Koud hè? Wat is het koud hè? Gelukkig zijn er weer onze vurige lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: F.S. Blumm, Sylvain Chauveau + Chant 1450 Renaissance Ensemble, Mario Diaz De Léon, Gil Hockman, Nordic Giants, Orchard, Spirit Fest, TootArd, Trupa Trupa en vonneumann.
Jan Willem
F.S. Blumm – Welcome (cd, Karaoke Kalk / Konkurrent)
Frank Schültge Blumm, die als soloartiest meestal onder de naam F.S. Blumm opereert, kent een rijke muzikale carrière. Dat begint al halverwege jaren 90 met de groep Die Auch, al leer ik hem kennen als de helft van Sack & Blumm die hij er met Harald Sack Ziegler op nahoudt. Hij werkt verder met artiesten als Anne Laplantine, Luca Fadda, Guido Möbius, Bobby Baby (van It’s A Musical), Rininat Rebresch en recentelijk nog Nils Frahm, maar duikt ook op in de groepen Kinn, Old Splendifolia, Ström, Quasi Dub Devolopment en Taunus. Blumm houdt van dub, elektronica, toytronica, folk en postrock, maar presenteert zich door de jaren heen als een meesterlijke fröbelmuzikant, die zo in het rijtje Pascal Comelade, Pierre Bastien en Klimperei past. Toch laat hij recentelijk al een ander geluid horen in zijn diverse samenwerkingsverbanden. Op zijn eerste soloplaat Welcome na vier jaar, treedt hij ook heel anders naar buiten dan voorheen. De muziek bevat nog altijd in die intieme kneuterigheid, maar het is meer songgericht. Blumm zingt er nu ook voor het eerst zelf bij, hetgeen hij eerder nog wel eens aan gasten overliet. Hij laat een zacht, herfstig stemgeluid horen, her en der aangevuld door gasten als Bobby Baby (Ellinor Blixt), die hij in een lekker frommelig jasje steekt. De muziek fladdert namelijk tussen folk, lo-fi, bossanova en lichte experimenten in. Het is in feite een bevreemdende, nooit helemaal in het gareel lopende, haast struikelende mix aan stijlen, maar dat zorgt juist voor een zeer interessant geluid. Ook met deze aanpak weet deze klasbak weer een uniek geluid aan de dag te leggen. Een bescheiden, maar grootse muzikale avonturier.
Sylvain Chauveau + Chant 1450 Renaissance Ensemble – Echoes Of Harmony – Early Music Reworked (cd, Sub Rosa)
Het komt nog wel eens voor dat elektronische muzikanten zich wagen aan oude muziek. En met oud doel ik op de middeleeuwen en Renaissance. Mechthild Von Leusch heeft al eerder de overtuiging dat je middeleeuwse muziek enkel zuiver kunt reproduceren middels elektronica. Dat zou de minste vervuiling opleveren. Ze heeft er haar levenswerk van gemaakt en sterft ook vlak na de voltooiing van haar laatste album. Een beetje uit beide werelden krijg je nu op Echoes Of Harmony – Early Music Reworked. Aan de ene kant heb je klasbak Sylvain Chauveau, die met Watermelon Club, Micro:Mega, Arca, On, Ensemble 0 en solo (ook eerder dit jaar) al zoveel genres heeft doorkruist, van postrock en dub tot neoklassiek en elektronische experimenten. Anderzijds is er het Chant 1450 Renaissance Ensemble, dat bestaat uit Javier Robledano Cabrera (countertenor), Elizabeth Rumsey (viola d’arco), Marc Lewon (viola d’arco, luit) en Masako Art (harp). Samen met hen brengt Chauveau bewerkingen van de muziekmanuscripten “Cancionero de Colombina” en “Cancionero de Palacio”, beide ergens tussen 1470 en 1510 geschreven, deels door bekende componisten (Juan del Encina, Enrique) en deels anoniem. Het is muziek die aan het Spaanse hof werd gespeeld en typische Renaissance muziek bevat. Het ensemble speelt de stukken op de akoestische instrumenten, waarvan een deel uit de Renaissance, waar her en der de prachtige countertenor te horen is. Chauveau heeft van diverse composities nieuwe versies gecreëerd, die hij inkleurt met elektronica en drones. Deze gaan soms als natuurlijk samen met de akoestische instrumentaties en ook als hij alleen te horen is past het als een jas. Twee werelden en ook nog eens twee verschillende eeuwen komen hier op tijdloze wijze samen, waarbij ook de melancholie de tand des tijds heeft doorstaan. Heel knap gedaan en misschien nog veel belangrijker is dat het van een werkelijk overrompelende pracht is. En wat blijft Chauveau verrassen!
Mario Diaz De Léon – Sanctuary (cd, Denovali)
Voordat de Amerikaanse componist Mario Diaz De Léon compositie en elektronische muziek gaat studeren aan het conservatorium, maakt hij eerst deel uit van diverse hardcore, punk en metalbands. Zijn oude liefde roest niet, waardoor hij ook altijd nog aan zware metalen doet in andere groepen. Tevens laat hij van zich horen als Oneirogen, waarmee hij dark ambient maakt. Onder zijn eigen naam brengt hij werken die op caleidoscopische wijze landen tussen minimal music, neoklassiek, noise, experimentele muziek, progrock en elektro-akoestische muziek, die hem op labels als Tzadik en Denovali brengen. Het zijn stuk voor stuk alom geprezen gecomponeerde werken vol abstract elektronica en experimentele muziek middels akoestische instrumenten, waarmee een eigen plek in de huidige klassieke muziek inneemt, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor het mysticisme in hedendaagse leven. Voor zijn nieuwste werk Sanctuary heeft hij 6 stukken gecomponeerd en door diverse gastmuzikanten in laten kleuren. Hij brengt zelf synthesizerpartijen en arrangementen, maar omringt zich met muzikanten van het Tak Ensemble op klarinet, fluit, percussie, viool en sopraanzang. Hiermee weet hij een hedendaagse mix van minimal music, klassiek, avant-garde en experimentele muziek aan de dag te leggen. Deze maakt op melancholische en toch frisse wijze een enorme indruk. Ter referentie moet je denken aan een innovatieve kruisbestuiving van Robert Moran, Steve Reich, György Ligeti, Giacinto Scelsi, Iannis Xenakis, Philip Glass en Ricardo Donoso. Het levert een uiterst aangrijpend meesterwerk op.
Gil Hockman – Becoming (cd, Gil Hockman / Five Roses Press)
Gil Hockman is een singer-songwriter uit Zuid-Afrika, die in 2011 debuteert met het in eigen beheer uitgegeven Too Early In The Journey. Het is een heerlijk herfstig album vol met de betere folksongs, die uit het leven gegrepen zijn. Zijn stem lijkt uit onversneden melancholie te bestaan, wat echt heel fraai is en diepe indruk maakt. Op zijn laatste, derde cd Dolorous verandert hij qua onderwerpen en zangstijl niet veel, maar incorporeert hij meer elektronica in zijn liedjes. Hierdoor plaatst hij zijn folk meer in de toekomst. Die lijn trekt hij door op zijn vierde cd Becoming, nog altijd in eigen beheer uitgegeven. Hij treedt live nu ook meestal gewapend met gitaar, synthesizer en loopstation. Het is bepaald geen geforceerde combinatie, maar een ontwapende mix van traditie en de toekomst. Met zijn futuristische folk, waar ook folktronica en indietronica deel van uitmaken, brengt hij samen met enkele gasten op goudeerlijke wijze zijn songs ten gehore. Hierbij komt zijn emotievolle zang weer schitterend uit de verf. Dat is echt een meerwaarde in zijn muziek, die er zelf ook mag wezen. Hoewel de muziek wel anders is kan ik me voorstellen dat liefhebbers van Smog, Dan Geesin, Casiotone For The Painfully Alone, Adrian Crowley en Leonard Cohen deze bijzondere artiest ook wel zullen waarderen. Het is zijn beste album tot nu toe, waarbij ik van ganser harte hoop dat hij hiermee een breder publiek weet aan te boren.
Nordic Giants – Amplify Human Vibration (cd, Kscope / Bertus)
Voordat ze met hun feitelijke debuut A Séance Of Dark Delusions (2015) komen aanzetten, heeft het duo Nordic Giants sinds 2010 al 5 mini releases het licht laten. Ze bouwen langzaam maar zorgvuldig aan hun muziek. De bandleden luisteren naar de mythische namen Loki (synthesizers, loops, trompet) en Roka Skuld (cymbalen, percussie, gitaren, loops, samples). De twee laten op hun releases een eigengereid geheel horen van postrock, progrock, soundscapes, ambient en leftfield muziek, dikwijls gepaard gaande met grootse orkestraties. Toch weten ze ondanks die weidse sound een zekere intimiteit en melancholie aan de dag te leggen. In plaats van gewoon een tweede album af te leveren, hebben ze een documentaire gemaakt die niet de negatieve aspecten van huidige maatschappij maar juist de positieve ontwikkelingen ervan, ook die van de mensheid zelf, te belichten. De bijbehorende soundtrack hebben ze ook zelf geschreven en beide krijgen de titel Amplify Human Vibration mee. Dat is zeker geen zweverige aangelegenheid geworden, of één met de oogkleppen op, maar veeleer een realistische weergave van de werkelijkheid. Dat doen ze in 7 lange tracks, die in 43 minuten muziek bevat die zeker aansluit op hun vorige werk. Ze voorzien hun muziek, die weer het midden houdt tussen de eerder genoemde genres en bol staat van de stemmige orkestraties, veelvuldig van (gesamplede) spoken word (Terence McKenna, Sacha Stone, Martin Luther King, Alan Watts, John Trudell). Eenmaal is ook de vaker participerende zangeres Freya te horen, die voor een heerlijk ethische inbreng zorgt. Het is allemaal meer mysterieus dan voorheen, maar brengt nog steeds een geweldige kruisbestuiving van 65daysofstatic, Sigur Rós, Hjaltalín, Crippled Black Phoenix, Godspeed You! Black Emperor, Anoice en Pink Floyd. Een tot de verbeelding sprekend, intens en droefgeestig geheel waaruit toch vooral hoop spreekt. Nordic Giants is en blijft een bijzonderheid in het hedendaagse muzieklandschap.
Orchard – Serendipity (cd, Ici D’Ailleurs)
Ik ben altijd een groot fan (geweest) van de alternatieve Franse muziekscene, waar labels als Lithium, Active Suspension, Clapping Music en met name Ici D’Ailleurs een hoofdrol vervullen. Dat laatst genoemde label herbergt vele alternatieve bands met uiteenlopende stijlen. Ze starten ook de zogeheten “Mind Travels”-serie, voor meer tot de verbeelding sprekende muziek, waar Geins’t Naït + Laurent Petitgand (2x), Mathias Delplanque, Aidan Baker, Stefan Wesolowski (2x) en Manyfingers eerder releases in hebben uitgebracht. Voor deel acht valt de beurt aan Orchard. Dit is een nieuwe supergroep van gitarist Aidan Baker (Nadja, ARC, Infinite Light Ltd, Hypnodrone Ensemble, B/B/S, Caudal), cellist Gaspar Claus (Pedro Soler, Angélique Ionatos), klarinettist Maxime Tisserand (Chapelier Fou, Matt Elliott) en drummer Franck Laurino (Deity Guns, Bästard, Zëro, Spade & Archer, The Basass Motherfuckers). Allen hebben ze hun sporen al dik verdiend, waarbij zeker Baker en Laurino al een immense discografie hebben opgebouwd. Het viertal presenteert nu hun album Serendipity. Serendipiteit is het vinden van iets onverwachts en bruikbaars terwijl je op zoek bent naar iets totaal anders. Ze brengen dan ook al improviserend iets dat tussen ambient, jazz, drones, krautrock, spacerock en allerhande experimenten uitkomt. Hoewel de reis geen einddoel lijkt te hebben, is het onderweg intens genieten van wat al het fascinerends dat er uit hun koker komt. Na vier stukken met de titel “A Day Staring At Eternity” en vier met “Drawn With The Wind”, volgt het voor mij absolute hoogtepunt “After All The Sun Is Awakening” van maar liefst 21 minuten. Deze klinkt het meest coherent en maakt een krachtige, imaginaire vuist van het eerdere aangevuld met neoklassieke elementen. Daarna volgen er nog twee sterke tracks, die wat harder zijn. Een prachtalbum, dat zeker tot de verbeelding weet te spreken.
Spirit Fest – Spirit Fest (cd, Morr Music / Konkurrent)
Zanger/gitarist Markus Acher is vooral bekend van de groep The Notwist, maar is daarnaast ook te horen (geweest) in Village Of Savoonga, Tied & Tickled Trio, 13 & God, Potawatomi, Alles Wie Gross en met zijn vrouw ook in Lali Puna. Precies, daar kan best nog een project bij! En daar is Spirit Fest al, waar hij vergezeld wordt door Saya en Takashi Ueno van het langlopende Tenniscoats, Mathew Fowler van Jam Money en Cico Beck van Aloa Input, The Notwist, Joasihno en Ms. John Soda. Stiekem gewoon een supergroep. Op hun gelijknamige album laten ze een subtiel avant-pop geluid horen, dat zowel een weemoedig als uiterst speels midden vormt van hun andere projecten. Naast de heerlijk herfstige Engelstalige zang van Acher is ook de Japanse heldere van Saya te horen, die elkaar mooi aanvullen en afwisselen. De muziek is dikwijls heel stemmig en van een fragiele schoonheid, maar op andere momenten ook frivoler en subtiel maar rijk gedetailleerd. Het zijn stuk voor stuk zachte pareltjes, die net zo kleurrijk en melancholisch zijn als de herfst. Een zeer welkome aanvulling op de grote familie.
TootArd – Laissez Passer (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Als ik ooit een leger moet samenstellen, wat als overtuigd pacifist zeer onwaarschijnlijk is, dan zou ik muzikanten inzetten. Geen wapen is namelijk sterker dan de muziek en niets weet meer te verbinden dan dat. Neem nu de groep TootArd, Arabisch voor “aardbei”, die komt uit Majdal Shams, een dorp in de Golanhoogvlakte. Het van origine Syrische gebied is gedurende de zesdaagse oorlog in 1967 veroverd door Israël. Een strategisch punt tussen Syrië, Libanon, Jordanië en Israël. De leden van deze groep wonen dus officieel in Israël, maar zijn geen staatsburger. Sterker nog, ze hebben niet eens documenten om de grens over te komen. De groep bestaat uit Hasan Nakhleh (gitaar, zang), diens broer Rami Nakhleh (drums), Shadi Awidat (bas), Yazan Ibrahim (gitaar) en Amr Mdah (saxofoon). Op hun debuut Laissez Passer, waarbij de titel lijkt te verwijzen naar de situatie waarin ze opgesloten zitten, laten ze een opvallend opgewekt geluid horen. De muziek gaat van desert blues en psychedelische rock naar de meer klassiek Arabische muziek en zelfs reggae. Ze verschaffen zich hiermee, stateloos als ze zijn, toch een eigen identiteit die niets met hun leefsituatie te maken heeft. De muziek is ijzersterk en zit vol eigengereide vondsten, die zowel modern zijn als stoelen op eeuwenlange tradities. Daarmee roepen ze associaties met Tamikrest, Orchestra Baobab, Mahmoud Ahmed, Muslimgauze en Dastan Ensemble, waarbij de Afrikaanse sound wel overheerst. Het levert hoe dan ook prachtmuziek op, waar je oprecht grenzeloos van kunt genieten. Muziek die op hoopvolle wijze deuren opent naar een betere toekomst.
Trupa Trupa – Jolly New Songs (cd, Ici D’Ailleurs / Blue Tapes/ X-Ray Records)
De Poolse groep Trupa Trupa uit Gdańsk timmert sinds 2009 op geheel eigen wijze aan de weg. Na twee albums in eigen beheer, lijken ze met hun derde Headache (2015) ook over de landsgrenzen een publiek aan te boren. En terecht, want hun eigengereide mix van psychedelica, krautrock, symfonische rock, folk, cold wave, surf, garagerock en noise mag er wezen. Dat vinden ze ook bij het Franse, innovatieve label Ici D’Ailleurs die de cd in 2016 opnieuw uitbrengt en daarmee een groter bereik voor de groep levert. Ondanks de titel is dat bepaald geen hoofdpijndossier geworden. Ze mogen dan ook hun vierde cd Jolly New Songs weer uitbrengen op Ici D’Ailleurs, in samenwerking met de labels Blue Tapes en X-Ray Records. Hierop laten ze horen weer vooral hun eigen koers te varen, wars van hypes, genregrenzen en zelfs wellicht de luisteraar. Dat maakt de muziek juist zo interessant. Grzegorz Kwiatkowski (gitaar, zang), Rafał Wojczal (keuboard, gitaar), Tomek Pawluczuk (drums) en Wojtek Juchniewicz (bas, gitaar, zang) leveren 11 songs, die zich een slingerende weg banen tussen de genoemde genres. Hierbij verschilt de uitkomst telkens, waardoor ze de aandacht goed weten vast te houden. Wel is het allemaal intenser en meer emotioneel geladen, zowel in de harde als de meer contemplatieve stukken. Daarbij kan het best zijn dat het associaties oproept met Sonic Youth, Pink Floyd, Natural Snow Buildings, Neu!, Bardo Pond, Slint of misschien zelfs The Beach Boys, maar het biedt niet per se houvast. Ze leveren een meeslepende en afwisselende luistertrip af zoals alleen zij dit kunnen. Een magnifiek vervolg van deze bijzondere, ongrijpbare groep.
vonneumann – NorN (cd, Ammiratore Omomimo Records/ Retroazione Compagnie Fonografiche / Five Roses)
De in 1998 gestarte Italiaanse groep vonneumann trekt zich nooit zo heel veel aan van genregrenzen, hypes, publiek of wat dan ook. Buiten de radars om hebben ze al zo’n acht albums uitgebracht, soms enkel digitaal maar dikwijls ook op cd-r of cd. De laatste, Sitcom Koan (2016), is pas mijn eerste en tevens aangename kennismaking met de groep. Ze laten hier een geïmproviseerde en bovenal dynamische mengelmoes van post-rock, noise, no wave, avant-garde en mathrock horen, die z’n weerga niet kent. Op hun negende album NorN gaan ze ook weer lekker hun gang. Ze baseren de titel op het spookwoord “dord”, een fout in de lexicografie. Omdat zijn veel n-en in de bandnaam hebben, maken ze er hier “NorN” van. Een fout op een fout. Maar min en min is plus en de 8 tracks die ze hier brengen smaken ook weer naar meer. Nog altijd verschuilen ze zich achter de namen ‘t (gitaar, effecten drums, synthesizers), bof (gitaar, effecten, percussie), fr (bas, effecten. Trompet, drums, mixing) en dj (zang). Dat drukt de pret bepaald niet. Het zijn vrijwel allemaal instrumentale stukken, die een enkele keer afgewisseld worden met haast maniakale zang. Maar nog altijd manoeuvreren ze zich een volslagen eigenzinnige weg door allerlei genres, waarbij ze dit album tot hun funkalbum hebben uitgeroepen. Nu zitten er, inderdaad mede door de vette baspartijen, zeker funkelementen in maar laten ze die wel gedijen in een caleidoscopisch spectrum. Zo bewegen ze zich net zo gemakkelijk in de hoek van de glitch en IDM als de mathrock, avant-garde en zelfs wereldmuziek. Ik ken werkelijk geen enkele band die klinkt als hen en dat alleen al is een groot goed. Daarnaast is het ook gewoonweg ijzersterk wat ze laten horen. Ik ga ook eens niet met namen strooien, want dat zou ook niet veel verduidelijken. Onderga dit unicum vooral zelf eens!