Het is FF een behoorlijk ABC-Tje in mijn lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Ajna, Ão, Árstíðir, Peter Broderick & Ensemble 0, CHORE IA, Closure In Moscow, Crime + The City Solution, False Fed, Benjamin Finger, Forest Swords, Frett en Treebeard.
Jan Willem
Ajna – Inevitable Mortality (2cd, Zoharum)
Al meer dan 10 jaar brengt de Amerikaanse muzikant Chris F als Ajna muziek naar buiten, die het daglicht nauwelijks verdragen kan. Zijn muziek bestaat doorgaans uit een gitzwart geverfde combi van dark ambient, drones, experimentele muziek en industrial. Met zijn muzikale kwast schildert hij steeds weer donkere landschappen, die telkens toch weer variëren. In 2016 brengt hij in zeer gelimiteerde oplage het album Inevitable Mortality uit, waarop je in bijna 71 minuten 9 bloedstollende tracks voorbij hoort komen. Het is een soort warme tsunami aan duistere klanken, die je toch weten te overtuigen door hun kracht en pracht. Het is douchen onder een lavende stroom van warm doch duister en licht bevreemdend water. Je wordt heerlijk overspoeld met melancholie. Een bubbelbad vol teer. Dit is muziek die je niet snel van je schudt of wilt schudden, met een sfeer waar David Lynch zijn vingers bij zou aflikken. Op de tweede schijf komen er nog eens 3 tracks van samen ruim 23 minuten bij. Deze zijn iets meer atmosferisch en dromerig, waardoor ze op geestverruimende wijze een mooie aanvulling vormen op de eerste schijf.
Ão – Ao Mar (cd, Mayway Records)
Dat kleine Belgische label Mayway Records blijft maar met grootse releases naar buiten komen, Nu ook weer met het debuut Ao Mar, dat “naar de zee” betekent in het Portugees, van het combo Ão uit België, dat volgt op een mini van jaren ervoor. Ik hou zelf enorm van bands die in het platgetreden muzieklandschap toch weer nieuwe paden weten te ontdekken. En dat gebeurt gelukkig nog altijd. Ão, bestaande uit Jolan Decaestecker (gitaar, elektronica, synthesizer), Bert Peyffers (percussie), Siebe Chau (gitaar), Brenda Corijn (zang), weet op een bijzondere wijze de saudade van de fado te koppelen aan trip hop, folk, indie pop, dance, reggaeton en bossanova. Brenda zingt op warme en bitterzoete wijze wonderschoon in het Portugees en Engels. Op melancholische en ook mysterieuze wijze vliegen ze dit alles aan. Hoewel de sound van dit jonge kwartet ontegenzeggelijk uniek is, moet je het ergens zoeken tussen A Naifa, Beth Gibbons, Lhasa, Oi Va Voi, Portico Quartet, Arooj Aftab en Rosalia. Dit past nooit helemaal, maar je weet wel waar je aan toe bent bij dit nieuwe megatalentvolle gezelschap. Ze weten op zoveel vlakken steeds te verrassen door hun ingrediënten gedoseerd en op verrassende momenten uit te strooien. Het levert een speels, ontroerend en ongeëvenaard prachtalbum op.
Árstíðir – Blik (cd, Árstíðir)
In 2021 is het nieuwe album Pendúll van de IJslandse neoklassieke indiefolk groep Árstíðir verschenen. Daarvoor hebben ze sinds 2009 al vier ontzettend mooie albums het licht laten zien, plus het wonderschone Verloren Verleden (2016) samen met onze eigen Anneke van Giersbergen. Er werd ook al aangekondigd dat er een tweelingalbum aan zou komen met de titel Blik. Die is was voor de vroege bestellers ook al lang beschikbaar maar is ook vooe de rest verschenen, na vele malen van uitste;. En daar waar de muziek daar in het IJslands gezongen werd en stond voor de winter, de IJslandse natuur, de arctische duisternis en het noorderlicht, is dit meer hun lentealbum geworden. Daarbij zingen ze nu in het Engels. Het verliest daarbij wel iets van de magie en ook iets aan melancholie. Toch weten ze dit alles naar een prima niveau te tillen, maar de scheiding van beide albums valt goed te begrijpen. Daniel Auðunsson (gitaar, zang), Gunnar Már Jakobsson (gitaar, zang) en Ragnar Ólafsson (keyboards, zang) krijgen nog hulp van gasten op twee cello’s, twee violen en één altviool. Het schuift allemaal meer de progrock-kant op en is duidelijk een viering van een opbloeiende natuur. En ook dat is mooi.
Peter Broderick & Ensemble 0 – Give It To The Sky: Arthur Russell’s Tower Of Meaning Expanded (cd, Erased Tapes / Konkurrent)
Eén van de meest veelzijdige avant-garde artiesten, waar ik een heel groot fan van ben is Arthur Russell (1951-1992). Het is een toonaangevende muzikant geweest, die een voorbeeld is voor vele andere muzikanten. Ook componist en multi-instrumentalist Peter Broderick (Loch Lomond, Horse Feathers, Oliveray, Efterklang, Norfolk & Western, Flash Hawk Parlor Ensemble, The Beacon Sound Choir), die best raakvlakken heeft qua talent, gevarieerde muziek en vele projecten, is op een gegeven moment helemaal voor Russell gevallen. Dat kwam eigenlijk doordat mede Efterklang lid Rasmus Stolberg in 2017 hem vroeg voor een festival songs van deze held te spelen. Broderick ging zich toen helemaal verdiepen in Russell, zowel in de psyche als muziek. Als Peter Broderick & Friends leverde dat in 2018 het prachtige Play Arthur Russell op, waarbij vooral nog niet eerder uitgebracht materiaal vertolkt werd. Het leverde een schitterend eerbetoon op. Vijf jaar later brengt Broderick weer een Russell album, getiteld Give It To The Sky: Arthur Russell’s Tower Of Meaning Expanded, ditmaal samen met het Ensemble 0. En “friends” eigenlijk, want van Ensemble 0 zijn eigenlijk hier enkel de eveneens veelzijdige klasbak Sylvain Chauveau (Watermelon Club, On, Micro:Mega, Arca, FEAN, This Immortal Coil) en Stéphane Garin present. Broderick (zang, viool, gitaar, drums), Chauveau (harmonium, gitaar, radiokraakjes) en Garin (vibrafoon, klokkenspel, percussie) worden bijgestaan door maar liefst 10 gelegenheids-Ensemble 0 muzikanten op Franse hoorn, Euphonium, piano, synthesizer, fluit, viola da gamba, viool, tuba, tapes en tenorsaxofoon. Daarmee brengen ze een eigengereide en uitgebreide versie van Russell’s debuut Tower Of Meaning uit 1983. En 40 jaar later krijg je dan gewoon een eigengereide, ietwat tegendraadse versie van het origineel, uitgebreid met niet eerder uitgegeven stukken. Het past allemaal bij de visie van de meester, waarvoor gold dat hij nooit echt voor een definitieve versie was, maar continu aan het denken was aan de nieuwe mogelijkheden bij een bepaald stuk. Ze brengen hier een melancholisch gestemd album vol neoklassieke pracht, aangevuld met avant-garde en minimal music. Broderick’s zang komt soms ook heel dichtbij die van Russell. In 17 tracks van samen 79 minuten lang, brengen ze echt een wonderschoon en aangrijpend tweede eerbetoon.
CHORE IA – Postscriptum (2cd, Zoharum)
CHORE IA IS AL SINDS 1995 HET PROJECT VAN DE POOLSE MUZIKANT JACEK WANAT. Sorry ik zal ophouden met schreeuwen, al is enig enthousiasme wel op z’n plek gezien de schaarse output van deze fantastische cellist, bassist, elektronicaspecialist, zanger/voordrager, schilder en filosoof. Op zijn nieuwste album Postscriptum brengt hij 5 nieuwe composities, maar wel van samen bijna 49 minuten lang. Met de genoemde ingrediënten brengt hij unheimische stukken vol drones, dark ambient, industrial en elektro-akoestische muziek. Eigenlijk valt het nauwelijks te beschrijven wat hij hier brengt, omdat het net als een bloedstollende thriller je volledig in de houdgreep weet te nemen. Het poëtische karakter van de muziek maakt het nog mooier en mysterieuzer. Wanat zet hier een muzikaal kunstwerk neer, dat van fraaie naar kakofonische stukken gaat maar zonder uitzondering voor een overrompelende ervaring zorgt.
Dan is er nog een tweede schijf getiteld Neogolimowa, dat een heruitgave van een cassette uit 1995 betreft. Aan de oorspronkelijke 11 tracks zijn er nog twee toegevoegd als bonus, waardoor het geheel nu zo’n 66 minuten lang is. Hier opereert hij nog iets meer in de industrial en avant-garde hoek, maar is de ietwat griezelige sfeer al een feit. Het komt mede door de combinatie van veel geluid met haast druppelsgewijze sounds. Hier zijn ook de teksten, los van het taalverschil, nauwelijks te verstaan en dragen derhalve enkel bij aan die overweldigende sfeer. Dit is gewoonweg abstracte kunst uitgegoten in muzikale mallen, die je echt met niks kan vergelijken. Misschien dat een door de blender gehaalde mix van de Einstürzende Neubauten, The Ex, Skeleton Crew, HEXA en SPK een beetje in de buurt komen, maar ik maak ze voor de zekerheid niet vet. Het is hoe dan ook een prachtig tweeluik geworden waarbij oud en nieuw elkaar omarmen.
Closure In Moscow – Soft Hell (cd, Bird’s Robe Records / Creative Eclipse PR)
Closure In Moscow, iets dat in Oekraïne sowieso als muziek in de oren zal klinken, is een vijftal uit Australië. Ze hebben al twee albums uitgebracht, waarvan de laatste maar liefst negen jaar geleden. Ze zijn terug met Soft Hell, waarop ze in in 50 minuten 12 nieuwe tracks de revue laten passeren. De muziek bestaat uit springerige, bij vlagen hyperactieve versie van alternatieve rock, waardoor ze progressieve rock, pop en funk mengen. Het vijftal, bestaande uit zanger Christopher de Cinque, gitarist/zanger Mansur Zennelli, gitarist Michael Barrett, bassist Duncan Millar en drummer Salvatore Aidone, mag hier rekenen op diverse gastbijdragen, waaronder die van zangeres Aphir. Het levert een energiek geheel op, waarbij je wel tegen de specifieke zangstem van Christopher. Je moet het ergens in de hoek van The Mars Volta, Faith No More, Toehider, Rush en The Dear Hunter. Overtuigende comeback!
Crime + The City Solution – The Killer (cd, Mute)
Ruim 10 jaar geleden beleefde de fantastische Australische groep Crime + The City Solution een opleving na een hiaat van 23 jaar. Dat was na het overlijden van één van de belangrijkste leden en topmuzikant Rowland S. Howard in 2009 ook niet meer verwacht. De door Simon Bonney in 1977 opgerichte groep bleek echter nog behoorlijk levensvatbaar en mocht naast hem ook nog rekenen op zijn vrouw en violiste Bronwyn Adams plus gasten uit uiteenlopende grote bands. Nog eens tien jaar verder is er zowaar weer een nieuw album, getiteld The Killer. Het echtpaar Bonney, die hun muziek vanuit Berlijn maken, mag hier rekenen op Frederic Lyenn (piano, bas, synthesizer), Donald Baldie (gitaar), Georgio Valentino (synthesizer, gitaar), Chris Hughes (drums, percussie) en Joshua Murphy piano, gitaar). Ze werken daarbij voor het eerst samen met een producer, te weten de legendarische Martin J. Fiedler, die ook nog bijdrages levert op de synthesizers en mellotron. Daarbij moet je het ergens zoeken tussen Nick Cave & Warren Ellis, Mark Lanegan, The Gun Club, Dirty Three, The Cakekitchen en nog wel meer. Het is pas hun zesde album sinds 1977, maar dat neemt niet weg dat ze muziek hebben gemaakt en nog altijd maken, die het verschil weet te maken, zij het dat hun sound wel is veranderd. Maar ook deze tweede comeback mag er meer dan wezen, want het is ouderwets genieten geblazen. Het jaren 90 feestje is alleen al na een half uur weer afgelopen, maar biedt zeker ruimte om in de toekomst nog eens over te doen.
False Fed – Let Them Eat Fake (cd, Neurot Recordings / Konkurrent)
Supergroepen heb je in alle maten en op alle vlakken, ook de harde. Zo delen zanger Jeff Janiak (Discharge, Broken Bones, Dead Heros, Wasted Life), gitarist Stig Miller (Zygote, Amebix), bassist Jonathan Parsons (Thunder Hammer) en drummer Roy Mayorga (Ministry, Nausea, Amebix) de groep False Fed. Ze brengen hun debuut nu uit op Neurot Recordings, een label gerelateerd aan de groep Neurosis. Nu maken ze op hun debuut Let Them Eat Fake best harde muziek, maar niet zoals hun labelbazen. False Fed laat namelijk een kruisbestuiving horen van dark wave, gothic, post-punk en post-metal, waarmee melancholie koppelen aan kracht. Daarmee weten ze een diepe indruk te maken. Je moet de muziek ergens zoeken tussen Joy Division, Killing Joke, Skrew, Red Harvest, Schnitt Acht en Ministry. De 7 tracks die ze hier brengen zijn misschien niet heel vernieuwend, maar wel steengoed uitgevoerd en beiden perspectief voor de toekomst.
Benjamin Finger – Blue Forty-Eight (cd, Blue Tapes)
Al meer dan 10 jaar heeft het Britse label Blue Tapes muziek uitgebracht met de nadruk op alle aspecten van minimal music met bijpassende artwork en in een gelimiteerde uitgave. Zoals de naam al doet vermoeden vaak op cassettes. Een enkele keer ook op vinyl of zoals nu bij het album Blue Forty-Eight van de Noorse muzikant Frank Benjamin Finger ook eens op cd (en tape); wel in een gelimiteerde uitgave van 25. Hij brengt zijn muziek overigens meestal naar buiten als Benjamin Finger. Daarnaast heeft hij deel uitgemaakt van het sterke elektronische duo Beneva Vs. Clark Nova. Buiten muziek maken houdt hij zich ook bezig met dj sets, films en fotograferen (hij is een geschoold fotograaf). Solo maakt hij doorgaans een experimentele mix van folktronica, ambient, veldopnames, techno, glitch en soms shoegaze, waarbij hij graag genregrenzen negeert. Op dit nieuwe album serveert hij 9 meer etherische tracks, die ergens landen tussen ambient, neoklassiek, drones, folk, droompop en experimentele muziek. Benjamin levert naast de compositie ook alle instrumenten, maar wordt in een paar tracks geholpen op zang en zangloops door Inga Lill Farstad en Lynn Fister. Het resultaat mag er wezen, want het is een uiterst mysterieus en droefgeestig album geworden, dat je niet onberoerd zal laten. Liefhebbers van onder meer Colleen, A Winged Victory For The Sullen, Antenne, The Boats, Ian Hawgood, Kyle Bobby Dunn en Machinefabriek kunnen er hun hart aan ophalen. De zoveelste voltreffer van dit muzikale unicum.
Forest Swords – Bolted (cd, Ninja Tune)
Er staat geen maat op de Britse producer Matthew Barnes met zijn project Forest Swords. Na diverse mini’s plus de albums Engravings (2013), Compassion (2017) en een soundtrack, heeft hij aangetoond op unieke wijze aan de slag te gaan. Hij maakt laat namelijk veelal een spookachtige en op z’n minst mysterieuze mix horen van uiteenlopende stijlen als dub, hip hop, trip hop, psychedelische muziek, r&b, soul, dubstep, pop, jazz, ambient, experimentele muziek, post-rock, krautrock en neoklassieke en Oosterse elementen. Het verschilt wel per album, maar hij weet als geen ander een ietwat duistere, geheimzinnige, enge en dikwijls ook bevreemdende sfeer te creëren, die je echt volledig in de houdgreep weet te nemen. Forest Swords presenteert nu eindelijk het derde studioalbum Bolted. Hierop zijn de elektronica weer geslepen en laat hij weer zijn eigen blend horen, die met niemand te vergelijken valt. De lange pauze wordt verklaard door het feit dat hij als een veelgevraagd componist en geluidsontwerper gewerkt heeft aan het schrijven van muziek voor ballet, film en videogames. Gelukkig heeft hij tevens de ruimte gevonden om weer een album te maken. De 11 nummers van samen 41 minuten bevatten allen die mysterieuze, melancholische en toch machtig gespierde sound, die gelardeerd worden met etherische stemmen dan wel samples of suggesties daarvan. Eenmaal is de zang van Neneh Cherry te horen in “Butterfly Effect” en in “Line Gone Cold” die van wijlen Lee ‘Scratch’ Perry. Daarbij kan je denken aan een kruisbestuiving van Arca, Tim Hecker, Massive Attack, Burial, Laurel Halo, These New Puritans en DJ Shadow, al kan je er vast nog meer artiesten aan vastknopen. Passen doet het nooit echt en zelf het album beluisteren is het beste devies. Forest Swords beweegt in een eigen geschapen universum en daar is het fantastisch toeven. Grootse klasse!
Frett – Nottwo (cd, Gusstaff Records / Xango Music Distribution)
Muziek aan de meer duistere zijde vind ik doorgaans zeer oké, zeker als deze doordrenkt is met een flinke dosis melancholir. Dat geldt niet alleen voor new of dark wave, maar ook drones, industrial en EBM. Daar heeft ook de Poolse muzikant Maciek Frett wel oren naar, die eerder in Job Karma en 7JK te horen is en concert- en evenementenorganisator is van Wrocław Industrial Festival, Wrocław Underwater en Energy Of The Sound. Een belangrijke spil on de Poolse underground kan je wel stellen. In 2020 treedt hij voor het eerst als Frett naar buiten met het sterke album The World As A Hologram. Hierop krijg je een fijne, duistere kruisbestuiving van EBM, IDM, industrial, techno en een vleugje gothic geserveerd, waarbij de hij weer mag rekenen op gastzangeres Anna Frett. De rest brengt hij allemaal zelf. Op Nottwo, wel het tweede album van Frett, wordt de lijn van het debuut doorgetrokken. Wederom krijg je de genoemde mix aan stijlen, zij het soms nog wat ritmischer en krachtiger. Het is weer ouderwets genieten van muziek van vroeger, die op hedendaagse wijze aan de man gebracht wordt. Denk daarbij aan iets tussen Calva Y Nada, Skinny Puppy, Wumpscut, Frontline Assembly, Anne Clark, Joy Division en Boy Harsher. Vuistdik roerend in het verleden om vet te kunnen genieten in het heden.
Treebeard – Nostalgia (cd, Bird’s Robe Records / Creative Eclipse PR)
Er bestaan best veel bands met de naam Treebeard, maar in dit geval gaat het om een kwartet uit Australië, dat al een paar jaar actief is. In 2021 hebben ze hun debuut Nostalgia in eigen beheer uitgebracht. Hierop laten Patrick Cooke (zang, gitaar), Rhys Brennan (bas), Josh Bills (gitaar, zang) en Beau Heffernan (drums) 8 tracks horen, die samen maar liefst 63 minuten duren. De muziek die ze brengen is een mix van post-rock en post-metal, met vleugjes progrock en ambient. De muziek wordt op bedachtzame en sterke wijze uitgevoerd en opgebouwd, waarbij de uitbarstingen de nodige clichés in het genre vermijden. De muziek doet me wisselend denken aan The God Machine, Mogwai, The Tea Party, Solkyri, sleepmakeswaves, Mushroom Giant en We Lost The Sea. Inderdaad heerlijk nostalgische muziek, die naast dat en enige bezinning ook nog eens voor de nodige adrenaline zorgt. Het goede nieuws is dat het fijne Bird’s Robe Records het album nieuw leven inblaast en nogmaals uitbrengt, zodat het mogelijk een groter publiek bereikt. En dat verdient deze band dubbel en dwars.