Hier schalt niet bepaald de loftrumpet. Wel de nodige lof voor de muziek in het lijstje van het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Archétypo 120, Misha Chylkova, Mirek Kemel, Kolektivni Halucinace, Lament, Moonya, Moimir Papalescu & The Nihilists, Lhasa De Sela & Yves Desrosiers, Super Florence Jam, Martina Trchová, Vlimmer (2x) en Andrew Wasylyk | Tommy Perman.
Jan Willem
Archétypo 120 – Falsafa: The Works (2004-2015) (2cd, Anti-Demos-Cracia)
Sommige bands blijven volledig onder de radar, terwijl ze toch echt prima muziek maken en zelfs een brede schare fans hebben. Dat was ook het geval met het Portugese Archétypo 120, dat zijn wortels heeft in de in 1987 opgerichte groep Anemeos en later via onder meer Arquétipo uiteindelijk de definitieve naam kreeg. De vaste kern bestond uit António Macedo (programmering, elektrische en Portugese gitaren, bas, keyboards, live-elektronica) en Paulo Coimbra Martins (zang, teksten en elektrische, semi-akoestische en Portugese gitaren, programmering, melodica, bas, live-elektronica, percussie). De groep opereerde in de post-punk hoek en je hoorde invloeden van Bauhaus, A Flock Of Seagulls en Joy Division terug in hun eigen gereide geluid, waar soms ook fado elementen doorheen zitten. Van die laatste twee groepen hebben ze live ook wel covers gespeeld, maar nooit opgenomen. In 2011 is uiteindelijk in een gelimiteerde oplage het album Obsession uitgebracht. Nu is deze wederom uitgebracht en aangevuld met nog een paar extra tracks, waardoor je op 12 tracks van samen een klein uur zit met allemaal instant post-punk klassieker. Daarbij zit nog eens een tweede schijf met 13 opnames van bij elkaar ruim een uur, die niet of enkel in eigen beheer en kleine kring zijn uitgegeven. Ook hier krijg je muziek die je als beroepsmelancholicus c.q. vleermuis gewoon altijd al hebt willen hebben. Het is allemaal gebundeld als Falsafa: The Works (2004-2015), waarbij ik de titel alleen als “filosofie” in het Swahili terug kan vinden. Maar je kan er lang of kort over praten, het is een prachtig overzicht!
Misha Chylkova – Dancing The Same Dance (cd, Gare Du Nord / Peyote Press)
De in Tsjechië geboren singer-songwriter Misha Chylkova is muzikaal gevormd in Londen. Ze heeft daar een jaar of drie gewerkt aan haar debuut Dancong The Same Dance, waar de afgelopen al wat songs van naar buiten druppelde. Chylkova (zang, gitaar, synthesizers, autoharp, harmonium, e-bow, steel drum) wordt bijgestaan door een aantal muzikanten op bas, piano, gitaar, accordeon, drums en Philicorda orgel. Het album opent, zoals ook elke goede dag, met “Coffee”. Je hoort experimentele klanken, die langzaam vergezeld worden van wat gitaar en andere klanken. De track erna komt haar prachtig bitterzoete zang erbij, die door gruizige, mysterieuze muziek omgeven wordt. Dan volgt het mooie “Will You?” waar je donkere droompop voorgeschoteld krijgt. En verder mengt ze er ook wat folkelementen doorheen. Dit zijn de ingrediënten waar ze het hele album mee speelt en varieert. Daarbij moet je het zoeken tussen afwisselende hybriden van The xx, Beth Gibbons, Jarboe, Spoonfed Hybrid, Bowery Electric, Angel Olsen en The Blackheart Procession. Wat een weelderig droomdebuut.
Mirek Kemel – Mordyjé (cd, Indies Scope)
Mirek Kemel is niet alleen een Tsjechische muzikant en singer-songwriter, hij is tevens al jarenlang een toonaangevende cartoonist. Met enige regelmaat brengt hij ook muziek uit. Muziek is voor hem een intieme ontsnapping van de alledaagse creatie van grappen over de wereld en politiek van vandaag die hij in de cartoons maakt. Zijn muziek beweegt zich altijd ergens op het snijvlak van folk, blues en rock. Hij is met zij min of meer vaste band terug met het vijfde album Mordyjé. Ze brengen 13 nummers van samen maar liefst 55 minuten. Hierop krijgt hij ook nog wat hulp van gasten, waaronder zangeres Marie Puttnerová (Jablkoň, Cymbelin). Er zit een zekere droefgeestige ondertoon in het geheel, dat verder naast de genoemde genres ook dark cabaret heeft gebruikt. De nummers gaan thematisch dikwijls over de huidige wereld met bijbehorende angsten en zorgen, al worden er ook andere hedendaagse onderwerpen aangesneden. Het levert in elk geval een stemmig, intens en beklijvend album op met echt veel uitzonderlijk mooie nummers.
Kolektivni Halucinace – Nejistota (cd, Indies Scope)
Het Tsjechische trio Kolektivni Halucinace is inmiddels zo’n 11 jaar onderweg en presenteert nu hun vierde album Nejistota, hetgeen “onzekerheid” betekent. De groep is inmiddels een duo geworden en bestaat hier uit Jakub Mühlfeit (zang, gitaar, micro Korg), en Tomáš Příkaský (drums, percussie, micro Korg, metalofoon, zang), waarbij ze geholpen worden door Tomáš Havlen (bas, synthesizer). Hun vorige cd heette nog Reality, realiteit dus, maar die is nu meer en meer onzeker geworden. Daar hebben ze zich door laten leiden bij het schrijven van hun muziek. Ze leggen nu meer een gemoedtoestand vast in muziek en hun dikwijls poëtische teksten. De muziek bestaat uit die typisch Tsjechische indierock, maar is bij vlagen ook heel elektronisch en hard. Ook is de muziek met enige regelmatig op een effectieve wijze minimalistisch en dikken ze het aan met pakkende popelementen. Ondanks de titel leveren ze hier op vastberaden wijze heel sterke nummers af. Dat is ten minste één zekerheid in deze onzekere tijden.
Lament – Prší V Prázdném Domě (cd, Indies Scope)
In het Tsjechische duo Lament kom ik een oude bekende tegen, namelijk de zanger/rapper Jakub Čermák van Cermaque ook wel Cirkus Cermaque, die al een album of 11 op zijn naam heeft staan. Deze komen dikwijls in de experimentele hiphop hoek uit. Eén van die albums uit 2020 heet trouwens Lament. Samen met Pavel Kielberger (muziek, mix, stem) brengt Jakub (teksten, zang) nu het album Prší V Prázdném Domě, hetgeen “het regent in een leeg huis” betekent. De teksten op het album zijn minsten zo poëtisch. Ze bieden een felle strijd tussen verlangen en scepticisme, nieuwsgierigheid en ineenstorting, tederheid en vermoeidheid. Hierbij worden de half gezongen dan wel de raps van Jakub op boeiende wijze ingelijst door de pakkende beats en mixen van Pavel. De muziek is niet typisch hiphop, want ook krautrock, IDM, experimentele elektronische en psychedelisch muziek worden geïncorporeerd in de beats. Daarmee weten ze je 54 minuten lang en 12 tracks breed op meeslepende sterke muziek te trakteren.
Moonya – Faces (cd, Atypeek Music / Creative Eclipse PR)
Moonya is een Franse eenvrouwsband (ja eenmansband is raar bij een vrouw toch?), die haar muziek met machines maakt en die voorziet van haar bitterzoete zang. Ze brengt nu na een aantal digitale voorproefjes haar debuut Faces uit. Hierop trakteert ze je op 10 tracks, die je op het eerste gehoor onder droompop zou onderbrengen. Maar ze brengt eigenlijk veel meer, want ook chansons, trip hop en pop maken deel uit van haar sound, die je telkens omwikkelt als een vertrouwde warme deken. Toch zit er altijd een flinke dosis melancholie doorheen. Her en der krijgt ze nog hulp op drums, de rest doet ze op eigen houtje. Je moet daarbij denken aan iets dat het midden houdt tussen Kalle, Salomé Leclerc, Blonde Redhead, Beth Gibbons, La Féline, The xx, Émilie Simon, BlauBird en Hooverphonic. Ondanks de inbreng van hoofdzakelijk elektronica is dit een warm, emotievol en bovenal bloedmooi album geworden.
Moimir Papalescu & The Nihilists – Mystery Women In The Acid Pools (cd, Indies Scope / Drug Me)
Moimir Papalescu is het alias van de Tsjechische muzikant Miroslav Papež, die er allerlei muzikale incarnaties op nahoudt. In 2003 heeft hij Moimir Papalescu & The Nihilists opgericht. In het eerste decennium van deze eeuw zijn daar twee albums van verschenen, die zich ergens ophouden tussen electro, post-punk en donkere rock. Na een enorm van 18 jaar is de groep terug met het album Mystery Women In The Acid Pools. Naast Moimir (synthesizers, sampler, drummachines, zang, vocoder) staan twee nihilisten, te weten La Petite Sonja (zang, orgel, synthesizer) en Hank J. Manchini (zang, gitaren), beide ook in Kill The Dandies! (en eigenlijk Sonja Kröhn en Jindřich Hoch heten). Ze brengen hier 9 tracks, die behoorlijk wat herinneringen oproepen met de betere muziek van weleer, zij het dat ze dit op geheel eigen wijze invullen. De nummers hebben veelal een lekker tempo en brengen een pakkende mix van avant-pop, electro, post-punk, disco en allerhande experimenten. De zwaardere mannelijke zang vormt daarbij een mooi contrast met de meer poppy klinkende van Sonja. Dat pakt allemaal sterk en uiterst gevarieerd uit, waardoor je aan een caleidoscopische mix van The The, Suicide, Cabaret Voltaire, Sleeping Dogs Wake, Sheep On Drugs, The B-52’s en Nouvelle Vague moet denken. Het is mysterieus, mistig en donker, maar ook altijd doorwaadbaar als een popplaat. Echt een geweldige comeback!
Lhasa De Sela & Yves Desrosiers – First Recordings (cd, Audiogram)
Nooit gedacht dat ik nog eens over de muzikante, zangeres en graag geziene gast Lhasa de Sela (1972-2010) zou schrijven, die veel te vroeg is overleden. Ze is geboren in Amerika en daar en in Mexico opgegroeid. Haar volwassen leven verdeelde ze over Canada en Frankrijk en heeft onder meer met de Tindersticks gewerkt. Ook was ze bevriend met leden van Esmerine, die met La Lechuza (2011) een prachtig eerbetoon aan haar hebben gebracht. Zelf heeft ze de drie echt wonderschone albums La Llorona (1997), The Living Road (2003) en Lhasa (2009). Ze bracht die muziek, die op eigenzinnige wijze ergens tussen folk, Latin en bewogen pop uitkwam, ook uit onder haar voornaam. Opvallend was haar emotioneel geladen, licht hese zang, die je uit duizenden herkent. En dan is er plots het album First Recordings, dat ze met de Franse gitarist Yves Desrosiers heeft opgenomen in 1994. Dertig jaar later komt deze nu toch nog uit. Zang en gitaar, maar het is meer dan genoeg om te overtuigen. Op kale wijze sluit de muziek aan op haar debuut, dat misschien ook wel het allermooiste is van haar albums, al slaat ze hier ook wel eens jazzy en soulvolle wegen in. Dat blijkt ook uit de covers van Billie Holiday (“I Cover The Waterfront” en “Good Morning Heartache”), Ella Fitzgerald & Louis Armstrong (“Willow Weep For Me”) en Peggy Lee (“Fever”), die ze ook in het Engels zingt. Daarnaast vind je er eigen nummers in het Spaans gezongen, waaronder ook een andere versie van “Los Peces” van haar onvolprezen debuut. In 12 tracks laat ze nog maar eens horen wat voor fantastische zangeres ze was.
Super Florence Jam – 60 Big Ones (cdep, Bird’s Robe Records / Creative Eclipse PR)
Het Australische kwartet Super Florence Jam, ook wel super FLORENCE jam (maak me gek), bestaat al lang niet meer. Toch heeft dit rockcombo wel z’n voetafdruk achtergelaten. In 2012 hebben ze de cdep 60 Big Ones opgenomen, maar die was een beetje in de vergetelheid geraakt. Dankzij Alex Wilson van sleepmakeswaves is deze gereanimeerd en uitgebracht. Je treft de band in een stemming die uitbundig, melancholisch en hymnisch is. Ze laveren op uiterst pakkende van garage en stoner naar indie en alternatieve rock. Op momenten doen ze denken aan een wonderlijke kruisbestuiving van Black Sabath en de Pixies., zij het dat er wel meer invloeden aan te wijzen zijn. Het heeft wel een soort tijdloze sound, die dus ook nu weer volledig tot z’n recht komt. Een heerlijk kleinood!
Martina Trchová – 90% Štěstí (cd, Indies Scope)
De uit Praag afkomstige zangeres Martina Trchová heeft in het eerste decennium van deze eeuw twee albums onder haar eigen naam en in het decennium erna nog éénals Martina Trchová & Trio uitgebracht. Heel spaarzaam, maar wel steeds voltreffers. Ze brengt doorgaas een unieke mix van pop, folk, jazz, rock, wereldmuziek en blues, waarmee ze ook nog wel eens in de prijzen valt. Nu is weer terug onder haar eigen naam met 90% Štěstí, ofwel 90% geluk. Trchová (zang, gitaren) krijgt wel volop hulp van Martin Evžen Kyšperský (gitaar, contrabas, ukelele, bas, elektronica, zang, hang, keyboards, tamboerijn, banjo, beatbox, speelgoed) van de groep Květy plus nog eens 9 gastmuzikanten op zang, trommels, trompet, klarinet, saxofoon, cello, keyboards, viool en balafoon. Toch laat ze haar 11 nieuwe songs een rustiek haast sober geluid horen, waarin alle inbreng op subtiele wijze in verweven wordt. In haar teksten vangt ze de gevoelens die gepaard gaan met dubbel moederschap en familieverlies, maar ze merkt ook de details van het dagelijkse stadsleven op. Het levert met de genoemde mix aan stijlen, zij het allemaal een tandje donkerder, lekker bezinnende muziek op, die altijd wordt voorzien door haar pakkende, fijne jazzy zang. Het is een wonderschoon en intiem album geworden.
Vlimmer – Bodenhex / Bodenhex Outtakes (2cd boxset, Blackjack Illuminist Records)
Mijn kennismaking met Vlimmer zal ergens rond 2015 zijn geweest, wanneer dit project aan een 18-delige mini serie start. Eerst zien dan geloven, want er zijn ook wel eens artiesten projecten gestart om soundtracks van alle staten van de VS te maken. Sowieso misschien even goed om daar weg te blijven. Hoe dan ook wordt die reeks ook echt voltooid, met gewoon nog een paar extra mini’s tussendoor, omdat het kan. Pas in 2017 verschijnt er een volledig album, maar dat is dan weer een soundtrack. Het echte debuut Nebenkörper (2021) wordt uitgebracht als er al meer dan 20 releases aan zijn voorafgegaan. Daarna volgen nog de albums Menschenleere (2022), Zerschöpfung (2023), die allen door diverse singles plus exclusieve b-kanten met ludieke covers worden voorgegaan en dikwijls van een extra “outtakes” album worden voorzien. Het duurt niet lang meer of je kan zijn discografie vanaf de maan zien. Dit alles is het hoofdproject van de veelzijdige Duitse muzikant Alexander Leonard Donat, die naast de enorme productie hiermee ook nog albums uitbrengt met en als Fir Cone Children, Flight Recorder, Feverdreamt, Jet Pilot, ASSASSUN, WHOLE, Infravoids en Leonard Las Vegas. Het leeuwendeel daarvan wordt uitgebracht op zijn eigen label Blackjack Illuminist Records, dat hij naast een reguliere baan ook nog eens runt. Met Vlimmer roert hij in een donkere poel waarin alternatieve- en indierock, gothic, post-punk, synthpop en wave drijven. Daar komt na wederom diverse, hier besproken singles, het vierde album Bodenhex bij. In bijna drie kwartier brengt hij 10 nieuwe nummers, die weer het midden houden tussen de genoemde genres. Het is allemaal net wat krachtiger, mede door de stevige beats, en tevens melancholischer dan voorheen. De zang van Donat, die toch altijd wel iets van Robert Smith zonder make-up in zich heeft, zorgt er ook voor dat je heerlijk de muziek ingezogen wordt. Hij weet ook iedere keer net weer anders te donker te kleuren en andere vleermuisvleugeltjes aan te trekken. Het maakt dat iedere keer weer een verrassing blijft wat je in het donker aantreft. Ter referentie moet je het op een aanstekelijke wijze ergens zoeken tussen Fra Lippo Lippi, The Cure, Clan Of Xymox, O.M.D., VNV Nation, Modern English en Wumpscut. En die verpletterende afsluiter “Fadenverlust” met metal meets shoegaze lijkt ook een andere koers van Vlimmer in te luiden. Duister, emotioneel geladen maar altijd met een hand aan de lichtknop. Heel fraai!
De gelimiteerde editie van dit album is gestoken in een prachtige handgeschilderde magneetbox en bevat de tweede cd Bodenhex Outtakes. Deze telt nog eens 8 tracks en is ruim 33 minuten lang. Deze liggen absoluut in het verlengde van het bovenstaande album. Eigenlijk doen ze net als kliekjes van een goede maaltijd niet onder voor het eerdere hoofdmaal. Waarom ze dan niet tussen de rest passen is aan de artiest zelf en gevoelsmatig klopt het ook wel. Wellicht omdat deze nummers namelijk een meer melancholische atmosfeer mee hebben gekregen en wat minder uptempo en iets minder hard zijn. Ook staat de elektronica meer op de voorgrond. Daar staat tegenover dat je meer dromerige en tot de verbeelding sprekende muziek krijgt, zij het dar “Diskomfort” wel weer helemaal past. Het is hoe dan ook een mooie aanvulling op de rest.
Andrew Wasylyk | Tommy Perman – Ash Grey And The Gull Glides On (cd, Clay Pipe Music)
Hoewel de Schotse muzikant en multi-instrumentalist Andrew Mitchell, opererend onder zijn alias Andrew Wasylyk, met gemak op labels als Ninja Tune of Warp zou passen, brengt hij zijn muziek veelal op de kleinere labels uit. Zo behoudt hij denk ik ook zijn artistieke vrijheid het meest. Je vindt hem ook in de groepen Idlewild en The Hazey Janes, Solo legt hij veelal een basis van jazzy muziek, maar lardeert dat afwisselend met minimal music, pianomuziek, neoklassiek, veldopnames, ambient, beats en allerhande experimenten. Het is meestal uiterst stemmig en geestverruimend. Nu is hij terug met de minstens zo veelzijdige Schotse muzikant Tommy Perlman, die ook al menig fraai album heeft uitgebracht, zowel onder zijn eigen naam als in diverse projecten. Er is wel enige overlap in hun geluid, al vullen ze elkaar hier vooral aan. Ze brengen hedendaagse jazz, ambient, veldopnames en beats en lijsten dat her en der in met fraaie orkestraties. Soms krijg je ook zang, waaronder die van Aidan Moffat (Arab Strab, Lucky Pierre, Nix Nótt) in slottrack. Het is allemaal rijk maar zo subtiel gedetailleerd, dat je haast oren te kort komt. Voor liefhebbers van Portico Quartet, Hidden Orchestra, Floating Points, Modern Institute en Corker / Conboy. Schoonheid van een andere orde.
Tja, het begint vervelend te worden, maar ‘ Dank!’ maar weer. Ik heb Archetype 120 en Misha Chylkova aangeschaft en ga daar aankomend weekend van genieten.
Fijn weekend!