Het schaduwkabinet: week 42 – 2015

 

Qua EU beleid zijn we in Nederland raar bezig, net als in de aanloop naar het EK trouwens. Maar ja, het is ook niet eerlijk want daar krijgen ze ook steeds met van die buitenlanders te maken. Wij zetten de grenzen, ook muzikaal gezien, wagenwijd open in onze lijstjes uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Coil, Aïsha Devi, Esmerine, Flora Quartet, Gideon Wolf, John Grant, Kvĕty, Rykarda Parasol, Simon Scott, Shape Worship, Spinifex, Warsaw Village Band en The Game. En gingen naar: Europala: „De Nacht van de Viool”.

 


 

Jan Willem

Coil – Backwards (cd, Cold Spring)
coil-sdrawkcabDe muziek van Coil is net zo grillig als de levens van hun geestelijke vaders John Balance (Geoff Rushton) en Peter “Sleazy” Christopherson. Ik vind dan ook echt niet elk album goed, maar wat ik wel goed vind ik zijn ook meteen klassiekers in mijn collectie. Nu beide heren in respectievelijk 2004 en 2010 het loodje hebben gelegd, had ik na de stuiptrekkingen The Ape Of Napels (2006) en The New Backwards (2007) geen studioalbum meer verwacht. In 1990 verschijnt hun legendarische album Love’s Secret Domain (1991). Toch werken de heren dan al aan Backwards, waarvan de opnames starten in 1992 en in 1996 afgemixt worden in de Nothing studio’s van Trent Reznor. Door onderlinge issues wordt het werk, dat een brug tussen hun album uit 1991 en Musick To Play In The Dark (1999) zou zijn, nooit uitgegeven. Er belanden wel wat andere versies op de bovengenoemde cd’s, maar niet zoals deze ooit bedoeld is. Danny Hyde geeft deze postuum dan wel vrij. Beetje blasfemie, maar de fan zal er niet minder blij om zijn. Het geboden materiaal zou inderdaad een brug kunnen zijn, maar dan ook met bouwstenen van Scatology en Horse Rotorvator. De muziek gaat van uiterst grillige industrial naar mysterieuze avant-garde. Coil in al haar facetten en dus een must voor de fans.

 

Aïsha Devi – Of Matter And Spirit (cd, Houndstooth)
aishadevi-ofmatterandspiritDe in Zwitserland geboren Nepalees-Tibetaanse grime/electro artiest Aïsha Devi Enz is misschien beter bekend onder haar alias Kate Wax en van haar label Danse Noire. Nu komt ze gewoon als Aïsha Devi met haar debuut cd Of Matter And Spirit op het bijzondere, prestigieuze Houndstooth label. Op uiterst eigenzinnige wijze onderzoekt ze hier de relatie en scheiding tussen de materiële en spirituele wereld. Voor dat laatste kijkt ze ook naar haar eigen roots. Ze noemt het ook wel 4de wereld techno-folk, al zegt zo’n term wellicht niet zoveel. Ze combineert haar bijzondere, veelal vervormde stemgeluid, waar je wel Tibetaanse klanken in herkent, met spookachtige elektronische muziek die ergens tussen grime, dubstep, IDM, downtempo, techno, industrial, tribal en leftfield uitkomt. Eigenlijk is de muziek heel lastig te duiden, behalve dat het een fascinerend geheel is geworden waar bij wijze van spreken een smaakvolle cocktail is gemaakt van Locust, Soap&Skin, Beaumont Hannant, Yungchen Lhamo, Throwing Snow, Joker en Shabazz Palaces. Haar jagende en abstracte sound is bevreemdend en toch zit er duidelijk een emotionele lading in. Gewoon zelf gaan luisteren is het beste devies. Het is echt één van de meest bijzondere albums die ik in tijden heb gehoord.

 

Esmerine – Lost Voices (cd, Constellation / Konkurrent)
esmerine-lostvoicesEsmerine is in 2000 als een soort zijproject van Godspeed You! Black Emperor begonnen, waarbij hun output bestaat uit kamermuziek gelardeerd met post-rock. De harde kern wordt sindsdien gevormd door percussionist Bruce Cawdron (Godspeed You! Black Emperor, Set Fire To Flames, Triple Burner) en celliste Rebecca “Beckie” Foon (The Silver Mt. Zion, Fifths Of Seven, The Mile End String Ladies Auxiliary, Set Fire To Flames, Saltland). Na twee albums lijkt het doek te vallen tot ze in 2011, na zes jaar absentie, terugkeren met hun derde cd La Lechuza, een eerbetoon aan hun veel te vroeg overleden vriendin, muzikante/zangeres en graag geziene gast Lhasa de Sela (1972-2010). In 2013 vervolgen ze hun weg met Dalmak, waarop ze een wereldse grog opdienen waar post-rock, neoklassiek, ambient, Turkse folk, experimentele muziek en iets dat alles overstijgt dwars door elkaar heen lopen. Een bij de strot grijpend prachtalbum waarmee ze ook een Juno Award in de wacht slepen. Nu presenteren ze hun vijfde album Lost Voices, waar Cawdron (marimba, klokkenspel, vibrafoon) en Foon (cello, harmonium, piano, zang) worden vergezeld door Jamie Thompson (drums, marimba, klokkenspel) van onder meer The Unicorns en Islands, Brian Sanderson (viool, ekonting, kornet, horn, sarod, bas) en Jérémi Roy (contabas, bas). Daarnaast zijn er nog 7 gasten op gitaar, viool, synthesizer, darbuka, riq, klokkenspel, piano en evi (electronic valve instrument) die smaak geven, waaronder Sophie Trudeau (Godspeed You! Black Emperor, Diebold, A Silver Mt. Zion, Set Fire To Flames, The Mile End String Ladies Auxiliary, Valley Of The Giants), Constellation mede-oprichter Ian Ilavsky (A Silver Mt. Zion, Re:, Sofa, Sackville, Diebold) en Colin Stetson. Een supergroep, waar door het instrumentarium de rock en de wereldse invloeden duidelijk naar voren treden. Ze blijven wel muziek produceren die vanuit de kamermuziek begint, maar de rock vervult een belangrijke rol waarbij de wereldse instrumentatie zorgt voor de schitterende franje. Her en der brengt Foon haar etherische zang ten gehore. Ze weten je ruim drie kwartier volkomen aan de grond te nagelen met bezinnende, verstilde maar soms ook opzwepende pracht. Ik val niet graag in herhaling, maar dit is hun beste album tot nu toe. Esmerine rocks!

 

Flora Quartet – Muzikka Organikka (cd, Gusstaff)
floraquartet-moLeden uit de Poolse groepen Emiter, Sejny Theatre Klezmer Orchestra en Sztetl hebben hun krachten gebundeld als het Flora Quartet. Ze willen door middels van diaprojecties, veldopnames en klassieke instrumenten een bijzonder geheel neerzetten. Op hun debuut Musikka Organikka bestaan de deelnemers uit Marcin Dymiter (elektronica, objecten), Piotr Janiec (tuba), Tomek Stawiecki (klarinet) en Małgorzata Wawro (diaprojector, beelden). Die laatste is natuurlijk niet te horen, al roept de muziek vanzelf wel beelden op. Ze brengen vijf stukken die bij elkaar ruim 50 minuten duren. Het is typisch muziek die je met de koptelefoon moet beluisteren, want pas dan gaat er echt een wereld voor je open. Ze brengen elektro-akoestische klanklandschappen, waarbij de subtiele abstracte elektronica, zachte pulserende beats en veldopnames hand in hand gaan met de bijna ambientachtige, improvisatorische klanken uit de tuba en klarinet. Dat hebben ze zo fraai in elkaar gezet, dat je gewoonweg niet kunt stoppen met luisteren naar deze spannend organische mix waar ook fragmenten van jazz, glicth en drones zitten. Onderstaande track geeft een goed beeld van dit geweldige werk.

 

Gideon Wolf – Near Dark (cd, Fluid Audio)
GideonWolf-NearDarkJa Gideon Wolf moet je onder de “G” plaatsen, want het is de nom de plume van de Britse artiest Tristan Shorr. Op zijn debuut Paper (2012) brengt hij innovatieve, dikwijls experimentele neoklassiek met behulp van drums, cello, piano, gitaar, zang, objecten en uiteenlopende software en geluidmakers. Daarbij weet hij met zijn afwisselende zang, soms concreet en dan weer etherisch, ook een bevreemdende stempel te drukken op zijn muziek. Nu komt hij met zijn volgende wapenfeit Near Dark aanzetten. Hierop trekt hij de lijn door van zijn debuut, maar weet dit nog meer in een schemerige atmosfeer te hullen. Neoklassiek gaat hier hand in hand met drones, allerhande experimenten, industrial en droefgeestige atmosferen. Zoals altijd op het Fluid Audio label krijg je er ook nog schitterende artwork bij, hier met een dia en prachtige foto’s op visitekaart formaat. Het is een uiterst betoverend geheel geworden dat ergens op het snijvlak van Graveyard Tapes, Talk Talk, Olan Mill, Max Richter, Simon Scott, Locust en Oren Ambarchi uitkomt. Wat een overrompelende schoonheid!

 

John Grant – Grey Tickles, Black Pressure (cd, Bella Union)
JohnGrant-greyticklesblackpressureJohn Grant is het voormalige boegbeeld van The Czars, die mede door zijn goddelijke croonerstem voor menig klassieker hebben gezorgd. Inmiddels is zijn solocarrière het succes van die band overstegen. Daarnaast is hij ook te horen in Hercules & Love Affair. Eerlijk is eerlijk, op zijn soloplaten The Queen Of Denmark (2010) en Pale Green Ghosts (2013) gooit hij de hoogste ogen, waarbij zijn prettige zwartgalligheid de boventoon voert. De eerste is een donkere popplaat en op de tweede wordt er met enige regelmaat een behoorlijk elektronische draai aan dat alles gegeven. Dat hij de drang heeft steeds andere wegen in te slaan bewijst hij andermaal op zijn derde album Grey Tickles, Black Pressure. De elektronica spelen hier ook een prominente rol, maar hij kan ook behoorlijk hard en experimenteel uit de hoek komen. De cd opent met een psychedelisch, haast plunderphonics-achtig intro om erna met de prachtige titelsong verder te gaan. Die sluit het meest aan op zijn croonerwerk. Daarna gaat de knop om en komen de elektronische, rock, funk, industriële en avant-gardistische elementen ook bovendrijven. Alsof Arthur Russell, Marilyn Manson, David Bowie en David Sylvian een liefdesbaby hebben verwekt (excuses als je nogal visueel ingesteld bent). Grant wordt begeleid door een waar leger aan gastmuzikanten op blaas-, strijk- en percussie-instrumenten, elektronica en zang door Tracey Thorn (Everything But The Girl) en Amanda Palmer (The Dresden Dolls). Toch is het weer een op en top John Grant album geworden, waarbij de muziek weliswaar nogal anders is maar de onderliggende, heftige emoties onveranderd zijn. Beauty & the beast, worden hier op imponerende wijze geïntegreerd. Grant is en blijft een unicum in het hedendaagse poplandschap.



 

Kvĕty – Miláček Slunce (cd, Indies Scope)
kvety-milacekslunceKvĕty, wat “bloemen” betekent, is één van die uistekende Tsjechische rockbands die het bijzondere Indies Scope label heeft voortgebracht. Het viertal draait al zo’n 15 jaar mee. Drie jaar na hun vorige album komen ze nu met hun tiende cd Miláček Slunce, ofwel “liefje van de zon”, waarop kopman Martin E. Kyšperský (zang, gitaar, piano, mandoline, kalimba, keyboard) weer wordt bijgestaan door Aleš Pilgr (drums, balafoon, vibrafoon, keyboard, zang), Ondřej Čech (bas, contrabas) en Albert Novak (viool, zang). Daarnaast zijn er nog zes gasten op drums, zang, bellen, fluit, tuba, cello en pijporgel. Het moge mede door het instrumentarium duidelijk zijn dat dit geen gewone alternatieve rock betreft, maar één waarbij ook folk, post-rock, jazz, experimentele en klassieke invloeden met enige regelmaat de kop opsteken. Dat maakt deze muziek ook zo uniek. Het is een levendige en uiterst pakkende potpourri aan stijlen geworden, soms akoestisch en dan weer elektrisch, die toch een rockachtig geheel vormen. Ik kan wel zeggen dat ze klinken als een mix van Zrní, Talking Heads, Kieslowski, Traband, Tortoise, DVA of Už Jsme Doma, maar helemaal kloppen doet dat nooit. Een dikke aanrader om eens zelf te gaan luisteren.

Luister Online:
Miláček Slunce

 

Rykarda Parasol – The Color Of Destruction (cd, Warner Poland)
RykardaParasol-thecolorofdestructionRykarda Marischa Parasol, zoals ze voluit heet, is een zangeres uit San Francisco, maar ze is met enige regelmaat in Europa te vinden. Ze beschikt over een karakteristieke zware stem, die doet denken aan Siouxsie, Nico, PJ Harvey, Zola Jesus, Little Annie, Patti Smith en Marianne Faithful. Inmiddels heeft ze drie albums uitgebracht vol gothic Americana, donkere folk rock, wave en altcountry. Nu is er de vierde cd The Color Of Destruction. Parasol brengt naast zang onder meer akoestische gitaar, piano, orgel, tamboerijn, gevonden geluiden, keyboard, handgeklap en percussie-instrumenten. Daarnaast mag ze rekenen op diverse artiesten op bas, gitaar, drums, percussie-instrumenten, viool, altviool, cello, zang, piano, keyboards, fluit, spoken word en trompet. Hiermee doorkruist ze nog beter dan voorheen de genoemde genres. De ene keer meer psychedelisch en koersend richting een moderne variant op The Velvet Underground en op andere momenten juist weer meer rockend à la Nick Cave, waarbij bovenstaande zangeressen en tevens Chelsea Wolfe ook tot de associaties behoren. Ze brengt daarnaast verscheidene korte intermezzo’s waar ze op industriële wijze haar gevonden geluiden tot mini soundscapes verwerkt. Het gaat van breekbaar en ongepolijste schoonheid tot rauw en galmend. Daarmee is dit gewoon haar vierde sterke cd op rij geworden.

 

Simon Scott – Insomni (cd, Ash International / Touch / Konkurrent)
simonscott-insomniHelaas kon ik door omstandigheden niet bij de naar verluid fantastische Miasmah Label Night zijn, georganiseerd door Fluister afgelopen zaterdag in Dordrecht. Wel heb ik mijn handen kunnen leggen op de nieuwe cd Insomni van multi-instrumentalist Simon Scott (Slowdive, ex-The Charlottes, ex-Inner Sleeve, Televise, Seavault, Between), die ook aanwezig was op die avond. Drie jaar na zijn laatste album op 12K komt hij nu met nieuwe muziek, die geïnspireerd is op de geluiden die hij in de nacht heeft gehoord toen hij een langdurige periodes van slapeloosheid had. Dat gaat van het gezoem van de koelkast, het aquarium, de dvd speler, een halogeen transformator, laptop en meer. Gelukkig was Sleep van Max Richter nog niet uit en is hij in plaats van overdag te gaan slapen met die geluiden aan de slag gegaan om er met zijn gitaar, elektronica en samples muziek van te maken. Dat heeft 11 composities opgeleverd vol experimentele ambient, glitch, drones, droompop, akoestische gitaarmuziek en abstracte geluidssculpturen. Hij begint abstract en elektronisch, maar gaat geleidelijk over na meer akoestisch gestuurde muziek. Scott weet je daarbij genadeloos in de houdgreep te nemen met zijn rustieke, contemplatieve en afwisselende pracht, die doet denken aan een kruisbestuiving van The Sight Below, Fennesz, James Blackshaw, Rafael Toral, Svarte Greiner, Marsen Jules en Yellow6. Ik ga er nog eens een nachtje over slapen, maar ik denk toch dat dit zijn allerbeste werk tot nu toe is.

 

Shape Worship – A City Remembrancer (lp/digitaal, Front & Follow)
shapeworship-acityremembrancerShape Worship is sinds 2011 het soloproject van Ed Gillett. Hij heeft al een 7” en 12” op zijn naam staan vol techno, abstracte elektronica, IDM, ambient, grime en broken beats. Nu presenteert hij op het eclectische label Front & Follow zijn volledige debuut A City Remembrancer. Hierop vervolgt hij zijn eigengereide elektronische pad, hetgeen hij lardeert met diverse stemsamples en vele subtiele details en bijzondere ritmes. Zijn licht melancholische elektronische onderlaag zorgt daarbij voor de fraaie, licht bevreemdende atmosfeer. De ene keer verstild en uiterst abstract, maar op andere momenten ook warm en zacht pulserend. Het heeft wel wat weg van een sepiakleurige fotocollage, die zowel nostalgisch als confronterend kan zijn. Continu weet hij je te verrassen met onverwachte geluiden en wendingen. Hij balanceert daarbij ergens tussen Beaumont Hannant, Oneothrix Point Never, Brian Eno & David Byrne, Autechre, Désormais, Tomas Jirku en Philip Jeck. Stadse perikelen worden hier omgetoverd tot adembenemende muziek. Een ingetogen, persoonlijk en toch uitgesproken expressief topalbum!

Luister Online:
A City Remembrancer (album)

 

Spinifex – Veiled (cd, Trytone/ Toondist)
spinifex-veiledDit jaar bestaat Spinifex 10 jaar. Een mijlpaal die ze dan ook vieren door als Spinifex Maximus, een 12 koppig gezelschap, op tournee te gaan. Voor het zover is komen ze eerst voor de tweede keer als kwintet met hun nieuwe cd Veiled, waarop trompettist Gijs Levelt (Amsterdam Klezmer Band, Fra Fra Sound), altsaxofonist Tobias Klein (Dalgoo, Man Bites Dog, Ceyl’an Ertem), drummer Philipp Moser (Cilice), gitarist Jasper Stadhouders (Cactus Truck, The Black Napkins, Lily’s Déjà Vu) en in Rotterdam woonachtige Portugese basgitarist Gonçalo Almeida (Albatre, Lama, Tetterapadequ, Dream & Drone Orchestra) weer acte de présence geven. Een internationaal sterrenteam dat in Nederland gevestigd is. Ze zoeken zoals altijd weer de stilistische grenzen op tussen anarchie en strakke organisatie, waarbij niets lijkt vast te staan. Het gaat van intrigerende improvisaties, eloquente experimenten en knetterende kakofonie tot retestrakke rock en fabuleuze freejazz; ja laat alliteraties gerust aan mij over. En superlatieven, want wat is dit fantastisch en bij de strot grijpend; het is geen vraag of je dit wilt horen, het is een must. Het is muziek van extremen en contrasten, hetgeen de muziek ook zo spannend en telkens weer verrassend maakt. Eén van die verrassingen is als ze in de titeltrack de Sheila Chandra-achtige zang van de Hindoestaanse Priya Purushothaman incorporeren in hun avontuurlijke muziek. Eerst brengen ze een behoorlijk psychedelisch omlijsting, maar daarna barst het weer los. Totaal niet te plaatsen en daardoor zo fascinerend. Spinifex positioneert zich grofweg ergens tussen Palinckx, Shining, Naked City, Supersilent, Už Jsme Doma, Frank Zappa en The Ex, zij het op een eigenzinnige plek. Zinderend tot de allerlaatste seconde. Van harte met dit eerste decennium!

 

Warsaw Village Band – Swięto Słońca (2cd, Karrot Kommando)
warsawvillageband-ssDe zevenkoppige Warsaw Village Band uit Polen, in het Pools Kapela Ze Wsi Warszawa geheten, draait alweer sinds 1998 mee met hun bijzondere mengelmoes van Poolse folk, moderne elementen en politieke statements. Ze nemen het overigens voor het folk deel niet heel erg nauw met de landsgrenzen en nodigen ze ook muzikanten van elders uit. Ze hebben inmiddels 5 albums en een remixplaat uitgebracht. Swięto Słońca (viering van de zon) is hun zevende en hun eerste dubbel cd. Ze zoeken nog altijd hun Poolse roots op, maar blikken nu ook naar India, Iran en Galicië. Hiervoor hebben ze gasten als Mercedes Péon, Kayhan Kalhor (Ensemble Dastan), Ustad Liaquat Ali Khan, Sanjay Khan i Amrat Hussain (Dhoad Gypsies From Rajasthan), DJ Feel-X en Michał Zaborski (Atom Stringf Quartet) uitgenodigd, die hun zang en toch al brede instrumentarium (cello, cimbaal, viool, suka, draailier, Joodse harp, frame-drum, bęben) fraai en werelds aanvullen. De eerste schijf heet “Słońca” (zon) en telt 7 nummers met een lengte van bijna 35 minuten. Hierop laten ze zowel een vertrouwd geluid horen als de mix ermee met de door de gasten meegebrachte elementen uit alle windstreken. Soms heel opzwepend, maar veelal van een onaardse pracht. De instrumentaties zijn ijzersterk en de zang ronduit betoverend. Om enige houvast te krijgen moet je denken aan een hybride van Dikanda, Värttinä, Hedningarna, Le Mystère Des Voix Bulgares, Frifot en hun eigen werk. De tweede cd “Księżyc” (maan) bevat nog eens 6 tracks die ruim 31 minuten duren. Inderdaad, het zou ook gemakkelijk op één cd passen. Toch valt de keuze om ze te splitsen wel te begrijpen. De muziek is hier meer psychedelisch, rustig en duister. Nu is het ook weer geen verschil van dag en nacht en levert dit ook gewoon die heerlijk wereldse mix op. Wereldplaat!

 


 

Martijn

Europala: „De Nacht van de Viool” @ Rasa, Utrecht

De viool, maar dan wel de verticale variaties. Twee meneren, Derya Türkan (Turkije) en Sokratis Sinopoulos (Griekenland), die hun kemençe voor zich tussen hun knieën zetten en Kayhan Kalhor (Iran) die wat nonchalanter met zijn kemanche omgaat. Als vierde is er Ali Bahrami Fard (Iran) die santoor (hakkebord) bespeelt. De drie spelen een paar, lange en soms stokoude composities (een Nihavend Sema’i uit de achttiende eeuw zelfs) maar daar nemen de heren behalve de respectievelijke lokale vrijheden ook nog wat andere eigen loopjes mee (dastgah en makam, de systemen achter deze muziek staan sowieso een zekere eigen invulling toe). Sinopoulos speelt voor de afwisseling ook nog een tijdje lavta (een Griekse luit). Alle vier zijn buitengewoon virtuoos, het spel is lyrisch en de hele ‚set’ wordt zonder pauze doorgespeeld, om de spanning niet de verbreken lijkt het. Na het applaus dan toch nog een toegift, de Rahbani Brothers-klassieker Al Bint El Chalabiya (bekend van Fairuz, maar ook vele anderen). Een mooi stukje wereldmuziek in de ware zin van het woord.

 

The Game The Documentary 2.5

Gewoon een „Disc 2” in deze tijden van streaming. Maar goed, je downloadt ook ‚mixtapes’ tegenwoordig. Op het vervolg zijn meer featurings en zijn er minder klassieke samples, al hebben verschillende nummers toch ook wel een old school vibe (oude soul en Battlecat die een Dam-Funkje doet in Up On The Wall). Gangsterfolklore dus, wat minder bombastisch dan Compton maar wel vergelijkbaar in sfeer (ook door de aanwezigheid van bijvoorbeeld Anderson .Paak). Kortom, West Coast fans worden maar verwend dit jaar. En will.i.am is gelukkig weer niet storend aanwezig.

 

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.