Stan Lee, de man die zijn hondje uitliet, maar veel bekender is van al zijn striphelden, is niet meer (r.i.p.). Wij hebben gewoon weer ons venijn gestopt in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: BEAST, Dalinda, Daughters, Richard Devine, Marianne Faithfull, Josephine Foster, Vardan Hovanissian & Emre Gültekin, De Jeugd Van Tegenwoordig, K-Conjog, Liraz, J Mascis, Oi Va Voi, Witxes en Zeni Geva & Steve Albini.
Jan Willem
BEAST – Ens (cd, Thrill Jockey / Konkurrent)
De in New York gevestigde muzikant Koen Holtkamp leer ik in eerste instantie kennen door het fijne minimale, experimentele ambient/drone duo Mountains. Daarna volgt zijn solowerk, dat ook diepe indruk weet te maken met intieme elektronische experimenten. Ondertussen is hij zich meer gaan concentreren op het werken met kleur en licht, wat ook zijn visie op de muziek heeft veranderd. Hij heeft daarvoor het nieuwe project BEAST in het leven geroepen. Op zijn eerste twee 12”-es koppelt hij 3D visualisaties aan de muziek. Voor zijn eerste full-lenght Ens werkt hij als met een virtueel ensemble. Dat levert een sprankelend geheel op van allemaal ogenschijnlijk eenvoudige klanken. Maar schijn bedriegt, want de stukken zitten behoorlijk doorwrochten en complex in elkaar. Dat merk je ook al aan het feit dat de muziek je op intrigerende wijze weet te grijpen, voor bezinning zorgt en tevens je heerlijk laat wegdromen. Aan alles voel je ook dat dit een heel persoonlijk werk is, dat zowel heel aards als etherisch is. Hiermee weet Holtkamp op frisse en nieuwe wijze wederom te imponeren met diepgravend mooie en uiterst gevarieerde muziek.
Dalinda – Dalinda (cd, Fonó / Xango Music Distribution)
Vanaf de jaren 90 verdiep ik me meer in de Oost-Europese folkmuziek (en andere wereldmuziek), waaronder ook die uit Hongarije. Nu wil het toeval dat ik een Hongaarse schoonzus heb, maar die kent minder muziek uit haar land dan ik. Dus dat schiet niet op. Gelukkig heb ik zo mijn eigen bronnen om weer nieuwe dingen te ontdekken. Zo kom ik ook bij het a capella trio Dalinda, dat bestaat uit de geweldige zangeressen Johanna Orbán, Julianna Paár en Sára Tímár. Op hun gelijknamige album brengen ze 11 songs van samen een goede 40 minuten ten gehore. Hier hoor je goed de traditionele muziek terug van groepen en artiesten als Muzsikás, Kolinda en Irén Lovász, zij het zonder de instrumenten en die ook liefhebbers van Le Mystère Des Voix Bulgares wel zal aanspreken. Dat laatste vooral door de fijne nasale polyfonie die ze hier ten gehore brengen. Fins en Hongaars schijnen aan elkaar verwant te zijn en dat is in een innemende song als “Legényvásár (Bereg)” ook goed te horen. Hoe het ook zij, ze leveren een prachtig en meeslepend werelds geheel af.
Daughters – You Won’t Get What You Want (cd, Ipecac / Rarely Unable Press)
Daughters is een Amerikaanse noiseband, die in 2002 is opgericht uit de as van de groep As The Sun Sets, waarmee ze ervoor twee snoeiharde albums hebben afgeleverd. Met deze nieuwe incarnatie zijn dat er tot nu toe pas drie stuks. In het begin maken ze vooral megalomane hard- en grindcore, die wel in de hoek van Naked City past, maar gaandeweg sluipen er ook experimenten, math- en alternatieve rock elementen in de muziek. Na een hiaat van maar liefst acht jaar keren ze terug met hun vierde cd You Won’t Get What You Want. Na diverse bezettingswisselingen bestaat de groep nu uit de longtime kernleden Alexis Marshall (zang) en Jonathan Syverson (drums) plus Nicholas Andrew Sadler (gitaar) en Samuel Moorehouse Walker (bas), waarvan je de diverse leden ook nog terug kunt vinden in groepen als Fucking Invincible, Fang Island, The Color Of Violence en Idolands. In ruim 48 minuten brengen ze hier 10 nummers, waarmee dit veruit hun langste album is geworden. Ze nemen dan ook de tijd om hun muziek op te bouwen. De hardcore hebben ze toch meer verruild voor avant-garde, noise mathrock. Soms brengen ze echt splijtende muziek, al noemen ze filmscores en minimalisme als invloeden op. Er zit wel een kaalgeslagen urgentie achter dit alles, waardoor het allemaal behoorlijk binnenkomt. Hier en daar brengen ze ook wat meer rustige stukken, zodat je even op adem kunt komen. Het overgrote deel heeft echter de wilde energie van The Birthday Party, de strakheid van een The Locust en de grilligheid van The Body. Daarmee is dit hun allerbeste album tot nu toe geworden.
Richard Devine – Sort\Lave (cd, Timesig / Konkurrent)
De Amerikaanse elektronisch muzikant en geluidsontwerper Richard Devine staat erom bekend dat hij behoorlijk complexe geluiden in zijn muziek verwerkt. Het trekt in elk geval ook de aandacht van Aphex Twin, waar hij een fraaie remix voor maakt. Maar goed, het zou flauw zijn de man daarom alleen te noemen, want hij heeft ook al diverse fraaie albums vol IDM, abstracte en experimentele elektronica uitgebracht. De afgelopen zes jaar heeft hij niets uitgebracht, maar gewerkt op de speciaal voor hem gebouwde modulaire synthesizers. Het overtuigende resultaat ervan is nu te horen op Sort\Lave, uitgebracht op het Timesig label van Venetian Snares. Muzikaal gezien passen de stuiterende elektronica daar ook goed bij, al zullen ook een Autechre en diens fans hier wel pap van lusten. Hoewel de muziek uiterst complex is en de geluiden soms alle kanten op lijken te gaan, soms op duizelingwekkende snelheid, zit er wel een zekere voorwaartse kracht achter waardoor het wel te volgen blijft. Maar eenmaal erin gewenteld waar je jezelf in een compleet andere wereld. Het is buitengemeen knap en biologerend wat Devine hier laat horen. Klase!
Marianne Faithfull – Negative Capability (cd, Panta Rei/ BMG)
Als je zoals Marianne Faithfull al meer dan 50 jaar in het vak zit, dan lijkt me een introductie volslagen overbodig. De tegenwoordig in Parijs woonachtige zangeres is bijna 72 maar presenteert gewoon haar nieuwe album Negative Capability. Ze mag zoals de laatste jaren gewoon is rekenen op een keurcorps aan muzikanten, in dit geval op Warren Ellis, Nick Cave, Rob Ellis, Ed Harcourt en Rob McVey. Ze voorzien haar 10 songs, of in de luxe editie 13, van fraai stemmige arrangementen. Uiteraard draagt zij zorg voor de emotioneel geladen, doorrookte zang, die diepe snaren weet te raken. Veel van de songs heeft ze samen met de anderen geschreven en ze brengt ook covers van Bob Dylan, The Pretty Things en The Rollings Stones. Hoewel ze allemaal van redelijk niveau zijn, vormen de prachtige ballads “The Gypsy Faerie Queen” met Nick Cave en “No Moon In Paris” wel de absolute hoogtepunten. Ik vind het een fijne toevoeging aan haar imposante oeuvre.
Josephine Foster – Faithful Fairy Harmony (2cd, Fire / Konkurrent)
De eigenzinnige zangeres Josephine Foster kruist best wel eens platgetreden paden, maar doorkruist ze eigenlijk veel vaker. Daarbij helpt haar geweldige zang ook altijd. Hoewel ze beschikt over een aan het conservatorium geschoolde operastem, zet ze deze toch veelal in om haar freakfolk, altcountry, psychedelica en dergelijke op poppy, bevreemdende en wonderschone wijze te begeleiden. Op eerder albums brengt ze zowel interpretaties van componisten als Brahms, Schumann en Schubert als gedichten van Emily Dickinson en Federico García Lorca. Dat al dan niet begeleid door haar man Victor Herrero, waarmee ze ook de groep Mendrugo vormt. Verder is ze naast haar 10 albums ook te horen in The Children’s Hour en Born Heller. Nu is ze terug met Faithful Fairy Harmony, waarop ze qua zang klinkt als een vreemd meisje van vervlogen tijden en daarmee meteen al iets tijdloos en mysterieus meegeeft aan dit dubbelalbum. Ditmaal passeren bluesklaagzangen, vestaalse hymnen, rituele gebeden en jubelende zegeningen de revue, die balanceren op de rand van de natuurlijke en de symbolische wereld. Ze bezingt thema’s als sterfelijkheid, moraliteit, liefde, mystiek en de dubbelzinnigheid van dat alles. Daarbij begeleidt ze zichzelf op gitaar, piano, orgel, harp en autoharp. Ze mag rekenen op gastbijdragen van Victor Herrero (gitaren), Gyða Valtýsdóttir (cello), Chris Scruggs (pedal steel) en Jon Estes (bas) plus cameo’s door leden van haar eerdere begeleidingsband The Cherry Blossoms en anderen. Het levert 18 sprookjesachtige songs op, die werkelijk ongrijpbaar zijn en waar tijd en ruimte geen vat op lijken te hebben. Ze blijkt andermaal een volslagen unicum te zijn, die met bijzondere schoonheid strooit alsof het niets is.
Vardan Hovanissian & Emre Gültekin – Karin (cd, Muziekpublique / Xango Music Distribution)
Refugees For Refugees, Blindnote, Talipler Ensemble en Baul Meets Saz zijn allemaal projecten van de in België woonachtige Turkse troubadour Emre Gültekin, waaraan ook de Armeense dudukspeler Vardan Hovanissian aan deelneemt. Daarnaast vindt je Gültekin terug in Gültekinler (met zijn vader en broer) en naast Joris Vanvinckenroye/ Wouter Vandenabeele/ Ertan Tekin en Guo Gan en eveneens als gastspeler bij Pinhan Trio en Levent Yıldırım. Met Hovanissian maakt Gültekin in 2015 al het overrompelende wereldalbum Adana. De titel verwijst naar de gelijknamige, symbolische stad in Turkije, waar Turken en Armeniërs naast elkaar leefden, totdat deze een eeuw geleden in puin werd gelegd en de Armeense bevolking uitgeroeid. Deze twee muzikanten staan dan ook symbool voor de verzoening tussen volkeren, niet enkel vol weemoed en nostalgie maar tevens vol dromen over een tijd dat beide volken weer in harmonie samenleven. En dat dit prachtig diepgravende muziek oplevert is dan een grote bonus. Nu vervolgen Hovanissian (duduk, tav shvi) en Gültekin (zang, bağlama, cura, üçtelli, kopuz, divan, şelpe) vanit België broederlijk hun pad met Karin. Wederom een stad vol symboliek, waar de grootvader van Hovanissian is geboren, die één van de 200 overlevenden is van de 40.000 Armeniërs die destijds gedeporteerd zijn. De eerste naam van de stad is overigens Theodosiopolis, die net als bijvoorbeeld Cappadocië de naam heeft ontleend aan de Romeinse keizer Theodosius II. Tegenwoordig is het Turks grondgebied en heet de stad Erzurum, hoofdstad van de gelijknamige provincie in het Oosten van het land. Ooit gelegen langs de zijderoute, is dit een levendige ontmoetingsplaats van culturen geweest. In krap een uur leveren ze hier 12 songs, die met name dat laatste voor het voetlicht brengen naast de onderlinge relatie tussen de beide volken. Daarbij mogen ze rekenen op maar liefst 12 gastspelers op zil, bendir, cimbalen, panduri, contrabas, sitar, dhol, oud, cello, dubki en (koor)zang, waaronder Levent Yıldırım, Joris Vanvinckenroye en Sanjay Khyapa en Malabika Brahma van Baul Meets Saz. Ze serveren uiterst melancholische en prachtig majestueuze muziek, die zich ergens nestelt tussen traditionele, door diverse culturen geënte folk en Turkse protestmuziek met neoklassieke elementen. Een groot deel is enkel instrumentaal, maar zoals goede wijn geen krans behoeft heeft goede, veelzeggende muziek geen woorden nodig. Overigens als de zang wel ingezet wordt, zowel mannelijke als vrouwelijke en koorzang, is die indringend en wonderschoon. Ze leveren op verbindende wijze hier andermaal een weergaloos wereldalbum af, waar je enkel heel stil van wordt.
De Jeugd Van Tegenwoordig – Anders (Different) (cd, Topnotch)
Eerder dit jaar komt De Jeugd Van Tegenwoordig met hun geweldige zesde album Leuk aanzetten. En aangezien de heren Bas Bron (De Neger Des Heils), Pepijn Lanen (Faberyayo), Freddy Trathlener (Vjeze Fur) en Olivier Locadia (Willie Wartaal) er meestal wel twee à drie jaar uittrekken voor een nieuw album, is het best een grote verrassing dat nu alweer het zevende werk Anders (Different) uit is. De basis ervan wordt wel gelegd tijdens hun vorige album, maar past niet omdat het ehm te anders is. Ik moet toch weer een beetje grinniken om de Engelse toevoeging aan de albumtitel. Bij De Jeugd Van Tegenwoordig is het zo dat je ervan houdt of niet en als je ervan houdt, word je meestal op je wenken bediend met hun verrassende, unieke muziek. Nu is deze dus ehm ja anders. Hoewel de ludieke beats zoals altijd weer alle kanten op stuiteren en ook precies naar waar je het niet verwacht, koersen ze hier dikwijls op rauwe en grauwe wijze richting de rock; soms met harde gitaren of samples ervan en al, maar vaak ook met de elektronica. Naast gastgitarist Eelco van Zanten zijn ook rappers Bokoesam en Ronnie Flex te gast. Met die laatste laten ze ook onvervalste trap horen, waarbij ze als een Migos met humor klinken. Er zit heel veel Engels besloten in de teksten, hetgeen de rumoeren dat dit hun laatste album in Nederland zou zijn onderstreept. Maar ach, we zien en horen wel. Het is voor nu gewoon weer genieten geblazen van deze ehm andere vondsten.
K-Conjog – Magic Spooky Ears (cd, Schole/ White Forest)
K-Conjog is sinds 2005 het elektronische vehikel van de Italiaanse componist, muzikant en producer Fabrizio Somma. Op zijn releases laat hij altijd een speels geluid horen, waarbij hij niet strikt vasthoud aan bepaalde genres. Dat maakt zijn muziek ook fris en onderscheidend. Hij is nu terug met zijn nieuwe cd Magic Spooky Ears, waarop 10 nieuwe tracks te vinden zijn. Ook hier neemt hij het niet nauw met genregrenzen en laat fraaie kruisbestuivingen van IDM, pop, dance, abstracte elektronica, ambient, minimal music en neoklassiek horen. De ene keer frivool en uptempo en op andere momenten juist rustiek en melancholisch, hetgeen hij wel op schitterende wijze tot één geheel weet te smeden; je laveert van het één naar het andere in plaats er naartoe te stuiteren. Dat maakt ook dat je uiteenlopende associaties krijgt, als Moderat, Styrofoam, Markus Guentner, Dntel, Hjaltalín, Domotic en Olafur Arnalds. Hoewel niets helemaal past, want daarvoor is de muziek gewoonweg te eigenzinnig. Een geweldig leuk en meeslepend album.
Liraz – Naz (cd, Dead Sea Recordings / Xango Music Distribution)
Na de Iraanse revolutie in 1978 is het voor vrouwen verboden muziek te maken. Toch heb ik een aantal zangeressen van daarvoor, die ik zeer hoog heb zitten, zoals Ahdeyeh, Googoosh en Dariush. Veel van deze vrouwen, maar ook sommige mannen, zijn toentertijd gevlucht naar de VS en met name Los Angeles, dat ook wel eens gekscherend Tehrangeles wordt genoemd door deze migranten. Actrice en singer-songwriter Liraz Charhi is een kind van Iraanse ouders, die in de jaren 70 naar Israel zijn geëmigreerd. Zij komt pas later op een reis naar Los Angeles in aanraking met de muziek van de genoemde expats en is daardoor geraakt. Dat neemt ze ook mee in haar muziek, zij het dat ze een meer pop-gerichte maar uiterst smaakvolle aanpak hanteert. Daarvan zijn de cd’s Liraz Tscherchi (2005) en Rak Lecha Mutar (2012) al de overtuigende bewijzen. Nu is ze eindelijk terug met haar nieuwe cd Naz, hetgeen in het Hebreeuws zoiets betekent als “kom op” en in het Turks “aanstellerij”. Ze krijgt hierop steun van maar liefst 15 muzikanten op viool, lier, (elektrische) oud, bas, trombone, kanun, ney, viool, contrabas, drums, percussie, keyboards, kamancheh, synthesizers, Rhodes en drumprogrammering, onder wie ook Mark Eliyahu (The Diwan Project). In een goed half uur laat ze 10 heerlijke songs de revue passeren, die moderne beats met neoklassiek en Iraanse plus Israëlische muziek op een fijne, bijzondere en pakkende wijze aan elkaar knopen. De kans is groot dat je de genoemde voorbeelden niet kent, die je wel degelijk terughoort in de muziek, maar zoek het dan in de richting van Natacha Atlas en Rim Banna om een idee te krijgen. Of neem een verkwikkende duik in het diepe en luister via onderstaande link naar deze heerlijk ontwapende en bovenal schitterende wereldmuziek.
J Mascis – Elastic Days (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Joseph Donald Mascis is natuurlijk al jaren bekend als de frontman van het legendarische Dinosaur Jr., dat al sinds 1983 bestaat en voortkomt uit de hardcore scene. Als Dinosaur Jr. brengen ze hun kenmerkende alternatieve rock, waar de latere grunge ook door beïnvloed is, met die heerlijk op Neil Young-achtige zang van Mascis. Hij maakt ervoor en later ook nog wel deel uit van andere groepen, zoals Deep Wound, The Velvet Monkeys, Witch en Heavy Blanket, maar zal vooral faam verwerven met Dinosaur Jr. en als solomuzikant. Want ook zo laat hij met enige regelmaat op zeer verdienstelijke wijze van zich horen. Het is inmiddels 4 jaar geleden sinds zijn laatste album, maar nu is Elastic Days een feit. Mascis (zang, gitaar, drums, piano, mellotron, tamboerijn) mag hierbij rekenen op pianist Ken Maiuri (Maggies, King Radio) en op vocale bijdragen van Pall Jenkins (Black Heart Procession, Three Mile Pilot), Mark Mulcahy (Miracle Legion, The Butterflies Of Love), Zoë Randell (Luluc), Devadas en Pete Snake. De 12 songs die hij hier laat horen, doen me net als op zijn vorige weer sterk denken aan de hoogtijdagen van Dinsosaur Jr., zij het op een iets sobere wijze. En dat levert weer een hoop mooi melodieuze en melancholische muziek op, waar Mascis het patent op lijkt te hebben. Wederom een ijzersterk album!
Oi Va Voi – Memory Drop (cd, V2)
Je moet inderdaad aan geheugenverlies lijden als je niets meer weet van het wereldse gezelschap Oi Va Voi uit Londen, dat al sinds 2000 bestaat. Ze hebben drie geweldige albums afgeleverd, waarop je een heerlijke mix van Joodse (klezemer) en Oost-Europese muziek, indie, trip hop en dance. Massive Attack op de wereldse tour, wat mede te maken heeft met de verschillende achtergronden van de leden. Hun bandnaam is Jiddisch voor “O Lieve God”. Daarbij rouleren de zangers en zangeressen nogal eens. Zo is op hun geweldige debuut Laughter Through Tears (2003) bijvoorbeeld KT Tunstall nog van de partij. Daarna wisselen ze het meer af met onder meer Brigette Amofah. Na 9 jaar zijn ze eindelijk terug met hun vierde album Memory Drop. De line-up wordt hier gevormd door de enige overgebleven oprichters Stephen Levi-Kallin (zang, klarinet) en Josh Breslaw (drums, percussie) plus Michael Winawer (gitaar, bas, keyboards), Anna Phoebe (viool), David Orchant (trompet, keyboards) en de kersverse zangeres Zohara Niddam. Daarbij mogen ze verder nog rekenen op Chris Fry (trombone), John Matts (gitaar, bas), Georgina Leach (viool) en Moshik Kop (percussie). Hiermee leveren ze 10 ijzersterke songs af, die weer dat wereldse aspect omarmen maar ook meer melancholisch en nuchter klinken, met zelfs een licht wave-randje. Ze hebben naast de fantastische muzikanten met zangeres Zohara ook echt weer een sterke troef in handen. Grofweg klinken ze hier als Radiohead en Beirut meets Lamb, Morcheeba en DeVotchKa. Je kunt het beroerder treffen. Een geweldig album van een evenzo band, die je niet zo maar zal vergeten.
Witxes – Orients (cd, Consouling Sounds)
Witxes is het alterego van de Fransman Maxime Vavasseur die vanaf 2010 drie albums en als laatste in 2014 een split met Dale Cooper Quartet And The Dictaphones heeft uitgebracht. Als Witxes laat hij dikwijls bij de strot grijpende geluidsstromen vol drones, ambient, noise en gitaargeluiden, maar kan hij ook uiterst subtiel en verstild uit de hoek komen. Het maakt keer op keer indruk. Dat is er, na een hiaat van 4 jaar, bepaald niet minder op geworden. Op zijn nieuwe album Orients, dat iets eerder dit jaar al is verschenen, brengt hij samen met gasten op percussie-instrumenten, synthesizers en diverse smaken saxofoons 8 indringende nieuwe stukken. De cd opent meteen al met een gruizig stuk dat je aardig omver weet te blazen. In het nummer erna weet hij je op haast narcotiserende wijze te vloeren met massieve dark ambient, die weer eindigt met een shoegaze-achtige sound. De toon is gezet. Hij laat je dwalen in grillige klanklandschappen, waar kracht en pracht, liefde en angst en duisternis en licht elkaar afwisselen en aanvullen. Noise, shoegaze, glitch, dark ambient, drones en allerhande experimenten passeren in flarden de revue. Voer voor de liefhebbers van From The Mouth Of The Sun, Rafael Anton Irisarri, Fennesz, Tim Hecker, Oneirogen en dergelijke. Wat een overrompelend album!
Zeni Geva & Steve Albini – Maximum Implosion (2cd, Cold Spring)
Waarschuwing: dit betreft geen nieuw materiaal! Het Japanse Zeni Geva wordt in 1987 opgericht en zal faam verwerven als één van de meest splijtende noise trio’s ooit. Aangevoerd door zanger/gitarist Kazuyuki Kishino, beter bekend als (soloartiest) KK Null, wisselt het trio nogal eens van samenstelling, waaronder ook leden van Acid Mothers Temple en Ruins. De groep geeft oorverdovende shows, waarbij hun noise ook elementen van heavy metal, prog en hardcore bevatten. De Engelstalige titels zijn vaak het enige dat je verstaat, de rest is in het Japans. In de jaren 90 vertoeft de legendarische producer, Electrical Audio studioeigenaar en muzikant Steve Albini (Big Black, Shellac, Rapeman) geruime tijd in Tokio. Daar sluit hij zich tijdelijk bij de groep aan, deels als gastspeler en voor de rest als producer. Daaruit komt de verpletterende cd Nai-Ha (1993) plus het live album All Right, You Little Bastards (1993) voort. Op die laatste staan naast geweldige live uitvoeringen van albumtracks ook een heerlijke noiseversie van Kraftwerk’s “The Model” plus de 3 tracks die ze als gelegenheidsproject Superunit hebben gemaakt. Daarvan komen de studioversies later op de geweldige compilaties Bad Sun Rising I (1995) en II (1995) terecht, waarop je bijvoorbeeld ook Zeni Geva, Ruins, Boredoms en UFO Or Die vindt. Hoe dan ook zijn die twee albums uit 1993 nu geremasterd en als dubbel cd Maximum Implosion uitgegeven. Op de eerste schijf vind je Nai-Ha aangevuld met twee Superunit tracks en op het genoemde live album, dat in het geval van Zeni Geva en zeker met Steve Albini van toegevoegde waarde is op het studiomateriaal. Hoewel ik al het bovenstaande in mijn bezit heb, ben ik toch overstag gegaan om deze hernieuwde en beter klinkende versie in huis te halen. Een waar genot. Ook na 25 jaar staat die nog als een huis.