En dan is de beruchte Charles Manson dood. Moeten er allemaal bands hun naam aanpassen. Zo zijn er nu Marilyn De Neus, De Neus Family en Kasabineus. Wij hebben dan weer het neusje van de zalm in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Atamina, Michael Begg, Matti Bye, Hanne Hukkelberg, Martin Kohlstedt, Sven Laux, LAVALU, Moritz Von Oswald & Ordo Sakhna, R. Missing, August Rosenbaum, Sumie, Utro (Утро), Jozef Van Wissem en Yeah But No.
Jan Willem
Atamina – Sycophantic Friends (cd, Makkum Records / Xango Music Distribution)
Vorig jaar brengt het avontuurlijke Makkum Records al de compilatie This Is Kologo Power! (A Bolgatanga Ghana Compilation) uit, waarop diverse hedendaagse Ghanese muzikanten, waaronder King Ayisoba, de zekere Kologo Power ten gehore brengen. Het is een wat hardere vorm van Ghanese muziek, die je met name in het Noordoosten treft. Eén van de vernieuwende muzikanten uit die scene is Agong Atamina, die eigenlijk voor arts studeerde maar zijn hart liet spreken en koos voor de muziek. Hij bevindt zich in het circuit rondom King Ayisoba en als muzikant noemt hij zich simpelweg Atamina. Nu laat hij zijn debuut met de nogal cynische ondertoon Sycophantic Friends het licht zien. Hierop staan 9 tracks vol met die Kologo Power. Die power mag eigenlijk wel met hoofdletters, want hij zingt en speelt alsof zijn leven er vanaf hangt. Ik kan een glimlach niet onderdrukken als ik in de onesheet lees: “Atamina might as well be called the Sleaford Mods of West Africa…”. Maar het klopt ergens wel met zijn ongenuanceerde aanpak. Nu past dit ook wel bij de diverse onderwerpen, die hij te berde brengt. Deze gaan over de verrotte politiek, Boko Haram, de dood, plastic tassen, traditionele gezegden en foute vrienden (de sycofanten). Naast zijn recht in je gezicht zang brengt hij met allerlei instrumenten een geheel dat wel echt heerlijk uit de bocht vliegt. Je kunt bepaald niet stil blijven zitten bij deze heerlijk venijnige muziek. Ik heb zelden zo’n ijzersterk en leuk opzwepend album uit Afrika gehoord. Gaat dat horen!
Luister Online:
Sycophantic Friends (albumsnippers
Michael Begg – TITAN: A Crane Is A Bridge (cd, Omnempathy)
Ik kom voor het eerst in aanraking met de Schotse muzikant Michael Begg via het project Human Greed, dat al in 1999 gestart is. In het begin werkt hij veelvuldig samen met Deryk Thomas, waar vijf geweldige albums uit voortvloeien, die het filmische midden houden tussen experimentele en abstracte muziek, neoklassiek, folk en ambient. Daarnaast brengt hij ook drie werken uit waarop zijn eigen naam prijkt naast die van het project. Dit om de simpele reden dat de muziek past binnen het idioom van Human Greed, maar vooral van zijn hand komen. Daarnaast maakt hij deel uit Fovea Hex en 48 Cameras en heeft hij samengewerkt met Colin Potter en Chris Connelly. Vorig jaar komt hij naast een album met Human Greed en één met Fovea Hex, ook met één geheel onder zijn eigen naam. A Moon That Lights Itself, zoals het album heeft, zou je gekscherend dan als zijn debuut moeten duiden; maar dat klopt dus niet helemaal. Het is een werk in opdracht van de “Scottish National Galleries” om een werk te componeren rond de 19de-eeuwse Franse schilder Charles François Daubigny, die wel gezien wordt als de wegbereider voor het impressionisme. Het levert een abstracte mix van drones, veldopnames, elektronica en cello op, die spookachtig, meeslepend, tot de verbeelding sprekend, duiste en tevens van een bijzondere schoonheid zijn. Nu is Michael Begg gevraagd door de Cryptic organisatie om een nieuw werk voor elektronica, kabels, snaren en adem te componeren en te installeren. Cryptic presenteert de meest tot de verbeelding sprekende, innovatieve kunstenaars van vandaag, terwijl het creatieve talent van morgen wordt gevoed. Ze creëren gedenkwaardige ervaringen die het publiek moet aanspreken en inspireren. Dat doen ze onder meer met het Sonica festival, waarvoor Begg nu de cd TITAN: A Crane Is A Bridge heeft gecomponeerd. In 8 stukken van bij elkaar ruim 34 minuten laat hij een donkere mix horen van uiterst subtiele ambient, abstracte elektronische muziek en neoklassiek, die zich in het holst van de nacht lijkt af te spelen. Ik raad aan om dit alles met de koptelefoon op te beluisteren, want dan merk je pas echt de enorme impact van de muziek. Hij werkt met windharp, veldopnames, elektronica, drones, piano en effecten om zijn muziek vorm te geven. Ook al is de output veelal rustiek, de geluiden zijn soms best venijnig. Juist dat contrast maakt dit alles ook zo intens en biologerend. Liefhebbers van The Caretaker, Kyle Bobby Dunn, Deathprod, Stars Of The Lid, Celer, Arvo Pärt en Ben Frost doen er goed aan dit album eens tot zich te nemen. Het is een bij de strot grijpend en organisch geheel geworden, waar enkel Begg het patent op lijkt te hebben.
Matti Bye – This Forgotten Land (cd, Tona Serenad / Konkurrent)
Wellicht is het solowerk van de Zweedse componist/pianist Matti Bye (1966) helemaal aan je voorbij gegaan. Hij heeft nochtans sinds 2003 al 8 albums uitgebracht, waarmee hij veelal op zichzelf staande soundtracks maakt. Hij komt meestal in de neoklassieke hoek uit, maar incorporeert ook folk, rock en Americana in zijn muziek, die zich verder onderscheidt door zijn improviserende stijl. Hij brengt bij de strot grijpende muzikale stillevens. Misschien ken je wel andere projecten van hem als Hydras Dream (met Anna Von Hausswolff), Maailma (met Lau Nau) en het krautrock georiënteerde Walrus. Het is een ontzettend interessante en veelzijdige muzikant. Mocht je dit alles niet kennen is er geen man overboord, want dan stap je gewoon nu in bij zijn nieuwste cd This Forgotten Land. De elf composities van bij elkaar precies 34 minuten, die Bye (piano, celesta, Hammond orgel, elektronica) hier brengt, zijn verstild, breekbaar en behoorlijk mysterieus. Daarbij krijgt hij rugdekking van muzikale zaagspeler Leo Svensson (Walrus, Skogen, Erlend Vike Trio, The Tiny), toetsenist Joel Danell en John Hendriksson op draaitafels en sampler. Ondanks deze elektronische inbreng, is het vooral een neoklassieke aangelegenheid geworden, waarbij de rest van de instrumenten vooral zorgen voor de subtiele franje en de donkere ondergrond. Je kunt zijn muziek ergens plaatsen tussen Library Tapes, Dustin O’Halloran, Hauschka, Max Richter, Richard Skelton, Jóhann Jóhannsson en Nils Frahm. Er zit een heerlijke vintage gloed over dit alles, mede door de continue gruizige ruis die er doorheen gemixt wordt. Het levert werkelijk aan de grond nagelende pracht op.
Hanne Hukkelberg – Trust (cd, Propeller Recordings)
Vanaf 2005 laat de Noorse zangeres Hanne Hukkelberg om de twee à drie jaar een album het licht zien. Inmiddels zijn er vier verschenen. Hierop laat ze doorgaans een eigenzinnige mix horen van folk, future jazz, ambient, droompop en allerhande, goed doorwaadbare experimenten. Daar krijg je altijd haar bitterzoete, licht onderkoelde zang bij, hetgeen meestal voor een licht mysterieus geheel zorgt. Op haar laatste cd experimenteert ze wat meer, hetgeen het iets minder gemakkelijk in het gehoor ligt, maar wel zorgt voor de nodige diepgang. Het is maar liefst 5,5 jaar wachten op haar vijfde album Trust. Hukkelberg (zang, bas, percussie, drums, koorzang, synthesizers, programmering, piano, samples, orgel, veldopnames) trekt eigenlijk de lijn van haar vorige album door en maakt weer gebruik van diverse gasten op zang, metalritmes, fluitsynthesizer, drums, synthesizers, samples en orgel. Hoewel je met deze ingrediënten een behoorlijk experimenteel elektronisch album kunt maken, weet ze het toch binnen toegankelijke grenzen te loodsen. Daarbij gebeurt er ontzettend veel binnen elke vierkante seconde, maar is er nergens sprake van overdaad. Sterker nog, dikwijls is het nog best ingetogen, melancholisch en mysterieus. Aan de andere kant zit de vaart er ook goed in en is het nooit terneergeslagen. Op intrigerende, licht bevreemdende en hoopvolle wijze nestelt ze zich ergens tussen Bat For Lashes, Fever Ray, Stina Nordenstam, Rockettothesky, Susanne Sundfør, Emiliana Torrini en Planningtorock. Dat is het lange wachten meer dan waard.
Martin Kohlstedt – Strom (cd, Edition Kohlstedt / N.E.W.S.)
De mooiste vangst is soms de bijvangst. En bedoel ik niet uit de zee, maar de plaatjes die soms meereizen met andere promo’s. Zo kom ik ook in aanraking met de Duitse pianist Martin Kohlstedt, die in de neoklassieke en ambienthoek opereert. Hij debuteert in 2013 met Tag en komt een jaar later met Nacht. In 2015 wordt dat laatste album herbewerkt door onder meer Douglas Dare, Christian Löffler, Hundreds, Worm Is Green en FM Belfast. De muziek van Kohlstedt laat dan ook veel over aan de verbeelding en biedt ruimte om verder in te vullen. Dat geldt zeker voor zijn nieuwe cd Strom. Hierop brengt hij 9 intuïtieve stukken, die zoals altijd titels bestaande uit drie letter meekrijgen. Kohlstedt begint altijd met bezinnende, intieme pianostukken, waarbij je alle componenten van het instrument te horen krijgt. Naast de aanslagen ook het hamerwerk en eventuele bijgeluiden van het hout. Dat geeft je het gevoel alsof je er naast staat. Her en der bewerkt hij de muziek met elektronica of hoor je heel spaarzaam wat zang. Dat alles neemt je volledig uit de realiteit. Naarmate het album vordert neemt het in kracht toe en nemen de elektronica een prominentere rol in, die zelfs behoorlijk noisy vormen aannemen. Maar hij besluit dan weer met haast lucide muziek, waarbij de artiest naar de achtergrond is verschoven en de muziek de overhand heeft. Hij heeft het album dan ook grofweg in drieën verdeeld. Het persoonlijke begin van de eerste 3 composities, de oerdynamiek en kracht in de middelste 3 en het haast zwaartekrachtloze eind. Als luisteraar neemt hij je moeiteloos mee in deze intrigerende transformatie. Hoewel het nooit helemaal past, moet je het ergens tussen Nils Frahm, Peter Broderick, Douglas Dare, Erik Satie Lubomyr Melnyk, Library Tapes en Greg Haines zoeken. Zijn allerbeste en meest indrukwekkende album tot nu toe.
Sven Laux – Paper Streets (cd, Dronarivm)
Sven Laux is een Duitse DJ en producer, die vanaf 2011 digitale albums uitbrengt die ergens tussen techno, minimal music, house, ambient en experimentele muziek uitkomen. Op zijn eerste cd Paper Streets, uitgebracht op het prestigieuze Russische Dronarivm label, vaart hij echter een andere koers. Hier levert hij in ruim 48 minuten 8 composities af, die veeleer een hybride van ambient, neoklassiek, drones en minimal music zijn. Met tinten van viool, cello en piano, aangevuld met elektronica en effetcten, schetst Laux minimale, filmische klanklandschappen, waar mysterieuze wolken overheen drijven. Dit alles is net zo herfstig verschoten en regenachtig als de voorkant van de hoes. Kwetsbare, emotioneel geladen muziek, die je bij de strot weet te grijpen door de diepgravende, narcotiserende schoonheid ervan. Denk daarbij aan een dwarsdoorsnede van Alder & Ash, Olan Mill, Jóhann Jóhannsson, Bersarin Quartett, Deaf Center, Kyle Bobby Dunn en Jacaszek. Muziek vol contemplatieve en zinderende pracht. Een overdonderend meesterwerk.
LAVALU – Solitary High (cd, Solid Keys Records / It’s All Happening)
De in de VS geboren Arnhemse zangeres/pianiste Marielle Woltring opereert al wat jaren onder de naam LAVALU. Hiermee maakt ze samen met een band muziek, die een kruisbestuiving vormt van (free) jazz, trip hop, fusion en pop. Ze heeft drie albums uitgebracht en tevens de muziek voor het theaterstuk Het Pauperparadijs geschreven. Het roer moest maar eens om en ze besluit terug naar de basis te keren, ofwel muziek maken met alleen zang en de vleugel. Dat dit een uitstekende keuze is bewijst haar cd Solitary High, de eerste van een trilogie, wel. Ze levert 10 songs af, waarbij het pianowerk haar klassieke achtergrond verraadt. Qua zang pakt ze het op ingetogen wijze poppy aan, waardoor ze je eenvoudig meevoert met haar persoonlijke verhalen. Nu helpt het ook nog eens dat ze beschikt over een werkelijk fantastische, troostvolle stem. Ergens is de muziek doorspekt met melancholie, maar ze weet dit zo te brengen dat je eerder houvast en herkenning vindt dan dat het je droevig stemt. Maar de muziek weet wel te ontroeren en diepe snaren te raken. Ik denk dat ze hiermee vele harten zal weten te veroveren. Voor liefhebbers van zowel Nils Frahm, Erik Satie en Ludovico Einaudi als Tori Amos, Chantal Acda en Roisin Murphy. Het is zo overrompelend mooi, dat ze inderdaad op eenzame hoogte staat.
Moritz Von Oswald & Ordo Sakhna – Moritz Von Oswald & Ordo Sakhna (cd, Honest Jon’s / Konkurrent)
Voormalig en zeer gewaardeerd Subjectivisten-lid OMC is er op ons forum al vroeg bij met deze release van Moritz Von Oswald & Ordo Sakhna. Nu blijkt dat deze gelijknamige cd gewoon deze week ook bij de immer verrassende distributeur Konkurrent uitkomt. De Duitse producer, technomuzikant, multi-instrumentalist Von Oswald, die naast solowerk onder veel meer van zich laat horen in Basic Channel en Palais Schaumburg en tevens met Carl Craig en Nils Petter Molvær muziek uitbrengt, gaat nu een joint venture aan met de uit de hoofdstad Bisjkek van Kirgizië afkomstige groep Ordo Sakhna. Het land ligt voor de goede orde tussen Oezbekistan, Tadzjikistan, Kazachstan en China. Als je van RISK houdt, is dit een ideale plek. Ook muzikaal gezien komen er meerdere werelden op fraaie wijze samen, namelijk zowel die van de futuristische elektronica van Von Oswald als de meer traditionele muziek van het achtkoppige ensemble uit Kirgizië. Von Oswald brengt synthesizers, elektronica en percussie, terwijl de rest drums, kylak, cello, komuz, drums, zang, choor en mondharp in de strijd werpt (Google deze instrumenten maar eens). Als je niet beter weet heb je het vermoeden dat dit alles een mengelmoes is van Tuvaanse, Mongoolse en Westerse muziek. Neemt niet weg dat deze kruisbestuiving bijzonder goed en ongeforceerd uitpakt. Muziek die bewijst dat traditie en modernismen prima samengaan. Zwarte Pietendiscussies kunnen er een voorbeeld aannemen. Wereldmuziek in alle opzichten!
R. Missing – Unsummering (mcd, Talitres)
Het uit New York afkomstige duo R. Missing is een vervolg van de new wave/synthpopgroep The Ropes. Zangeres She Missing (Sharon Shy) en multi-instrumentalist He Missing (Toppy) brengen nu hun mini debuut Unsummering uit op het fijne Franse label Talitres. In de zes tracks die ze hier presenteren brengen ze een duistere maar toch zomerzwoele mix van new wave, synthpop en dark ambient. Daarbij is de bedwelmende zang wonderschoon en zalvend. Deze doet me wel denken aan Anka Wolbert in haar Clan Of Xymox tijd. Maar ook roept de muziek associaties op met Chelsea Wolfe, The xx, OMD en Mushy. Kortom, muziek vol nostalgie, melancholie en mystieke pracht. Het duurt bij elkaar slechts ruim 23 minuten, maar daarmee weten ze wel diepe indruk te maken. Een schitterend kleinood, dat put uit het verleden maar een grote belofte is voor de toekomst.
August Rosenbaum – Vista (lp/digitaal, Tambourhinoceros / Indigo / Believe Digital)
Hoewel de naam van de Deense componist/pianist August Rosenbaum wellicht niet bij iedereen een belletje zal doen rinkelen, is hij ruim 7 jaar bezig met het maken van onderscheidende muziek. Deze landt altijd ergens tussen jazz, ambient, downtempo en neoklassiek. Nu presenteert hij 13 nieuwe tracks op zijn album Vista. Het is wederom een blend van de genoemde stijlen, die op natuurlijke wijze bij elkaar lijken te horen. Zo hoor je nachtelijke jazz, die klinkt als Bohren Und Der Club Of Gore, maar dan voordat de schemer valt. Daarnaast hoor je ook heerlijke soul-jazz, die me aan Donald Byrd (with voices) doen denken. Hier mengt hij van alles doorheen; filmische orkestraties die wel wat weg hebben van Ryuichi Sakamoto en Angelo Badalamenti, subtiele postrockelementen refererend aan Talk Talk, sfeervolle blaaspartijen die wel wat van de filmmuziek van Miles Davis wegheeft. Met de elektronica zorgt hij voor de details en de nodige diepgang. Soms lijkt het allemaal wat glad en erg romantisch te worden, maar dan brengt hij er weer zoveel melancholie of interessante wendingen in aan dat het blijft boeien. Met een wonderschoon en eigenzinnig album als resultaat.
Sumie – Lost In Light (cd, Bella Union)
Soms zie je door alle draakjes het moois niet meer. Toch valt de Zweedse gitaardame Sandra Sumie Nagano, kortweg Sumie, meteen op in singer-songwriterland met haar gelijknamige debuut uit 2013. Haar stem heeft dat mysterieuze van 4AD-artiesten als Tarnation en Heidi Berry en zou zo in This Mortal Coil passen. Ze mag dan een laatbloeier zijn, want inmiddels dik in de 40, maar haar muziek floreert meteen. Het is niet veel artiesten gegeven dat met enkel een bitterzoete stem en akoestische gitaar zoveel kunnen brengen. Woorden die diep na echoën en tot in elke lichaamsvezel voelbaar zijn. Het duurt maar liefst 4 jaar eer het nieuwe Lost In Light er eindelijk is. Sumie (zang, gitaar) wordt hier begeleidt door Filip Leyman (bas, drums, piano, orgel, keyboards), Karl Vento (gitaar), Max Lindahl (trompet), Emma Strååt (altviool, viool), Kajsa Persson (cello), eenmaal Albert af Ekenstam (gitaar) en in de openingstrack en eerste single “Fortune” ook Peter Broderick (zang). Sumie brengt 9 nieuwe songs, die zodra ze begint te zingen je weer helemaal bedwelmen en aan de grond nagelen. Maar ook de muziek mag er wezen, want die houdt het prachtige midden tussen folk, altcountry, droompop, goudeerlijke singer-songwritermuziek met jazzy elementen. Meestal uiterst ingetogen, maar wel heel fraai ingekleurd met de diverse instrumenten. Denk aan een breekbare hybride van Agnel Obel, Linda Perhacs, Chantal Acda, Vashti Bunyan, Laura Marling, Tarnation en Nancy Elizabeth. Wat een betoverende pracht.
Utro – Third Album (mcd, Talitres)
Het Russische Utro (Утро) is opgericht door Vladislav Parshin, die ook met Motorama van zich laat horen. Overigens doen live en soms op de albums ook nog 3 andere van het vijfkoppige Motorama mee. Na het gelijknamige debuut uit 2010 volgt nog de mini Солнце / The Sun in 2015. Met Utro maakt Parshin venijnige en compromisloze post-punk, waarbij de gitaren na het debuut zijn ingeruild voor synthesizers. Dat doet niks af aan de opzwepende aspect van de muziek, die vuistdik in het verleden roert, maar dat wel heel erg goed doet. Dat geldt ook voor de nieuwe mini, die voor het gemak gewoon Third Album heet; hoewel deze ook wel naar Третий Альбом luistert. Hoewel het klinkt als een volledige band, prijkt enkel de naam van Parshin op de cd. In de 8 tracks van tezamen 26 minuten laat hij weer een smakelijke mengelmoes van new wave, synthpop, cold wave en post-punk horen. De muziek is behoorlijk donker, maar door het hoge tempo toch vooral erg pakkend. Daarbij hoor je heus wel invloeden van Joy Division, The Cure, Trisomie 21, OMD, Section 25, Modern English en uiteraard ook wel Motorama. Heel fijn kleinood weer!
Jozef Van Wissem – Nobody Living Can Ever Make Me Turn Back (cd, Consouling Sounds / Rarely Unable)
Sinds het begin van dit millennium brengt de Nederlandse avant-garde componist en Barokke luitspeler Jozef Van Wissem zijn muziek naar buiten. Hij volgt wars van hypes volledig zijn eigen weg en dat levert wereldwijd zeer veel waardering op. Deze toonaangevende muzikant schopt het ook meer dan terecht tot de prestigieuze “Made To Measure”-serie van het innovatieve Crammed label. Naast zijn solowerken, brengt hij ook samen met Gary Lucas, Jim Jarmush, Tetuzi Akiyama, United Bible Studies, Smegma, Gregg Kowalsky en SQÜRL albums uit. Inmiddels heeft hij al meer dan 25 albums op zijn naam staan, hetgeen indrukwekkend is in een periode van 17 jaar. En telkens weet hij op kwalitatief hoog niveau te verrassen en te variëren met zijn geliefde luit, terwijl zijn sound altijd als de zijne herkenbaar blijft. Een muzikant, die ik derhalve hoog in het vaandel heb. Hij presenteert nu zijn nieuwste wapenfeit Nobody Living Can Ever Make Me Turn Back, een titel die op meerdere vlakken dubbel is. Ten eerste graaft hij dikwijls in de Barokke muziek en ten tweede schemeren hier ook duistere elementen uit de jaren 80 door in zijn muziek. Maar vermoedelijk gaat het hier vooral om het feit dat zijn keuze voor de luit een gegeven is dat nooit zal veranderen en dat je gewoonweg niet om moet kijken naar hetgeen je eerder gedaan dan wel besloten hebt. Zoals altijd brengt hij hier wel weer andere accenten aan. Hier zingt hij naast zijn virtuoze luitspel veelvuldig op donkere wijze en brengt hij tevens elektronica en beats. Het is toch vooral weer genieten van de luit, die hij hier wel weer anders weet in te bedden in de muziek, die ergens tussen dark folk, neoklassiek, Barokke muziek en avant-garde uitkomt. Hij weet als geen ander het verre verleden in de toekomst te laten schijnen. En dat op zo’n indrukwekkende en prachtige wijze. Geen levende ziel die me op andere gedachten kan brengen.
Yeah But No – Yeah But No (cd, Sinnbus)
Bij Yeah But No moet ik meteen denken aan Vicky Pollard, het typetje uit de humoristische serie “Little Britain”. Nu is de muziek van het Berlijnse duo Yeah But No geheel serieus te nemen, al spat het plezier van het maken er wel vanaf. Eigenlijk begint het al vier jaar geleden als DJ en producer Douglas Greed aka Mario Willms (Eating Snow), die al vele house/techno releases als Douglas Greed heeft uitgebracht, een zanger voor zijn nieuw te starten project zoekt. Hij vindt die in Fabian Kuss, waarmee ze in eerste instantie nog als Douglas Greed Feat. Kuss en Douglas Greed & Kuss door het leven gaan. Daarna switchen ze naar Yeah But No, waarvan nu het gelijknamige debuut is verschenen. Hierop brengen ze in drie kwartier 10 tracks, die mooi twee werelden en benaderingen samenbrengen. Aan de ene kant is er de speelse techno van autodidact Greed, die ook wel van een ongelukje of toeval in de muziek houdt. Hij brengt het ritme en de ludieke vondsten met synthesizers en drummachines. Anderzijds heb je de geschoolde jazzzanger Kuss, die juist meer van structuur houdt. Toch past dit geweldig samen. De pakkende en soms frivole beats en electronica, waarover de heerlijk melancholische zang uitgesmeerd wordt vormen eigenlijk een perfecte balans. Eigenlijk klinkt het als een prachtige kruisbestuiving van Grandbrothers, James Blake, Hundreds en The Knife. Daar zeg ik “yeah” en bepaald geen “no” tegen. Een ijzersterk debuut!