Zo gaat ie niet goed, zo gaat ie niet beter, alweer anderhalve meter! Met afstand ook weer de leukste muziek in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Poppy Ackroyd, Gontard, Have A Nice Life, Jessica Moss, Jan Swerts, Otto A. Totland en The Wirtschaftswunder (2x).
Jan Willem
Poppy Ackroyd – Pause (cd, One Little Independent / Konkurrent)
Het pianolandschap wordt tegenwoordig aardig onder de voet gelopen, ik zal geen schuldige aanwijzen (al weet ik die wel), waardoor ook sommige echt getalenteerde pianisten enigszins ondergesneeuwd raken. De Britse klassiek geschoolde muzikante Poppy Ackroyd, die overigens naast piano ook viool, pianino en harmonium speelt, weet zich wel altijd op eigenzinnige wijze naar de oppervlakte te werken. Ze heeft inmiddels 4 geweldige soloalbums afgeleverd en laat daarnaast van zich horen in de Hidden Orchestra Voor haar vijfde album Pause, hetgeen direct verwijst naar de pandemie, heeft ze enkel gebruik willen maken van hetgeen ze met twee handen kon bewerkstelligen. Ze had haar handen al vol aan haar eerste kind (zoon), die tijdens de pandemie geboren werd. Tijdens zijn slaap heeft ze gewerkt aan nieuwe muziek op, in, onder en boven de piano; als ze het maar met twee handen gedaan kreeg. En dat met uitzicht over de zee. Dus anders dan op haar vorige werken, is het hier enkel de piano die ze laat horen, maar dat is bepaald geen beperking in haar geval. Hoewel de muziek, die dikwijls heel snel gespeeld wordt, instrumentaal is, weet ze er een veelzeggend en tot de verbeelding sprekend geheel van te maken. Ze weet ook de meest wonderlijke geluiden naar boven te toveren, waardoor het een net zo fascinerend als luisterrijk is geworden. Voor liefhebbers van onder meer Lubomyr Melnyk en Ludovico Enaudi.
Gontard – Akene (cd, Ici D’Ailleurs)
Nicolas Poncet start samen met zijn broer in 2003 Le Minor Symphonic Orchestra, hetgeen een jaar later overgaat in het indierock duo Les Frères Nubuck. Vanaf 2012 gaat Nicolas verder als Gontard! en noemt hij zichzelf ook wel Nico Gontard. Na diverse albums in eigen beheer mag hij zijn muziek uitbrengen op het geweldige Ici D’Ailleurs label, dat al zoveel moois uit de Franse muziekscene heeft uitgebracht. Hierop laat hij doorgaans een verfijnde en nachtelijke mix horen van avant-garde, postrock, chansons, rock, jazz, wave, neoklassiek en spoken word, waarbij de nodige humor ook nooit ontbreekt. Akene is alweer zijn vierde album op het label. Hierop serveert hij 12 nieuwe tracks, die wel weer ergens tussen de genoemde genres uitkomen. Hij dikt zijn muziek verder aan met reggae, Barokke elementen en koorzang. Hij hult de muziek met enige regelmaat op rokerige wijze in jaren 70 sferen. Zelf brengt hij naast zang, wereldse sounds en diverse apparaten en wordt bijgestaan door muzikanten op gitaren, drums, percussie, piano, synthesizers, bas en koorzang. Het levert een afwisselend geheel op, dat soms uiterst nostalgisch en melancholisch is, maar op andere momenten ook uitgelaten. Daarbij passeren associaties Serge Gainsbourg, Diabologum, Dominique A., Noir Désir en Day One de revue. Gontard levert weer een zeer geslaagd en eigengereid album af.
Have A Nice Life – Deathconsciousness (2cd, The Flenser/ Enemies List Home / Konkurrent)
Het Amerikaanse duo Dan Barrett en Tim Macuga vormen in 2000 de band Have A Nice life. Hun full-length debuut Deathconsciousness verschijnt echter pas in 2008 in een kleine oplage op het Enemies List Home, dat gerund wordt door onder meer Barrett. Hierna verschijnen met steeds een redelijke pauze ertussen nog twee albums. Die eerste begint echter meer en meer een cultalbum te worden. Ik heb ooit de eerste cd-r gehad, maar die was in een erbarmelijke staat en het geluid gewoon niet best. Daarom is het fijn dat deze nu heruitgebracht wordt op het fijne The Flenser label. Het geluid klinkt hier nog altijd of het wat op de achtergrond plaatsvind, maar wellicht is dat wel bewust. Het zorgt namelijk wel voor een mysterieus vernis op de muziek, die verder op afwisselende wijze bestaat uit een kruisbestuiving van shoegaze, post-rock, indierock, new wave, ambient, noise en industrial. Het gaat daarbij van relatief luchtige naar gitzwarte muziek. Grof gezegd klinkt het alsof The God Machine, The Cure, My Bloody Valentine, Planning For Burial en The Body samen een album hebben opgenomen. Een onmisbaar meesterwerk!
Jessica Moss – Phosphene (cd, Constellation / Konkurrent)
Violiste, zangeres en geluidskunstenares Jessica Moss heeft vanaf in 2015 haar solocarrière opgetuigd. Daarvoor heeft ze al haar kunsten vertoond in Thee Silver Mt. Zion, Black Ox Orkestar en The Geraldine Fibbers. Verder is ze ook te gast geweest bij Sackville, Frankie Sparo, The Arcade Fire, Carla Bozulich, Vic Chesnutt, Big Brave, Daniel O’Sullivan, Oiseaux-Tempête en Zu. Op haar eerste album Pools Of Light (2017) laat ze een emotioneel geladen mix horen van drones, neoklassiek, ambient, folk en experimentele zang, met intense, immense en intrigerende pracht tot resultaat. Op het vervolg Entanglement (2018) gebruikt ze de kwantumtheorie als een metafoor voor het creëren van energetische verbindingen door esoterische processen. De output van haar muziek is heerlijk sereen en melancholisch en bestaat uit verstrengelingen van vioolpartijen, spaarzame zang, elektronica en van hoe dit alles zich in de ruimte verdeelt. Ook dit levert weer een machtig album op. Dat het allemaal nog grootser en meeslepender kan bewijst ze wel op Phosphene. Een fosfeen is een nawerkingsvlek die op het netvlies ontstaat nadat men in een lichtbron heeft gekeken; je ziet dus licht dat er niet (meer) is. Het verwijst naar een manier om uit de pandemie, lockdown, sociaal isolement en vaak verduisterde hoop te komen, waarbij ze stelt dat als je je vuisten maar hard genoeg tegen je ogen drukt er uiteindelijk vuurwerk is; licht dat er niet is. In de muziek gebeurt er ook iets dergelijks, want die is weliswaar zeer duister, maar toch ervaar je lichte momenten die er in feite nooit echt zijn. Haar viool vormt hier zoals vaker de basis, maar wordt dikwijls vervormd en van elektronica voorzien. Ze heeft er zeer beeldende, dramatische en tevens dreigende neoklassieke stukken van gecreëerd, die zo bij de betere thriller zouden passen. Ze vult haar neoklassiek aan met ambient-metal, drones, ruis en industriële elementen. Daarbij krijgt ze nog hulp op contrabas van Thierry Amar (Godspeed You! Black Emperor, Thee Silver Mt. Zion, Black Ox Orkestar, Molasses, Land Of Kush) en zanger Julius Lewy. Het is uiterst intens en expressief wat ze laat horen. Denk aan een kronkelende hybride van Julia Kent, Hildur Guðnadóttir, Sarah Davachi, Jóhann Jóhannsson, Christina Vantzou, György Ligeti en Stars Of The Lid. Een overdonderende klaagzang die z’n weerga niet kent. Haar allerbeste tot nu toe!
Jan Swerts – Oud Zeer (cd, Unday / N.E.W.S.)
In 2010 debuteerde de Belgische componist, pianist en zanger Jan Swerts op indrukwekkende wijze met het album Weg. Zijn muzikale reis voerde hem langs vervagende plekken, mensen uit zijn jeugd en eindigend in een doodlopende straat richting een begraafplaats (met adres en al in de titels van de nummers). Hierna volgen nog twee schitterende albums, waarop hij een eigenzinnige mix van neoklassiek, minimal music, ambient en folk laat horen, al dan niet voorzien van zijn fraaie falset zang. Op zijn zojuist verschenen vierde album Oud Zeer, na 5 jaar stilte, pakt hij de draad van zijn eerste album op en maakt hij een heus kerkhofalbum. Dat heeft niets lugubers, al klinkt het wellicht zo als je overdag hoogleraar aan de hogeschool bent en ’s nachts vaak over begraafplaatsen dwaalt. Toch is het geboren vanuit een fascinatie voor waar het verhaal eindigt. Daar waar de allerlaatste woorden in steen gekerfd zijn, waar herinneringen nog resten en waar de eindigheid tastbaar is. De albumtitel is voor meerdere interpretaties vatbaar, want het is zowel iets dat als idee al lang op de plank lag als het verdriet dat schuilgaat achter het feit dat iemand dood is. De titels van de tracks zijn ook ontleend aan de grafschriften. Uitgesmeerd over ruim 68 minuten brengt hij hier 10 pianotracks ten gehore, die weer ergens tussen de eerder genoemde genres uitkomen, zij het dat het veel kaler is dan op zijn vorige albums; misschien ook wel zo passend bij de dood. Hij mag rekenen op gastbijdragen van gitaristen Gianni Marzo (Isbells, Marble Sounds) en Kevin Imbrechts (Illuminine, Mosquito), kornetspeler Jon Birdsong (Black Flower, Beck, Calexico), drumster/zangeres Karen Willems (Inwolves), violisten Cédric Murrath (The Mob, Golden Symphonic Orchestra), Beatrijs De Klerck (Christina Vantzou) en Stefan Wellens, cellist Sam Faes (Scala, Kamino) en de strijkers van het Echo Collective. Ondanks deze inbreng, blijft het allemaal ingetogen en zorgen ze enkel voor de bloemen op de graven. Hij laat zijn emotioneel geladen zang spaarzaam los in sommige tracks en weet verder instrumentaal op veelzeggende wijze indruk te maken Ik denk dat liefhebbers van onder meer David Sylvian, Múm, Jonsí, Glacis, Wim Mertens, Nils Frahm en A Winged Victory For The Sullen hier wel raad mee weten. Het is een troostvol, bezinnend en wonderschoon album geworden. Een soundtrack voor de nacht, verdriet, pandemie en al het andere waar melancholie om de hoek (gaat) komt kijken.
Otto A. Totland – Companion (cd, Sonic Pieces)
Een piano album maken dat je echt in vervoering kan brengen valt nog niet mee. Deze week zijn er ook al twee prima andere pianowerken verschenen (zie boven). Maar als er één is die de diepste en gevoeligste vezel weet te raken dan is het de Noorse muzikant en componist Otto A. Totland wel, die voluit Otto Andreas Totland heet. Net na de eeuwwisseling begint hij als Supine aan zijn muzikale loopbaan. Maar ik leer hem pas kennen als hij samen met Miasmah labelbaas Erik K. Skodvin (Svarte Greiner, B/B/S/) het geweldige neoklassieke project Deaf Center start. Totland is eveneens terug te vinden in droefgeestige neoklassieke ambientproject Nest, dat hij er met Serein labeleigenaar Huw Roberts (Opiate, Guruyu) op nahoudt. In 2014 is Totland’s solodebuut Pinô verschenen op het prestigieuze Sonic Pieces label, waar unieke muziek en album artwork hand in hand gaan. Het blijkt de eerste van een drieluik te zijn. Zijn muziek bestaat hoofdzakelijk uit isolationistische en uiterst melancholische pianostukken, die op subtiele wijze fraai gelardeerd worden met omgevingsgeluiden, prettige ruis en veldopnames. In 2017 wordt het vervolg The Lost op hetzelfde label uitgebracht. Meer dan ooit probeert Totland hier te ontsnappen aan de dagelijkse hectiek en zoekt zijn toevlucht in de meer verstilde kant van het leven. Hij brengt zalvende en uiterst sobere, maar zoveel zeggende pianostukken, die je even uit de realiteit nemen en tot bezinning laten komen. Nu is hij terug met het derde deel, Companion geheten, die net als de vorige is opgenomen in de studio van Nils Frahm, ditmaal in zijn nieuwe. Zoals altijd gaat Totland intuitief te werk; zijn gevoel als leidraad. Een citaat van de Noorse filosoof Guttorm Fløistad lijkt wel van toepassing op zowel de muziek van Totland als de manier waarop we allemaal op weg zijn:
The only thing for certain is that everything changes. The rate of change increases. If you want to hang on, you better speed up. That is the message of today. It could however be useful to remind everyone that our basic needs never change. The need to be seen and appreciated! It is the need to belong. The need for nearness and care, and for a little love! This is given only through slowness in human relations. In order to master changes, we have to recover slowness, reflection and togetherness. There we will find real renewal.
Hij laat rijkere composities horen, door de toename van de aanslagen en snelheid, maar zonder dat fijne melancholische gevoel te verliezen. In de basis blijven sommige zaken dus hetzelfde, alleen de aankleding is iets anders. Op emotioneel geladen en invoelende wijze neemt hij je toch even weg van de wereld waar alles zo snel gaat. Als een goede vriend, die je ten alle tijden accepteert en steunt. Ik denk dat liefhebbers van Nils Frahm, Library Tapes, Max Richter en Erik Satie hier ook intens van kunnen genieten. Totland levert een tijdloos, ontroerend en bovenal wonderschoon sluitstuk van zijn trilogie af.
The Wirtschaftswunder – Salmobray (cd, Tapete / Mutante-inc)
The Wirtschaftswunder – Singles & Raritäten 1980-1981 (cd, Tapete / Mutante-inc)
De zogeheten Neue Deutsche Welle is eigenlijk het Duitse antwoord op de new wave stroming uit Engeland, maar wel met een eigen sound. Officieel bestaat deze stroming van 1979 tot ongeveer 1983. Bekende namen zijn Einstürzende Neubaurten, D.A.F., FSK, Grauzone, Xmal Deutschland, Der Plan, Malaria!, Liaisons Dangereuses, Palais Schaumburg en Sprung aus den Wolken. Maar er waren natuurlijk ook zat kleinere bandjes, die minsten zo goed waren. Zo ook bijvoorbeeld het in 1980 te Limburg and der Lahn opgerichte The Wirtschaftswunder. De groep kent een nogal internationale line-up met zanger Angelo Galizia uit Italië, gitarist Tom Dokoupil uit Tsjechoslowakije, toetsenist Mark Pfurtscheller uit Canada en de drummer Jürgen Beuth uit Duitsland. Ze debuteren in 1980 met hun album Salmobray, waarop ze een lekker dansbare mix van (post)punk, wave en abstracte synthpop laten horen. Dit album is op de dag van vandaag nog altijd uiterst genietbaar. Zoals vaker brengt Tapete Records schatten uit het verleden opnieuw uit, zo ook dit geweldige debuut dat nu na 41 jaar weer volop verkrijgbaar is.
In 1984 is de groep alweer uit elkaar gegaan, maar ze hebben indruk weten te maken. In totaal zijn er 4 albums uitgebracht en een handvol singles, waar lang niet alles op hun reguliere albums terecht is gekomen. Deze zijn nu allen gebundeld op het album Singles & Raritäten 1980-1981. Het album telt negen songs, waaronder de 4 van hun eerste single Allein (1980), 2 van de Television & Kommissar (1980) single met muziek voor de gelijknamige serie en nog drie nummers uit die tijd. Het toont eens te meer aan hoe geweldig die muziekstroming van destijds, hoe kort ook, is geweest. En dat er nog altijd bands te ontdekken vallen uit die periode, al zullen er genoeg mensen zijn die hier wel al bekend mee waren. Maar ik denk dat het zelfs voor de liefhebbers een fraai overzichtsdocument is geworden.