Spannende tijden in de VS. Hier gaat het enkel muzikaal van links naar rechts in het lijstje van het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: BaBa ZuLa, Bananagun, Bissesvinet, The Cure, The Declining Winter, Margo Guryan/ Various Artists: Like Someone I Know, A Place To Bury Strangers, Saagara en Raoul Vignal.
Jan Willem
BaBa ZuLa – Ístanbul Sokakları (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
De behoorlijk eigenzinnige Turkse groep BaBa ZuLa wordt in 1996 te Ístanbul opgericht door Osman Murat Ertel (zang, elektrische saz, divan saz, bağlama, synthesizers, effecten, veldopnames, cura, tzouras) en Mehmet Levent Akman (machines, drums, cimbalen, effecten, lepels). Hun muziek begeeft zich doorgaans in de psychedelische rock hoek, gelardeerd met dub, folk, rock en leftfield muziek. Ze zijn nu terug met het album Ístanbul Sokakları, hetgeen “de straten van Istanbul” betekent (de puntjes op de i of juist het ontbreken ervan maakt uit voor de uitspraak). De groep is hier aardig uitgedijd met Ümit Adakale (darbuka, daf, vaastrommel, bendir), Esma Ertel (zang), Olcay Bozkurt (contrabas, bas), Veys Çolak (bas, gitaar, zang) en Korkmaz Çakar (veldopnames). Dat is ook wel terug te horen in hun rijk gedetailleerde geluid, dat meer experimenteel en psychedelisch is dan voorheen. Maar ook vol met modernismen. Murat Ertel zegt hierover:
“We omarmen het verleden en de Turkse traditie. Maar dat is niet genoeg. We leven in de 21e eeuw en we hebben de hele wereld.”
En gelijk heeft hij. De muziek wisselt songs met rock en traditionele sounds af met stukken die veel lastiger doorwaadbaar zijn, maar wel uiterst biologerend. Op het album vervolgt BaBa ZuLa in feite hun onophoudelijke zoektocht om de Turkse muziektraditie te moderniseren door een sleutelelement van de Turkse klassieke muziek te onderzoeken, bekend als de taksim. Dat traditie en deze moderne ingrepen elkaar niet bijten blijkt wel uit de 8 bezwerende stukken die ze hier in ruim 41 minuten de revue laten passeren. Daarbij moet je denken aan een mix van Altın Gün, Erkin Koray, Can, Mad Professor, Moğolar, Derya Yildirim & Grup Şimşek en Mercan Dede. Elke keer dat je het album opzet ontdek je weer nieuwe elementen. Het is een schitterende luistertrip, die net als wandelen door hedendaags Istanbul voor heel veel indrukken zorgt.
Bananagun – Why Is The Colour Of The Sky? (cd, Full Time Hobby / Konkurrent)
Ondanks hun bandnaam maakten de Australiërs van Bananagun vier jaar geleden geen uitglijder met hun debuut The True Story Of Bananagun. Ze grepen daarop terug naar de jaren 60 en 70 rock en voegden er psychedelica, Afrobeats en een vleugje romantiek aan toe. Tegenwoordig bestaat dit gezelschap uit Nick Van Bakel (gitaar, zang, blaasinstrumenten, klavecimbel, percussie), Jack Crook (gitaar, zang), Josh Dans (bas, piano), Jimi Gregg (drums, percussie) en Millar Wileman (drums, percussie); een paar kleine wijzigingen ten opzichte van hun debuut. Ze zijn terug met hun tweede wapenfeit Why Is The Colour Of The Sky?. Een titel die op voorhand al duidelijk maakt dat het met de psychedelica wel weer goed zit. Maar eigenlijk hebben ze (gelukkig) ook niet veel gesleuteld aan de receptuur van hun vorige album, zij het dat ze het van nog meer details hebben voorzien. Wel is de sfeer gewijzigd, want waar er destijds nog zonnestralen naar buiten kwamen is het nu dikwijls meer bewolking en mysterieuze sluiers die de toon bepalen. Toch voegen ze er genoeg elementen aan toe die het enigszins opgewekt en hoopgevend maken. En ook zo lekker meeslepend. Denk daarbij aan een mix van Morgan Delt, Unknown Mortal Orchestra, Bodies Of Water, Khruangbin, Arthur Russell, Fela Kuti, Santana en Broadcast. Waarom is de kleur van de lucht blijft de vraag, maar daar zal ik eerst wat pilletjes voor moeten slikken. Of beter nog, dit album op repeat zetten.
Bissesvinet – Blodager (lp, Bissesvinet / Creative Eclipse PR)
En soms staan er dan van die authentieke bands op, die je maar moeilijk kunt duiden maar wel zeer interessant zijn. Dat geldt ook voor het Deense kwartet Bissesvinet, bestaande uit muzikant Herik Pultz Melbye (saxofoon, EWI, klarinet , synthesizer), Lars Bech Pilgaard (harmonium, celesta, gitaar) en Thomas Eiler (drums) van (onder meer) de experimentele rockband SVIN. Daarnaast is het singer-songwriter Thorbjørn Radisch Bredkjær (zang, synthesizers) aka Bisse dat het viertal completeert. De naam van de groep wordt ook plots duidelijker. Overigens begon de samenwerking al op het album Introducing SVIN (2022). Dat pakte zo goed uit dat er een band uit is voortgekomen. Op hun debuut Blodagen, ofwel “bloedige dagen”, leveren ze 10 songs, die ergens tussen avant-garde, experimentele muziek, psychedelische en alternatieve rock eindigen. Daarbij heeft de band de muziek geschreven en Thorbjørn de teksten, die hij zingt, prevelt en soms uitschreeuwt. Het levert een uiterst meeslepend album op, dat schuurt, ontwricht, emotioneert en verwondert. Daarbij moet je denken aan een bevreemdende kruisbestuiving van God, Motorpsycho, Pere Ubu, The Ex, Grötus en op een afstand ook wel Einstürzende Neubauten. Een geweldig, gevarieerd en bloed-mooi album!
The Cure – Songs Of A Lost World (cd, Fiction/ Polydor)
Ik kan me niet heugen dat er zo naar een album van The Cure is uitgekeken als Songs Of A Lost World. Dit 14e album volgt weliswaar na een hiaat van 16 jaar, maar dan nog. Het heeft ook vast te maken met de nummers die uitlekten dan wel live gespeeld werden, want die klonken niet alleen steengoed, ook zat er weer iets van vroeger doorheen. Dat blijkt ook de waarheid nu ik het hele album hoor. Ik hoef neem ik aan niet eerst iets over The Cure te zeggen? De muziek doet mij vooral denken aan het geheimzinnige van Disintegration (1989) en dan met de ijzigheid van Pornography (1982) er doorheen, maar dan met een donker en emotioneel nieuw jasje; iets dat misschien ook meer bij een “verloren wereld” aansluit. Deze zwaarte is toch wel opmerkelijk. Dat omlijsten ze met fraaie orkestraties, die troost bieden. Opvallend is het grimmiger gitaargeluid, waar ze wat mij betreft volkomen de plank misslaan in het nummer “Drone:Nodrone”. Op de andere plekken zorgt de gitaar wel voor de aansluiting met de sfeer. Veel songs gaan over verlies, afscheid en eenzaamheid. De broer van Smith is overleden, maar ook de hele wereldproblematiek speelt een rol in dit geheel. Hoewel Robert Smith onlangs in een interview heeft aangekondigd op zijn 70ste te stoppen (in 2029), als de band ook meer dan 50 jaar bestaat, lijken ze hier nog jaren mee te kunnen. Het maakt dat we deze mogelijke zwanenzang (op album dan) misschien wel extra moeten koesteren. Sowieso behoort het tot één van de beste albums van de groep.
The Declining Winter – Last April (cd, Second Language Music)
Eén van de labels waar ik echt blind op kan varen is het Britse in 2009 gestarte Second Language Music. Dit label rondom voorheen Piano Magic brengt veel uit in de neofolk, neoklassiek, neopop en new wave hoek, dikwijls in een mix van dat alles. Daar is nu ook het mini album Last April van The Declining Winter op uitgebracht. Hoewel het altijd nog een beetje zeer doet dat de voortreffelijke band Hood vanaf 2006 niks meer heeft uitgebracht, hebben ze dat gat aardig weten te dichten met legio projecten als Memory Drawings, The Boats, The Remote Viewer, The Sea, The Seaman And The Tattered Sail, On Fell, Rock, Great Panoptique Winter en The Declining Winter. Dat laatst genoemde project is van Richard Adams uit die band, waarmee hij inmiddels al een behoorlijke discografie heeft opgebouwd. Op deze nieuwe release werkt Adams (zang, gitaar, piano) samen met violiste Sarah Kemp (Brave Timbers, Memory Drawings, Last Harbour, Lanterns On The Lake). Ze brengen hier zes tracks, digitaal aangevuld met nog twee stuks, die in de traditie van deze groep weer fluweelzacht en uiterst melancholisch zijn. De muziek houdt het midden tussen pastorale pop, songgerichte post-rock, neoklassiek en alt-folk. En allemaal weer heerlijk droefgeestig, hetgeen heerlijk samengaat met de herfst. Ik denk dat als je van Hood, Piano Magic, Talk Talk, Tarwater, Epic45, Sophia, The Cure en Dakota Suite houdt, dit album ook op waarde weet te schatten. Wat een subtiele schoonheid, die je weet te strelen als pas gevallen herfstbladeren de aarde.
Margo Guryan – Words And Music (2cd, Numero Group / Konkurrent)
Various Artists: Like Someone I Know (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Eén van de eerste opmerkelijke vrouwelijke artiesten die een prachtalbum had gemaakt, al in de jaren 70, maar niet wilde uitbrengen is Sibylle Baier. Later kwam haar debuut in 2006 alsnog aan het licht en het bleek een instant tijdloze klassieker. Voor de Amerikaanse singer-songwriter Margo Guryan Rosner verliep het iets anders, want die had snel genoeg van de muziek business. Natuurlijk heb je ook wel eens vergeten muzikanten (soms ook terecht), maar in haar geval had dit niet gehoeven. Naast Sibylle Baier past ze ook wel in het rijtje Nick Drake, Vashti Bunyan, Bill Fay, Françoise Hardy en Linda Perhacs. Haar album Take A Picture uit 1968 mag ook gerust de boeken in als een absolute klassieker. Ze laat daar folk en psychedelische rock horen, die gemaakt zijn in een tijdperk waar pop en jazz zich hevig aan het profileren waren. Daar heeft ze haar eigen koers in gezocht tot ze ergens bij die typische 70-er jaren folksound arriveerde. Naast dat ene album zijn er talloze andere en veelal oudere maar ook latere songs, ook die nog meer op de jazz leunen. Al is haar zang altijd net wat buiten het genre. Numero Group heeft zo mogelijk al haar songs inclusief het genoemde album uitgebracht op de dubbel cd Words And Music. Het is een prachtig overzicht geworden, dat maar liefst 46 nummers rijk is. Echt een absolute aanrader!
Guryan, geboren in 1937 en overleden in 2021, heeft toch ondanks haar lange afwezigheid in de muziek waardering gekregen van hedendaagse artiesten. Komende vrijdag is ze precies drie jaar overleden en dan verschijnt de compilatie Like Someone I Knew met als subtitel “A Celebration Of Margo Guryan”. De titel is niet, zoals soms gebruikelijk één van haar songtitels, maar slaat denk ik op het feit dat de participerende artiesten haar niet echt kende, maar nu wel enige verwantschap voelen met haar. Ze coveren het onvolprezen debuut plus de song “California Shake”. Veel artiesten zijn voor mij trouwens ook nieuw dier hierop staan, met uitzonderingen als June McDoom, Frankie Cosmos en Barrie. Ze weten zich goed in de zeventiger jaren sfeer te hullen en weten echt op prachtige wijze haar nummers te vertolken. Van mij hadden ze er wel iets minder eerbiedig mee om mogen gaan en het meer naar het hier en nu mogen trekken, maar het doet niks af aan de schoonheid van de muziek. Een smaakvol eerbetoon.
A Place To Bury Strangers – Synthesizer (cd, Death By Audio/ DedStrange)
Het Amerikaanse A Place To Bury Strangers opereert altijd als een trio, maar het komt vooral uit het brein van Oliver Ackermann. Op de albums wisselde hij bandleden als bonusacties bij een zekere supermarktketen, maar nu lijkt de formatie sinds het vorige album tot rust met de muzikale steun van John en Sandra Fedowitz uit Ceremony. De groep maakt doorgaans een lekkere mix van shoegaze en noise, maar daar kwam ook post-punk bij. Per album werd het geluid harder. Live vlogen ze daarmee als een stel oververhitte hamsters uit hun rad; het was hard om het hard leek het. En net als je dan denkt, nu geloof ik het wel, is er het zevende album Synthesizer, waar ze het toch over een andere boeg gooien. Meer synthesizer, door Ackermann zelf gebouwd, en weer meer rustige momenten, naast hetgeen ze hard op hoog tempo afwerken. Die variatie pakt vind ik veel beter en effectiever uit. Een heerlijke hybride van The Jesus And Mary Chain, My Bloody Valentine, Ringo Deathstarr, Godheadsilo, Joy Divisionr en The KVB. Op hun albums zijn ze eigenlijk nooit tegengevallen, maar nu is het echt weer een geweldige stap omhoog en breed.
Saagara – 3 (cd, tak:til/ Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Wacław Zimpel is een Poolse jazzklarinettist, die echt in vele bands opduikt en zo aardig zijn stempel drukt op de Poolse muziekscene. Zo vind je hem onder andere in zijn eigen kwartetten, kwintetten en orkest, maar tevens groepen als The Light, The Resonance Ensemble, Switchback, Ircha en Hera en is daarnaast een graag geziene gastmuzikant. Bekendere artiesten waarmee hij heeft samengewerkt zijn Ken Vandermark, Hamid Drake, James Holden en Joe McPhee. In 2015 verscheen het gelijknamige debuut van zijn band Saagara, waarmee hij meer de wereldmuziek opzoekt en dat wel aandikt met allerlei andere stijlen. Daar is twee jaar later nog het vervolg 2 van verschenen. Nu Saagara er met een nieuwe album, dat gewoonweg 3 als titel heeft meegekregen. Zimpel (altklarinet, fluiten, sopraansaxofoon, akoestische gitaar, elektronica, keyboards) werkt hierop met Giridhar Urdupa (ghatam, cajon, percussie), Mysore N. Karthik (viool), Aggu Baba (khanjira, pratende trom, percussie) en Thavil Raja (thavil), ofwel vier virtuoze muzikanten uit de Carnatische muziektraditie van Zuid-India. Ze brengen hier een fraaie mix van Indiase ritmes en pulserende elektronische patronen en Indiase vioolpartijen en Westerse jazzmuziek. Hoewel er veel tegenstellingen in de muziek zitten, weten die zich op organische wijze te verweven. Soms doet het wel wat aan de “fourth world music” van Jon Hassell denken, maar op andere moment meer aan traditionele Indiase muziek of juist weer iets dat zich ergens in de ruimte afspeelt. Er gebeurt veel en ze weten daarmee je tot het eind toe in de prettige houdgreep te nemen. Driemaal is scheepsrecht en dit is hun beste album tot nu toe.
Raoul Vignal – Shadow Bands (cd, Talitres)
De Franse zanger/gitarist Raoul Vignal, die voor hij in 2017 solo ging in de groep L’Effondras zat, weet al op drie albums te overtuigen met zijn zalvende stemgeluid en delicaat gitaargetokkel. Hij is wat dat betreft een singer-songwriter in de geest van Nick Drake, die je ook zeker als groot referentiepunt kunt duiden. Hij is nu na drie jaar afwezigheid terug met Shadow Bands, zijn vierde album weer. Hier gaat hij gewoon op vertrouwde wijze verder met zijn prettige, troostvolle, bezinnende en tevens fijne droefgeestige muziek. Heerlijke akoestische gitaarpartijen met die fluweelzachte zang, aangevuld met drumpartijen van Lucien Chatin (Electric Safari, Enlarge Your Monster) en zijn vele andere instrumenten als elektrische gitaar, synthesizers, blaasinstrumenten en meer dragen zorg voor 12 sterke songs. Voor de kenner zal het geen grote verrassingen met zich meebrengen, maar weer omhullen in die tot de verbeelding sprekende schoonheid, zij het dat hier soms iets meer een vintage gloed doorheen zit. Naast Drake moet je denken aan Gareth Dickson, Immigrant, Boduf Songs, Gravenhurst en Rivulets. Klasse!