Het schaduwkabinet: week 43 – 2024

Hier geen miljoen per dag te verloten, maar wel muziek van waarde in het lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Amyl And The Sniffers, Félicia Atkinson, Black Aleph, Craven Faults, Kattie Gavin, Grive, Lone Justice, Laura Marling, Alberto Nemo/ Niccolò Clemente/ RaMi, Rothko/ Steve Parry, Violet Nox en Vlimmer.


 

Jan Willem

Amyl And The Sniffers – Cartoon Darkness (cd, Rough Trade / Konkurrent)
Je hoort al die mensen wel over post-punk, maar er is soms ook nog zoiets als onvervalste punk of punkrock. Neem nu het Australische Amyl And The Sniffers, die degraderen met hun harde en felle geluid de Sex Pistols tot een bijna doodnormale punkband; dat laatste niet ten nadele van die band, want die schopten destijds natuurlijk wel degelijk kont en mogen graag gehoord worden. Op hun derde album Cartoon Darkness laten Amyl And The Sniffers andermaal horen wat voor een geweldenaars ze zijn. Onder leiding van brulboei Amy Taylor zijn het verder Declan Mehrtens aka Dec Martens (gitaar, keyboards), Gus Romer (bas) en Bryce Wilson (drums) die de band vormen. Ze laten 13 onweerstaanbare, verpletterende en ongeremd energieke songs van samen bijna 34 minuten op je los. Kleine kanttekening is dat ze er een paar balladachtige songs tussen hebben zitten (“Big Dreams” en “U Should Not Be Doing That”), waardoor je even op adem kunt komen. Wat dat betreft hebben ze hun muzikale palet wel wat uitgebreid, ook qua instrumentarium. De bas- en gitaarpartijen doen met vaker aan pre-Joy Division’s Warsaw denken, maar voor de rest moet je het ergens zoeken tussen UK Subs, Sleaford Mods, Babes In Toyland, Made Out Of Babies, Magazine, The Stooges en ga zo maar door. Ze zijn het lekkerst als ze stekelig en op hoog tempo over thema’s als oorlog en de klimaatcrisis zingen. Ze leveren hiermee weer een keihard en goed topalbum af.

 

Félicia Atkinson – Space As An Instrument (cd, Shelter Press / Konkurrent)
De Franse avant-gardistische muzikante Félicia Atkinson is niet alleen bijzonder, maar ook zeer veelzijdig. Bijzonder, omdat ze veelal op schetsmatige wijze haar muziek naar buiten brengt, maar waarmee ze wel unieke tot de verbeelding sprekende en imponerende creaties aflevert die je altijd even uit de realiteit weten te nemen. Veelzijdig omdat ze steeds weer andere kanalen aanboort en tevens met artiesten heeft gewerkt als Jefre Cantu-Ledesma, Richard Chartier en Sylvain Chauveau en daarnaast de projecten Louisville, Je Suis Le Petit Chevalier, La Nuit (met Peter Broderick), Naked Island, Stretchandrelax en Rivière Amur er op na houdt of heeft gehouden. Haar nieuwste album heet Space As An Instrument. Hierop probeert ze één van de universele ervaring van ons leven op aarde, namelijk het staren naar de kosmos, waarbij je als het ware geabsorbeerd wordt door de onmetelijkheid van de nachtelijke hemel, te vangen in muziek. Ze werkt veelal met elektronische klanken, drones, veldopnames, zang en vooraf opgenomen geluiden van instrumenten, maar de piano speel ook dikwijls een rol. Dat instrument krijgt hier een meer prominente rol, naast ook veel van de andere genoemde ingrediënten. In 38 minuten krijg je 7 stukken die variëren van ruim een minuut tot wel 13 minuten, die dat ruimtelijke aspect heel goed weten neer te zetten. Het is alsof ze met dunne penselen op skeletachtige wijze de 3D lijntjes uittekent, waarbij er veel voor de verbeeldingskracht van de luisteraar overblijft. Heel af en toe neemt de geluidsdichtheid toe en implodeert de ruimte even om vervolgens weer uit te vouwen. Daartussen fluistert ze haar poëtische teksten, bijna op ASMR-achtige wijze, wat zorgt dat het geheel uiterst mysterieus aandoet. Je waant jezelf echt even in een verstilde plek in het universum. Het is uiterst delicaat, subtiel gedetailleerd en van een ongrijpbare schoonheid. Ter referentie moet je denken aan een verfijnde mix van Sylvain Chauveau, Kali Malone, Sarah Davachi, Orla Wren, Talk Talk, Piiptsjilling en Machinefabriek. Geestverruimende en ruimte scheppende pracht. Voor de fijnproevers.

 

Black Aleph – Apsides (lp/digitaal, Art As Carthasis/ Dunk! Records / Creative Eclipse PR)
Soms ontstaan er van die onverwachte supergroepen uit de kleinere hoeken van de muziekwereld. Neem nu het Australische combo Black Aleph. Deze bestaat namelijk uit drie muzikanten met een rijke en breed georiënteerde discografie. Ten eerste heb je gitarist Lachlan Dale, die ook diverse effecten inbrengt, van Adrift For Days, Hashshashin en Serious Beak. Ten tweede is er cellist Peter Hollo, bekend van onder meer groepen als Memory Drawings, Fourplay, Peccadillo, Tangents en Close To Forever, maar die tevens al heeft samengewerkt met artiesten als Oren Ambarchi, Sophie Hutchings, Lisa Gerrard, Rutger Zuydervelt, Euan Alexander Miller-McMeeken en Michel Banabila. Tot besluit is er nog percussionist Timothy Johannessen van het Mehr Ensemble en die gespecialiseerd is in Iranese instrumenten. Samen presenteren ze nu hun debuut Apsides, waarop ze de vele bloedgroepen bij elkaar brengen. In een veelkleurige mix brengen ze hier post-metal, doom en modale muziek uit het Midden-Oosten. Daarmee weten ze echt diepe indruk te maken, zowel in de grimmige loodzware als meer bezinnende en Oosters getinte stukken. Dat wordt soms nog even extra mooi als Jessika Kenney meezingt of Natalya Bing haar vioolspel brengt. Namen als Amber Asylum, Neurosis, Sunn O))), Secret Chiefs 3, Godspeed You! Black Emperor en die van hun andere projecten borrelen hier dan wel naar boven. Het is allemaal van een biologerende en zeer bijzondere klasse!

 

Craven Faults – Bounds (lp, Leaf / Konkurrent)
Craven Fault is een Britse eenmansproject, waarvan de naam van de artiest net als de muziek gehuld blijft in nevelen. Hoe het ook zij, Craven Fault is al jaren heer en meester in het maken van muziek op de modulaire synthesizer. Hoewel zijn receptuur zelden verandert, weet hij er toch iedere keer weer andere beelden mee op te roepen of andere emoties aan te spreken. De muziek kenmerkt zich veelal door repetitieve patronen, die gradueel van karakter veranderen en je als luisteraar zo meenemen naar hetgeen hij je wil tonen. In navolging van het album Enclosures (2020) brengt hij hier een trip in vier delen van nog eens 37 minuten door Noord-Engeland via een levenslange obsessie voor de randen van de populaire cultuur. Het zit vol nieuwe details en perspectieven en hij opereert dan het liefst als de schemering valt. De synthesizermuziek, die ook nog wel eens teruggrijpt naar de jaren 70, bevat eveneens elementen van ambient, minimal music en krautrock. Daarmee zal het zowel fans van Tangerine Dream, Jean-Michel Jarre en John Carpenter als die van Steve Hauschildt, Pye Audio Corner en Nightports wel aanspreken. Het is echt prijzenswaardig hoe Craven Faults je voorstellingsvermogen met relatief weinig middelen zo weet te prikkelen. Een spannende en supermooie muzikale reis.

 

Katie Gavin – What A Relief (cd, Saddest Factory / Konkurrent)
Zangeres, gitariste en violiste Katie Gavin maakt al jaren deel uit van de uit Californië afkomstige groep Muna. Toch had ze behoefte om een persoonlijk album te maken, hetgeen What A Relief is geworden. Hierop onderzoekt ze onze collectieve behoefte aan intimiteit en romantiek zonder oordeel of hardheid. Ja er zitten ook zeker scheuten liefdesverdriet en andere uit het leven gegrepen zaken doorheen, maar die dragen enkel bij aan de oprechtheid van dit album. Overigens werken er vele muzikanten mee aan het album, waaronder ook van haar band en eenmaal ook Mitski. Muzikaal gezien laveert ze van indierock naar folkrock en altcountry, al sluipen er allerlei subtiele details in de muziek, die het ook wel eens een andere richting op duwen. Alles ademt een zekere intimiteit uit, soms zelfs zo dat je het gevoel krijgt erg dicht bij haar leven te komen. Op ontwapende wijze geeft inzicht in haar manier om met lastige zaken om te gaan en hoe je daarmee verder komt. Het moest er duidelijk even uit. Om een indruk te krijgen moet je denken aan een afwisselende hybride van Suzanne Vega, Phoebe Bridgers, Aldous Harding, Big Thief, Tori Amos, Fiona Apple en Samantha Crain. Het is een liefdevol, troostrijk en gewoonweg wonderschoon album geworden.

 

Grive – Tales Of Uncertainty (cd, Talitres)
Agnès Gayraud (zang, gitaar, bas, analoge synthesizers) maakt sier in de groep La Féline, waarmee ze sinds 2011 prachtige droompop met een rafeltje naar buiten brengt. In 2021 verschijnt er de nieuwe band Grive, waar ze opduikt naast Paul Régimbeau (analoge synthesizers, gitaar). Hij zit op zijn beurt weer meer in de experimentele hoek met projecten als Mondkopf, Oiseaux-Tempête, FOUDRE!, Autrenoir, Extreme Precautions en Violent Magic Orchestra. Na een epee is er nu het volledige album Tales Of Uncertainty. Hierop worden ze vergezeld door Jean-Michel Pirès (drums), die in groepen als Mendelson, Bruit Noir, headphone, NLF3, Club Cactus, Numbers Not Names, Charlie O Trio en The Married Monk en heeft gewerkt met onder meer Yann Tiersen en Bed. Eigenlijk is Grive dus een ware supergroep. Op het album serveren ze in een goede 37 minuten 8 tracks, waarbij ze een nieuw geluid schetsen dat zowel diep geworteld is in de jaren 70 tot 90 als ergens in de toekomst. Door hun verschillende muzikale achtergronden hebben ze een unieke blend weten te creëren, die een soort lappendeken is van slowcore, trip hop, krautrock, droompop, post-rock, shoegaze, folk en tevens experimentele muziek. Daarmee laten ze ook meteen alle genregrenzen op organische wijze vervagen en brengen ze iets dat direct maar tegelijkertijd contemplatief is en zich afspeelt tussen droom en werkelijkheid. Ze weten je te laten zweven op hun volle en toch ingetogen tapijt van geluid. De bitterzoete zang van Agnès ook heerlijk in melancholische geheel, dat soms ook meer grimmige en hardere wendingen kent. Om enigszins een idee te krijgen moet je denken aan een caleidoscopische kruisbestuiving van Kalle, Portishead, Low, Blaubird, Bowery Electric, Lamb en door de zang soms ook Sinéad O’Connor. Ze opereren zo anders dan de meeste bands, dat je steeds weer verrast wordt. Het is een veelzijdig, meesterlijk en machtig mooi album geworden.

 

Lone Justice – Viva Lone Justice (cd, Fire / Konkurrent)
Soms krijg je van die bands, waar je eerst niet mee uit de voeten kan. Dat is ook het geval met de kennelijk altcountry pioniers van Lone Justice. Ze hebben bijna 40 jaar geen album gemaakt, wat mede komt omdat zangeres Maria McKee het solopad opging. Beide zijn ze een beetje onder de radar gebleven, hetgeen niet terecht is. Al fronste ik in eerste instantie wel de wenkbrauwen bij het horen van hun nieuwe album Viva Lone Justice, waar ze zeker in de eerste tracks meer country maken dan altcountry. Maar dan volgt plots de cover “Teenage Kicks” van de Undertones en hoor niet alleen hun punkattitude van weleer terug, maar ook dat je het ook met een hele dikke korrel zout moet nemen allemaal. Ook in de cover “I Will Always Love You” van Whitney Houston is dat te horen. Tussendoor plempen ze nog gewoon een livetrack. Daarmee leveren ze hier een charmant rommelig geheel af, dat gewoon goed en lekker in elkaar steekt.

 

Laura Marling – Patterns In Repeat (cd, Chrysalis/ Partisan / Konkurrent)
De Britse singer-songwriter Laura Marling vind ik één van de beste hedendaagse folkartiesten. Maar ik niet alleen, want ze is niet voor niks genomineerd voor een Grammy en Mercury en winnaar van een Brit Award. Op elk album weet ze op haar unieke wijze zoveel melancholische schoonheid aan de dag te leggen. Met Mike Lindsay van Tunng houdt ze er ook nog het leuk project LUMP op na. Eerlijk is eerlijk, haar solowerken stijgen daar wel bovenuit wat mij betreft. Vier jaar na haar laatste album is Patterns In Repeat, haar achtste alweer. Ze schreef het album na de geboorte van haar dochter in 2023. Laura reflecteert op haar ervaringen als moeder, maar duikt ook dieper in op haar confrontatie met de ideeën en gedragingen die we van generatie op generatie aan familieleden doorgeven; patterns in repeat. Nu speelt ze ook op het album dikwijls met herhalende patronen. Verder zijn het de vertrouwd in de oren klinkende weemoedige songs, die direct iets tijdloos in huis hebben. Dat komt omdat Laura (zang, gitaar, piano, mellotron, bas, string machine, synthesizers) er een vintage touch aan geeft met onder meer stemmige strijkers. Ze krijg daarbij hulp van Buck Meek (zang) van Big Thief, Katt Newlon (cello), Rob Moose (viool, altviool) van Anohni And The Johsons en andere gasten op viool, altviool, contrabas, hoorn, synthesizer bas, triangel, drum, cimbaal en bouzouki. Of het de moederliefde is, het terugblikken naar haar leven en familie, haar persoonlijke groei of de combinatie van dingen, maar alle songs zijn hartstochtelijk, intiem en van een pure schoonheid. Dat zonder die heerlijke droefgeestigheid te laten varen. Voer voor liefhebbers van Essie Jain, Nancy Elizabeth, Nick Drake, Joanna Newsom, Florist en Feist. Een contemplatief prachtalbum!

 

Alberto Nemo/ Niccolò Clemente/ RaMi – Frattura/ Comparsa/ Dissolvenza (cd, Nemo/ Clemente/ RaMi)
Van de Italiianse muzikant, stemkunstenaar, muziektherapeut, acteur en performer Claudio Milano kan je van alles verwachten. Hij heeft soloalbums uitgebracht, maar ook met de groepen NichelOdeon (avant-garde meets progrock en klassiek), Not Me (hedendaags klassiek met elektronica), InSonar (experimenteel met zang en elektronica) en This Order (gothic en theatraal avant-garde). Nu is hij als RaMi (Teo Ravelli & Claudio Milano) terug met de Italiaanse zangers Alberto Nemo en Niccolò Clemente. Ze hebben het stuk Frattura/ Comparsa/ Dissolvenza uitgevoerd, dat kortweg gaat over de mensheid, die kinderlijk, verward en incapabel om de grens tussen zichzelf en anderen op een respectvolle wijze te begrijpen. De hele performance is een actie die losstaat van ruimte en tijd, en een eigen wereld creëert, liturgisch, cathartisch, therapeutisch, anders.Het plaatst de bewuste mens in het centrum van een sonische expositie zonder speelruimte en tijd (Westerse en Oosterse modi, oud en hedendaags). In het stuk vervult tenor en pianist Nemo de rol van mysticus, bariton en pianist Clemente (tevens elektronica) de man van de wetenschap en zanger Milano met Ravelli de dramaturg. Het levert 4 lange tracks op, die ze hebben vastgelegd op de cd met dezelfde naam als het eerder genoemde stuk. Het is een prachtig samenspel van drie verschillende stemmen, die op indringende wijze het verhaal vertellen. Soms enkel met zang en piano en op andere momenten met de nodige experimenten. Het is een fascinerend album geworden, dat bevreemdend, therapeutisch en een zekere kennis weet over te dragen. En dat op schitterende wijze verpakt, zowel de hoes als de muziek.

 

Rothko/ Steve Parry – HOWL (cd, Trace Recordings)
Eerder dit jaar kwam Rothko al met het geweldige album Bury My Heart In The Mountain aanzetten. Dit langlopende project van Mark Beazley, dat al in 1997 gestart is, komt doorgaans met muziek die op melancholische wijze tussen ambient, drones en post-rock uitkomt. Nu is hij terug met de Welse muzikant Steve Parry, die het bekendst is van de projecten Hwyl Nofio (waar Beazley ook al te gast was) en Neu Electrikk en veelal in de meer experimentele hoek opereert en graag drones met het kerkorgel produceert. Dat is ook het geval op hun gezamenlijke album HOWL. Deze bestaat uit twee stukken waarin Beazly bas, elektrische gitaar en keyboards brengt en Parry naast kerkogel ook kerkatmosferen en metalen. Deze opnames zijn gemaakt op basis van stukken die Parry heeft opgenomen op het orgel in de oude kerk in het dorp waar hij woont. Daarna zijn ze door de vele bewerkingen en toevoegingen een reis geworden door klanklandschappen van een ander universum. Je beleeft het als een spannende film, die laag voor laag de geheimen blootgeeft. Soms is het puur experimenteel en op andere momenten haast organisch en tribaal. Diepgravend en machtig mooi.

 

Violet Nox – Hesperia (cd, Somewhere Cold)
Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert. Zo luidt een uitdrukking en misschien ook wel een cliché, maar veelal zit daar ook een zekere kern van waarheid in besloten. Zo ontdek ik via het kleine, maar innovatieve en veelzijdige microlabel Reverb Worship en dan daarvan weer het elektronische sublabel Sleep FUSE in 2017 de nog onbekende band Violet Nox uit Boston. Maar het was alsof je een klompje goud vond en vervolgens een goudader aanboorde, want deze groep is een verrijking in het muzikale landschap. Ze roeren op hun releases namelijk heerlijk in de synthesizermuziek van het verleden, maar lengen dat op eigenzinnige wijze aan met ambient, post-punk, drones, darkwave, pop, en krautrock, zonder dat ze zich bekommeren om genregrenzen. De groep bestaat uit Dez DeCarlo (synthesizers, effectpedalen) en Andrew Abrahamson (synthesizers, samples, machines) en eigenlijk ook altijd zangeres Noell Dorsey (Major Stars, Guillermo Sexo), die met haar stem ergens tussen Nico, Jarboe en Rachel Davies (Esben And The Witch) uitkomt. Als je alle mini’s en volledige albums bij elkaar optelt, komen ze nu met hun zevende album Hesperia. Hierop krijg je in ruim een half uur 6 verrukkelijke tracks, die weer dwars door de genoemde genres heen boren. Sterker nog, ze gaan soms ook de house en techno kant op, zij het dat ze dit op smaakvolle wijze aan laten sluiten op de rest van hun muziek. Esoterische teksten over de tijdloze menselijke conditie smelten naadloos samen met doordachte en allesomvattende geluidsarrangementen. Ze grijpen deels terug naar de muziek van weleer, maar plaatsen dat dan weer in een futuristische setting. De albumtitel kan hierbij ook op meerdere zaken van toepassing zijn. Het is een avontuurlijk album, maar ook één die voor bezinning en dagdromen zorgt. Ik kan zeggen dat ze ergens tussen Tangerine Dream, The Knife, Cocteau Twins, Orbital of de genoemde artiesten eindigen, maar daarvoor hebben toch een te eigen sound. Het een indringend en intrigerend prachtalbum geworden.

 

Vlimmer – Vielzuviel b/w I Love You Golden Blue (cd-rs, Blackjack Illuminist Records)
Vielzuviel. Vielzuviel! VIELZUVIEL!? Dat zal Blackjack Illuminist Records eigenaar en veelzijdig projectontwikkelaar Alexander Leonard Donat misschien zelf vinden over de vele muziek, die hij in verscheidene gedaantes naar buiten brengt, maar dat bepalen we zelf toch wel even. Nee het gaat hier natuurlijk om de nieuwe single Vielzuviel b/w I Love You Golden Blue van zijn hoofdproject Vlimmer. Een nieuw album leidt hij altijd in met een aantal singles, waarop je een albumtrack vindt en een eigenzinnige Duitse versie van een Engelse track, die niet op het album staat. Dat heeft tot dusver al menig interessante cover opgeleverd. Binnenkort verschijnt het vierde album Bodenhex, maar nu dus nog een laatste single. Het recept bestaat zoals altijd uit een steeds licht veranderende mix van gothic, post-punk, synthpop, indierock, wave en eveneens pop, Dat levert gewoon weer een sterk nummer op. De “b-kant” bestaat uit een Duitstalige cover van Sonic Youth’s “I Love You Golden Blue” (van Sonic Nurse (2004), die erg goed uitpakt. Het is wederom een heerlijk zoethoudertje tot het volledige album er is.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.