Het schaduwkabinet: week 44 – 2024

Laaik Rutte woed zee: som wheely nais moeziq in dzhe list of dzhe:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Dakota Suite, Glacis, Julius Lind, Maverick Persona, Sarah Neufeld/ Richard Reed Parry/ Rebecca Foon, Pixies, Pom Pom Squad, Teho Teardo & Blixa Bargeld en Ying Shui Di Jiang.


 

Jan Willem

Dakota Suite – Forever Breathes The Lonely Word (cd, Navigators Yard)
Als je de Britse muzikant Chris Hooson een muzikant noemt, ontkent hij dat te zijn. Ook dat hij nog muziek zou maken overigens met zijn onvolprezen project Dakota Suite. Daarbij komt dat hij zelf soms eigenlijk niet naar zijn eigen muziek kan luisteren. Niet omdat hij ontevreden over het resultaat is, maar omdat het hem teveel raakt. Dat terwijl ik heel veel troost put uit zijn muziek, die werkelijk altijd doordrenkt is met melancholie, die toch handvatten biedt naar iets hoopgevends. Ik heb muziek nodig om mijn stemmingen te ondersteunen en Chris maakt muziek om bepaalde zielenroerselen of nare gebeurtenissen uit het echte leven te verwerken; dat sluit mooi op elkaar aan wel. Dakota Suite is in 1996 opgetuigd en wisselt in het begin instrumentale filmisch en klassiek getinte albums af met meer songgerichte, waarbij hij veelvuldig samenwerkt met de Franse pianist Quentin Sirjacq, die zich solo ook niet onbetuigd laat. Onlangs is één van zijn beste vrienden Nick Hawley aan kanker overleden en dat ging sneller dan verwacht. Dat was zo’n mokerslag dat het Chris de adem haast ontnam. Dus daar schreeuwde toch de roep om een nieuw album. Dat is Forever Breathes The Lonely Word geworden, welke is opgedragen aan Nick en de enige manier waarmee hij dit immense verdriet heeft kunnen verwerken. U bent voorbereid, maar de trouwe fans weten al wat ze qua intensiteit kunnen verwachten. Chris (zang, akoestische gitaar) werkt wederom intensief samen met Quentin Sirjacq (piano, soma terra, prepared piano, vibrafoon, harmonium) en daarnaast met gastmuzikanten op violen, cello’s, altviool, nyckelharpa en zang. Veel van de nummers zijn volledig instrumentaal, maar vaak zijn woorden ook niet nodig om emoties te duiden. In maar liefst 16 stukken van samen bijna 68 minuten lang, weet Dakota Suite je volledig in de houdgreep te nemen met muziek volslagen uniek is. Dat komt doordat de gevoelens die erin gestopt zijn zo persoonlijk zijn, maar tevens doordat de rauwe invulling van dat alles op eigenzinnige en veelzijdige wijze wordt gedaan. Wellicht is dit dan echt de zwanenzang van Dakota Suite geworden, maar dat zal de toekomst uitwijzen. In elk geval is het een meesterwerk van ongekende klasse geworden.

 

Glacis – This Darkness From Which We Cannot Run (cd, Whitelabrecs)
Het is een druk muzikaal jaar voor de Schotse, maar in Engeland gevestigde componist, pianist en singer-songwriter Euan Alexander Millar-McMeeken. Hij kleurt met zijn projecten de wereld niet met vrolijke kleuren in, maar weet deze wel op ontroerende en melancholische wijze mooier te maken. Eerder dit jaar is onder zijn eigen naam al het werkelijk bij de strot grijpende prachtalbum All The Weather Of The Human Heart verschenen en onlangs ook het album The Trembling Line van Civic Hall, een duo dat hij met Craig Tattersall (Hood, The Humble Bee, The Remote Viewer, The Boats, The Seaman And The Tattered Sail. The Sea, Famous Boyfriend) erop na houdt. Daarnaast is hij terug te vinden in The Kays Lavelle, het schitterende Graveyard Tapes (samen met Matthew Collings), Gallowglass, The Dead Bell en tevens Glacis. Met dat laatst genoemde project opereert hij veelal ergens in de experimentele en neoklassieke hoek. Dat is allemaal ondergedompeld in droefgeestigheid, waarbij titels als bijvoorbeeld The World Is Little Lonelier Without You (2016) en Nothing Hurts Forever (2020) veelzeggend zijn. Welnu, daar komt This Darkness From Which We Cannot Run bij. In een dikke drie kwartier serveert hij 7 tracks, waarbij hij drones, ambient, neoklassiek en experimentele elektronische muziek combineert. Allemaal zonder zang en toch zo veelzeggend. De rode draad wordt gevormd door zijn waterige pianoklanken, maar die worden omhuld door soundscapes. Dat is ook wel anders dan op zijn vorige albums. Neemt niet weg dat dit een uiterst intiem en intrigerend album is geworden van een diepgravende schoonheid.

 

Julius Lind – Lights (cd, Kapitän Platte / Sonic Rendezvous / Creative Eclipse PR)
De naam van de Noorse zanger/gitarist Julius Lind zou je al tegen kunnen zijn gekomen bij de bands Action & Tension & Space, Rex Rudi en The Gin And Tonic Youth of naast Henrik Horge. Hij is terug met zijn soloalbum Lights, waarop hij 8 tracks van samen een goede 37 minuten opdient. Hoewel solo, hij wordt bijgestaan door bassist/zanger Richard Myklebust (The Megaphonic Thrift, Stereo 21, Young Dreams) en drummer Eirik Kirkemyr (Gold Celeste, Dråpe, Flight Mode). Daarmee creëert hij echt een vol bandgeluid. De muziek is heerlijk psychedelisch en wordt dikwijls gekruid met lekkere motorik, waarmee ze stevig de krautrock opzoeken. Maar ze doorspekken de muziek ook met noise, drones, spacerock en shoegaze. De meer gruizige muziek vormt een fraai contrast met de zachte zang van Lind. De muziek finisht ergens tussen Spiritualized, Spacemen 3, A Place To Bury Strangers, Beak>, Can en Pale Saints. Daarmee levert hij een sterk droomdebuut af.

 

Maverick Persona – In The Name Of (cd, NOS Records/ MarraCult / Peyote Press)
Ik hou wel van bands die op volslagen eigengereide wijze buiten de genres opereren. Ze worden wel steeds spaarzamer, maar toch kom je ze nog wel eens tegen. Dat geldt ook voor het Italiaanse duo Maverick Persona, dat bestaat uit veteraan Amerigo Verardi (The Freex, Lotus, Allison Run, Lula) en het jonge talent Deje aka Matteo D’Astore. Op hun tweede album In The Name Of, dat vrij rap volgt op hun eerder dit jaar verschenen What Tomorrow?, brengen ze 11 nieuwe tracks van samen ruim drie kwartier. Het is een steeds wisselend amalgaam van jazz, psychedelische muziek, wereldmuziek, donkere pop, pianomuziek, elektronisch gestuurde muziek en avant-garde. En hoewel je er geen grip op kunt krijgen weten ze, misschien juist daarom, wel enorm te boeien. Het is of je naar een mix van David Bowie, The Triffids, Legendary Pink Dots, King Crimson, Teho Teardo, dEUS en Portico Quartet luistert. Luisteren is sowieso het beste advies voor dit fascinerende sterke album.

 

Sarah Neufeld/ Richard Reed Parry/ Rebecca Foon – First Sounds (cd, One Little Independent)
Kijk dat is nou een affiche waar ik op voorhand blij van wordt: Sarah Neufeld, Richard Reed Parry en Rebecca Foon samen op de cd First Sounds. De Canadese violiste en componiste Sarah Neufeld is wellicht het meest bekend van haar lidmaatschap in Arcade Fire, maar ik hoor haar liever solo of in het mede door haar opgerichte instrumentale folkrock-ensemble Bell Orchestre. Of naast Colin Stetson. Ze is tevens een graag gezien gast bij onder meer The Luyas, Snailhouse, Little Scream en Esmerine. In die laatste band zit de tevens uit Canada afkomstige cellist en componiste Rebecca Foon, die daarnaast naast solowerk ook te horen is in Saltland, Thee Silver Mt. Zion, Fifths Of Seven, Set Fire To Flames, Hrsta, Land Of Kush en nog wat kleine gezelschappen. En heb je nog hun landgenoot Richard Reed Parry van Arcade Fire en Bell Orchestre, die hier contrabas, gitaar, drum machines en percussie voor zijn rekening neemt. Nu snap je wellicht mijn blijdschap. De drie presenteren 9 composities van samen 52 minuten lang, die het midden houden tussen neoklassiek, filmische post-rock en licht experimentele muziek. Door de grote inbreng van de strijkinstrumenten overheerst de neoklassiek wel, die hier heerlijk droefgeestig en tot de verbeelding sprekend uitpakt. Ze gebruiken ook alle drie hun stem, maar die wordt meer als sfeer makend instrument ingezet. Het levert een wonderschoon geheel op, dat de liefhebbers van hun andere meer neoklassieke projecten ook zeker zal aanspreken. Deze eerste geluiden bevallen erg goed.

 

Pixies – The Night The Zombies Came (cd, Pixies Recordings/ BMG)
Je hebt de Pixies van 1986 tot 1993, die echt totaal anders dan alle andere bands waren met hun absurde teksten, harde noise en ook surf. Het vocale geweld van gitarist Black Francis of Frank Black (echte naam: Charles Michael Kittrigde Thompson IV) en de altijd lekkere laidback zang van bassiste Kim Deal (The Breeders) vormden ook een sterk deel van hun sound. Het verhaal is bekend, Black Francis ontbond de band met een fax naar iedereen en begon een wisselvallige solocarrière. Er volgde een goede tien jaar daarna weer wat optredens, tot de band in 2014 definitief terugkeerde met nieuw materiaal, maar zonder Kim Deal. Inmiddels bestaan ze weer langer dan in hun toptijd en zijn ze er steeds in geslaagd een passende vervangster voor Deal te vinden (die zelf binnenkort met haar solodebuut komt). Na een ietwat stroeve herstart, werden de albums steeds leuker. Nu zijn ze terug met The Night The Zombies Came, hun vijfde na de reünie en daarmee evenaren ze het aantal albums van hun beginperiode. Ze brengen 13 nieuwe songs in bijna 40 minuten, die net als op hun vorige album weer aansluiting vinden bij hun vroegere periode. Dat wil zeggen bij de meer rustige tracks, want de echte gekte is er wel af. Hoewel er een paar op staan (“Oyster Beds”, “Ernest Evans”) die ook weer ouderwets hard klinken. Kim nummer vier heet nu Emma Richardson (ex-Band Of Skulls) en past met haar bas en zang weer prima bij de sound van de Pixies. Waar ik vroeger nummer voor nummer kende, beklijft het nu iets minder. Toch blijft dit een geweldige eigenzinnige band en hun nieuwe album is een must voor de fans.

 

Pom Pom Squad – Mirror Starts Moving Without Me (cd, City Slang / Konkurrent)
De New Yorkse zangeres en gitariste Mia Berrin maakte indruk met haar band Pom Pom Squad en het debuut Death Of A Cheerleader (2021). Hoewel ze hierop met een aantal muzikanten samenwerkt, is het wel echt haar project. Ze laveerde er van droompop naar avant-pop en zelfs punk. Dat wel zonder paperclips in de oren en op een goed doorwaadbare en pakkende wijze. Met datzelfde recept gaat ze verder op Mirror Starts Moving Without Me, waar ook weer de nodig gasten meedoen op gitaar, bas, drums, piano, synthesizers, viool, altviool, cello en zang. Het is op een smaakvolle manier iets meer richting de pop opgeschoven, al komt ze nog dikwijls venijnig uit de hoek. Maar ook als het lieflijk klinkt, bekruipt je soms toch een unheimisch gevoel. Je moet daarbij denken aan een kruisbestuiving van Garbage, Billie Eilish, Torres, Soccer Mommy, Sugar, Lisa Germano en Anna Burch. Je gaat van heerlijk opzwepende, pakkende naar uiterst stemmige songs. Bepaald geen moeilijk tweede album, wel verdomd lekker!

 

Teho Teardo & Blixa Bargeld – Christian & Mauro (cd, Spècula)
In 2013 slaan de twee grootse muzikanten Teho Teardo en Blixa Bargeld voor het eerst de hand ineen om muziek te maken. De Italiaan Mauro Teho Teardo heeft een rijk muzikaal verleden met M.T.T., Meathead, Matera (met Mick Harris), Modern Institute (met Martina Bertoni), Here (met JF Coleman), Operator (met Scott McLoud) en La Monte (met Mirco Muner en Steve Nardini). Blixa Bargeld, ofwel Christian Emmerich, is natuurlijk bekend geworden als bandlid van Nick Cave & The Bad Seeds, maar misschien nog wel meer als kopman van de toonaangevende Duitse band Einstürzende Neubauten. Daarnaast laat hij tevens solo van zich horen als in de bands Alert en ANBB (met Alva Noto). De twee heren hebben al twee studioalbums gemaakt en zijn na 8 jaar terug met de derde Christian & Mauro, die dus hun echte voornamen bevat. Blixa (zang, piano, orgel, clavinet, gitaar, buisklokken, marimba) en Teho (gitaar, bas, rhodes piano, mellotron, piano, marimba, bellen, cello, drums, synthesizers, elektronica, programmering) 10 nieuwe tracks van bij elkaar ruim 38 minuten. Ze krijgen, ondanks hun eigen indrukwekkende inbreng, hulp op cello, klarinet, saxofoon, zang, altviool en viool. De muziek ligt wel in het verlengde van hun vorige albums, wat een hybride van neoklassiek, dark ambient, avant-garde, dark pop en art rock betekent. De muziek is alleen wat persoonlijker, hetgeen de titel van het album ook al weggaf. Op meer intieme en melancholischer wijze brengen ze hun rijk gedetailleerde songs met stemmige orkestraties, die Blixa van zijn kenmerkende zang voorziet in het Duits, Engels en Italiaans. De muziek weet diepe snaren te raken en is van een behoorlijke intensiteit. Wat een machtig mooi album!

 

Ying Shui Di Jiang – Riding On The Wind (2cd, WV Sorcerer Productions)
Het WV Sorcerer Productions is echt een mega interessant Chinees experimenteel label. Helaas voor mij verschijnt veel op lp, cassette en digitaal. Maar daarnaast is er nog genoeg. Neem het album Riding On The Wind van het Ying Shui Di Jiang combo, een in een prachtige 7” hoes gestoken dubbel cd. De 15 nummers zijn live opgenomen improvisaties die ze opdragen aan de onlangs overleden Mr. Malegebide ofwel DJ Evilbee, waar ze ook geluiden van gebruiken. De muziek komt tot stand met zang, drumloops, synthesizers, beats, gitaar, fluiten (shakuhachi , bansuri, xiao, been, vier gaten, khene, khloy), dung-dkar, cellobas, mondharp, bas, tingsha, ei shaker, handpan, santur, shaman drum, kong nye en soma pipe. Door deze lange opsomming van het instrumentarium krijg je een beetje een beeld bij de mengelmoes van Oosterse en Westerse instrumenten, Muzikaal is er namelijk lastig een vinger op te leggen. Het gaat van drones, noise en allerhande experimenten naar industrial, tribale muziek, ambient en traditionele muziek, waarbij intrigerende instrumentale stukken worden afgewisseld met die waarin je bezwerende zang dan wel spoken word krijgt. Soms is echt bloedstollend, maar ook bevreemdend, betoverend en buitengemeen beeldig. Dat het live is hoor je eigenlijk enkel pas helemaal aan het eind door het applaus na maar liefst één uur en drie kwartier later. Een onnavolgbare, fenomenale luistet(r)ip!

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.