Het schaduwkabinet: week 45 – 2022

In de week dat één van de mooiste stemmen uit de alternatieve muziek ons heeft verlaten, is er toch weer nieuwe muziek in het (donkere):

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Boogie Belgique, Carla Dal Forno, PJ Harvey, H.C. Behrendtsen, Sarathy Korwar, Nouvelles Lectures Cosmopolites/ Grosso Gadgetto vs NLC/ NLC vs Grosso Gadgetto, Oak, Christina Vantzou en Emmanuel Witzthum.


 

Jan Willem

Boogie Belgique – Machine (cd, Boogie Belgique/ Le Plan Recordings / [PIAS] / Creative Eclipse PR)
Boogie Belgique is het inmiddels 10 jaar lopende project van de Belgische DJ & producer Oswald Cromheecke, die zich op jazzy wijze roert in de trip hop. Gedurende het bestaan groeit het uit tot een heuse band die gecompleteerd wordt door Emily Van Overstraeten (zang), Cedric Van Overstraeten (trompet), Aiko Devriendt (keyboards, synthesizer, gitaar), Ambroos De Schepper (saxofoon) en Martijn Van Den Broek (drums, percussie). Machine is de nieuwe worp van deze hoppende big band, want zo kan je ze haast omschrijven. Ze smeden hier fraaie lassen tussen jazz, trip hop, hip hop, croonermuziek en electro. Bij dit alles lijken ze soms ook een ader aan te boren in een muziekmijn uit de jaren 60 en 70, hetgeen de muziek van een warme gloed voorziet. Ze laveren hier van DJ Shadow, Nicolette en Air naar Jaga Jazzist, Bonobo, Wax Tailor, Portico Quartet. Dat levert een heerlijk warm en toch diepgravend en bepaald niet machinaal geheel op. Klasse!

 

Carla Dal Forno – Come Around (cd, Kallista / Konkurrent)
De eigenzinnige Australische singer-songwriter en multi-instrumentalist Carla Dal Forno is bepaald niet voor één gat te vangen. En dat los van haar deelname aan de groepen F ingers, Mole House en Tarcar, want ze weet sinds 2016 toch vooral solo een diepe indruk te maken met haar mysterieuze en melancholische geluid, dat bestaat uit een kruisbestuiving van wave, droompop, experimentele en filmische muziek, die ook zo maar op het 4AD van weleer had gepast. Dat is eigenlijk niet heel anders op haar derde album Come Around. In 9 songs van samen bijna 33 minuten lang sleurt ze je weer mee in haar mistige labyrint vol geheimzinnige, langzaam voortschrijdende geluiden en haar bitterzoete zang. Al zou je de uitgang in zich hebben, dan wil je hier echt niet uit. Denk daarbij aan een mix van Kendra Smith, Cranes, Movietone, Massive Attack, Birds Of Passage, Sarah Davachi en Grouper. Het is weer een album vol uitzonderlijke schoonheid geworden.

 

PJ Harvey – B-Sides, Demos & Rarities (3cd, Island)
Ik ben fan van het eerste uur van de Britse PJ Harvey, die denk ik geen introductie meer behoeft. En zo wel dan heb je een aardige inhaalslag te maken, want sinds haar debuut Dry (1992) is deze rockchick toch steeds weer een andere weg ingeslagen. Haar laatste album stamt alweer uit 2016 en een nieuw album zou best weer welkom zijn. In plaats daarvan brengt ze steeds albums vol demo versies van haar eerdere muziek. Lekker met z’n allen luisteren naar de muziek zoals ze het niet uit wilde brengen. Je begrijpt het, ik ben geen fan van dit soort demo materiaal, dat dikwijls ook voelt als uitmelkerij en niet zoveel extra brengt. Nu heb ik waardering voor haar als artiest, maar dat soort werken sla ik met enkele uitzonderingen (Pixies bijvoorbeeld, die echt wat toevoegen) over. Haar nieuwe album verschijnt dan eindelijk volgend jaar. Nu is het driedubbele album B-Sides, Demos & Rarities er, dat wel degelijk iets toevoegt. Naast de laatste demo’s (waar haalt ze die toch vandaan?) staan er vooral veel b-kantjes, zeldzaam en nooit eerder uitgebracht materiaal op. En bepaald geen kliekjes, maar echt steengoede tracks, met de bekende gastmuzikanten. Soms snap je niet dat dit niet bij een eerder album erop is gezet, maar ik ben de laatste die het proces van het maken van een album helemaal zal doorgronden. Hoe dan ook levert ze hier 59 tracks af van samen ruim 3 uur, waarbij de demo’s het minst interessant zijn, maar de rest echt een geweldige zoethouder vormt tot haar nieuwe album en tevens een aanvulling is voor de fan. Het toont andermaal haar veelzijdigheid en klasse aan.

 

H.C. Behrendtsen – H.C. Behrendtsen (lp, Schatulle Bömm / Record Jet / Creative Eclipse PR)
Hoewel de naam H.C. Behrendtsen wellicht iets anders suggereert gaat het hier niet om een persoon maar een Duitse band, waarbij de drie leden Hans Arnold , Christian Dähne en Konni Behrendt wel door de bandnaam vervlochten zitten. Ze maken op hun gelijknamige debuut een soort experimentele DIY math-rock met hier en daar hardcore en noise trekjes. In 9 uiterst elastische tracks laten ze je alle hoeken van de rockkamer zien. Dat gaat van uitbundige opzwepende, puntige tot naar binnen gekeerde complexe stukken. Het plezier van muziek maken komt echt uit iedere porie naar buiten. Geen nummers met kop en staart, maar wel die avontuurlijk en biologerend uitpakken. Daarbij moet je denken aan Don Caballero, Chevreuil, Trumans Water en The Ex. Een meer dan overtuigend debuut, waarmee ze een grote belofte voor de toekomst zijn.

 

Sarathy Korwar – Kalak (cd, Leaf / Konkurrent)
Sarathy Korwar is een in de Verenigde Staten geboren, in India opgeroeide en tegenwoordig in Engeland (Londen) woonachtige drummer, producer, componist en bandleider. Zijn muziek is voornamelijk gebaseerd op jazz en Indiase klassieke muziek, maar bevat ook elementen van hiphop, elektronische muziek en meer; hij heeft de genres bepaald niet in beton gegoten. Op zijn vorige album liet hij zijn politieke geëngageerdheid duidelijk horen. Nu is hij terug met Kalak, dat duidelijk een -zoals hij dat zelf noemt- Indo-futuristisch manifest geworden, waarbij zijn grote passie voor Aziatische muziek goed naar voren komt. Met ritmische uit het verleden en heden gaat hij voorwaarts naar de toekomst. Korwar (drums, percussie, zang, elektronica) werkt hierop samen met Tamar Osborn (bariton saxofoon, fluit, elektronica) van onder meer hun gezamenlijke groep Flock, Alistair MacSween (synthesizer), Danalogue (synthesizers) van The Comet Is Coming, Kushal Gaya (zang) van Melt Yourself Down, Noni-Mouse (zang), Magnus Mehta (percussie), Photay (synthesizers, drum programmering) en het Japanse gezelschap Kodo (zang, percussie). Het gaat op meeslepende en ritmische wijze vloeiend door verschillende genres heen, die wel duidelijk Ooster gekruid zijn. Het levert een sterk album op, dat voor zowel de liefhebber van wereldmuziek als minimal music en elektronische muziek iets te bieden heeft.

 

Nouvelles Lectures Cosmopolites – The Golden Age (Of Nothing) (cd-r, Attenuation Circuit)
Grosso Gadgetto vs NLC – Story Of An Ordinary Day (cd-r, Attenuation Circuit)
NLC vs Grosso Gadgetto – Snake Moult (cd-r, Attenuation Circuit)
Maar liefst 15 jaar geleden heb ik mijn laatste recensie geschreven over één van mijn favoriete Franse projecten Nouvelles Lectures Cosmopolites, dikwijls afgekort als N.L.C., dat al sinds 1990 bestaat. Het is het soloproject van Julien Ash (een pseudoniem), die ook solo en in Maelstrøm en A Sparrow-Grass Hunt van zich heeft laten horen. Dit project is van industriële gitaarmuziek naar een caleidoscopische kruisbestuiving van middeleeuws en klassiek getinte muziek, ambient, wereldmuziek en zelfs pop en trip hop geëvolueerd. Nu is N.L.C. terug met The Golden Age (Of Nothing) en bestaat de groep naast Julien ook uit zijn zoon Aloïs L., die inmiddels een componist, violist en sound engineer is geworden en in het verleden ook wel eens te horen was op N.L.C. albums. Dat heeft 9 nieuwe tracks opgeleverd van een dikke drie kwartier lang, die compositorisch sterk in elkaar steken en zeker ook in de elektronische stukken uitblinken. Ze dikken dit aan met wave, neoklassieke, wave en synthpop, waarbij ze ook violen inzetten, Hoewel ze het helemaal naar het hier en nu hebben gebracht is het toch zo dat het typerende, niet echt te duiden geluid van N.L.C. weer boven komt drijven. Ze krijgen nog hulp van Christian Gonzales (synthesizer) van Grosso Gadgetto en het duo en Liesbeth Houdijk en gitarist Pierre-Yves Lebeau, beide uit Hide & Seek en A Sparrow-Grass Hunt, die hier in een paar tracks voor fraaie vocale bijdragen zorgen en The Cure-achtige melancholische gitaarpartijen. Ter referentie moet je daarnaast ook denken aan Frédéric Truong, Tangerine Dream, Ennio Morricone, Rodrigo Leão, Portishead, Beak> en hun andere projecten. Het is echt een subliem album geworden en daarmee een fenomenale terugkeer.
Eerder dit jaar waren en nog wel twee andere split-albums met Grosso Gadgetto, die ik even had gemist. Als eerste is dat Story Of An Ordinary Day, waarbij de Franse artiesten Christian Gonzales en Julien Ash de handen ineen slaan. Het is meer experimenteel dan het bovenstaande, zij het dat ze hier ook wel lichtere stukken middels ambient en neoklassiek brengen. Dat laatste onder meer door de piano en vioolpartijen van drie violisten, waaronder ook weer Aloïs L. Daarnaast zijn ook Liesbeth Houdijk (synthesizer, zang) en gitarist Pierre-Yves Lebeau (gitaren, vibrafoon) weer van de partij. Hoewel de muziek net zo’n diepe indruk weet te maken, is het toch ook mooi en bijzonder hoe dat op compleet andere wijze gedaan wordt. Dit landt namelijk meer in de cineastische dark ambient hoek, aangelengd met de genoemde stijlen. Het levert een net zo grimmig als overdonderend geheel op.
De rollen zijn omgedraaid op het album Snake Moult, waar N.L.C. duidelijk de boventoon voert en Grosso Gadgetto de aanvulling levert. Net als de voorganger telt deze 6 tracks, maar is met bijna drie kwartier aan lengte net iets langer. Natuurlijk gaat het niet om de lengte, maar wat je ermee doet. Ze krijgen hier hulp van violist Jean-Paul Escudero, die ook op het vorige album en eerdere van N.L.C. te horen was. De nadruk ligt hier meer op de elektronica, die wel richting synthpop, krautrock, EBM en dark ambient koersen, waarbij de kenmerkende N.L.C. sound toch wel vaak op de voorgrond treedt. De twee groepen tonen hier in korte tijd twee gezichten, die beide knap en biologerend te noemen zijn. Daarbij roeren ze vuistdik in het muzikale verleden, om er een fris en modern geluid uit te laten rollen, dat toch aansluit op hetgeen ze eerder hebben laten horen. Wat een weelde zo na al die tijd!

 

Oak – The Quiet Rebellion Of Compromise (cd, Karisma / Plastic Head Distribution / Creative Eclipse PR)
Ik heb heel wat bomen moeten kappen voor ik de juiste Oak gevonden had, maar het betreft hier de Noorse progrockband, die ooit als folk duo is begonnen maar is uit gegroeid tot een rockkwartet. Ze hebben twee albums uitgebracht, waarvan de laatste vier jaar geleden is uitgebracht. Simen Valldal Johannessen (zang, piano, keyboards), Sigbjørn Reiakvam (drums, percussie, programmering), Øystein Sootholtet (bas, gitaren, keyboards, programmering) en Stephan Hvinden (gitaren) zijn nu terug met The Quiet Rebellion Of Compromise, waarop ze in bijna 50 minuten 7 nieuwe tracks opdienen; inderdaad met allemaal een behoorlijke lengte. Ze nemen ook echt de tijd om hun songs op te bouwen, waarin ze zware onderwerpen als zelfmoord en geestelijk welzijn de revue laten passeren. Nu vormt progrock weliswaar de hoofdmoot van het album, ze wijken ook uit naar post-, alternatieve en symfonische rock en zelfs een keer naar de metal met grunting en al. Verder larderen ze hun muziek met jazzy elementen. De zang is sterk en meestal zeer melodieus en ook emotievol, die de aangesneden onderwerpen goed weet over te brengen. Doordat ze zoveel genres doorkruizen zijn er wel referenties als Porcupine Tree, Blueneck, Tool, Crippled Black Phoenix en Madrugada, maar past niets helemaal. Het is hun meest veelzijdige en dynamische album tot nu toe geworden. Tevens hun allerbeste tot nu toe!

 

Christina Vantzou – N. 5 (cd, Kranky)
In herhaling vallen staat beslist niet in het woordenboek van de Amerikaanse muzikante Christina Vantzou. Nadat ze deel heeft uitgemaakt van The Dead Texan, samen met haar ex-man Adam Bryanbaum Wiltzie (Stars Of The Lid, Sleepingdog, A Winged Victory For The Sullen, Aix Em Klemm), brengt Christina Vantzou vanaf 2011 onder haar eigen naam prachtige albums uit. Daarbij zijn de titels altijd eenvoudig, maar de muziek bepaald niet. Ze komt met haar muziek namelijk op diepgravende wijze ergens tussen ambient en neoklassiek uit. Haar manier van componeren is ruimtelijk, duister, melancholisch en echt anders dan ik van diverse hedendaagse componisten gewend ben. Nu is ze terug met haar vijfde album (los van alles remix-albums) N. 5, dat vreemd genoeg overal verkeerd geschreven wordt. Enfin, het draait allemaal om de muziek uiteraard. Deze is weer zo fraai, minimalistisch en buiten de gebaande paden, dat je er enkel je hart aan op kunt halen. Ze werkt met muzikanten op elektronica, zang, viool, altviool, cello, keyboards, piano, synthesizers, theremin, harp, veldopnames en basklarinet, die haar eigenzinnige composities op bijzondere wijze inkleuren. Daarbij moet je denken aan een mix van Stars Of The Lid, Grouper, The Caretaker, Arvo Pärt, Olan Mill, Harold Budd en loscil. En dat levert wederom een genadeloze beauty op!

 

Emmanuel Witzthum – The Garden Of Eternal Echoes (2x 3”cd, Fluid Audio)
Als het om uiterst melancholische muziek aankomt, kan je gerust aankloppen bij de multidisciplinaire muzikant, docent, violist en componist Emmanuel Witzthum. Hij is solo maar ook in E And I (met Craig Tattersall (Hood, The Boats, The Remote Viewer)), Ensemble Intercontemporain (opgericht door Pierre Boulez) en The Humble Bee & Players (met Danny Norbury, Bill Seaman, Craig Tattersall) te horen. Zijn muziek past ergens tussen neoklassiek, drones, ambient en experimenten. Dat geldt ook voor zijn nieuwe werk The Garden Of Eternal Echoes, dat bestaat uit 2 mini discs waarop 2 tracks staan en die gestoken zijn in de adembenemend mooie artwork van het Fluid Audio label (vinyl eat your heart out!). De 4 tracks van samen een goede 36 minuten houden weer het midden tussen de genoemde genres en zijn echt weer van een uitzonderlijke klasse. Het merendeel maakt hij met piano, zang, elektronica en gruizige geluiden, al hoor je ook strijkinstrumenten terug in hetgeen hij laat horen. Het is wederom een emotioneel meeslepend geheel geworden, dat je niet onberoerd laat. Het is een ode aan de natuur, waar je vredig van kun genieten. Aardse tonen nemen je mee naar een wereld waar de wortels van de natuur groeien naar onbekende plekken. Denk s aan een bloemrijke mix van Richard Skelton, Olan Mill, A Winged Victory For The Sullen, From The Mout Of The Sun en Celer. Een schitterend kleinood!

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.