Intimidatie, inbraken, klappen op je smoel, ja Rusland is een waar vakantieparadijs. Lijkt behoorlijk op onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Anna Calvi, Sylvain Chauveau, Dale Cooper Quartet & The Dictaphones, Tim Hecker, Tindersticks, Dominik Sieger, Jandek, Kosmische Läufer, Calibro 35, The Gathering en gingen naar Eefje De Visser.
Anna Calvi – One Breath (cd, Domino)
Twee jaar geleden debuteert deze stoere Britse blondine met een blueshart met haar geweldige gelijknamige debuut. Ze combineert hierop haar ongepolijste blues met wave, rock, folk en fijne orkestraties. Gewapend met haar fijn galmende stem, gitaar, bas, piano, viool en orgel bouwt ze haar pakkende songs die tussen PJ Harvey, Jeff Buckley, Siouxsie & The Banshees, Nick Cave, Tu Fawning, Rykarda Parasol en Esben And The Witch uitkomen. Onder de vele gasten is ook Brian Eno te horen op zang en piano. Twee jaar later gaat ze hier gewoon weer mee verder. Geen effectbejag maar gewoon doen waar ze goed in is: als songsmid betoverende, donkere liedjes produceren. De ene keer met rockthema’s en op andere momenten meer etherisch. Anna Calvi (zang, gitaar, vibrafoon, strijkarrangementen) laat zich weer begeleiden door een batterij gastmuzikanten op bas, cello, altviool, viool, synthesizers, orgel, moog, piano, marimba, harmonium, dulcimer, drums en percussie-instrumenten. Het levert weer beklijvende muziek op voor fans van bovenstaande artiesten.
Sylvain Chauveau – Kogetsudai (cd, Brocoli)
Deze toonaangevende Franse artiest, de tegenwoordig in Brussel woont, kent een veelzijdige carrière, die start in 1994 met de fijne noise/postrockband Watermelon Club. Hierna stapt van 1999 over op diverse parallel lopende projecten, naast zijn solowerk. Zo is er het dub- en isolationistische ambientgerichte Micro:Mega, de broeierige, filmische postrock van Arca en later ook het experimentele On (met Steven Hess), het verst experimentele Ensemble 0 en het gelegenheidsproject This Immortal Coil. Hij geeft verder acte de présence bij Félicia Atkinson, That Summer, Aus, Millimetrik, Below The Sea en Louisville. Vorig jaar maakt hij nog een 7” met Rainier Lericolais en onlangs brengt hij met Stephan Mathieu een fraai eerbetoon aan de muziek van Bill Callahan. Solo begint hij met post-rock, maar schuift op naar de neoklassieke hoek en van daaruit langzaam richting de meer verstilde elektronische muziek. In 2010 verschijnt het album Singular Forms (Sometimes Repeated), dat het eerste deel van een drieluik is en waar hij zijn inspiratie uit abstracte schilderijen haalt. Hij wil in feite melancholische songs maken, maar dan in een geheel uitgeklede versie, zoals Ryuichi Sakamoto en Carsten Nicolai dat met klassieke muziek hebben gedaan. Sylvain Chauveau dat in feite met popmuziek. Chauveau brengt songs terug naar de essentie. Het levert hemelstrelende muziek op. Nu is deel twee, Kogetsudai, een feit. Nu zijn het de Japanse rotstuinen, ook wel Zentuinen, die als inspiratiebron dienen en waar het album van krap 25 minuten is opgenomen. Hij brengt laagjes van minimale elektronica, glitch, zachte drones, radiogeluiden, veldopnames, pianoflarden en zijn warme zangstem. Skeletachtige muziek die ruimte, tijd en plaats optimaal benutten. Wederom een wonderschoon meesterwerk.
Luister Online:
Kogetsudai (album)
Dale Cooper Quartet & The Dictaphones – Quatorze Pièces De Menace (cd, Denovali)
Dit mysterieuze Franse combo debuteert in 2007 met hun overdonderende debuut Parole De Navarre. Ze brengen hedendaagse jazz maar mengen dat met krautrock, ambient, drones en dub. Het levert gitzwarte pracht op. Vier jaar later volgt Metamanoir en nog altijd brengen ze dat duistere brouwsel. De 3 leden zijn Gaël Loison (ex-Tank), Yannick Martin (ex-Osaka, Color Und Climax) en Christophe Mével (ex-Tank, Color Und Climax) en Dale Cooper is gewoon de FBI agent uit Twin Peaks en niet een bandlid. De 3 en dus niet vier leden werken met vele gasten, die The Dictaphones vormen. De muziek bevat ook een David Lynch-achtige sfeer en doet verder denken Bohren Und Der Club Of Gore denken, zij het dat de Fransozen ook meer elektronica en rockpatronen laten horen. Een indrukwekkende en bijzondere schoonheid. Nu komen ze met hun derde cd Quatorze Pièces De Menace, 14 bedreigende stukken. Laten dat er nou gewoon 11 zijn. Ze openen met een grimmige en meeslepende stuk van maar liefst 21 minuten vol dark jazz, ambient, drones en spookachtige neoklassiek. De toon is gezet, hoewel ze daarna weer vertrouwd met hun mysterieuze, meer verstilde recept aan komen zetten. The Dictaphones bestaan dit keer uit Zalie Bellacicco, Gaëlle Kerrien, Ronan Mac Erlaine,en Alicia Merz (Birds Of Passage, Brother Sub Sister Moon), die allen zang brengen, plus saxofonist Krystian Sarrau, trompettist Philippe Champion en gitarist Cyril Pansal. De stem van Merz past prachtig in de mistig nachtelijke omgeving. Sowieso voegt de toegenomen zang wel iets toe. Net als je weer aan de, overigens ongemakkelijke rust gewend bent geraakt doorbreken ze dat met een woest gitaargeluid om vervolgens op bloedstollende wijze de weg te vervolgen. Er is maar weinig hier dat het daglicht verdragen kan, maar het uiterst gevarieerde aanbod is evengoed wonderschoon en ontzettend spannend. Denk aan een bizarre kruisbestuiving van Bohren Und Der Club Of Gore, The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble, David Sylvian, Deaf Center, Birds Of Passage en Sigur Rós denken. Een onbeschijflijke beauty.
Tim Hecker – Virgins (cd, Kranky)
Deze Canadese artiest heeft een geweldige staat van dienst als het gaat om bijzondere elektronische muziek. Hij heeft zich na zijn technoperiode als Jetone zelfs opgewerkt tot één van de meest eigenzinnige en toonaangevende elektronica artiesten. Hij combineert namelijk op unieke wijze ambient met drones, glitch, allerhande experimenten en akoestische instrumenten. Net als op zijn laatste album Ravedeath, 1972 laat hij zich nu door IJslandse artiesten begeleiden. In dit geval zijn dat Ben Frost, Grímur Helgason, Valgeir Sigurðsson (Bedroom Community labelbaas) en daarnaast Kara-Lis Coverdale en Paul Moore uit eigen land. Het is zijn rijkst gedetailleerde album tot nu toe. IJzingwekkende, aan de grond nagelende pracht die ook dikwijl de neoklassieke kant op gaat. Er zit een soort dwingende kracht achter dit alles. Overweldigende klanklandschappen vol krachtige sound, gesmeed met ambient, softnoise, glitch, drones, neoklassiek, folk en bijzondere experimenten. Daar mixt hij ook flarden van koorzang door, die het geheel een etherisch en mysterieus karakter geven, zonder dat hij het aardse verlaat. Denk aan een ongelooflijke mix van Keith Fullerton Whitman, Matthew Collings, Olan Mill, Stars Of The Lid, Aidan Baker, Christoph Berg, Fennesz, Richard Skelton, Deaf Center, William Basinski, Jóhann Jóhannsson, Orla Wren en Arvo Pärt. Bijna 50 minuten lang weet Hecker je in de houdgreep te nemen. Ontzagwekkend goed!
Tindersticks – Across Six Leap Years (cd, Lucky Dog)
Voor hun tiende album in hun 20-jarige bestaan hebben de Tindersticks een verrassing in petto. Ze brengen namelijk 10 oude songs tot leven in een nieuw jasje. Daarmee krijg je een fraaie dwarsdoorsnede uit hun geweldige carrière op andere wijze voorgeschoteld. Je krijgt de Tindersticks in hun naakte essentie. Nachtelijke pracht, maar dan gebracht dieper in de nacht en daarmee ook op meer verstilde wijze. Het toont eens te meer de kwaliteit van deze moderne crooners aan. De nummers die al zo mooi waren, schitteren hier andermaal op overrompelende wijze. Binnenkort staan ze in het concertgebouw, waar ik ze voor de tweede keer live mag bewonderen. Ik kan niet wachten. Dit is in ieder geval een prachtige instapplaat geworden en een geweldige aanvulling voor de fan.
Dominik Steiger – Ad Hoc Musi 1980-84 (lp, Tochnit Aleph, 2013)
Gek of geniaal? Dominik Steiger (Wenen, 1940) lijkt met deze verzameling hartstochtelijke folk miniaturen een antwoord te willen vinden op deze vraag. De beste man werd vanwege psychische problemen het vreemdelingenlegioen uitgezet en zwierf al schrijvend, dichtend en tekenend de wereld over, zo leert de biografie ons. Tussendoor heeft hij ook nog de tijd gevonden een dertigtal bizarre liedjes op te nemen. Met accordeon, gitaar en orgel begeleid hij zijn veelal Duitstalig gemijmer, lalala-deuntjes (Der Walfisch Speilt Nicht Klavier of gegorgel van een longpatiënt op z’n sterfbed (Tell Me Why You Are Crazy). De één noemt het avant-garde, de ander vreselijk kattengejank. De lp verdient vooral waardering vanwege het spontane, het diy-karakter en de ontwapende voordracht. Een outsider pur sang!
Jandek – Athens Saturday (2xcd, Corwood Industries, 2013)
Deze live opname uit 2012 is in vele opzichten een mijlpaal in de inmiddels belachelijk grote discografie van Jandek. Vooral de groep waarmee hij het 100-minuten durende stuk Waiting To Die opvoert is er één die opvalt: met Bradford Cox (Deerhunter) op gitaar en John Fernandes op basklarinet en viool heeft Jandek (naast een drummer en cellist) een begeleiding waar je u tegen zegt. Toch weet hij zelf de meeste aandacht op te eisen: met spaarzaam, zwaarmoedig spel op de piano stuurt hij de band zonder einddoel door een bos van neo-klassiek, psychedelica, experiment en improvisatie, streng gefocust op minimalisme. Maar het is boven alles zijn stem die indruk maakt. Als een soort parodie op een poeziëvoordracht strooit hij met eigenzinnige zinconstructies en conversaties met zichzelf. Uniek, prachtig en continu boeiend.
Kosmischer Läufer – The Secret Cosmic Music Of The East German Olympic Program 1972-83: Volume One (mp3, Unknown Capability, 2013)
Dat de repetitieve motorik-ritmes van de krautrock uit de jaren 70 prima geschikt zijn om een hardloopritme aan te geven, had ene Martin Zeichnete blijkbaar 40 jaar geleden al ontdekt. Zijn project Kosmischer Läufer werd indertijd gebruikt door de atleten van de DDR, waar Zeichnete in opdracht van de communistische leiding elektronische muziek componeerde. Het was nooit bedoeld om de studio of atletiekbaan te verlaten, maar nu duiken de “training tapes” ineens op, via een release op Bandcamp. Voer voor de sceptici. Dit verhaal is natuurlijk een prachtig excuus voor het gebrek aan originaliteit, wanneer een hedendaags artiest een plaat uitbrengt die precies klinkt als een kruisbestuiving tussen Kraftwerk, Neu! en Cluster. Waar of niet, over de vijf nummers geen klachten. Inclusief een warming up en een uitloop is dit kwalitatief uitstekende krautrock met alle bekende elementen.
Calibro 35 Traditori di tutti
De Italiaanse poliziotteschi/giallo-fans van Calibro 35 hebben ook weer een nieuw album klaar en ondanks dat er op deze vierde niet echt nieuwe paden bewandeld worden is het een meer dan prima album geworden. Extra funky deze keer maar ook zeker niet zonder een dosis suspense, lekker gruizig geproduceerd zoals platen in de jaren zeventig klonken. Je waant je weer helemaal in die shady wereld van crime, sex en murder.
The Gathering Afterwords
Eigenlijk is het de EP Afterlights uitgebreid tot volledig album. Remixen, reworks maar ook een nieuw nummer met oude zanger Bart Smits, die nu niet meer grunt maar op een manier zingt die beter bij de huidige stijl past. Mooie sfeervolle rock zoals we het gewend zijn maar meestal met een hoger ’trip’-gehalte door de remixpraktijken. Nu ook op CD dus dat is fijn voor de weerbarstige en rijkelijk late adapters.
Eefje De Visser @ Tivoli, Utrecht
Eefje voegt in het uitverkochte Tivoli ook wat extra ’trip’ toe aan haar doorgaans ‘kleine liedjes’ zoals Labrador altijd graag mag benadrukken. Juist de wat pittigere nummers waar haar uitstekende band meedoet krijgen een psychedelische injectie en zorgen er ook voor dat het niet helemaal schouwburgmuziek wordt. Een prima show voor een zaal als Tivoli dus.