Het dendert allemaal achteruit. Vooruit met onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar:
-Nick Cave & The Bad Seeds,
-Cœur De Pirate,
-Dummy,
-Grouper,
-Jaguwar,
-Jerusalem In My Heart,
-Lily Konigsberg,
-Kuunatic,
-Tim Linghaus,
-Roy Montgomery,
-Lana Del Rey,
-Sufjan Stevens & Angelo De Augustine en
-Susanna.
Jan Willem
Nick Cave & The Bad Seeds – B-sides & Rarities Part II (2cd, Mute)
In 2005 is de compilatie B-sides & Rarities verschenen van Nick Cave & The Bad Seeds. Een imponerende verzameling nummers verspreid over maar liefst 3 cd’s. Veel materiaal van hun vroegere albums in akoestische en alternatieve versies, maar ook b-kanten van singles, niet eerder uitgebrachte songs en meer. Dit soort werken zijn meestal vooral voer voor de fans, maar deze “kliekjes” smaken echt opperbest. Dat er nog eens zo’n compilatie aan zou komen 16 jaar later, is op zich niet zo verwonderlijk, al is de album-dichtheid in deze periode wel een stuk lager. Nu is B-sides & Rarities Part II een feit, ditmaal “slechts” een dubbel cd. De nummers zijn hier afkomstig van de b-kanten van diverse singles, een outtake van de Jeffrey Lee Pierce Sessions (met Deborah Harry), een livetrack met orkest, vroege versies van nummers van het album Skeleton Tree, 11 niet eerder gepubliceerde tracks (waarvan veel van de Skeleton Tree-periode) een Record Store Day track, nummers van de gelimiteerde 7” bij Push The Sky Away en wat nummers voor series en films. In totaal zijn het 27 nummers van samen ruim 90 minuten, waarvan een deel boven het niveau van de albums van de laatste jaren uitstijgt. En ik vind Skeleton Tree, waar de dood van Cave’s zoon centraal staat, een aangrijpend album maar de outtakes soms misschien wel heftiger en nog eerlijker. Wellicht dat dit voor commerciële doeleinden minder geschikt was? Luister maar eens naar nummers als “King Sized Nick Cave Blues”, “Euthanasia” en “Life Per Se”. Het moge duidelijk zijn dat ik deze verzameling meer dan de moeite waard vind en misschien ook wel urgenter dan de vorige. Maar dat laat ik graag aan jezelf over.
Cœur De Pirate – Impossible À Aimer (cd, Bravo Musique)
Ex-subjectivist Guuz “Guuzbourg” Hoogaerts heeft ooit de term zuchtmeisjes van Ronald Giphart geïntroduceerd in het Frans als “Filles Sourires” en daar compilaties van uitgebracht met de titel Filles Fragiles (hoewel er ook één met mannelijke stemmen is), die ik nog altijd graag mag horen. Niet dat de muziek altijd onbekend was, maar het ging me even om de terminologie; ere wie ere toekomt. Een zuchtmeisje, meestal Frans, hoeft geen wereldstem te hebben, maar als je haar hoort en ziet slaak je even een zucht. Niets meer en minder dan dat. Wie daar volkomen bijpast is de Canadese Béatrice Martin, een wonderschone in 1989 geboren zangeres en pianiste die sinds 2007 met enige regelmaat van zich laat horen; zowel met reguliere en pianoalbums als soundtracks. Eerlijk is eerlijk, op die twee laatst genoemde ontbreekt vaak haar stem, die toch het zuchtende verschil weet te maken. Het is echt pop en chansons wat ze naar buiten brengt, maar dat is naast het hele serieuze werk soms ook heel fijn. Niet dat ze zulke zoete muziek maakt dat je glazuur spontaan afbreekt hoor, want er zit eigenlijk altijd wel een gezonde dosis melancholie bij. Dat geldt ook zeker weer voor haar nieuwe album Impossible À Aimer, “onmogelijk om lief te hebben”, hetgeen volgt op haar eerder dit jaar verschenen instrumentale album Perséides. Ze serveert hier 10 nieuwe tracks, die weer lekker in het zuchtmeisjes-genre passen. Pop met een snik en gewoonweg heel erg mooi. Daarbij krijgt ze ruggensteun van (gast)muzikanten op bas, keyboard, synthesizers, mandoline, gitaar, piano, harp, violen, cello’s, drums, percussie en (koor)zang. Het zal liefhebbers van onder meer Coralie Clément, Françoiz Breut, Salomé Leclerc, Charlotte Gainsbourg, Jane Birkin, R.E.M., Calexico en Emily Loizeau wel aanspreken. Het is echt haast onmogelijk om hier niet van te houden. Zucht!
Dummy – Mandatory Enjoyment (cd, Trouble In Mind / Konkurrent)
Als je ooit gevlogen hebt, dan weet je dat het vliegtuig eerst taxiet naar de juiste startbaan alvorens alle remmen los gaan en een flinke snelheid opbouwt om van de grond los te kunnen komen en dan stabiel in de lucht te vliegen met soms enige turbulentie. Ik vind dat moment van versnellen eigenlijk het mooiste deel van de vlucht (ja en weer goed landen). Datzelfde gevoel bekruipt me bij het albumdebuut Mandatory Enjoyment van de Amerikaanse band Dummy. Hierop gaan ze nog rustig van start maar vliegen dan uit de startblokken. De groep bestaat uit Emma Maatman (zang, keyboards), Joe Trainor (gitaar, zang, keyboards), Nathan O’Dell (gitaar, zang, keyboards) en Alex Ewell (drums), waarvan een deel de groep Wildhoney heeft gedeeld. Ze brengen hier in 38 minuten 12 songs, die ergens tussen krautrock, psychedelische rock, shoegaze, droom en synthpop uitkomen. Dat doen ze veelal op uptempo wijze, vlak voor ze opstijgen. Maar er zijn ook momenten van een rustige vlucht, al blijft de turbulentie nooit uit. De muziek doet wisselend denken aan Cluster, Stereolab, Broadcast, My Bloody Valentine, The Velvet Underground, Insides, Yo La Tengo, Can en Silver Apples. En met die papieren op zak weet ik zeker dat dit album wel goed zal landen.
Grouper – Shade (cd, Kranky / Konkurrent)
De discografie die de inmiddels 41-jarige Amerikaanse muzikante Liz Harris heeft opgebouwd is best indrukwekkend. Dat niet alleen met haar hoofdproject Grouper, maar ook met Nivhek en in de groepen dan wel samenwerkingsverbanden Mirrorring (met Jesy Fortino van Tiny Vipers), Badgerlore (met ex-leden van Deerhoof, Charalambides, Yellow Swans, Six Organs Of Admittance en The Blithe Sons), Visitor (met Ilyas Ahmed), Helen (met Scott Simmons en Jed Bindeman), Raum (met ex-Tarentel lid Jefre Cantu-Ledesma), Slow Walker (met Lawrence English) en op split-albums met Xiu Xiu, Roy Montgomery, Xela, Purnice, City Center en Inca Ore. Dan loop je wereldwijd door de uiteenlopende en vooral interessante muzikale projecten. Natuurlijk staat ook haar werk met Grouper niet stil en komt ze nu met Shade, haar twaalfde die uitgebracht is op het immer voortreffelijke Kranky label. Shade ofwel schaduw is ook wel een term die past bij haar doorgaans licht bevreemdende en schimmige geluid. Ze brengt grenzeloze mixen van shoegaze, ambient en softnoise tot avant-garde, drones en folkrock. Haar mysterieuze, hese bitterzoete zang vormt altijd een belangrijk aandeel in de muziek. Dat is hier niet anders, maar het zijn dan ook nummers die de afgelopen 15 jaar een beetje in de week hebben gelegen en derhalve ook in de schaduw van haar overige muziek. Neemt niet weg dat haar mysterieuze receptuur hier ook weer wonderwel uitpakt. Voor liefhebbers van Heidi Harris, Birds Of Passage, Mark Hollis, Felicia Atkinson en Low. Met een breekbare doch duistere elegantie weet ze hier weer echt het verschil te maken.
Jaguwar – Gold (cd, Tapete / Mutante-inc)
Jaguwar is een Duits trio, uit Berlijn en Dresden, dat bestaat uit Oyèmi Noize (zang, bas, banjo), Christoph Krenkel (drums, percussie) en Lemmy Fischer (zang, gitaar, keyboards, banjo). Met hun debuut Ringthing uit 2018 oogsten ze al aardig wat succes met hun pakkende mix van indierock, shoegaze en noisepop plus de afwisselende mannelijke en vrouwelijk zang. Op het vervolg Gold laten ze nog altijd een catchy geluid horen, maar deze hebben ze wel verrijkt. Het omvat nu namelijk ook meer artpop en synthpop elementen en daarnaast weten ze op luchtige wijze een zekere complexiteit aan de dag te leggen. En bij tijd en wijle trekken ze ook nog een lekker gruizige gitaarmuur op. Het is afwisselend en verrassend. Als het ;leven zelf, waar ze met oog op de toekomst oproepen tot gerechtigheid. Denk bij dit alles aan een caleidoscopische kruisbestuiving van Nothing, O.M.D., My Bloody Valentine, SPC ECO, Final Fantasy, The History Of Colour TV en de latere The Cure. Jaguwar heeft hiermee met glans hun tweede wapenfeit afgeleverd.
Jerusalem In My Heart – Qalaq (cd, Constellation / Konkurrent)
Jerusalem In My Heart is het project van de in Libanon geboren Canadese producer/muzikant Radwan Ghazi Moumneh. Hij vervult een heuse sleutelrol in de muziekscene van Montréal als mede-eigenaar van de invloedrijke Hotel2Tango studio, waar vrijwel alle Constellation artiesten en tevens die van Alien8 hun albums opnemen en waar Radwan als geluidsman werkt en vele werken van andere artiesten (Matana Roberts, Aids Wolf, Eric Chenaux, Ought) opneemt. Tevens maakt hij deel uit van veelal experimentele gezelschappen als The Black Hand, Ire, Pas Chic Chic, de hardcoreband The Cursed en Sam Shalabi’s band Land Of Kush. Toch mag je Jerusalem In MY Heart wel tot zijn hoofdproject rekenen, waarmee hij sinds 2013 al 4 albums heeft uitgebracht, waarvan één met Suuns. Hij brengt hierop telkens een onnavolgbare wijze kruisbestuivingen van Arabische pop, avant-garde, experimentele en elektronische muziek. Voor zijn nieuwe album Qalag werkt hij in de 13 tracks steeds met andere artiesten samen. Dat zijn onder meer Greg Fox (Ex Eye, Uniform, Zs, Teeth Mountain), Beirut, Lucrecia Dalt, Alanis Obomsawin, Rogier Tellier-Craig (ex-Godspeed You! Black Emoperor, Set Fire To Flames, Pas Chic Chic, Et Sans, Fly Pan Am), Moor Mother, Oiseaux-Tempête en Tim Hecker. Daarbij zijn de eerste 5 tracks allemaal anders getiteld, maar de resterende 8 (kant B van de lp) heten allemaal Qalaq (1 t/m 7 en 9) en vormen een experimentele, Oosterse suite. Hoewel het allemaal iets meer experimenteel is dan voorheen, blijft het werelds wat hier voorgeschoteld wordt.
Lily Konigsberg – Lily We Need To Talk Now (cd, Wharf Cat / Konkurrent)
Lily Konigsberg uit New York is muzikaal al eventjes onderweg eer ze haar debuut Lily We Need To Talk verschijnt, waar ze al sinds 2016 aan werkt. Tussendoor zit ze niet stil, want ze maakt deel uit van de art-punk damesgroep Palberta, het indiepop duo Lily & Horn Horse en de artrock groep Eyes Of Love. Ook verschijnt er materiaal van haar op cassettes, waaronder een splittape met Andrea Schiavelli, plus eerder dit jaar een compilatie van haar solomateriaal tot dan toe. Op haar eersteling laat ze in een kleine 24 minuten 11 nummers het licht zien, waaraan maar liefst 8 gastmuzikanten hebben meegewerkt. Ze laat horen een uitstekende liedjessmid te zijn en laat een catchy indierock sound horen, die afwisselend wordt voorzien van strijkers, fluiten, beats, blaasinstrumenten en post-punk elementen. Het is ergens een tikje tegendraads, maar op een boeiende, afwisselende en altijd toegankelijke wijze; van lekker noisy tot meer downtempo en zelfs zeer dromerige nummers. Ze heeft hoorbaar de tijd genomen om haar songs te kneden en bij te schaven, want alles klopt van begin tot eind. De nummers duren ook niet heel lang en bevatten daardoor ook de juiste spanningsboog. Je moet het ergens zoeken tussen Half Waif, Torres, Suzanne Vega, Lael Neale, The Breeders, That Dog en Liz Phair. Een grote belofte voor de toekomst!
Kuunatic – Gate Of Klüna (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Kuunatic is een sensationeel nieuw damestrio uit Tokio, dat in 2016 is opgericht. De Japanse groep bestaat uit Fumie Kikuchi (keyboards, zang), Yuko Araki (drums, zang) en Shoko Yoshida (bas, zang) en heeft een epee en een split 7” met Crocodelia uitgebracht. Hoewel de ingrediënten heel beperkt lijken, weten ze er ontzettend veel uit te slepen. Op hun debuut Gate Of Klüna fabriceren ze in de 8 tracks in basis alternatieve rock, met lekker stuwend bas- en drumwerk, maar kleuren dit in met tribale sounds, psychedelische en Japanse elementen. Daar komt hun harmonieuze en dikwijls krachtige zang nog overheen. Daarmee maken ze volslagen unieke muziek, die de luisteraar naar onontgonnen terrein meesleurt. Meestal lijken dat plekken die niet van deze wereld zijn. Nu scheppen ze voor hun muziek in feite ook een eigen wereld, waar tijd en ruimte geen rol speelt. Hierbij hebben ze eerst naar een ander hemellichaam gekeken om hun project vorm te geven. Ze geven aan dat hun naam deels is afgeleid van “kuu”, het Finse woord voor de maan, en deels geïnspireerd door de Finse gitarist Sanni. De nummers omschrijven ze als volgt:
Heilige klokken luiden aan het begin van een nieuw tijdperk (1). Onze nieuwe keizerin verheft zich met magische refreinen (2,3). Terwijl de planeet bloeit, houden Kuurandiërs een bal onder de volle maan (4) en vieren de rijkdom van de oogst (5). De vredige tijd lijkt eeuwig te duren, totdat een gigantische vulkaan tevoorschijn komt in het midden van de opkomende bergen (6). KUUNATIC zingt raadselachtige mantra’s zoals bidden, om de uitbarsting ervan te voorkomen. Er verschijnen echter niet-geïdentificeerde indringers uit de zwervende lava, en de predatieoorlog begint (7). KUUNATIC vecht en laat hun magische spreuken vallen, en uiteindelijk winnen ze de strijd. Drie pythonesses zingen een mystiek triomflied en leiden dan hun volk naar een diep dromerig bos (8).
Wellicht dat dit enige inzicht verschaft in hetgeen ze hier laten horen, maar misschien werkt het ook alleen maar verwarrend. Ze houden geen rekening met chronologie of genregrenzen. Zo waan je je soms in de jaren 70, om erna plots weer in de toekomst aan te belanden. Ze hebben duidelijk een sterke band met traditionele Japanse muziek, maar manoeuvreren zich net zo gemakkelijk op experimentele wijze door Westerse muziek. Ik heb iets als dit niet eerder gehoord, wat niet alles zegt natuurlijk, ook al kan je her en der wel wat herkenningspunten ontdekken. Echter deze noemen is zinloos, omdat de ze slechts schampen aan die referenties. Het is een overtuigende, originele en overrompelende wereldplaat!
Tim Linghaus – Memory Sketches II (cd, Schole Records/ 1631 Recordings)
De Duitse toetsenist Tim Linghaus, die als hoofdinstrument de piano speelt, brengt doorgaans albums die om een bepaald thema draaien. Dat kan gaan over kinderen waarvan de ouders gaan scheiden, een film of zoals op zijn debuut Memory Sketches uit 2018 over alle aspecten van onze herinneringen; de oudste herinneringen, degene die vervaagd zijn, de impact ervan en de vraag wat een herinnering precies is. Nu is zijn volgende album Memory Sketches II, waarop hij een poging doet zijn meest dierbare herinneringen te vatten in muziek. Als kind van de jaren 80 doet hij dat naast de piano ook op de synthesizer. Bovendien mag hij rekenen op bijdragen van gastmusici op strijkinstrumenten en saxofoon. Dat levert heel korte en wat vluchtiger, maar ook langere en meer diepgravende stukken op; eigenlijk zoals onze gedachten en herinneringen ook kunnen zijn. Het is zonder uitzondering uiterst droefgeestig en derhalve zo mooi passend bij de herfst. Hoewel een associatie als Nils Frahm wellicht het meest voor de hand ligt, zijn het toch ook Dakota Suite & Quentin Sirjacq, Library Tapes, Edvard Grieg en Bruno Sanfilippo die je in gedachten moet houden. Het is een prachtalbum dat niet snel uit je geheugen gewist zal worden.
Roy Montgomery – Rhymes Of Chance (cd, Grapefruit / Konkurrent)
Ik heb me in de jaren 80 en met name 90 nogal gestort in de Nieuw-Zeelandse muziek en dan met name de underground. Een naam die dan regelmatig kom bovendrijven is die van de legendarische gitarist (en soms zanger) Roy Montgomery, die een pionierende sleutelrol vervult in de scene. Denk daarbij aan groepen als The Pin Group, Dadamah, Hash Jar Tempo, Dissolve, The Shallows, The Blanking Machine, The Sommerville Players en Torlesse Super Group plus samenwerkingsverbanden met Flying Saucer Attack, Grouper, Loren MazzaCane Connors, The Azusa Plane, Kirk Lake en Bruce Russell. Als soloartiest heeft hij eveneens een imponerende discografie opgebouwd, waarbij zijn emotioneel geladen gitaarspel een groot aandeel heeft. Om zijn 40-jarige muziekcarrière luister bij te zetten brengt hij dit jaar 4 albums uit, waarvan de eerste twee Island Of Lost Souls en That Best Forgotten Work eerder dit jaar zijn verschenen. Nu is deel drie Rhymes Of Chance een feit, die misschien wel de boeken ingaat als één van zijn meest duistere werken. In 9 tracks, waarvan de eerste 6 net als het album “Rhymes Of Chance” (1 t/m 6) heten, wisselt Montgomery zijn typisch emotievolle, echoënde instrumentale gitaarwerk, zij het wat soberder, af met tracks die voorzien worden van zijn zware, Michael Gira-achtige zang. Daarnaast is in 4 andere tracks de bezwerende, soms etherische en aan Elizabeth Fraser doen denkende zang van Emma Johnston te horen. Hoewel de muziekstructuren als trage tektonische aardplaten verschuiven is de impact enorm. In het slotstuk “Aspitatory” brengen ze een schitterend eerbetoon aan Mark Hollis. En dan heb je gewoon zijn derde topalbum in één jaar tijd. Nog één te gaan!
Lana Del Rey – Blue Banisters (cd, Interscope/ Polydor)
De Amerikaanse zangeres Lana Del Rey, die eigenlijk gewoon Elisabeth Woolridge Grant heet, kwam eerder dit jaar al met haar goed ontvangen, zevende album Chemtrails Over The Country Club. Met haar bitterzoete, narcotiserende zang weet ze keer op keer diepe indruk te maken, welke muzikaal ook altijd prettig en stemmig omlijst wordt. Droompop met een onderliggend donker, kritisch maar ook wanhopig randje. Zeker dat laatste aspect zorgt ervoor dat ze iedere keer je hart weet te stelen en een beetje te breken; het verveelt nooit. En kennelijk was ze ook nog niet klaar, want inmiddels is haar achtste album Blue Banisters een heugelijk feit. En geen kinderachtig vervolg met 15 nummers van samen 62 minuten lang, die kennelijk al langer in de koelkast lagen. Ze dompelt je weer onder in een sepiakleurige, filmische realiteit waar de zon nooit helemaal doorbreekt. Neemt niet weg dat het weer wonderschone, rijk gedetailleerde songs oplevert. De kenners weten dan weer meer dan genoeg. Wat een klasse!
Sufjan Stevens & Angelo De Augustine – A Beginner’s Mind (cd, Asthmatic Kitty / Konkurrent)
De output van de Amerikaanse componist/muzikant en Asthmatic Kitty labeleigenaar Sufjan Stevens mag je gerust wisselvallig noemen, zij het altijd wel verrassend en gevarieerd. Hij gaat muzikaal gezien namelijk van elektronische noise en kerstmuziek tot folk en neoklassiek. Tussen zijn veelzijdige discografie zitten behoorlijk geniale albums en albums die me echt niets doen. Maar altijd ben ik benieuwd wat er nu weer uit de koker rolt. Zeker als hij met singer-songwriter Angelo De Augustine het album A Beginner’s Mind. De Augustine heeft weliswaar een veel kleinere discografie, maar die bestaat wel enkel uit voltreffers die veelal bestaan uit zijn zachte falsetstem en gitaargetokkel en daarmee associaties oproept met onder meer Nick Drake, Jose Gonzales, Elliott Smith en Gareth Dickson. De twee hebben nu 14 nummers gemaakt, die elk gebaseerd zijn op een populaire film. Een net zo interessant als onvoorspelbaar uitgangspunt. Het album is overigens opgedragen aan de in 2017 overleden regisseur Jonathan Demme (Silence Of The Lambs, Caged Heart, The Truth About Chalie, Philadelphia, etc.). Het levert zijdezachte, zoete en bovenal zinnenstrelende folk op, die soms de new age-kant op koerst maar waarbij de dolfijntjes, bloemetjes en andere jeukartikelen toch wel achterwege blijven. En wellicht vind je net als ik de cover foeilelijk en op z’n mildst gezegd niet echt aantrekkelijk, de muziek mag er meer dan wezen. Het gaat per slot van rekening toch om de inhoud en niet het uiterlijk? Stevens en De Augustine zetten een stemmig geheel neer, dat liefhebbers van Iron & Wine, Simon & Garfunkel, Beach Boys en de artiesten in kwestie zelf wellicht wel zal aanspreken. Een prachtig album al met al, waarbij je de diverse melodieën als vanzelf mee begint te neuriën.
Susanna – Susanna (cd, Eclipse Music / Xango Music Distribution)
De Finse celliste en componiste Susanna Syrjäläinen heeft in 2017 een master in de muziek gehaald aan de Sibelius Academie, maar houdt toch graag alle muzikale deuren open; van theatermuziek en orkesten tot kamermuziekensembles en het geven van celloles. Tevens laat ze zich naast klassieke muziek ook horen in tango, punk, bluegrass, indie en hardcore songs. Maar haar hoofdprojecten zijn Kajos en Susanna. Van die laatst genoemde is nu de gelijknamige cd verschenen, waarop zij het vocale deel op zich neemt. Ze wordt daarbij vergezeld door twee violiste, een contrabassist en een pianiste. Daarmee brengen ze 9 stemmige songs uit, die afwisselend tussen jazz, pop, wereldmuziek, folk en neoklassiek uitkomen. Dikwijls slechten ze echter genregrenzen en komen ze in overlappende gebieden terecht, wat de muziek uiterst biologerend maakt. Bij dat alles vormt de prachtig etherische zang van Susanna de rode draad. Het is wonderschoon stemmig album geworden, dat helaas al na 28 minuten weer is afgelopen. Helaas, want dit smaakt naar meer!