer” waarmaakt. Hij beschikt over zo’n tijdloze warme stem, dat hij je meteen weet in te pakken als een vertrouwde deken. Hij wil met deze muziek een doel geven aan het leven.. Daarbij werkt hij samen met multi-instrumentalist Ian Button (Wreckless Eric, Death in Vegas, Papernut Cambridge) op drums, bassist Andy Lewis (Spearmint, Paul Weller), gitarist Neil Scott (Everything But The Girl, Denim) en Sean Read (Dexys, Edwyn Collins, Rockingbirds), die het album opnam en produceerde. Astor laveert soepel tussen indierock, melancholische pop en folk, waarbij de muziek dikwijls doet denken aan een mix van The Triffids, Mist, The Chills, Felt, Epic 45, The Housemartins en Robert Forster. Dat levert een heerlijk nostalgisch album op, dat de tijd op aarde zeker waard is of in elk geval extra de moeite waard maakt.
Baul Meets Saz – Banjara (cd, Uren Production / Xango Music Distribution)
Various Artists – Manush Music Vol. 1 (cd, Uren Production / Xango Music Distribution)
Een verbindende spil in de wereldmuziek is toch wel de in België geboren Turkse muzikant Emre Gültekin (saz, zang, percussie), die zoveel grens overstijgende albums gemaakt met artiesten uit de hele wereld. Albums met Joris Vanvinckenroye/ Wouter Vandenabeele/ Ertan Tekin, Vardan Hovanissian, Guo Gan, Gültekinler (met zijn vader en broer), Talipler, Blindnote, Refugees For Refugees en als gastspeler bij Pinhan Trio en Levent Yıldırım zijn daar sterke voorbeelden van. Sinds 2018 is daar ook het trio Baul Meets Saz bijgekomen, die dan hun debuut Namaz hebben uitgebracht, hetgeen Turks is voor “gebed”. Naast hemzelf bestaat deze groep uit de Indiase muzikanten Malabika Brahma (zang, percussie) en Sanjay Khyapa (dubki, gitaar, bendir, oud, rebab). Baul verwijst naar de rondtrekkende muzikanten uit India, Bangladesh en West Bengalen, die een sociaal en religieus afgezonderde groep vormen en voornamelijk bestaan uit Vaishnava-hindoes en soefi-moslims, waar Malabika en Sanjay ambassadeurs van zijn geworden. De mystieke muziek van de Baul staat sinds 2005 ook op de “Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid”. Het saz-deel in de naam is helder denk ik. Op gepassioneerde wijze weten ze de beide culturen te doen versmelten, alsof het altijd zo heeft gehoord. En in feite zou het ook altijd zo moeten zijn dat culturen niet botsen maar matchen dan wel elkaar aanvullen. Op dat laatste snijvlak gebeurt namelijk ook zo vaak iets moois. Dat toont het drietal wederom aan op hun tweede album Banjara dat Hindi voor “nomade” is, hetgeen ook weer verwijst naar de cultuur van de Baul. Ze krijgen hier hulp van Vardan Hovanissian (duduk), Annemie Osborne (cello) en Jean-Philippe De Gheest (drums). In bijna een uur serveren ze 7 nieuwe tracks, waarvan één live gespeeld op het Ethno Port Poznan Festival uit 2019. Op weergaloze wijze brengen ze hier allemaal tradities samen, die daardoor eigenlijk op elkaar overstijgende wijze tot een soort moderne muziek verworden. Het is mysterieus, meeslepend en van een onthaastende en overdonderende schoonheid. Wat zou de wereld er mooier uitzien als iedereen op een dergelijke wijze met elkaar om kon gaan. Dat is vermoedelijk enkel toekomstmuziek, waar deze drie in elk geval op wereldse wijze een bijdrage aan leveren.
Bovenstaande release is uitgebracht op het Franse label Uren Production, dat als motto “Des artistes géniaux, une musique sans frontière”, ofwel “briljante artiesten, muziek zonder grenzen” heeft. Dat is een geweldig streven en dat maken ze ook keer op keer waar met muzikanten afkomstig uit de hele wereld. Ze presenteren nu het album Manush Music Vol. 1 dat het midden houdt tussen een compilatie en een project van labelgenoten, zoals This Mortal Coil dit ooit was op 4AD; zij het dan dat dit nieuwe album artiesten met wereldmuziek belicht. De subtitel van het album is “a music journey without borders…”. Artiesten uit Frankrijk (Brice Soniano), India (Malabika Brahma, Sanjay Khyapa), Turkije (Lütfü Gültekin, Meftuni Topçu, Nilgün Aksoy, Ertan Tekin, Gülçiçek Bakır, Emre Gültekin, labelbaas Eren Üren), Senegal (Moussa Niang), Armenië (Vardan Hovanissian), Spanje (Efren Lopez), Marokko (Hicham Bilali) en België (Véronique Gillet, Jean-Christophe Renault, Raphaël De Cock, Françoise Massot) smeden hier gezamenlijk in verschillende samenstellingen en met een breed arsenaal aan instrumenten hun muziek, waarbij vele culturen op ongeforceerde wijze samensmelten. Het is alles waar het label voor staat en dan ook op schitterende wijze uitgevoerd. Inderdaad muziek zonder grenzen, om ook grenzeloos van te genieten.
Aret Madilian – The Abbey Project (cd, TTO Records)
Officieel is Deleyaman een Frans-Amerikaans project dat in 2000 opgericht is door de Grieks-Armeense Amerikaan Aret Madilian. Deze multi-instrumentalist, die via vele omzwervingen in Frankrijk terecht komt, completeert de groep met de Franse zangeres Béatrice Valantin en de Frans-Armeense duduk-speler Gerard Madilian. Ze hebben acht albums uitgebracht, waarop ze veelal een mooie en wereldse hybride van neo-folk, wave, post-punk, avant-garde en chansons laten horen. Aret werd onlangs uitgenodigd om de soundtrack te schrijven voor de eerste editie van een multicultureel kunstfestival “Étonnantes Abbayes The Normandie”, dat van 26 oktober tot 1 november 2022 heeft plaatsgevonden in 14 abdijen verspreid over Normandië. Het thema was “stilte”. De muziek is nu in een gelimiteerde oplage onder zijn eigen naam verschenen op de cd The Abbey Project. In bijna drie kwartier laat hij 10 stukken het licht zien, waarbij Aret (piano, keyboards) bijgestaan wordt door Artyom Minasyan (duduk, tav shevi, plul), Pierre Baillot (oud, sopraansaxofoon, bansuri), Madalina Obreja ((alt)viool), Eric Plandé (tenor en sopraansaxofoon, fluit) en tevens Béatrice Valantin (zang). Het geluid is nooit ver van zijn moederband vandaan, maar is hier wel meer werelds en filmisch, waar ook meer klassieke elementen aanwezig zijn. Bij vlagen is het haast sacraal, wat gezien de entourage waar het zich allemaal afspeelt ook wel toepasselijk is natuurlijk. Het is een mysterieus, majestueus en machtig mooi album geworden!
Souad Massi – Sequana (cd, Backingtrack Production)
De inmiddels 50-jarige Algerijnse zangeres Souad Massi (سعاد ماسي), uit het Kabylische deel van dat land, heeft al menig prachtalbum uitgebracht vol droefgeestige singer-songwritermuziek, die een mix is van Algerijnse folk, desert blues en andere wereldse muziek. De al jaren in Frankrijk woonachtige zangeres heeft Arabisch-Andalusische en algemene klassieke muziek plus muziektheorie gestudeerd, hetgeen altijd wel op de één of andere manier in haar muziek terugkomt. Massi vindt (terecht) vrijheid van meningsuiting heel belangrijk, hetgeen na diverse doodsbedreigingen, ook de reden is geweest om haar vaderland te verlaten: Stil blijven zou betekenen dat de terroristen hebben gewonnen en dat alle intellectuelen die ze hebben vermoord, voor niets gestorven zijn”, zo stelde ze eerder al. Nu hou ik zelf het meest van haar meer ingetogen muziek, zoals op haar eerste drie albums, maar is ook de rest is van een prima niveau. Op het nieuwe album Sequana grijpt ze weer meer terug naar haar beginperiode, maar combineert dat wel met allerlei nieuwigheden en elementen van haar laatste drie albums. Dat maakt dat ze weer op allerlei andere gebieden uitkomt, waaronder samba en rock. Daarnaast brengt ze bijvoorbeeld ook een verbluffende Franse versie van de Nine Inch Nails-song “Hurt”. Ze mag naast een vaste begeleiding van zes muzikanten op diverse gitaren, conga’s, cajon, shakers, koebel, surdo, darbuka, riq, bedir, handgeklap, viool, banjo en mandoline ook rekenen op 9 gastmuzikanten op zang, diverse gitaren, fluit, cello, altviool, violen, bendir, kalebas, Moog en drums. Dat alles maakt dit haar meest veelzijdige album tot nu toe en één die zowel de oude als nieuwe fans zal aanspreken.
Menace Ruine – Nekyia (cd, Union Finale)
Menace Ruine is het langlopende Canadese project van Geneviève Beaulieu (Preterite) en S. De La Moth (SÉVÈRE), die samen tevens als M.O.R. naar buiten treden. Ze brengen naast zang diverse instrumenten voor hun rekening. Ze hebben sinds 2007 al 6 albums uitgebracht, waarop ze drones, dark ambient, avant-garde, black metal en folk op totaal eigenzinnige wijze met elkaar mixen. Daarbij fungeert de zang van Geneviève altijd als een soort lichtbaken in de duisternis. Ze zijn terug met Nekyia, wat zoiets betekent als “en morgen” en in de Griekse oudheid een cultuspraktijk was; een ritueel waarbij geesten werden opgeroepen en ondervraagd over de toekomst. Necromantie als thema voor de muziek belooft al zware kost en dat klopt ook eigenlijk wel bij dit nieuwe album, dat weer het midden houdt tussen de genoemde genres. De zang laveert soepel tussen de metalige gitaarmuren, waarbij drone en folkelementen voor fraaie variaties zorgen. Als je hun muziek beluistert ben je echt even helemaal weg van de kaart en begeef je jezelf in een gitzwart vacuüm vol prachtige geluiden, die allen evenredig op je neerdalen. De scherpe contrasten in de muziek zorgen dat de rillingen soms over je lichaam rollen; in de positieve en soms ook enge zin van het woord. Ze klinken grofweg als Faun Fables en Myrkur meets Sunn O))) en Pain Teens. Een geweldig album van een groep, die blijft verbazen in uitersten.
Seabuckthorn – Of No Such Place (cd, Laaps)
Seabuckthorn is sinds 2008 het geesteskind van de Britse gitaarvirtuoos Andy Cartwright, die er ook het project Mt Went op nahoudt. Hij brengt veel op cd-r uit en dikwijls ook op de kleinere, maar uiterst sympathieke labels als Bookmaker, Dead Pilot, Eilean Rec, Lost Tribe Sound, Fluid Audio, maar weet toch een breed publiek aan te boren. Met veelal enkel gitaren schept hij intrigerende composities, die tot de verbeelding spreken. Ook heeft hij als eens samengewerkt met Loscil. Op zijn nieuwe album Of No Such Place, uitgebracht op het innovatieve Laaps, brengt hij gitaren, veldopnames, klarinet, handpan, cimbalen en effecten in stelling om zijn creaties mee te maken. Tevens mag hij in 5 van de 11 tracks rekenen op contrabassist Phil Cassel. Het maakt dat zijn muziek naast de folk en avant-garde dikwijls richting de ambient, drones en neoklassiek koerst. Hij weet hier weer op filmische wijze te biologeren met muziek waar liefhebbers van Loscil, Richard Skelton, øjeRum, Vieo Abiungo en Matthew Collings wel raad mee zullen weten. Het is een prachtig contemplatief album geworden.
To Move – To Move (cd, Sonic Pieces)
Het Berlijnse Sonic Pieces label blinkt sinds de oprichting in 2009 uit in muziek die zich afspeelt op het kruispunt van avant-garde en hedendaagse, neoklassieke muziek en dan vaak op vrij minimale wijze. De groep die daar helemaal bij aansluit is het trio To Move, dat bestaat uit pianisten Anna Rose Carter (Moon Ate The Dark, Dead Light) en Alex Kozobolis plus Ed Hamilton (Dead Light) die de elektronica brengt en hun gelijknamige debuut heeft geproduceerd en opgenomen. Zoals gewoonlijk op het label is het album weer gestoken in een schitterend handgemaakte cover door labelbaas Monique Recknagel. De drie Londense vrienden serveren hier 10 stukken, waarbij de pianoklanken de basis vormen. Hamilton manipuleert die vervolgens met analoge elektronica, wat een bijzondere uitwerking heeft. Je krijgt als het ware persoonlijke sepiakleurige schetsen, die vol heerlijke melancholie zitten. Het zijn dan ook geen terneergeslagen stukken geworden, maar waar de hoop als een schraal winterzonnetje doorsijpelt en in een enkel meer uptempo stuk zelfs helemaal doorbreekt. Liefhebbers van Otto A. Totland, Nils Frahm, Library Tapes, Hauschka en Sophie Hutchings kunnen hier hun hart aan ophalen. Na een half uur is het helaas alweer voorbij, maar dan heb je wel ontzettend veel magische schoonheid per vierkante seconde gehad. Schitterend kleinood!
To Rococo Rot – John Peel BBC Sessions 97-99 (cd, Bureau B / Mutante-inc)
Hoewel het in 1995 opgetuigde To Rococo Rot slechts bestaat uit drie muzikanten, is het toch in feite een supergroep. Deze bestaat namelijk uit bassist Stefan Schneider (ex-Kreidler, Mapstation, Music AM, September Collective, Hauntologists), gitarist/elektronicaspecialist Rober Lippok (Ornament & Verbrechen, Whitetree, B.I.L.L.) en diens broer, drummer en effectenman Ronald Lippok (Tarwater, Ornament & Verbrechen, Whitetree, Dakota Days). Tot hun uiteengaan in 2014 hebben ze menig album uitgebracht vol ludieke combinaties van elektronica, ambient, postrock, experimentele muziek, IDM en krautrock. Ze vielen daarbij nooit in herhaling. Dat is ook het geval als ze bij de legendarische John Peel (1939-2004) mogen aanschuiven. De fameuze John Peel Sessions lijken oneindig, hetgeen nu ook weer blijkt uit de nieuwe van To Rococo Rot, die voluit John Peel BBC Sessions 97-99 heet. Uiteraard bevat deze oude opnames, maar die zijn niet eerder verschenen. Ze doen een greep uit hun oeuvre en dat allemaal op geheel eigen wijze. Het leuke is dat ze hier meer spontaan en improvisatorisch te werk gaan en hun nummers in een geheel nieuw daglicht plaatsen. Het is goed om weer eens wat van hen te horen, want veel van hun projecten lijken stil te liggen. Dus dit is in alle opzichten een zeer welkome aanvulling op hun imposante discografie!
The Unthanks – Sorrows Away (cd, Rabble Rouser)
Ik ben al fan van The Unthanks voordat ze überhaupt bestonden, maar dat komt vooral omdat bandlid Rachel Unthank eerst vanaf 2005 met Rachel Unthank & The Winterset aan haar missie begint om hedendaagse Britse folkmuziek met enig historisch besef naar buiten te brengen. Na twee prachtige albums gaat ze met haar zus Becky, die ook al bij The Winterset zat, verder als The Unthanks. De groep heeft drie reguliere albums gemaakt en komt erna met de series “Diversions” (waar ze songs van Antony And The Johnson, Robert Wyatt, Molly Drake en anderen in een nieuw prachtig jasje steken) en “Lines” (waarbij naast de folk ook de poëzie en de rol van de vrouw centraal staat). In die laatstgenoemde verwerken ze gedichten van Lillian Bilocca (Part One) en Emily Brontë (Part Three) plus situaties van vrouwen uit de Eerste Wereldoorlog (Part Two) tot songs. Allemaal behoorlijk indrukwekkend en toch werd er reikhalzend uitgekeken naar weer eens een echt nieuw album. Welnu, die is er nu en heet Sorrows Away. Naast de zingende zussen bestaat de groep hier uit Chris Price ((contra)bas, gitaar, zang), Adrian McNally (piano, orgel, harmonium, zang), Niopha Keegan (viool, zang), Martin Douglas (drums) en Lizzie Jones (trompet). Daarbij mogen ze ook nog eens rekenen op een strijkkwintet met twee violisten, twee cellisten en een altvioliste. Allen weten de zinnenstrelende zang van de zussen prachtig in te lijsten in nieuwerwetse folkmuziek met een toefje jazz. Dat het allemaal zo vertrouwd klinkt kom enkel omdat ze al jaren een sterke en eigenzinnige sound in huis hebben, maar de arrangementen zijn hier wel echt van een hoog niveau. Dat maakt dit weer echt tot een bij de strot grijpend album.
Weyes Blood – And In The Darkness, Hearts Aglow (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Voordat de Amerikaanse singer-songwriter Natalie Mering doorbreekt als Weyes Blood, was ze al de bassiste van Jackie-O Motherfucker en liet vervolgens van zich horen als Weyes Bluhd en Weyes Blood And The Dark Juices. Vanaf 2014 is die toevoeging in de naam eraf en heeft ze dus simpelweg als Weyes Blood al drie prachtalbums afgeleverd. Ze levert doorgaans een heerlijk dromerige en soms gewoonweg narcotiserende mix van spookachtige singer-songwritermuziek, folk, psychedelische elementen, altcountry, lichte noise en allerhande experimenten. Daarbij kan ze leunen op haar prachtige bitterzoete zangstem, die het fraaie midden houdt tussen Mimi Parker, Lana Del Rey en Jarboe. Op haar nieuwe album And In The Darkness, Hearts Aglow heeft ze het feit dat technologie de aandacht verder van elkaar wegtrekt centraal staan en alle vragen en aanpalende onderwerpen die dit met zich meebrengt. Dat gaat van narcisme tot een steeds groter wordende isolatie van mensen. Dat heeft er vermoedelijk voor gezorgd dat dit haar meest warme en tegelijk melancholische album tot nu toe is geworden, waarbij de muziek wel aansluit bij haar vorige werken. Daarbij laat ze soms haast sacrale muziek horen. Ze krijgt hulp met arrangementen en op allerhande instrumenten, waaronder veel strijkers, maar ook synthesizerpartijen van Daniel Lopatin (Oneohtrix Point Never). Het is voer voor liefhebbers van Low, Marissa Nadler, Heidi Berry, Grouper, Karen Elson, Angelo Badalamenti en Chelsea Wolfe. Weyes Blood geeft een beetje licht in donkere tijden en doet dat op ongelooflijk mooie wijze.
Various Artists: Revenge Of The She-Punks (2cd, Tapete / Mutante-inc)
De geschiedenis van de punkmuziek wordt veelal door mannen gedomineerd, ook in boeken en documentaires. Feministe, muzikante, presentatrice en schrijfster Vivian Goldman vond terecht dat dit maar eens moest veranderen en schreef in 2019 het boek Revenge Of The She-Punks, met de ondertitel “A Feminist Music History from Poly Styrene to Pyssy Riot”. Hier belicht ze de vrouwelijke kant van de punk, die er natuurlijk ook altijd is geweest en misschien gevarieerder dan die van de manen. Daar is nu ook een door haar samengestelde compilatie van verschenen, die dezelfde titel draagt als het boek. Twee cd’s met de bekendere en ook minder bekende namen. Zo vind je er Au Pairs, X-Ray Spex, Crass, Malaria!, The Slits, Grace Jones, Patti Smith, Blondie, SleaterKinney, The Selecter, Shonen Knife, The Raincoats, Neneh Cherry en Vivien Goldman zelf, maar ook heel veel minder voor de hand liggende namen, zoals bijvoorbeeld het voor mij welbekende Tsjechische Zuby Nehty. Goldman heeft de muziek eigenlijk in 4 thema’s opgedeeld, te weten “Identity”, “Money”, “Love/Unlove” en “Protest”; die belichamen elk een ander aspect van het genre. Met 28 acts is deze compilatie natuurlijk niet compleet, maar biedt wel een fraai overzicht en inzicht in de veelzijdigheid van de vrouwelijke kant van de punkmuziek.