Laten we er vooral niet teveel over debatteren, maar gewoon luisteren naar de muziek uit onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: The Anchoress, AnDa Union, L’Arpeggiata/ Christina Pluhar, Barcelona Gipsy Balkan Orchestra, Bayonne, Black Marble, Blonde Redhead, Botany, Josienne Clarke & Ben Walker, Douglas Dare, Forma, Future Old People Are Wizards, Dimitra Galani, MoE, Nico Muhly & Nadia Sirota, Oval, Petrels, Sixth Minor, Sybarite, Trupa Trupa, Yodok III (2x), Meshuggah en The Game.
Jan Willem
The Anchoress – Confessions Of A Romance Novelist (2cd, Kscope / Bertus)
Bij het verschijnen van het debuut Confessions Of A Romance Novelist van The Anchoress vorig jaar liegen de kritieken er niet om. Namen als John Grant, Lana Del Rey en Kate Bush komen regelmatig langs. Toch wordt het album van zangeres en multi-instrumentalist Catherine Anne Davies niet echt door een groot publiek opgepikt. Nu komen ze met een tweede editie, waarbij er een extra schijf met 5 akoestische versies is bijgevoegd. Davies (zang, gitaar, orgel, piano, fluit, samples, typemachine, synthesizers, omnichord, harpsichord, mellotron, klokkenspel, triangel, bellen) bevindt zich in goed gezelschap met muzikanten op gitaar, bas, drums, cello, viool, altviool en meer. Hoewel haar sound behoorlijk poppy is, zit er een behoorlijke diepgang in. Ik denk dat Tori Amos, PJ Harvey, Bat For Lashes en Kate Bush fans hier best op hun plek zijn. Misschien krijgt ze wel de waardering die ze verdient.
AnDa Union – Homeland (cd, Hohhot Records / Xango Music Distribution)
Hoewel hip hop al jaren één van de grootste muziekstromingen is in Mongolië, zal je bij Mongoolse muziek daar niet zo snel aan denken. De traditionele muziek gaat veelal gepaard met die typerende keelzang, waar lage en hoge tonen soms tegelijk geproduceerd worden. Ook de lengte van de tonen is dikwijls kenmerkend. Als je achter iemands naam “urtyn duu” ziet staan, dan gaat het om zo’n zanger of zangeres met die specifieke zangstijl, waarvoor ik alleen de Engelse benaming “longsong” ken. Muziek is een integraal onderdeel van de Mongoolse cultuur, net als buurland Tuva. Artiesten uit beider landen haal ik ook nog wel eens door elkaar, maar de muziek is dan ook zeer verwant aan elkaar. Allebei gebruiken ze prachtig traditionele snaar- en andere instrumenten, maar ze delen dan ook een verleden met China. Mijn eerste kennismaking met de Mongoolse muziek is met de groep Altai-Hangai en zangeres Urna Chahar-Tugchi en later Hanggai. Dat terwijl de introductie met de keelzang jaren eerder plaatsvindt met de Tuvaanse collegae van Huun-Huur-Tu gevolgd door de zangeres Sainkho Namtchylak en de alternatieve groep Yat-Kha. Wie nog nooit iets gehoord heeft van de traditionele muziek uit die contreien kan prima beginnen met de tweede cd Homeland van de AnDa Union. Hun eerste The Wind Horse uit 2011 kan ook, maar deze is vers van de pers. Het negenkoppige ensemble, dat ook al een met pianist Lang Lang heeft samengewerkt, haalt hun inspiratie uit oude, dikwijls vergeten songs die vragen om een traditionele aanpak. De bijzondere mannelijke en vrouwelijke zang van oorvangers Biligbaatar (tevens een heuse cowboy) en Tsetsegmaa, krijgen daarbij ondersteuning op hoomei (keel/boventoonzang), morin hor (paardenhoofdviool), tobshur (Mongoolse luit), moadin choor (Mongoolse fluit) en ikil (Tuvaans strijkinstrument). Er zit een zekere droefheid en eenzaamheid besloten in de muziek, maar die maken wel dat hun buitengemene schoonheid extra binnenkomt. Elke songs is een geweldige schot in de gevoelige roos.
L’Arpeggiata/ Christina Pluhar – Orfeo Chamán (cd+dvd, Erato)
Vertel ik de mensen net twee weken geleden over de cd L’Amore Innamorato van de Oostenrijkse componiste, harpiste, luitiste en theorbrospeelster Christina Pluhar en haar Italiaanse Barokensemble L’Arpeggiata, die ik gemist had, is er nu gewoon alweer een nieuwe. Op Orfeo Chamán blaast ze de mythe van Orpheus muzikaal nieuw leven in. Het verhaal gaat dat Orpheus, ook wel eens de God van de muziek genoemd, het talent heeft dat hij iedereen voor zich kan winnen met zijn muziek; van levende wezens tot zelfs stenen. Een ander deel van het verhaal is dat hij zijn geliefde Eurydice wil redden uit de onderwereld (Hades). Het loopt uit op een tragedie. Pluhar maakt hier een soort hedendaagse opera van, waarbij ze de mysterieuze en sjamanistische kant van de muziek van Orpheus voor het voetlicht wil brengen. Dat doet ze op haar typerende wijze met een mengelmoes van Barokke muziek, jazz, Siciliaanse en Zuid-Amerikaanse folk. De blinde Argentijnse zanger/gitarist Nahuel Pennisi vertolkt daarbij de rol van Orpheus. Voor eenieder die bij de term “opera” een nare smaak in de mond krijgt, wees gerust. Het is namelijk een werk dat vooral aansluit bij hun vorige. Dat houdt in: zinnenstrelende muziek met prachtige arrangementen en die goddelijk zang van de vele deelnemers. Regelmatig zit ik weer met bergen kippenvel op de armen, zo ontzettend narcotiserend mooi en ontroerend is dit alles. Bijna 70 minuten lang weten ze je totaal te overmeesteren met hun unieke pracht. Door deze hemelse schoonheid lijkt Hades verder dan ooit. Laat dat maar aan Pluhar en de haren over. Er is ook nog een versie met dvd waarop het stuk live te zien is. Een immens, intens meesterwerk, waar opkijken wel en omkijken niet is geoorloofd (wink wink).
Barcelona Gipsy Balkan Orchestra – Del Ebro Al Danubio (cd, Satélite K / Xango Music Distribution)
Het lijkt wellicht raar dat de Internationale vanuit Spanje opererende formatie Barcelona Gipsy Balkan Orchestra de afkorting BGKO hanteert, maar dat heeft er alles mee te maken dat ze zich eerst de Barcelona Gipsy Klezmer Orchestra noemen. Hiermee maken ze al de twee geweldige cd’s Imbarca (2014) en Balkan Reunion (2015). Op die laatste zijn onder meer de Macedonische saxofonist King Ferus Mustafov en de Sloveense zanger Vlado Kreslin te gast. De muziek van BGKO is altijd een verbindende mix van onder andere Rroma muziek, klezmer, Balkan sevdah’s, Albanese dansen, Arabisch-Catalaanse muziek, rembetika en andere muziek die wortels heeft in Turkije, Roemenië, Hongarije, Rusland en meer. Nu komen mede door het vertrek van oprichter en klarinetist Robindro Nikolic onder hun nieuwe naam met het album Del Ebro Al Danbio. Ach, BalKan heeft ook een K. De zeven leden uit Spanje, Italië, Frankrijk, Griekenland, Servië en Oekraïne serveren met zang, accordeon, gitaar, darbuka, bedir, cajón, davul, riq, tzouras, contrabas, klarinet, caval, fluit en viool eigenlijk weer net zo’n heerlijk grenzeloze potpourri als hierboven beschreven. Hierbij is de pakkende opzwepende zang van Sandra Sangiao een lust voor het oor. Een waar feest dat net als veel Balkan muziek doorspekt is met die fijne melancholie. Door het veelal moordende tempo overheerst het blije gevoel, zonder dat het ook maar ergens glad of plat wordt. Ik kan best namen als Karikás, Muzsikás, Kolinda, Mostar Sevdah Reunion, Boris Kovač & La Campanella, Yasmin Levy of Romano Kokalo opnoemen ter referentie, maar of dat helpt vraag ik me dan weer af. Het is in alle opzichten een wereldplaat die het verdient gehoord te worden.
https://open.spotify.com/embed/album/6dIwvOd73tX11EKyp6q4Ed
Bayonne – Primitives (cd, City Slang / Konkurrent)
De Amerikaanse muzikant Roger Sellers heeft onder zijn eigen naam al diverse werken uitgebracht. Daarvan wordt gezegd: “Stel je een fusie voor van folk-dance-Americana-electric-symfonisch, waarbij Philip Glass, Sufjan Stevens en Joanna Newsom tot ’s avonds laat ambient house muziek in George Martin’s woonkamer laten grooven.” Dat klinkt te mooi om waar te zijn, maar nu hij met zijn project Bayonne de cd Primitives het licht laat zien, geeft hij nog maar eens extra glans aan deze omschrijving. Hij serveert repeterende, ritmische stukken met frivole arrangementen gelardeerd met allerhande elektronische geluiden en veldopnames, die raakvlakken hebben met minimal music, maar tevens zeer gedetailleerd en complex zijn. Op de achtergrond laat hij zijn prettig zachte zang horen. Het is alsof Final Fantasy een samenwerking met Steve Reich, Philip Glass en Sybarite is aangegaan. Een geluid dat even toegankelijk als wonderlijk is. Sellers weet je te trakteren op een weergaloze, steeds verrassende trip langs oud en nieuw.
Black Marble – It’s Material (cd, Ghostly International / Konkurrent)
Als je tegenwoordig een geweldige mix van cold wave, post-punk en shoegaze voorgeschoteld krijgt, kom je vaak uit op het Felte label. Maar niets is minder waar bij het Amerikaanse duo Black Marble, die hun tweede plaat It’s Material gewoon bij het immer onvoorspelbare Ghostly International uitbrengt. Met verfijnde synthesizerpartijen, licht galmende zang en bassen die zo van The Cure of Modern English zouden kunnen komen laten ze het verleden op verfrissende manier herleven in het heden. Dat ze schatplichtig zijn aan bands als The Cure, Modern English, New Order, Depeche Mode, Orchestral Manoeuvres In The Dark en zelfs, door de bevreemdende atmosfeer, Arthur Russell mag dan als een feit worden gezien, maar Black Marble weet dat op eigengereide wijze en met een fluwelen handschoen te brengen. Ook hedendaagse artiesten als Vlimmer, The xx, Diiv en Flaamingos komen daarbij in het vizier. Je moet het toch maar kunnen om onversneden melancholie in zulke fraaie nummers te gieten. En het niveau is hoog in hun 11 tracks. Voer voor de melancholici!
Blonde Redhead – Masculin Féminin (2cd, Numero / Konkurrent)
Inmiddels heeft de in 1993 opgerichte groep Blonde Redhead 9 albums uitgebracht. De groep rond de tweelingbroers zanger/gitarist Amedeo en drummer Simone Pace plus zangeres/toetsenist/gitariste Kazu Makino. Hun gitaarsound is door de jaren heen wel veranderd, maar de melancholie vormt daarbij de rode draad. Met name op hun eerste twee cd’s Blonde Redhead (1994) en La Mia Vita Violenta (1995), uitgebracht op het Smells Like label van Steve Shelley, zijn nog lekker rauw. En onverkrijgbaar. Daar komt nu verandering in want samen komen ze samen uit als de boxset Masculin Féminin Nu heb ik ze al wel, maar hier krijg je nog alle singles uit die beginperiode plus een paar demo’s en radio-opnames. In totaal 19 extra tracks, die je nog eens een kleine 70 minuten van die fijne muziek brengen. En gestoken in een fraai boekwerk bovendien. Voor de fan een must, voor de beginner een mooie manier om te starten.
Botany – Deepak Verbera (cd, Western Vinyl / Konkurrent)
De werken van de Amerikaanse muzikant Spencer Stephenson alias Botany lopen bepaald niet over van de meest tastbare muziek. Hij maakt ambient, hip hop en vage zang, gooit dat -althans zo lijkt het- door een blender en er volgt een stroom aan ongrijpbaar geluid, waar wel de beats en zijn hip hop-achtige aanpak hoorbaar blijven. Op zijn derde album Deepak Verbera lijkt alles zich in een ander parallel universum af te spelen. De beats zijn vertrokken, maar zijn hip hop attitude niet. Met de sampler, elektrische gitaar, piano, synthesizer, fluiy, zang, cassettemanipulaties, veldopnames, citer en percussie legt hij de basis voor iets dat aan de ene kant licht, spiritueel en new age-achtig overkomt en aan de andere kant zo gitzwart en mysterieus is als de achterkant van de maan. In de titel zit die tweedeling ook al, want “deepak” is “bron van het licht” of gewoon “lamp” in het Hindi en “verbera” is Latijns voor “plaag”. Samen met nog wat gasten op fluit, saxofoon, klarinet en samples brengt hij een ondefinieerbare stroom aan geluid, die door genres als ambient, free jazz, drones, hip hop, wereldmuziek, droompop en psychedelische muziek sijpelt. Het gaat van bijna sacrale helderheid en tederheid naar spannende, ernstige geluidsbrijen. Lichtheid die door de duisternis wordt opgeslokt en duisternis die van een vaal lichtje voorzien wordt door alle heldere tonen. Het is een fascinerend hoorspel geworden.
Josienne Clarke & Ben Walker – Overnight (cd, Rough Trade / Konkurrent)
Folkzangeressen zijn er in overvloed, ook die teruggrijpen op de groten uit het verleden. Maar dan staat er altijd wel weer zo’n unicum op die het verschil weet te maken. Zo iemand is toch zeker Josienne Clarke, die naast haar tijdloze, zoetgevooisde zang ook recorders en saxofoon hanteert. Samen met Ben Walker (gitaren, synthesizer, klokkenspel, programmering) brengt ze nu de cd Overnight uit, waarmee ze sinds 2012, na haar eigen soloalbum, al diverse releases het licht heeft doen zien. Ze krijgen daarbij hulp van maar liefst 9 gasten op contrabas, piano, Rhodes, Hammond orgel, drums, percussie, altviool, cello, zang, Franse hoorn, eufonium en basklarinet. Naast eigen nummers brengen ze ook stemmige covers van Gillian Welch, John Downland, Ivor Gurney en Jackson C. Frank. Ze koppelen hierbij op breekbare wijze folk aan altcountry en nachtelijke singer-songwritermuziek met lichte bossanova invloeden. Het is allemaal van een verstilde pracht, die er diep, heel diep in weet te hakken. Denk aan een gedroomde combinatie van Natalie Merchant, Tarnation, Sandy Denny, Laura Marling en Essie Jain. Je moet haast van steen zijn als dit je onberoerd laat.
Douglas Dare – Aforger (cd, Erased Tapes / Konkurrent)
De nu pas 24 jarige Britse singer-songwriter Douglas Dare krijgt als zoon van een pianoleraar muziek al met de paplepel ingegoten. In 2014 brengt hij zowel de mini Seven Hours als zijn debuut Whelm uit. Hierop hoor je dat hij de piano prima beheerst, maar hij brengt ook keyboards en bas. Daarnaast beschikt hij over een uiterst emotioneel geladen stemgeluid, waardoor zijn intieme muziek er behoorlijk in weet te hakken. Twee jaar later komt hij met Aforger, waar hij de eerder ingezette lijn verder doortrekt. Hij blijft een singer-songwriter, maar experimenteert meer, voegt vele duistere effecten en elementen toe. Zijn eigenzinnige geluid blijft herkenbaar, maar het is allemaal van een grotere diepgravendheid. Zowel qua zang, die hij dikwijls upgrade naar koorzang, als de rijke instrumentatie weet hij hier een nog indrukwekkender geluid neer te zetten. Hij laat naast zijn neoklassieke singer-writermuziek ook ambient, jazz, drum ‘n’ bass, grime, downtempo, leftfield en krautrock horen. Hoewel hij hier zijn vleugels uitslaat en echt een eigen smoel toont, moet je ter vergelijking denken aan een mysterieuze mengelmoes van David Sylvian, James Blake, Peter Broderick, Radiohead, Ben Christophers, Nils Frahm en Faultline. Alles krijgt een extra lading mee. Deze ongrijpbare artiest is nu al onwijs goed, maar lijkt bepaald niet uitgegroeid. Een grote belofte voor de toekomst.
Forma – Physicalist (cd, Kranky / Konkurrent)
Het geweldige Kranky label heeft voor mij eigenlijk geen enkele zwakke release uitgebracht, al brengen ze een gevarieerd aanbod uit. Van de experimentele gitaarmuziek uit de beginjaren tot de meer desolate, vaak experimentele elektronische en neoklassiek van de jaren erna. En dat al met ruim 200 releases! Het nieuw ingelijfde trio Forma, dat sinds 2010 bestaat, past zowel qua muziek en hoes eigenlijk helemaal niet bij deze catalogus. Na FORMA (2011) en Off/On (2012) brengen ze er nu hun nieuwe album Physicalist op uit. Het fysicalisme is een filosofische veronderstelling, dat de werkelijkheid met uitsluitend fysische eigenschappen beschreven kan worden; dit stelt, dat er geen andere dingen zijn dan de fysische dingen. Toch laten de heren Mark Dwinell (synthesizers, piano), John Also Bennett (synthesizers, piano, fluit) en George Bennett (drummachines, percussie) een behoorlijk futuristisch en onaards geluid horen. Aan de andere kant grijpen ze met hun ritmische synthesizermuziek ook terug naar de krautrock en minimal music. Het rijk gedetailleerde geheel neemt je mee op een weergaloze trip, dit het midden houdt tussen Pye Audio Corner, Steve Hauschildt, Klaus Schulze, Jonas Reinhardt, Jean-Michel Jarre, Terry Riley en Harold Budd. Hun sound is zowel uiterst zwoel als wonderlijk bevreemdend. Daarmee kan je stellen dat deze vreemde eend in de bijt met hun eigenzinnige sound toch wel helemaal past bij het immer innovatieve Kranky label.
Future Old People Are Wizards – M (cd, Zeal / Konkurrent)
Twee jaar geleden komt het geweldige Belgische Zeal label, dat grossiert in stemmige releases vol post-rock, altcountry en singer-songwritermuziek, plots met het Gentse Future Old People Are Wizards aanzetten. De groep, bestaande uit zanger/gitarist/synthesizerspeler Stijn Vanmarsenille (Drums Are For Parades, Maya’s Moving Castle, Waldorf), keyboardspeelster, pianiste en achtergrondzangeres Nele De Gussem (Maya’s Moving Castle, Billie King) en drummer Piet Diericks (Drums Are For Parades, Soulwax, Monsoon), laat op hun debuut Faux Paw een heerlijk venijnig geluid horen. Een fijne melancholische mix van stoner, noise en elektronica. Inmiddels is Diericks vervangen door drummer, percussionist en pianist Sylvester Vanborm (Wallace, Wallace Vanborm). Dit nieuwe trio presenteert nu hun tweede album met de eenvoudige titel M. Het had ook net zo goed “Man” kunnen heten, want daar beginnen alle 8 titels mee. Een soort muzikale aanklacht tegen de mensheid, al moet je het niet zo zwaar opnemen. Ze hebben alles wel wat aangescherpt, maar brengen nog altijd die eigengereide mix van alternatieve rock, stoner en noise. Dat dikken ze mooi aan met de pianopartijen en elektronica, waardoor hun sound een volslagen eigen smoel krijgt. Schoppen tegen schenen, strelen over adrenalineklieren en schitteren met hun geweldige vondsten. Probeer je een voorstelling te maken van een hybride van Tea Party, Black Heart Procession, Masters Of Reality, Black Sabbath, Madensuyu, Raketkanon, Tangerine Dream en Thee Hypnotics en je weet waar je het ongeveer zoeken moet. Wederom een knallend album om te koesteren.
Dimitra Galani – Chrónos Project (cd+dvd, The In Sound / Xango Music Distribution)
Zangeres Dimitra Galani, of zeg gerust Δήμητρα Γαλάνη, draait al meer dan 40 jaar mee in de Griekse muziek. Ze heeft onder meer gewerkt met Manos Hadjidakis, Stavros Xarhakos, Yannis Spanos, Eleni Karaindrou, Loukianos Kilaidonis, Yorgos Hadjinassios, Christodoulos Halaris en Vassilis Tsitsanis. Ook internationaal gaat ze samenwerkingsverbanden aan met onder andere Cesaria Evora, Vinicio Capossela en Gustavo Santaolalla. Hoewel haar muziekstijl niet in cement gebeiteld staat zitten er vaak typisch Griekse elementen als rembetika in verweven. Daarbij is haar bitterzoete, licht hese zang een ijzersterk wapen. Na al die jaren komt ze nu met het album Chrónos Project, dat ze brengt met Petros Klampanis (contrabas), Thomas Konstantinou (oud, luit, gitaar), Spyros Manesis (piano) en Chris Rafalides (vibrafoon). Op eigenzinnige wijze brengen ze songs en teksten van Griekse artiesten, poëten en componisten ten gehore. Dat gaat van Mikis Theodorakis, Manos Hadjidakis, Stavros Xarhakos en Lena Platonos tot traditionele muziek uit Azië, Macedonië en Griekenland. Chrónos ofwel tijd moet je hier dan ook lezen als door de tijd heen, tijdloos, tijd voor bezinning, de tijd die aan ons voorbijvliegt en Galani die van alle tijden is. Muzikaal gezien komt de typisch Griekse muziek uit alle poriën, maar gieten ze dat in een nachtelijk jazz-jasje. Het is van een innemende schoonheid en melancholie. De dvd bevat nog een aardige “making of”. Na al die tijd komt Galani gewoon weer met een verbluffend werk aanzetten.
MoE – Examination Of The Eye Of A Horse (cd, Wallace/ Conrad Sound / Africantape)
MoE is een trio uit Oslo bestaande uit zangeres/bassiste Guro Skumsnes Moe, Håvard Skaset (gitaar, noise, keyboards, achtergrondzang) en Joakim Heibø Johansen (drums). Ze zijn in 2008 opgericht en opereren in de schemerzone van post-punk, noise, improvisaties, waarbij ze hun muziek het liefst zo hard en gewelddadig mogelijk aan de man brengen. Op hun nieuwe album Examination Of The Eye Of A Horse, misschien verwijzend naar een trauma van een biologieles van vroeger, laten ze dat eens te meer horen. Ze zijn hier onder meer door de Japanse noise beïnvloed. De zang van Moe roept direct associaties op met Julie Christmas van Made Out Of Babies, Battle Of Mice en Spylacopa en tevens Kat Bjelland van Babes In Toyland. Muzikaal gezien zitten ze ook niet ver van de bands af waar deze vrouwen aan kop staan, zij het dat hun aanpak kaler is. Dat levert in de hier geboden zes tracks zeker niet minder effectieve muziek op. Sterker nog, het hakt er daardoor misschien juist wel extra hard in. De link die ik met de Japanse muziek kan leggen is die met Zeni Geva, al duiken ook Godflesh, Neurosis en Rage Against The Machine op. Toch past het nooit helemaal, want daarvoor zijn ze te eigenzinnig. Muziek die zowel dynamisch als bijna machinaal overkomt. Krachtig, kaalgeslagen uithalen en bleke emoties, die je 34 minuten lang in de houdgreep nemen. Een meer dan overtuigend album.
Luister Online:
Examination Of The Eye Of A Horse
Nico Muhly & Nadia Sirota – Keep In Touch (cd, Bedroom Community)
Nico Muhly is een jonge, maar zeer begenadigd componist, die zowel van zich laat horen in puur klassieke ensembles als in de hoek van neoklassiek, avant-garde en filmmuziek. Hij heeft al diverse prachtalbums achter zijn naam staan. Vaak ook met een minimale aanpak. Hierbij werkt hij ook eerder al met altvioliste Nadia Sirota, die naast Muhly met onder meer met Jonsí, Mono, Dustin O’Halloran, Grizzly Bear, Arcade Fire, Valgeir Sigurðsson, Puzzle Muteson, Ratatat en Son Lux heeft gespeeld. In 2013 ziet ook haar solodebuut Baroque het licht, waarop ze Barokke muziek combineert met avant-garde en klassiek. Deze twee open minded klassiek geschoolde artiesten brengen nu hun gezamenlijke werk Keep In Touch uit. In de vier composities die ze hier serveren werken ze samen met het Detroit Symphony Orchestra en het 20 koppige ensemble Alarm Will Sound. Het is zowel virtuoos als emotioneel overweldigend wat ze hier laten horen. Minimaal met een maximaal effect. Heel indrukwekkend!
Oval – Popp (cd, Uovooo / Konkurrent)
In 1991 start het Duitse Oval met Markus Popp, Sebastian Oschatz en Frank Metzger. Het trio werpt meteen al hoge ogen met hun eloquente elektronica, die een mix vormen van glitch, leftfield, abstracte en experimentele elektronica. Daarbij zorgen ze altijd door de vele unieke vondsten, prettige ritmes en een soulvolle gloed dat de luisteraar op de punt van de stoel blijft zitten. Het levert diverse geweldige albums op, die behoorlijk toonaangevend zijn. Na een hiaat van een aantal jaren, enkele digitale worpen daargelaten, is enkel Markus Popp nog over en keert hij nu terug met de cd Popp. Hierop gaat hij onverstoorbaar verder met het maken van elektronische muziek, die door de vele details behoorlijk caleidoscopisch zijn. Je belandt in een waar bubbelbad van glitch, IDM, post-rock (van de elektronische soort) en allerhande experimentele en abstracte geluiden. Op ambivalente wijze weet hij je net als een bubbelbad tegelijkertijd warmte en ontspanning te bieden als de prettige chaos van de vele willekeurig opduikende bubbels. Een tikje vreemd, maar wel erg lekker. Goed dat Oval er na al die jaren nog steeds is.
Petrels – Jörð (cd, Denovali)
Glottalstop, Bleeding Heart Narrative en Petrels zijn allemaal projecten van de Londense artiest Oliver Barrett, die ook onder zijn eigen naam materiaal uitbrengt. Inmiddels heeft hij als Petrels al vijf albums uitgebracht, die stuk voor stuk zeer indrukwekkend te noemen zijn. Hij heeft een bepaalde manier van stijlen mixen die duister en dikwijls (angstaan)jagend overkomen. Ook op zijn nieuwe wapenfeit Jörð, het IJslandse woord voor “grond”, brengt hij een vervaarlijke mix van zangsamples, drones, softnoise, noise, ambient, postrock, aangrijpende strijkstukken, veldopnames en andere allerhande geluiden. De cd opent met “A Little Dust” (naar W.B. Yeats) waar je een geluid hoort van een zwerm insecten (denk ik) aangevuld met koorzang. Daarna gaat hij in “Terra Nullíus” verder met minimal music, waar hij zingt, gitaar speelt en elektronica brengt en hulp krijgt van gasten op drums en contrafagot. In het derde stuk “The Last Shard Falls” brengt hij weer een flinke bak elektronische terreur, om erna in “Waldgeist” weer meer een combinatie van ambient, glitch en haast industriële synthpop te komen. Daar gaat hij helemaal los mee in “The Long Man”. Ten slotte in de zesde track “Seíthenyn Sleeps” komen de noisy elektronica terug, die liefdevol omwikkeld worden door neoklassiek, drones en glitches. Voor mensen die van (een mix van) Vieo Abiungo, Tim Hecker, Talvihorros, Witxes, Matthew Collings, Mount Eerie en Fennesz houden. Je kunt je album dan wel “grond” noemen, maar die is na deze beluistering echt nergens te bekennen. Wat een geweldenaar!
Sixth Minor – Amygdalae (cd, Megaphone / Africantape / Five Roses Press)
Drie jaar na hun debuut Wireframe komt het Italiaanse noisetrio Sixth Minor met het vervolg Amydalae aanzetten. De amygdala, meervoud amydalae, legt in de hersenen verbanden tussen informatie die van verschillende zintuigen afkomstig is en koppelt deze aan emoties. Ze spelen een rol bij weerzinwekkende reacties en de regulatie van angsten. Nu klinkt dit zwaarder dan de muziek die Renato Longobardi, Andrea Gallo en Francesco Giuliano hier ten gehore brengen en daarnaast komen er ook andere klieren en hersenonderdelen langs. Maar ze zorgen wel voor een mysterieuze, duistere atmosfeer waarbinnen hun synthesizergestuurde, veelal spacey muziek met felle noise zich afspeelt. Hun mix van glitch, noise, elektronica, postrock, drum ‘n’bass en industrial mag er wezen. Traag voortstuwende klanken die je behoorlijk op de heupen zitten. Ze spelen op fraaie wijze met ritmes om dat met stevige uithalen soms flink te doorbreken. Dit gevarieerde goed houdt het midden tussen 65daysofstatic, Bitcrush, Trans Am enFrontline Assembly, zij het op een psychedelische en meer ruimtelijke wijze. Een bij de strot grijpend geheel, waar je met je hoofd niet bij kan.
Sybarite – Waver The Absolute (cd, Temporary Residence / Konkurrent)
Christian of Xian Hawkins maakt een tijd deel uit van de legendarische Silver Apples. Vanaf 2000 gaat hij zijn eigen weg middels het project Sybarite. Hij boort een unieke ader aan in de muziekgrond, die leftfield, IDM, ambient, minimal music en downtempo op een ritmische manier in zich weet te verenigen. Maar na 3 geweldige albums, op de labels Temporary Residence en 4AD, blijft het na 2006 angstvallig stil. Gelukkig is daar met zijn vierde album Waver The Absolute nu een einde aan gekomen. Met zijn 10 nieuwe nummers, die drie kwartier bestrijken, laat hij nog maar eens goed horen wie de hedendaagse meester is van de sfeerscheppende, ludieke ritmische leftfield elektronica. Op zijn totaal eigen wijze weet hij de luisteraar een bevreemdende trip voor te schotelen, die zowel wortels in de krautrock lijkt te hebben als in de futuristische elektronica. Mensen die van Four Tet, Boards Of Canada, Caribou, Colophon, Fonica, Magnétophone en The Field houden, doen er goed aan hier eens hun oor te luister te leggen. Sybarite is terug en hoe!
Trupa Trupa – Headache (cd, Ici D’Ailleurs)
Trupa Trupa is sinds 2009 een geweldige Poolse groep uit Gdańsk, die een ontmoetingsplek is van hun invloeden, die uiteenloopt van 60-er jaren psychedelica, krautrock, symfonische rock en folk tot cold wave, garagerock en noise. Naast een epee hebben ze nu al twee albums uitgebracht, waarvan de laatste ++ (2014) hun voorlopige hoogtepunt vormt. Nu keren Grzegorz Kwiatkowski (gitaar, zang), Rafał Wojczal (keuboard, gitaar), Tomek Pawluczuk (percussie) en Wojtek Juchniewicz (bas, gitaar, zang) terug met hun derde wapenfeit Headache, hetgeen bepaald geen hoofdpijndossier is geworden. Ze laveren weer op eigenzinnige wijze tussen allerlei genres en houden op eigenzinnige wijze het midden tussen Pink Floyd, Sonic Youth, Slint, In Camera, Mogwai, Peter Hammill en Faust. Het is hun meest droefgeestige, psychedelische en emotioneel geladen album tot nu toe geworden. En eigenlijk moet je al deze referenties gewoon ook vergeten, want Trupa Trupa levert alweer een eigengereid meeslepend en magistraal album af. Vorig jaar verschijnt deze al via het Blue Tapes label, maar nu heeft ook het Franse kwaliteitslabel Ici D’Ailleurs deze onder de hoede genomen. Hopelijk krijgen ze hier nu de aandacht die ze verdienen.
Yodok III – Yodok III (3cd, Tonefloat)
Yodok III – The Mountain Of Void/ Live At Roadburn 2016 (cd, Tonefloat)
Yodok III is sinds 2014 het indrukwekkende samenwerkingsverband tussen de Belgische klasbak Dirk Serries het de Noors/Zweedse duo Yodok. Beide weten los van elkaar ook al te imponeren. Even een korte introductie.
Dirk Serries (gitaar) leer ik eerst kennen als de dark ambient grootmeester Vidna Obmana, waar hij midden jaren 80 mee start en definitief stopt in 2009. Hij werkt met dit alias al met heel veel artiesten van over de hele wereld samen en duikt tussendoor op in Terrace Of Memories met Projekt labelbaas Sam Rosenthal (Black Tape For A Blue Girl). Dan loopt vanaf zijn volgende project Fear Falls Burning al. En er zullen naast ook “gewoon” solowerken (al dan niet samen met uiteenlopende artietsen als Rutger Zydervelt en Steve Roach) nog vele volgen, zoals 3 Seconds Of Air, Akhet, The Sleep Of Reason, Continuum, Streams Of Consciousness, The Void Of Expansion en Yodok III.
Yodok bestaat uit de Noorse drummer Tomas Järmyr en de Zweedse tubaspeler Kristoffer Lo, dat in 2008 is opgericht. Ze delen samen ook de band Sunswitch. Järmyr is verder nog te horen in The Void Of Expansion (ook met Serries inderdaad), Barchan en de grindcoreband Forræderi en Lo in de Trondheim Jazz Orchestra, Highasakite, Brother K, Machina, Microtub en PELbO. De eerste wat vaker in de metal- en de tweede meer in de jazz-hoek. Yodok komt op het experimentele kruispunt daarvan.
In 2014 brengen ze de gelijknamige lp Yodok III uit, waarop slechts twee stukken staan. Deze duren echter wel elk ruim 23 minuten. De opener begint op rustieke wijze, zoals Yellow6 en Stars Of The Lid dat ook zo mooi kunnen. Dat bouwen ze op langzame wijze uit naar een imponerende, luide geluidsmuur. Ze weten van dones, improvisaties, avant-garde en freejazz één aan de grond nagelende vuist te maken, die je keihard op je bakkes slaat. Maar het voelt goed. En in de tweede track gaan ze door nog eens fijntjes overheen met een Swans-achtig explosief einde. Het is van een intensiteit, schoonheid en kracht, dat je er enkel stil van kunt worden. En niet alleen door die vuistslag. Een jaar later volgt de dubbel lp The Sky Flashes, The Great Sea Yearns, inderdaad nu 4 tracks in totaal en lengtes van 21, 19, 24 en 25 minuten. Zo lang, maar zo voorbij. Hun handelsmerk vanuit een verstilde plek vertrekken om je vervolgens bij de lurven mee te sleuren naar overdonderende plaatsen blijft ook hier op indrukwekkende wijze overeind. Dit is muziek die je helemaal wegneemt uit de realiteit. De tweede schijf is psychedelischer en haalt ook Popol Vuh, Pink Floyd en Godspeed You! Black Emperor aan. In de verte dan, want ze zijn onvergelijkbaar met alles en iedereen. Waarom ik dit allemaal herhaal? Welnu het 20 jarige Tonefloat label brengt dat alles nu ook als 3 cd set uit in een fraaie clamshell box met poster. Voor cd puristen zoals ik zeer goed nieuws, want dit is muziek die je voor geen goud wilt missen. Van harte Tonefloat en bedankt voor zo’n grootse traktatie.
En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, brengen ze daar meteen ook de cd The Mountain Of Void / Live At Roadburn 2016 van Yodok III uit. Wederom in zo’n fraai boxje gestoken. De drie heren zetten op dit jaarlijkse festival in Tilburg een drie kwartier durende liveset net, die zich als een thriller laat beluisteren. Heftige momenten worden afgewisseld door uiterst verstilde of psychedelische. De improvisaties hebben op dit uitstekend opgenomen album al een overdonderd effect, zodat ik me kan voorstellen dat het live al helemaal alles op z’n grondvesten heeft moeten doen trillen. Een schitterend driekoppig monster dat pracht en kracht, muziek en kakofonie en gewoonweg ijzersterke improvisaties weet te koppelen tot één onnavolgbare trip. Yodok III zal in de hoofden van velen gegrifd staan.
Martijn
Meshuggah The Violent Sleep Of Reason
Meshuggah zat al jaren op een trip van steeds maar kouder, machinaler en afstandelijker. Het vorige album Koloss kreeg complimenten over de organische sound maar er bleek geen versterker of microfoon aan te pas gekomen voor de gitaren. Op The Violent Sleep Of Reason is dat wel gebeurd en nu klinken ze pas echt organisch. De swing en de ruimtelijke fusion/jazz vibe waar ik al in 1992 voor gevallen was is daarmee een beetje terug. Thordendals leads die misschien niet zo zangerig (lees: Holdsworth) als toen zijn zijn wel iets melodieuzer, al was het maar de suggestie. Zonder dat het nu gelijk Destroy Erase Improve, Part 2 is geworden, want dat sindsdien zelfgeschapen universum verlaten ze toch weer niet.
The Game 1992
Tussen het trainen, clickbait afstruinen en beefen met Meek Mill en Drake door heeft The Game toch nog tijd gevonden voor alweer een nieuwe mixtape, vlak na het nog nasmeulende Block Wars. Met die titel voel je al aankomen dat het een tape van reminiscen wordt. Van oude vrienden tot het prijzen van oude helden als Wu-Tang Clan. Klassieke beats en verhaaltjes over vroeger, niks nieuws dus, maar soms is dat gewoon helemaal niet erg.