De porno-industrie in Californië komt langzaam weer op gang. Slechts een beetje swaffelen of zoiets? Echt het heen en weer krijg je in onze hete lijstjes uit het:
We luisterden naar: Glasser, Hanggai, Edward Ka-Spel, Yellow6 & Absent Without Leave, Expo 70, Padang Food Tigers, V/A-Schuld En Boete, Rozaneh & Monajat Yulchieva, Primordial, Supersilent, Loden, Arcade Fire en Motorpsycho.
Glasser – Ring (cd, True Panther Sounds)
Dit is het licht experimentele elektropop project van de Amerikaanse Cameron Mesirow (zang, keyboards, synthesizers), die zich laat vergezellen door vier man op percussie-instrumenten, bas, keyboards, viool en saxofoon. Ze brengt dikwijls lompe beats op een desolate achtergrond, waarbij haar licht onderkoelde zangstem prima bij aansluit. Hiermee weet ze een verrassend pakkend geheel neer te zetten, dat soms wat poppy aandoet en op andere momenten weer op prettige wijze experimenteel. Glasser is bij uitstek geschikt voor fans van Fever Ray, Wildbirds & Peacedrums, Bat For Lashes en High Places.
Luister Online bij Myspace:
Mirrorage / Home
Hanggai – He Who Travels Far (cd, World Connection)
Deze Chinees-Mongoolse uit hartje Peking combineert traditionele Mongoolse muziek met keelzang en al met soms stevige rock. Ook op hun tweede cd gaan ze daar lekker mee door. Ze laten zich inspireren door bands als Radiohead, Pink Floyd en Rage Against The Machine. Gelukkig hoor je daar helemaal niets van terug, maar het geeft wel aan dat het vijftal de ogen gericht heeft op het Westen en met het hart in Mongolië. Dit levert fraaie kruisbestuivingen op die voor de gemiddelde Westerling vooral Mongools zullen aandoen, zij het dat de elektrische gitaren wat steviger en meer prominent aanwezig zijn ten opzichte van puur traditionele muziek. Ze maken verder wel gebruik van veel traditionele Mongoolse instrumenten. Denk voor een vergelijk aan bands als Yat-Kha, Huun-Huur-Tu en Altan Urag. Een prachtig werelds rockalbum, om je stokjes bij af te likken.
Luister Online bij Myspace:
Borulai / Dorov Moraril / Toger Jin Mountain / Uruumdush / Xiger Xiger
Edward Ka-Spel – The Minus Touch (cd, Beta-lactam Ring Records)
Edward Ka-Spel is natuurlijk al decennia lang de enigmatisch zingende profeet van The Legendary Pink Dots en diverse andere projecten (Tear Garden, Mimir, Artwork). Maar ondanks de bepaald niet misselijk output van die band, vindt hij ook tijd om met enige regelmaat een soloplaat te maken. Nu is er weer één. Hierop brengt hij naast zijn kenmerkende zang een bijzondere mix van geluiden die tot stand komen door keyboards, diverse apparaten, akoestische en gebroken dingen. Het levert een avant-gardistische en vooral psychedelische trip op, die soms heel diep de kosmos en het onderbewuste ingaat. Er staan daarnaast ook diverse stukken op die dicht tegen de muziek van zijn moederband aanleunen. Je wordt ruim een uur lang op de fascinerende trip getrakteerd, vol prachtige, wonderlijke dan wel intrigerende geluiden. Unieke klasse die Ka-Spel!
Luister Online:
The Minus Touch (album)
Yellow6 / Absent Without Leave – Aural Diptych Series #4 (2×3”cd-r, TQA Recordings)
Vierde dubbele split-cd-r in de Aural Diptych Series op het TQA (This Quiet Army) label in een gelimiteerde oplage van 100. Alleen de fraaie bruine enveloppe met daarin het fotomapje met de 4 sfeervolle foto’s en de twee 3”-es maken de aanschaf al meer dan waard. De muziek is de bonus. Yellow6 ofwel Jon Attwood brengt onder de subtitel “Further Loops, Notes And Sketches” 4 nummers van bij elkaar iets meer dan 20 minuten. Drie nummers zijn variaties rond hetzelfde thema en de vierde is afwijkender. Het zijn allen duistere, maar sfeervolle postrock-achtige schetsen die een hoog improvisatorisch gehalte hebben. Heel af en gooit Jon er zeker voor zijn doen wat fellere noise tegenaan. Het zijn fijne winterse schetsen geworden. Absent Without Leave, het alias van George Mastrokostas, brengt 3 stukken van bij elkaar haast 16 minuten onder de subtitel “Waiting For The Snow To Fall”. Het zijn drie delen van de gelijknamige titeltrack. Hij brengt een subtiele, duistere en bovenal filmische kruisbestuiving ten gehore van postrock, ambient, elektronica, glitch, waar uiterst melancholische new wave elementen door meanderen. Ook dit sluit mooi aan op het koude, winterse weer. Om binnenshuis te koesteren.
Expo 70 – Where Does Your Mind Go (2LP, Immune, 2010)
Achter Expo 70 schuilt de naam van Justin Wright, die met dit project de grenzen van kraut, ambient en minimale drones verkent. Dat leverde eerder een aantal obscure en verfrommelde cassette- en cdr-releases op, maar met de 2-lp Where Does Our Mind Go is alles tot in de puntjes verzorgd. Het indrukwekkende sci-fi artwork is een voorbode voor wat de vier nummers en 74 minuten de luisteraar te bieden hebben. Veel hallucinerende en donkere ambient met dikke lagen keyboards, vervormd en herhaald totdat er massieve drones overblijven. Klaus Schulze, Sunn O))) en ook Earth doemen in gedachten op als invloeden. Dat komt zeker ook door het gebruik van de (soms onherkenbare) gitaar waarover de analoge klanken gedrapeerd worden. Waar dit soort platen soms last hebben van gebrek aan afwisseling, weet Where Does Your Mind Go redelijk constant te boeien. Een klein meesterwerk in de psychedelische en kosmische drone / synth sfeer.
Padang Food Tigers – Born Music (cd, Under The Spire, 2010)
Het Engelse duo Padang Food Tigers weet op Born Music op uiterst mooie wijze folk en field recordings met elkaar te versmelten. Minimale gitaarklanken, banjo en piano vinden op natuurlijke wijze hun weg door samples van lichte regen, een stromende rivier en kwetterende vogels. Het doet mij bij vlagen denken aan de muziek van Machinefabriek, al klinkt Padang Food Tigers nog iets meer organisch. Toch roept het instrumentale album geen lentegevoelens op; eerder melancholiek. Uiteindelijk is de muziek te minimaal, te delicaat om iets vrolijks uit te dragen. Afgezien van de kwaliteit dan, want het enige nadeel van Born Music is de speelduur: ruim een half uur.
Schuld en Boete (huisgemaakte compilatie, 2010)
Tradities zijn er om in ere gehouden te worden, zo ook die van de cd cirkel. Wat is er leuker dan van een onbekende muziekliefhebber een verzamelalbum te ontvangen rond een bepaald thema, compleet met artwork en dergelijke? Mijns inziens toch een stuk waardevoller dan via twitter een spotify playlist aanbevolen te krijgen, simpelweg omdat je weet dat je iets unieks in handen hebt. Diegene die mijn “lootje” trok heeft z’n best gedaan om het onderwerp Schuld en Boete muzikaal te vertalen, en zette dat nog eens kracht bij door er een boekje bij te leveren met alle teksten. Beginnend met Zappa, via onder andere Brutal Truth, Boyd Rice en Swans, eindigend met Goldfrapp: een fascinerende en afwisselde luisterervaring met zeker nog een paar verassingen.
Rozaneh & Monajat Yulchieva @ Rasa, Utrecht
Perzische dastgāh en Oezbeekse maqam, er zijn verbanden maar ook verschillen. Het geheel vrouwelijke Rozaneh klinkt subtiel en geavanceerd. De delicate klank van de tār en kemānche, maar ook de luidere door tonbak en daf gedreven stukken blijven altijd uiterst fraai geschakeerd en verfijnd. De zangeressen konden beiden vaak emotioneel los gaan op zeer groovy geornamenteerde drones, wat wordt afgewisseld met meer catchy melodieën. Prachtig. Primitiever is het woord niet, maar de Oezbeekse Yulchieva en haar ensemble zijn wat grover, de tanbur van Shavkat Mirzaev lijkt op een oertār en de Monajats zangstijl maar meer gebruik van de mondholte dan de stembanden. Je hoort als het ware waar de boventoonzang uit Tuva is ontstaan. Ze gebruikt zelfs een schoteltje om nog meer nuances uit haar stem te halen. Mooi en fascinerend, maar emotioneel heb ik net iets meer met het Perzische deel van de avond. En als gezonde Hollandse jongen mag ik toch ook wel even zeggen dat de dames er prachtig uitzagen.
Primordial All Empires Fall
De documentaire is wat aan de lange kant en niet zo goed in elkaar gezet als de vergelijkbare opzet van de eerder dit jaar verschene At The Gates dvd, maar de live-registratie is geweldig. Sfeervol, want het is geen openlucht festival maar een volgepakte club in Dublin en de visuele effecten voegen daadwerkelijk iets toe.
Supersilent 9, 10 en 11
9, de Vespestadloze all-Hammond plaat is een duister en moeilijk werkje. Het valt allemaal wat minder makkelijk op z'n plaats, maar over een paar goede speakers staan er toch wel een paar heel fraaie passages op. Het dromerige 10 is bijna het tegenovergestelde, misschien wel de meest toegankelijke Supersilent plaat tot nu toe. 11 kent weer wat meer percussie (het zijn archiefopnamen) maar ligt nog wel in die lijn. Vinyl only en dan ook echt, want je krijgt er ook geen downloadcode bij.
Het is die tijd van het jaar. De bladeren vallen nog maar net van de boom, of de prominenten in het journalistieke muzieklandschap zijn elkander al aan het overschreeuwen met hun eindlijstjes. De beste tien platen van het jaar. In de schaduw van deze borstroffelrijtjes staan een hoop albums die even goed de moeite waard zijn, maar niet opgepikt zijn of zich pas over jaren bewijzen. Of zelfs misschien ook helemaal niets zullen worden.
Een van deze schaduw platen is Buggy van Loden. Daar waar vergelijkbare artiesten als Flying Fortress en Nosaj Thing (ja ja, die is uit 2009) internationaal hoge ogen gooien en jaarlijstjes (gaan) gooien of hebben gegooid, is deze plaat van onze zuiderbuur grotendeels onopgemerkt gebleven. Toch heeft deze Belg een pracht plaat afgeleverd, die hip hop, minimal en dubstep bij elkaar weet te brengen. Daar zou ik hier lang over kunnen uitweiden, maar voor de grote Storm van File Under heb ik dat al eens gedaan.
Een plaat die de eindlijstjes zeker gaat halen is The Suburbs van Arcade Fire. Een conceptplaat over het leven in de buitenwijken. Bij het beluisteren van deze plaat kon ik echter niet stoppen met denken aan de conceptplaat Happy Hollow van Cursive. Ook over het saaie leven in Amerika, hier over de kleine stad waar de enige ontsnappingsroute het legr lijkt te zijn. Niet van dit jaar, maar toch het noemen waardig. Al is het alleen maar dat deze emo-indie band nog regelmatig de schuif van mijn CD-speler raakt.
Overigens was het dit jaar een mooi jaar voor de Motorpsycho fan, met twee albums die om verschillende redenen de eindlijstjes waarschijnlijk niet zullen halen. Uiteraard was daar het nieuwe werk Heavy Metal Fruit, een heerlijk groovende rockplaat die dondert en stormt zoals alleen deze Noren kunnen. Niet echt verrassend meer, maar een gegarandeerde kwaliteit. Nog steeds verrassend is echter wel Timothy’s Monster, die dit jaar een vier CD-box op nieuw is uitgebracht. Nu word ik persoonlijk doodziek en zelfs lichtelijk agressief van alle cd’s die de laatste tijd met allerlei extra’s worden uitgegeven (nog binnen een jaar van eerste uitgave, die ik dan uiteraard allang heb), maar in het geval van Timothy’s Monster is het een waardig eerbetoon aan een plaat die zich in de jaren ’90 al als een van de beste platen van dat decennia heeft bewezen. En stiekem ook gewoon een van de betere uitgave van 2010 is.