Ook zonder ongelukken is Monstertrucks kijken al verschrikkelijk. In de hoogste versnelling door naar onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: The Future Sound Of London, Hammock, The Legendary Pink Dots, Puzzle Muteson, The Residents, Trio Riot en Graham Dunning.
The Future Sound Of London – Environment Five (cd, Future Sound Recordings)
Hoewel het duo Brian Dougans en Garry Cobain met The Future Sound Of London heel gemakkelijk de dansvloer in vuur en vlam kan zetten, zijn ze ook gewoon nog eens goede componisten die het fuseren van muziekstijlen en culturen als geen ander verstaan; neem een hit als “Papua New Guinea”. Na 4 succesvolle albums wordt het na 1996 stil. Er komt een kleine comeback in 2002 met The Isness, maar ik vind het een dikke tegenvaller. In 2007 pakken ze de draad op met hun Environments serie, dat in eerste instantie bedoeld is om archiefmateriaal uit te brengen. Daarvan inmiddels 4 cd’s van verschenen, die meer ambient met neoklassiek, experimenten, abstracte elektronica en stemsamples. Het is bepaald geen restmateriaal, maar omvat een knap werk waarin omgeving altijd een rol speelt met elementen vanuit de hele wereld. Nu is het vijfde deel, Environment 5, zonder de “s” erachter dus. Het grote verschil is dat de 13 composities hier volledig nieuw zijn en niet meer uit de archieven komen. Ze onderzoeken hierop de ruimte, tijd en dimensies nadat we dood zijn; de momenten van vertrek. Dit levert bepaald geen droefgeestig werk op. Wel een contemplatief album waar ambient, idm, abstracte elektronica en wereldse elementen samenkomen, gelardeerd met spookachtige dan wel engelachtige stemmen. Hoewel het heel anders is dan hun vroegere werk, is dit nieuwe materiaal echt steengoed. Begeesterend plaatje!
Hammock – The Sleepover Series Volume 2 (2cd, Hammock Music)
Het Amerikaanse duo Marc Byrd en Andrew Thompson maken sinds 2004 als Hammock een fraaie mix van droefgeestige ambient, shoegaze en post-rock. Vorig jaar voegen ze er op hun prachtige Oblivion Hymns daar nog strijkers aan toe. Maar daarnaast houden ze er ook van om meer experimentele muziek te maken. In 2005 levert dat al de cd The Sleepover Series Volume 1 op. Het is een tand duisterder dan hun reguliere werk en bewandelt ook minder toegankelijke paden. Maar het vormt een welkome afwisseling op hetgeen ze anders brengen. Na 9 jaar komt hierop eindelijk een vervolg. Dit achtste album van de groep brengt negen langgerekte, gitzwarte tracks vol ambient en drones, die langzaam maar gestaag van karakter veranderen. Hierbij wordt de ene kleur zwart gewoon voor de andere ingewisseld. Het is fascinerend en soms ijzingwekkend wat ze hier op rustieke wijze weten neer te zetten. Qua referenties moet je denken aan Celer, Stars Of The Lid en Helios. Met name met de koptelefoon op weet dit diepe indruk te maken. In de gelimiteerde versie krijg je een extra schijf met daarop het ruim 30 minuten durende “The Lonely Now”, dat qua muziek aansluit op de eerste schijf maar door de lengte misschien wel nog meer impact heeft. Een geweldig addendum op een toch al sterke schijf.
The Legendary Pink Dots – Chemical Playschool 16 & 18 (2xcd-r, Terminal Kaleidoscoop)
De op één na grootste groep in mijn platenkast na The Residents zijn absoluut The Legendary Pink Dots onder de bezielende leiding van de lijzige poëet en profeet Edward Ka-Spel. Naast hun reguliere werk brengen ze ook met enige regelmaat de meer geïmproviseerde muziek uit onder de noemer Chemical Underground. Een deel daarvan bestaat uit archiefmateriaal, maar tegenwoordig zijn het doorgaans de meer experimentele werken die niet op hun reguliere albums passen. Nu brengen ze 2 cd-r’s uit met op de ene Chemical Playschool 16 en op de andere Chemical Playschool 18. Zoals vaker bestaan de composities uit meerdere songs, die gebundeld worden tot één lang nummer. Zo krijg je op de eerste schijf 9 tracks die in 3 nummers worden samengevat. Het bevat die geweldig psychedelische avant-garde van de groep, maar dan op zeer experimentele en eigenzinnige wijze uitgevoerd. Op de tweede worden 4 composities gebundeld tot één lange track van bijna 39 minuten. Ook hier krijg je de betere avant-gardistische psychedelica voorgeschoteld. Het is weer van een verbluffende eigenzinnigheid en schoonheid wat ze je hier voorzetten. Meer dan 70 releases lang weten ze je, nog los van de vele releases van kopman Edward Ka-Spel zelf, totaal te overrompelen met hun ludieke muziek. Helden van de bovenste plank!
Puzzle Muteson – Theatrics (cd, Bedroom Community)
Hoewel je met een IJslands label als Bedroom Community en een artiestennaam Puzzle Muteson een IJslandse act verwacht, blijkt in 2011 dat dit het project van de Britse singer-songwriter Terry Magson (zang, gitaar, piano, klokkenspel). Hij vormt hiermee een band die bestaat uit Nico Muhly (piano, harmonium, synthesizer) en Bedroom Community labelbaas en muzikant Valgeir Sigurðsson (elektronica). Het levert het breekbare en heerlijk dromerige debuut En Garde op vol stemmige singer-songwritermuziek waarbij hij met een licht geknepen stem zingt. De rest omlijst die fraai op zeer subtiele wijze. Nu is hij terug met zijn tweede cd Theatrics, waarbij naast de eerder twee genoemde artiesten ook Rutger Zuydervelt (synthesizer, programmering), Rob Homes (percussie) en Jon McMullen (piano, harmonium). Daarnaast hoor je in twee nummers nog de extra vocalen van Lidwine De Royer Dupré en Chantal Acda. Ondanks deze grote bezetting klinkt de muziek uiterst fragiel. Het basisgeluid is gewoon singer-songwritermuziek met zang en gitaar dan wel piano als hoofdinstrumenten. Dit wordt op rijk gedetailleerde maar zeer verfijnde wijze omringd door de klanken van de anderen. Ze geven franje, diepgang en zorgen voor een schitterend decor waarin vooral de song naar voren komt. Ook de New Order cover “True Faith” wordt hier mooi gebracht. Het is allemaal van een ongelooflijk breekbare schoonheid en zal fans van The White Birch, Dakota Suite, Sleepingdog, Ben Christophers, Lou Rhodes en Sam Amidon wel bevallen.
The Residents – Whatever Happened To Vileness Fats?/ The Census Taker (cd, Cryptic Corporation)
The Residents uit San Francisco zijn grootgrondbezitters in mijn cd-kast. Nu brengen ze ook al sinds 1972 muziek uit en zijn ze in 1969 opgericht. Hun motto: muziek maken over muziek! Dat doen ze jarenlang en blijven door de vele vermomming, onder meer de beroemde oogbalmaskers, totaal onbekend. Natuurlijk is het op een gegeven moment wel duidelijk wie erachter zitten. Maar ze hebben velen, onder wie ik zelf, decennialang totaal unieke muziek gebracht waarbij de identiteit van artiest nu eens geen rol speelt. En een beetje fan heeft toch al gauw zo’n 90 werken van ze in de kast staan. In 1984 komt de soundtrack Whatever Happened To Vileness Fats? uit, aangevuld met de epee The Census Taker. Na 30 jaar verschijnt deze opnieuw in de volledige versie met 5 nummers extra. Koop je die dan? Natuurlijk! Het zijn de Residents op hun best en daar wil je als fan alles van hebben. Niet per se de beste instapplaat, maar wel een geweldige proeve van hun avant-gardistische bekwaamheid om in ere te houden.
Trio Riot – Trio Riot (cd, Efpi Records, 2014)
Internationaal trio die met hun freejazz de energie van de Britse punkscene uit de jaren 80 probeert te vangen. De gekozen wapens zijn een tenor en alto sax, en een drumstel. Het jonge drietal mag dan op hun debuutalbum inderdaad wild en onbevangen ten tonele verschijnen en met ritmische energie hun twaalf nummers er uit persen, maar ze weet ook de vrije stijl van bijvoorbeeld een Ornette Coleman te integreren. De semi-gecontroleerde improvisatie die daar uit voortvloeit is ruw, springerig en zonder concessies en ontvangt meteen de stempel veelbelovend.
Graham Dunning – Music By The Metre, Archive One (cd, Entr’acte, 2014)
Graham Dunning is geïnspireerd door Giuseppe Pinot-Gallizio, de uitvinder van “industrial painting”, waarbij abstracte kunst gecreëerd werd door machines en per meter werd verkocht. Zijn proces van muziek maken is eenzelfde; tape loops, field recordings, synth drones en continue draaiende stoffige 78-toeren platen worden door geautomatiseerde apparaten bijeen gebracht en opgenomen op een bandrecorder. Het resultaat is een uurtje aangenaam therapeutische klanken, minimalistisch en industrieel maar met genoeg bewegelijkheid en vreemde geluiden om interessant te blijven.