Het regeerakkoord rond door Hemelse interventie. Wij zijn het ook eens met elkaar, al werken we vanuit de krochten der aarde aan onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Black Hearted Brother, Carta, Stavros Gaspararos, Joanna Gruesome, Mark Kozelek & Desertshore, Smoke Fairies, Tindersticks, Tropic Of Cancer, Eefje de Visser, Weekend, Bill Orcut, DSR Lines, Bear Bones Lay Low, Bill Callahan, Pestilence, Flatbush Zombies en The Weeknd. En keken naar: Post Tenebras Lux.
Black Hearted Brother – Stars Are Our Home (cd, Slumberland)
Zo! Dit is nog eens een supergroep: Mark Van Hoen (Locust, Seefeel, Scala, Aurobindo), Neil Halstead (Slowdive, Mojave 3, Zurich) en Nicholas Holton (Coley Park, Holton’s Opulent Oog) bundelen de krachten. Ze stappen samen in een ruimteschip en maken een lekker spacy mix op shoegaze, droompop, noise, krautrock en spacerock. Maar soms maken ze ook een tussenlanding en brengen dan zweverige rustige liedjes, die aan een buitenaardse variant op de Beach Boys doen denken. Voor de rest zijn ze lekker op stoom en zijn het eerder My Bloody Valentine, Spacemen 3, New Order en Can die boven komen drijven. Vooral als de gitaren flink scheuren en flink experimenteren maken ze de meeste indruk op mij. Een verrassende nieuwe wending voor hen allen. Onaards lekker album!
Carta – Faults Follow (cd, Saint Marie)
In 2008 debuteert dit Amerikaanse gezelschap, dat al in 2002 wordt opgericht, met het prachtige The Glass Bottom Boat, waarop ze zich aan de spannende en meer sfeervolle spectrum van de postrock wagen. Hierbij is de opbouw sterk, maar ook stuurloos laten ze de mooiste dingen horen. Ze ondersteunen dit naast gitaren met cello, piano, elektronica, trompet en zo nu en dan zang. Twee jaar erna keren ze terug met An Index Of Birds. De formatie rond Kyle Monday (gitaar, zang, bas, keyboards, melodica) is flink uitgedijd. Ondanks de grote bezetting maken ze er een behoorlijk rustiek en sfeervol geheel van. Ze zitten met hun geluid nog steeds in postrock-hoek, maar trekken dat meer naar de emocore en gitaarambient toe. Op bedachtzame wijze ontvouwt hun muziek zich waarbij soms de zang maar dikwijls juist de meer instrumentale, filmische desolaatheid op de voorgrond treedt. In dat laatste verwerken ze fraaie samples van stemmen en/of veldopnames. Alles staat in het teken van het scheppen van een broeierige atmosfeer, waardoor het continu een spannende aangelegenheid is. Het klopt van begin tot eind tot in de puntjes. Ze weten alles op het juiste moment te doseren, van het gebruik van strijkers en zang tot aan de inzet van gitaren en elektronica. Dat levert een uitgebalanceerd en subliem album op dat elke melancholicus innig zal omarmen. Een derde album laat lang op zich wachten doordat kanker, dood, afkicken en een scheiding de levens doorkruizen. Maar Carta is nu terug met Faults Follow. De huidige line-up bestaat naast Kyle Monday uit uit ex-Rosa Motta en Charles Atlas lid Sacha Galvagna (piano, bas, keyboards, zang, gitaar, perccussie, harmonium, theremin), Raymond Welter (gitaar, keyboards, piano, trompet, elektronica), Alexander Kort (cello) uit Subtle, Lorealle Bishop (zang) en Gabriel Coan (drums, keyboards, programmering). Daarnaast doet ook een handvol gasten mee. Ze hebben duidelijk willen breken met de muziek uit het verleden en verkennen nu nieuwe gebieden. Er wordt meer en overtuigender gezongen, het gebruik van klassieke elementen is toegenomen en ze kleuren hun muziek verder in met drones, kleine details en hypnotiserende elementen. Door alles heen hoor je de pijn, die ze schitterend een plek geven in de muziek. Dat alles levert een zeer melancholisch geheel op, waarbij ik meer dan eens bergen kippenvel krijg. Ergens tussen Hood, Low, L’Altra, Sparklehorse, Blonde Redhead, Glissando en Last Harbour. Het is majestueuze, meeslepende schoonheid.
Stavros Gasparatos – Seven (cd, Ad Noiseam)
Deze Griekse componist gooit eerder al hoge ogen met zijn debuut Rehearsals in 2008. Hij brengt hierop een eigenzinnige mix van neoklassiek en experimentele muziek. Daarvoor is hij ook actief in de experimentele band Gyro-Gyro. Nu komt hij met zijn tweede album, waarop hij sprongen voorwaarts heeft gemaakt. De melancholische muziek zit op het spannende snijvlak van neoklassiek, glitch, IDM, ambient, jazz en experimentele muziek. De nachtelijke pracht komt ergens uit tussen Phylr, Worrytrain, Manyfingers, David Darling, John Lemke, Clint Mansell en Cinematic Orchestra. Het is werkelijk wonderschoon wat hij hier weet neer te zetten.
Joanna Gruesome – Weird Sister (cd, Slumberland)
Nee dit is niet de naam van één of andere dame, maar een vijftal uit Groot-Brittannië. Ze serveren op hun debuut een afwisselende mix van noise, shoegaze, indiepop en punk. Meestal is het behoorlijk hard. De meeste liedjes eindigen dan ook, zoals het hoort, tussen de 2,5 en 3 minuten. Energieke gitaarmuziek die het beste naar boven haalt van enerzijds Drive Like Jehu, Truman’s Water, Deerhoof en Sonic Youth en anderzijds My Bloody Valentine en vooral Lush. Tegen het einde gooien ze er ook nog een Velvet Underground achtig geluid doorheen. Tien heerlijk dampende, sensationele liedjes. En gewoon na een klein half uur weer klaar. Oi!
Mark Kozelek & Desertshore – Mark Kozelek & Desershore (cd, Caldo Verde)
Eerder dit jaar komt Mark Kozelek (Sun Kil Moon, ex-Red House Pianters) al met cd met Jimmy Lavalle, ook hier en daar als Sun Kil Moon & The Alum Leaf uitgegeven, op de proppen. Nu is hij er alweer met het samenwerkingsverband tussen hemzelf en Desertshore. In die laatste band zit ook weer ex-Red House Painters gitarist Phil Carney en daarnaast pianist Chris Connolly. Ze brengen muziek die dichtbij de Red House Painters komt. Niet per se heel vernieuwend, maar wel fijn melancholisch voer voor de fans. Kozelek’s prachtig getormenteerde zang alleen is al genoeg om je over de streep te halen. In het nummer “You Are Not A my Blood” is ook Low-zanger Alan Sparhawk te horen. Voor de rest brengen ze hier geen grote verrassingen, maar gewoon een heerlijk herfstig album. En dat is gewoonweg genoeg om intens van te kunnen genieten.
Smoke Fairies – Ghosts (2cd, Smoke Fairies)
Na twee volwaardige releases kiezen de Britse schoolvriendinnen Katherine Blamire (zang, gitaar, piano, orgel, percussie) en Jessica Davies (zang, gitaar, concertina, orgel, percussie) ervoor om hun mini’s en een handvol onuitgegeven dan wel moeilijk verkrijgbare songs en b-kantjes te bundelen. Dat levert deze nieuwe dubbel cd op. Deze staat net als hun reguliere vol feeërieke pracht die het midden houdt tussen folk, Americana, blues, wave en indierock. De krachtig hemelse zang van de dames blijft het oorstrelende middelpunt. Voor fans van Peggy Sue, Marissa Nadler, She Keeps Bees, The Unthanks, Laura Marling en Sandy Denny. Alleen passen de schijfjes van 39 en 38 minuten ook gewoon bij elkaar. Voor de rest een fijne compilatie.
Tindersticks – Les Salauds (cd, Lucky Dog)
Binnenkort is er een nieuw studio album van deze groep. Maar nu brengen de Britten hun zevende soundtrack voor de gelijknamige film van Claire Denis. Het zijn de Tindersticks in uitgeklede vorm en veelal zonder het typerende gecroon van frontman Stuart Staples. Neemt niet weg dat ze op minimale wijze nog steeds een diepe indruk weten te maken. De nachtelijke pracht op dit haast ambientachtige album opent en eindigt overigens met zang van Staples. Het is een spookachtig, etherisch en bovenal duister geheel geworden, dat de fans zeker zal weten te raken.
Tropic Of Cancer – Restless Idylls (cd, Blackest Ever Black)
Dit project uit Los Angeles is al een jaar of 4 bezig met het uitbrengen van geweldige 12”-es en singles. Een deel ervan is terecht gekomen op de verzamel cd The End Of All Things (2011). Het moge duidelijk zijn, we hebben hier niet te maken met vrolijke lieden. De groep bestaat dan nog uit Camella Lobo en Juan Mendez. Ze brengen een ijzige mix van new wave, industrial, synthpop en minimal. Nu is Tropic Of Cancer nog enkel Camella en ze presenteert in feite met Idylls het echte debuut. De sfeer is hierop weer gitzwart, al zit er ook ergens een warme haast romantische kant aan dit album. Dit komt door de lagen warme drones en shoegaze, die als een soort vloerverwarming onder de koude muziek ligt. Ze komt hiermee ergens uit tussen Joy Division, Cranes, Xmal Deutschland en hedendaagse artiesten als Mushy, The Soft Moon, Dva Damas (waarmee ze ook op tournee is). Coldwave waar je kippenvel van krijgt. Door de schoonheid en overrompelende kracht welteverstaan.
Eefje De Visser – Het Is (cd, Eefjes Platenmaatschappijtje)
Vorige week brengt Martijn al zijn liefdesverklaring aan de stem van Eefje. En terecht. Deze zangeres is van een andere orde dan de gemiddelde singer-songwriter. Geen neerslachtig gedoe, maar oprechte, pure songs, Haar fraaie debuut De Koek (2011) mag er ook al wezen, maar daar is de Nederlandstalige zang best wel nadrukkelijk gearticuleerd aanwezig waar ik in eerste instantie aan moet wennen. Toch ben ik toen ook als een blok gevallen voor haar muziek en stem. Nu is er de tweede cd, wederom op haar eigen labeltje uitgebracht. De muziek is dromeriger en het zanggedeelte sluit daar etherisch op aan. Op ontwapende wijze brengt ze met gasten op piano, keyboard, drums, beats, marimba, gitaar, bas en altviool haar liedjes ten gehore. Het is zoals het is: ongelooflijk mooi en heerlijk melancholisch.
Weekend – Jinx (cd, Slumberland)
In 2010 debuteert dit post-punktrio uit San Francisco met het geweldige Sports, waarop hun stevige wave hand in hand gaat met shoegaze en indierock. Een jaar later doen ze dat misschien nog wel beter op hun mini Red. Dan blijft het akelig stil, hetgeen ze nu met een gezonde dosis herrie doorbreken. De pauze heeft ze goed gedaan, ondanks de reden (een sterfgeval van een familielid van één van de leden), want alles steekt nog beter en vooral strakker in elkaar. Ook op de meer rustige momenten weten ze muziek beter te doseren en meer contrast te brengen. Dat alles is nog altijd heerlijk melancholisch en laat nog steeds helden van weleer als Depeche Mode, The Cure en Joy Division doorechoën in hun pakkende geluid en lengen dat aan met de noise van A Place To Bury Strangers. Steengoed!
Bill Orcutt – A History Of Everyone (lp, eMego, 2013)
Het is een rare gewaarwording, het moment dat je beseft dat naar bekende en minder bekende nummers zit te luisteren uit het American Songbook, wanneer je deze nieuwe plaat van de voormalige Harry Pussy gitarist op zet. Onder andere When You Wish Upon A Star, Black Betty en White Christmas komen voorbij. Maar hoewel dit volledig kwalificeert als coveralbum, klinkt het niet zo. Orcutt laat de voor hem bekende speelstijl van stotterende, akoestische blues los op liedjes die qua speelstijl eerder aan de andere kant van het muzikale spectrum liggen, ze onherkenbaar achterlatend. Neem de Disney klassieker Zip A Dee Doo Dah. De furieuze, ogenschijnlijk geïmproviseerde behandeling laat weinig over van het origineel, en wellicht ook van Orcutt’s vingers. Niet zo geniaal als de albums met zijn eigen werk, doch het zit er niet ver vandaan.
DSR Lines – Venndiagram (cassette, Smeltkop, 2013)
Bear Bones, Lay Low – Occultciti (cassette, Smeltkop, 2013)
Twee waanzinnig goede tapes van het Smeltkop label uit Gent, dat eerder furore maakte met de release van Maan’s Khomeini 99. DSR Lines kennen we als David Edren, onder andere oprichter van het Hare Akedod label. Hij kan behoorlijk goed uit de voeten met de modulaire synthesizer, en op deze tape speelt hij met algoritmes om tot pulserende en ontspannen analoge klanken te komen. Heerlijk zonnige melodieën vullen dit half uurtje, genoeg om gekatapulteerd te worden naar een retro-sci-fi sfeertje.
Ernesto Gonzalez maakt al een aantal jaren Brussel en omstreken onveilig met zijn spookachtige, onder invloed verkerende synthesizerklanken. Deze tape ligt in het verlengde van zijn El Telonero album, dat vorig jaar uitkwam op het KRAAK label. De speelsheid waarmee hij zijn instrumenten lijkt te beroeren wordt wederom gehuld in een donkere mist, terwijl de strakke electrobeat-georiënteerde nummers afgewisseld worden met een mystieke science fiction soundtrack. Het maakt van deze tape één van de meest gevarieerde en betere releases van Bear Bones, Lay Low.
Bill Callahan – Dream River
Kunnen we kort over zijn, hij is weer degelijk. Zo goed als A River Ain’t Too Much To Love – laat staan Red Apple Falls of Knock Knock – wordt het niet meer. Tegenwoordig doet ‘Lucky man’ Callahan het met één fantastisch liedje per plaat. Hier is dat Small Plane. Geen Ridin’ For The Feeling, maar Flyin’ For The Feeling. Het nummer klinkt als Nick Drake’s laatste bitterzoete droom, ná die overdosis aan kalmeringspillen. Alles op een kwart snelheid van wat het was, zelfs het Poor Boy-trommeltje. ‘I never liked to land, getting back up seems impossibly grand.’
Post Tenebras Lux (Carlos Reygadas)
Het gebeurt niet elke dag dat een spiritueel spiegelende maalstroom-film in Tarkovsky-trant zo goed klikt. Reygadas daalt af in een delirium, dat zich even associatief als Nostalghia ontvouwt. Wel een tikkeltje begrijpelijker – goddank! – want ik bleef de volle twee uur geboeid. In de openingsscène groet een meisje ‘de dingen’. Reygadas vervormt de beelden met bijzondere lenzen, waardoor we door een soort caleidoscoop kijken. De mensen, dieren en bomen krijgen er aura’s van, en tegelijkertijd wordt de kijker een beetje dronken. De juiste toestand om de film te ondergaan, want verslaving is een thema. In een gammel krot komt de AA bijeen, met ditmaal in hun gezelschap de patrón. Een blanke kerel tussen ‘de echte Mexicanen’. Hij heeft ook wat op te biechten… De man ravot thuis vrolijk met zijn kroost, maar moppert op zijn vrouw, en vecht agressief met zijn honden. ‘De dierenarts vertrouwt me niet’, geeft hij toe als hij weer een hond heeft toegetakeld. Waar we deze elementen nog als een hanteerbaar set-up voor een gezinsdrama kunnen zien, is Reygadas ondertussen keihard bezig de boel te ontregelen. Een duivel doet het huis aan, een rugbyclub pept zich op, een citaat van Tolstoj, een orgastische traan… En opeens ligt de man in bed. Sterft hij? ‘It’s a dream, only a dream, and it’s fading now.’
Pestilence Obsideo
Na de eerste ronde maakte Patrick Mameli zich al niet geliefd door zijn oude stiel (death) metal nogal af te vallen. In de nieuwe Aardschok komt hij daar van terug maar doet hij ook niet aan valse bescheidenheid. Het predikaat ‘arrogante kwast’ zal ongetwijfeld zijn deel worden maar hij heeft met Obsideo ook echt wel iets om trots op te zijn. Schijt aan de middelmaat, Obsideo beukt als Consuming Impulse maar weet daar zonder aan agressie in te boeten wel progressieve trekjes van Spheres in te bouwen zonder zich te vertillen. Meer skills maar ook gewoon ouder en wijzer. De strot van Mameli is inmiddels ook poepruig dus Van Drunen wordt ook echt niet gemist. Haters go’n hate maar dit is goed opdrogen en veel competitie afdrogen.
Flatbush Zombies BetterOffDEAD (mixtape)
Ik moet zeggen dat ik de laatste jaren lang niet altijd evenzeer onder de indruk ben van Amerikaanse hip hop. Aan de andere kant luister ik wel veel. Hypes als Kendrick Lamar kan ik niet helemaal in mee bijvoorbeeld, Kanye is te idioot voor woorden en die A$AP kliek bleef ik nog niet echt hangen. Kom ik niet meer mee of is het gewoon een minder interessante fase. BetterOffDead is de tweede mixtape van de Flatbush Zombies en dit is nieuwe en rauwe shit die ik wél voel. Goeie flows, goeie stemmen (vind ik altijd belangrijk) en vette producties, een been in de traditie maar niet blijven hangen, het kan dus toch nog. Download ‘m hier …
The Weeknd Kiss Land
Wat ik dan vroeger niet zo volgde was R’n’B. Je kreeg dat ook langzaamaan steeds meer in wat voorheen exclusieve hip hop shows waren op TMF en MTV in het kader van ‘urban’ en ik zag het verband niet. Nou ja, raakvlakken natuurlijk en dat is met alle gastrollen tegenwoordig alleen maar erger geworden, maar toch. Anyway, ik ben wel wat veranderd en The Weeknd’s nieuwe album bijvoorbeeld trek ik zeer goed. Er is natuurlijk de Fox The Fox sample waarmee al punten gescoord worden. Een van mijn favoriete nummers destijds, Nederland represent! Maar verder is het ook gewoon hele goeie muziek. Natuurlijk veel Michael Jackson maar het is toch echt geen epigoon, daar zijn z’n produkties veel te eigenzinnig en toonaangevend voor. En ondanks oude samples van ook The Police geen poging tot oude soul, maar psychedelisch, bombastisch en modern.