Het schaduwkabinet: week 4 – 2010

Ook elders in Europa discussie over de boerka. De sunn o))) fans houden hun hart vast. Wij nemen vooralsnog geen blad dan wel doekje voor de mond in onze lijstjes uit het:
Schaduwkabinet

We luisterden naar: These New Puritans, Get Well Soon, The Twilight Garden, Tindersticks, Humanwine, Katzenjammer Kaberett, L/M/R/W, Konntinent, Chihei Hatakeyama, Offthesky, Ian Hawgood, Kraftwerk, Melechesh, Inquisition en Farzad Golpayegani. En keken naar: What Happened Was…, Adventureland, L’Emploi De Temps, Miami Vice, The Ballad Of Jack And Rose, Ai No Mukidashi en Dokter Pulder Zaait Papavers.





JANWILLEMBROEK

These New Puritans – Hidden (2cd, Domino/Angular Recording Company)
Is het flauw om nu al van een sensatie van 2010 te spreken? Eén deel hip-hop, één deel synthpop, één deel klassiek en één deel variabel, dat lijkt het succesrecept van vierkoppige These New Puritans uit Engeland, geformeerd rond de tweelingbroers Jack en George Barnett. Op hun sterke debuut is het wellicht nog iets meer hip-hop en funk, maar op hun tweede cd hebben ze de ingrediënten in perfecte verhoudingen bij elkaar gegooid. Een duistere hybride levert dat op, die toch zo ongelooflijk aanstekelijk is door de vette beats, sterke ritmes en originele invulling. Ze maken namelijk gebruik van een waar leger aan blazers en een echt koor (hoewel er ongetwijfeld ook het nodige elektronisch gefabriceerd wordt). Je moet denken aan een futuristische, frisse mix van Steve Reich, Michael Nyman, Massive Attack, Tricky, The xx, In The Nursery en The Fall. Het geheel is ook nog eens geproduceerd door niemand minder dan Graham Sutton (Bark Psychosis, Boymerang). Tot in de puntjes kloppend. Wat een sensationeel album!
Luister/kijk Online:
We Want War
Luister Online:
Hidden(albumsamples)

Get Well Soon – Vexations (2cd+boek, City Slang)
De Duitser Konstantin Gropper verrast in 2008 met zijn debuut Rest Now, Weary Head! You Will Get Well Soon, later aangevuld met/opgevolgd door de fraaie “kerst”plaat Songs Against The Glaciation. Het is een mengelmoes van bekende geluiden en toch verfrissend en eigenzinnig. Gropper zingt met zijn emotioneel geladen zware stem de sterke nummers aan elkaar. Daarnaast is het de instrumentatie die het hem doet. Soms richting Americana, wave of indierock en op andere momenten richting de Balkan of singer-songwritermuziek. Daarbij schuwen ze het niet een decors te schetsen uit de jaren dertig of van een pretpark. Dit bereikt hij met op de achtergrond (samples van) gospelachtige zang of veldgeluiden in te zetten. Die meerstemmige zang is een sterk punt en draagt bij aan de bijzondere sfeer op het album die doet denken aan een mix van Nick Cave, Beirut, Calexico, Misophone, Radiohead en Arcade Fire. Nu is er de tweede cd Vexations, gelimiteerd als dubbelalbum met boek, waarmee hij het niveau van het debuut moeiteloos haalt en soms overtreft. Het is minder grillig maar het steekt net wat beter in elkaar. De muziek is er niet vrolijker op geworden, maar slaat nergens dicht. Heerlijke melancholie en nostalgie gegoten in sterke songs. Die worden naast Konstantin door een groot aantal gasten ingevuld met violen, zang, cello, uiteenlopende blaasinstrumenten, drums, bas, gitaar en meer. De gevarieerde, originele muziek die in het verlengde van het debuut ligt wordt gelardeerd met koren en andere etherische elementen, waardoor het soms haast iets sacraals krijgt. Naast bovengenoemde invloeden kan je nu ook Efterklang, Sufjan Stevens, Patrick Wolf, Michael Nyman en Tindersticks aanvoeren. Op de tweede cd Songs For/From Films van ruim een half uur staan nog eens 8 fraaie liedjes, waarvan drie covers (Stevie Wonder, David Bowie, Romy Schneider & Michel Piccoli) die voor uiteenlopende films (Wim Wenders, Detlev Buck, David Lynch, Claude Sautet, etc) zijn gebruikt. Dat alles is ook nog eens in een prachtig schetsboek gestoken. Niks moeilijk tweede album, gewoonweg een briljant tweede album.
Luister Online bij Myspace:
Werner Herzog Gets Shot / 5 Steps 7 Swords / Angry Young Man / We Are Ghosts

The Twilight Garden – A World We Pretend(cd, Projekt)
Todd Loomis van Velvet Acid Christ is na het laatste album verder gegaan als The Twilight Garden. Door het label wordt het omgeschreven als The Cure ten tijde van Disintegration en daar hebben ze een punt. En geen vervelend punt, want dat is wellicht het meest tijdloze album van de betreffende groep. Toch zitten er ook andere geluiden bij The Twilight Garden en tevens zingt Todd mooier. Het is ook een greep uit het beste 4ad-materiaal van de jaren 80 en 90. Warme wave met getourmenteerde zang. Daarnaast past het ook echt in deze tijd, hoewel ik het meteen van iedereen accepteer als ze het ietwat gedateerd vinden of hier niet op zitten te wachten. Ik ben een enorme melancholicus en tevens behoorlijk nostalgisch, dus als de muziek me weer eens diep raakt op basis van oude ingrediënten slik ik dat graag. The Cure, Yellow6, In The Nursery, Cocteau Twins, VNV Nation, The Legendary Pink Dots, Clan Of Xymox en dat allemaal in een sausje van nu. Hier (klopt het stof van zijn zwarte cape af en krijgt lange hoektanden) gaat dat er best in. De haute cuisine onder de herkauwers.
MP3’s:
I Am Echo
Dead Adults
A World We Pretend
The Puppeteers
Melancholy Crush

Tindersticks - Falling Down A Mountain(cd, 4ad)
De Tindersticks vallen me eigenlijk nooit tegen. Ik heb alleen wel de laatste jaren het idee dat Stuart A. Staples “een stemmetje doet”. Maar ja, het past wel verdomde mooi bij die nachtelijke zwijmelmuziek; net als George Cloony bij een kopje Nespresso. Nu dus op 4ad (in de VS/Canada op Constellation). Het klinkt allemaal vertrouwd en van hoog niveau. De naam van hun onvolprezen Curtains is al eens gevallen en daar schurkt het inderdaad wel tegenaan. Als schaduwplaat ofzo. Verder valt er niet veel te melden, want het zal niet gebeuren dat ze iets doen waarvan je denkt “hè wat doen ze nou?”. Je moet alleen even door de vervelende openingstrack en dan is het genieten. Oja, heel puberaal maar het is in “Peanuts” lachwekkend om dat woord door “Penis” te vervangen.
Luister Online bij Myspace naar het niet zo representatieve:
Black Smoke

Humanwine - Mass Exodus(cd, Nervous Relatives Music)
De tweede van het eigenzinnige “dark cabaret” combo uit de VS mag er net als het debuut wezen. Het is in eigen beheer uitgegeven en dat past ook helemaal bij het punkkarakter van de band. Een deel van de cd is live, de rest bestaat uit nieuw materiaal. Het is puur, oprecht en zonder fratsen. Ondanks dat de opnames soms heel rauw zijn doet dat niets af aan de muziekbeleving. Folk, Americana, punk, cabaret en experimentele muziek gaan op beklijvende wijze hand in hand. En alles in eigen beheer en zonder enige commerciële inslag, zoals dat hoort bij deze muziek. Hoe dan ook een sterk album!
Luister Online bij Myspace:
Breathe / Death Wish For The Impostor / 1st Amendment
Luister Online:
Mass Exodus(samples)

Katzenjammer Kabarett – Grand Guignol & Varietes (cd, Projekt)
Niet te verwarren met het Noorse Katzenjammer, hoewel ze allebei een cabareteske inslag hebben. Alleen daar waar de Noorse dames meer de poppy kant verkennen, gaat dit Franse combo meer de gothic, wave en rockkant op. Zwartgallig cabaret zou je denken, maar het blijft gelukkig allemaal lekker verknipt, ook op hun tweede cd. Siouxsie, Bauhaus, Christian Death, Blondie, Human League en Sleepytime Gorilla Museum zijn invloeden die naar boven borrelen in hun aanstekelijke, afwisselende muziek. Ze staan binnenkort ook op de compilatie Twisted Cabaret (onder meer Dresden Dolls, The Residents, Legendary Pink Dots, etc).
Jack’s Parade
Hidden & Sick
At The Sunlight Sanatorium
Once Eliot Turned Ugly In His Lover’s Bed
Collage
Romance

doe ff NORMAL:
5 nieuwe januari release op het geweldige ambientlabel Home Normal! (respectievelijk Home n09, 10, 11, 12 en 13)

L/M/R/W – Drifts (cd, Home Normal)
Nieuw collectief? Valt wel mee. L is Leo Fabriek (Julie Mittens), M is Mariska Baars (Soccer Committee), R is Rutger Zuyervelt (Machinefabriek) en W is Wouter van Veldhoven. En als ik me niet vergis hebben ze allemaal wel eens met elkaar gewerkt. Hier zijn drie lange klanklandschappen te horen vol gruizige, experimentele en uiterst biologerende ambient. Er openbaren ze bij meerdere luisterbeurten steeds meer subtiele en fraaie details. Vertrouwde kwaliteit zou ik het willen noemen.
Luister Online:
Birthday / Clay / Tegendraads

Konntinent – Opal Island(cd, Home Normal)
Anthony J Harrison uit Londen is de man achter Konntinent. Hij brengt doorgaans indringende ambient, elektronische experimenten, glitch en post-rock, vaak gecombineerd met wave elementen. Op zijn derde cd pakt hij het minimalistischer aan en doet hij het meeste met zijn gitaar. Het doet me bij vlagen denken aan een meer elektronische variant op Mark Hollis. Desolaat en toch alles omvattend. Heel subtiel zingt hij er af en toe bij en in “Dry Eyed” doet Lisa Madisson dat eenmalig op schitterende wijze. Subtiel, melancholisch en indringend prachtalbum.
Luister Online:
Opal Island / Dry Eyed / Lossless

Chihei Hatkeyama – A Long Journey(cd, Home Normal)
Een Japanse laptop-artiest, ook als en in Opitope en Copa Del Papa en uitkomend op Kranky, die zijn geluid in eerste instantie zelf creëert met elektrische en akoestische gitaar, vibrafoon, veldopnames en een minimum aan elektronica. Via diverse live en digitale bewerkingen komt er dan een soort ambient uit gerold waarin allerlei gefragmenteerde geluiden klinken. Alsof je aan een kabbelende beek staat waarin het met wisselende frequenties en hardheid in regent. Met zijn muziek beschrijft hij de reizen die hij zelf gemaakt heeft in in meer symbolische zin de reis van geboorte tot graf. Mystiek en intrigerend.
Luister Online:
Morning Arrive On The Island / Within New Trees / White Light

Offthesky – Hiding Nature(cd, Home Normal)
Het langlopende experimentele ambientproject van de Amerikaan Jason Corder kan natuurlijk ook niet ontbreken op Home Normal. Hij gaat weer minutieus te werk en brengt op heel veel kleine details, die hij speels en experimenteel rangschikt. Hieruit vloeit een soort desolate ambient voort met een heel persoonlijke touch en magische sfeer. Bijzonder en intiem.
Luister Online:
Light Like / Rest But Not Least / Fear Of Flora

Ian Hawgood - Slow Films In Low Light(cd, Home Normal)
Last but not least de release van labelbaas Ian Hawgood zelf. Hij pendelt tussen Tokio en Londen en ontmoet zo ook allerlei artiesten en doet t
evens diverse invloeden op. Hij neemt muziek op met 4-track recorders maar maakt ook gebruik van veldopnames en de computer. Daarbij speelt hij op piano, pomporgel, mellotron, vibrafoon, rhodes, gitaar, oude versterkers en überhaupt oude/antieke apparatuur. Hiermee maakt hij meestal droefgeestige, rijk gedetailleerde ambient met filmische elementen. Dit nieuwe album bevat herbewerkingen en remixen van zijn album Soundtrack To A Film In My Head Which Will Never Get Made. Dat levert 14 prachtig filmische nummers van even zoveel artiesten op, die je meer dan een uur weten te bedwelmen met hun eigenzinnige visies. Federico Durand, Pan Am Scan, The Remote Viewer, Danny Norbury, Color Cassette, Geskia!, Hannu, Yuri Miyauchi, Miko, The Green Kingdom, Library Tapes, Ten And Tracer, Chihei Hatakeyama en He Can Jog feat. Nick Sanborn zijn degenen die voor het fantastische resultaat zorgen. De opbrengsten gaan naar
The Archway Foundation, een organisatie die eenzame mensen ter dienste staat. Misschien een goed idee om ze niet naar dit wonderschone, maar melancholische album te laten luisteren.
Luister Online:
A Film By Federico Durand / A Film By Geskia! / A Film By He Can Jog feat. Nick Sanborn



LUDO
 
Kraftwerk – Trans-Europe Express
Ik heb nou toch een goede plaat ontdekt beste mensen… Half serieus/half grap, ik dacht dat ik hun hele oeuvre wel gehoord had, maar deze is kennelijk toch altijd nog door de mazen van het (inter)net geglipt. Pikte de cd op uit het nieuwe aanwinsten-rek van de bieb, al was het me uit het artwork niet duidelijk of het hier om de remaster ging. Gewoon de ouderwetse albumhoes in elk geval, een jaartal zie ik ook al nergens, maar het geluid is dermate crispy dat het toch wel de nieuwste versie zal zijn. Het begin is wel geinig, maar het gaat natuurlijk om de b-kant. De hypnotiserende beat van de titeltrack, die nog beter wordt als ie in Abzug begint te rinkelen en resoneren. Eigenlijk zou er een compilatie moeten worden uitgebracht met tracks die daaruit citeren. Het klinkt in elk geval ook nu nog alsof Missy Elliott er iets mee zou moeten doen, als ze het al niet gedaan heeft. Heel anders en nog veel mooier is het slotcombo Franz Schubert/Endless Endless. Sterker nog de eerste luisterbeurt dacht ik: is er íets mooier dan dit? Een strak minimalistische hemel van synthesizer-tonen en dan die verlegen strijkers die er bescheiden, haast toevallig als flarden radiogolven tussen schuifelen. Blijft alleen het probleem over dat dit dus de internationale versie is, de ekte ekte liefhebber zal wel zweren bij die heimat-versie, nietwaar?
What Happened Was… (Tom Noonan)
Een film zo obscuur dat je 'm rechtstreeks bij de regisseur moet aanschaffen (zou hij zelf de dvd'tjes branden?) of (leve het internet natuurlijk) je moet, zoals ik, een schimmige video-'rip' willen kijken. Inclusief trailers! Deze zorgen, als een cartoon in de bios, voor een humoristisch voorprogramma. De studio koos voor deze videotape kennelijk de allerslechtste trailers van de meest onverkoopbare films die ze nog hadden liggen. Tony Curtis flitst langs in en wat een 'zo onwaarschijnlijk slecht dat ie weer goed wordt'-gangsterfilm moet zijn. Allesspeler Christopher Walken duikt op in een film die zoals de trailer niet nalaat te benadrukken gaat over sex, sex, sex, sex, sex ("I get a kick out of it") en Mia Farrow is te zien in een ongetwijfeld pijnlijk ongrappige kerstfilm. En dan heb ik het nog niet over de stem van de trailers, voorbij de parodie. Maar goed, de feature presentation. Da's even totaal wat anders. Een door Noonan (hij speelde ook in Synecdoche, New York) zelf bewerkte en geregisseerde filmversie van zijn eigen toneelstuk, waarin hij ook nog zelf speelt. Het is toneel, dus het is simpel, denk aan Van Gogh's/Buscemi's Interview. Een appartement en twee spelers. Een man komt op bezoek bij een vrouw,
Simple Men-supervrouw Karen Sillas, die we als eerst hebben gezien. (De camera verlaat pas op het eind heel even haar appartement, door naar buiten te turen) Ze is duidelijk zenuwachtig en door het duistere blauwige licht waarin de kamer baadt is de film ook meteen spannend. Ze heeft ook wel erg veel sloten op de deur. Niet iemand die zich graag met de buitenwereld bemoeit. Zal de man soms gevaarlijk zijn? De ontmoeting (over of het een date is verschillen de meningen) verloopt moeizaam. De twee kennen elkaar van op kantoor, maar voor gespreksstof of een goed begrip van elkaar zorgt dat niet. Doorlopend worden grappen verkeerd begrepen of beantwoord met stiltes. De man is een poseur, hij zegt aan een boek te werken en heeft duidelijk te weinig uit zijn carrière gehaald. De vrouw heeft zich juist omhoog gewerkt, maar een tevreden indruk wekt ze bepaald niet. Misschien is het iets in haar verleden, haar familie wellicht. De rol van Karen Sillas is zo mogelijk nog sterker dan de ook uitstekende Noonan. Hij is de aangever waardoor Sillas fascineert. Al hun wrijvingen culmineren in een waanzinnig bizar moment als Sillas na veel aandringen een van haar kinderverhalen voordraagt. Zelfs voor ze begint trekt ze Noonan, die niet wil, beter, eigenlijk gewoon niet durft, haar wereld in. Ze brengt hem naar een door gordijnen afgeschermd donkerder hoekje van de kamer, waar poppenhuizen en andere kinderparafernalia staan. En dan begint het verhaal. What Happened Was…




MARTIJNB
 
Melechesh en Inquisition @ De Baroeg, Rotterdam
Na een rechttoe-rechtaan, sympathiek potje spierballenblack van het Duitse Ctulu is het de beurt aan Inquisition. Het Colombiaans/Amerikaanse duo weet met minimale middelen een lekker monomaan potje satansverering neer te zetten. Riffs als genadeloos doormalende molenstenen en een ijskoude robotstem die op het ridicule af is. Met slechts gitaar, drums en die stem is het lekker no-nonsense gaan met die banaan. De nieuwe nummmers van een medio april te verschijnen album passen naadloos in de rest van de set. Hoofdacts spelen meestal als laatste, dus als ov-afhankelijke moet ik helaas na iets meer dan een half uurtje al gaan (later kan wel, maar dan ben ik minstens vier uur onderweg). Jammer, want Melechesh live is erg goed. Na een intro, waar gitarist Moloch zich nog even verstopt in een litham-achtig hoofddeksel, wordt het enthousiaste publiek getrakteerd op Of Mercury and Mercury. Mijn vermoeden dat een aanzienlijk deel van het publiek voor Inquisition komt wordt in ieder geval niet bevestigd. Ik heb drummer Xul wel altijd wat minder geschikt gevonden dan Proscriptor en live wordt gevoel alleen maar versterkt. Het mag van mij wel wat swingender, meer mee vloeien in de oriëntaalse riffs. Toch is het een lekkere zandstorm die overtrekt, de verbeten pose van gitarist Ashmedi en de twee aan zijn beide zijden pas goed bij de driftige muziek. Ik hoop ze in ieder geval nog eens te kunnen zien en dan graag een hele set.

Farzad Golpayegani Four
Farzad is een 'Iranian Guitarmonster' (en verdienstelijk schilder en grafisch ontwerper) en hij speelde al drie albums vol met hectische gitaarplaten die deden denken aan Ron Jarzombek's Blotted Science en de meer complexe Buckethead platen. Inmiddels de strijd in eigen land moe (die oude platen zijn gratis te downloaden omdat commercieel uitbrengen vrijwel onmogelijk is) is hij naar Turkije uitgeweken. Nummertje vier is dus te koop via Cdbaby en iTunes. En akoestisch, dus best wel anders. Wel klinkt de Perzische traditie iets nadrukkelijker door. Het doet wat denken aan Shakti al is Golpayegani onrustiger, de onbezonnenheid van een jeugdige metalhead denk ik. Zonder echt 'math' te zijn. Het zijn geen Spastic Ink-achtige taferelen. Bovendien gaat hij heus niet de hele tijd loos, er zijn rustpuntjes zoals 61 en 73. Maar wel een plaatje wat een paar luisterbeurten nodig heeft, maar dat waren we al van hem gewend.



OLAFK

Adventureland (Greg Mottola, 2009). Als een film begint met The replacement (Bastards of Young) en een soundtrack heeft die geschreven is door Yo la Tengo, dan staat het bij de openingscredits al 3-0. Dan gaat de film ook nog over net afgestudeerden en andere outcasts die de zomer doorbrengen door te werken bij het flutpretpark van de titel. De karakters ogen echt, de dialogen zijn top, de sfeer nog beter (klassieke Amerikaanse Indie), zodat Adventureland niet dezelfde sof is als (500) days of summer. De film is veel te serieus en volwassen om je meteen te realiseren dat dit gemaakt is door dezelfde regisseur als van Superbad. it is eerder Linklater. Maar daar waar de eerste helft om je te verkneukelen zo goed is, gaat het in de tweede helft stijl bergafwaarts. Het lijkt wel of Mottola die eerste helft mocht schieten als de tweede helft maar een verhaal bevatte. Wat hebben mensen toch met een verhaal! En ja, dat verhaal volgt natuurlijk de klassieke Hollywood-wetten, zodat de nachtkaarsmetafoor weer van stal kan.

L’emploi de temps ( Laurent Cantet, 2001). Toen ik vorig jaar het basisgegeven van (het wat mij betreft ernstig overschatte) Tokyo Sonata zo goed vond, wist ik niet dat dit gegeven al eens eerder en veel beter was uitgewerkt. Want de man die in L’emploi du temps werkloos wordt en zijn familie niets zegt is vele malen echter, herkenbaarder en tragischer. In plaats van een beetje slacken gaat de man doen alsof hij werkt en weet zo mensen nog best wat geld af te troggelen. Film laat zich lezen als een allegorie over de prestatiemaatschappij, waar zelfs hard werkende, intelligente mensen het onderspit kunnen delven. Mooie bijrollen, prima script, sterke film.

Miami vice (Michael Mann, 2006). Sexy, broeierig, gelikt, en een genot. Ik geloof niet dat ik ooit zo van een Mann film genoten heb. Verder kan ik het niet beter verwoorden dan [url=http://www.reverseshot.com/article/the_best_of_2006]hier[/url] staat. “What's memorable is not the tracking of a drug lord by elite cops (I think?) but Miami skylines shot through with an unearthly purple glow framing be-suited Jamie Foxx and Colin Farrell on a rooftop as they mumble jargon into cell phones..” Goeie E-zine trouwens, dat reverse shot. Puike jaarlijsten. Vooral de zeperds zijn interessant en vaak goed gekozen.

The ballad of Jack and Rose (Rebecca Miller, 2005). Uit de decenniumlijst van Ludo, en goedgekeurd J. Heel knap hoe je er na tien minuten al volledig inzit. Bijzondere lokatie, invoelbaar gegeven, aansprekende personages en hup, daar gaan we. En Daniel Day Lewis, sja: Dit soort low profile films is uitermate geschikt om jezelf hardop te horen afvragen of hij niet gewoon de allerbeste is. Vergeet de monologen in There will be blood, hoor hem gewoon tegen zijn dochter praten. De ontknopingsscene heb ik al drie keer zitten kijken. (Overigens valt het met die incest-thematiek ernstig mee volgens mij. Één ambigue kus…)

Ai no mukidashi (a.k.a. Love exposure; Sion Sono, 2008). De meest bijzondere kijkervaring van de laatste tijd. Al is het maar omdat de film zo’n vier uur duurt en ambitieus is opgezet. Die laatste eigenschap van Sono was me bekend van het tweeluik The suicide club en Norika’s dinner table. De film handelt over religieus geloof en perversie. Jongen besluit een zondig leven te leiden omdat zijn vader een priester is die graag de biecht afneemt en je je vader toch iets wil vertellen. Zodat zoonlief zich bekwaamt in de kunst van de upskirt photography. Kijk, met zo’n gegeven kom je ergens. Maar ik moet zeggen dat de film je lang tegenzit. Het wil maar niet echt bijzonder worden. Originaliteit wedijvert met het gevoel dat dit toch allemaal een beetje teveel mannenfantasie is, met al die schoolmeisjes en katoenen broekjes. Maar dan na zo’n 2,5 uur (ja, je moet er wat voor over hebben) slaat Sono toe. De verhaallijnen gaan buitelen, de thematische grootheden gaan door elkaar lopen en de genregrenzen worden continu overschreden. Chaos kortom, maar wel een boeiende. Ik kan nog niet inschatten hoe goed Love exposeren nu eigenlijk is. Daarvoor zou ik het nog een keer moeten zien. Maar ja, daar zit je weer vier uur…

Dokter Pulder zaait papavers (Bert Haanstra, 1975). Deze moet ik gezien hebben toen ik een jaar of 12 was. Hij was nog behoorlijk hetzelfde als in mijn geheugen, al is het verhaal over de dorpsarts (Kees Brusse) die bezoek krijgt van een studievriend (Ton Lensink) wel veel donkerder dan ik me destijds realiseerde. De vriend is namelijk verslaafd en uit op de morfine van de dorpsarts. Deze daarentegen wordt zich door het bezoek gewaar van zijn ingeslapen leventje dat hij leidt, hetgeen spaningen oplevert met zijn vrouw. Hier en daar een beetje oubollig maar over de hele linie genomen ernstig vermakelijk en geestig. Brusse en Lensink dragen de film maar het is de fenomenale rol van Dora van der Groen (als de ‘drug buddy’ van Lensink) die het meest beklijft. Ook grappig om Nederland in die periode te zien. De treinen zijn bepaald geler geworden maar het NS-logo bestond al. Ook de bushaltebordjes zijn niets veranderd.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.