Of je nu appt, belt of gamet, het is en blijft herfst. Er zijn verder geen mobiele telefoons gebruikt voor onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Alice Artaud, Beak>, Dakota Suite | Dag Rosenqvist | Emanuele Errante, Clara Engel, Hater, Tim Hecker, Lala Lala, Ocoeur, Qui / Qui w/ Trevor Dunn, Max Richter, Rick & Morty, She Makes War en Tashi Wada With Yoshi Wada And Friends.
Jan Willem
Alice Artaud – Moira (cd-r, Reverb Worship)
Alice Artaud is een Belgische zangeres, die start in groepen als Og Musique en Cosmic Trip Machine plus bij de artiest Will Z. (Cosmic Trip Machine, Black Moon Tape) acte de présence geeft. Die laatste begeleidt haar met alle instrumenten op haar solodebuut Ouroboros (2015), dat een heerlijk bevreemdende mix van psychedelische folk, middeleeuwse muziek en mysterieuze pop bevat. Artaud koestert een liefde voor woorden en folk sinds haar vroege jeugd. In haar songs zingt ze dan ook op bijzondere manier over vreemde dan wel mysterieuze verhalen, waarbij mystiek, mythologie, esoterie en magie de revue passeren. Vermoedelijk is ze als kind al in een pan met wonderlijke elixirs gevallen, want het is echt volkomen uniek wat ze laat horen. Daarmee gaat ze, wederom samen met Will Z., verder op Moira dat op het prestigieuze Reverb Worship is uitgebracht. In 22 korte tracks laat ze in ruim 36 minuten weer haar wonderlijke mix aan stijlen horen. Ze wervelt frivool en op magische wijze met haar etherische zang door chansons, allerlei soorten folk, Barokke en middeleeuwse muziek, die zo knap door Will Z omlijst worden. Ze wandelt hiermee op grenzeloze wijze door genres en tijd en weet daarmee een evenzo meeslepend als wonderschoon unicum neer te zetten. Hulde!
Beak> – >>> (cd, Invada)
Ik kan natuurlijk heel negatief beginnen over het feit dat een nieuwe Portishead er niet meer in lijkt te zitten gezien het succes van Geoff Barrow als soundtrackmaker, oprichter van het Invada label, lid van Quakers en vooral Beak>. Maar da ga ik voorbij aan het feit dat er ontzettend veel goed voor in de plaats is gekomen. Neem het in 2009 gestarte Beak>, dat hij samen met Billy Fuller en Matt Williams (Gonga, Crippled Black Phoenix) bestiert. Ze laten in het algemeen een innemende mix horen van postrock, wave, psychedelische rock en bovenal krautrock met een meeslepende motorik. Nu is hun derde album >>> een feit, waarbij de sterke soundtrack Couple In A Hole (2016) niet heb meegerekend. Op dit nieuwe werk brengen ze 10 nieuwe tracks die wat frivoler maar bepaald niet minder verslavend is. Ze koppelen nog altijd de genoemde genres, waarbij de nadruk op een hedendaagse versie van krautrock ligt. Soundtrackmaatje Ben Salisbury helpt her en der met de strijkarrangementen, die door leden van The Bristol Ensemble en Dirty Pretty Strings op cello’s worden uitgevoerd. Ergens tussen Can, Neu!, Trans AM, Mogwai, Suuns, Anika en Pink Floyd vind je de lekkernij van Beak>. Het is wederom een heerlijk, licht mysterieus album geworden van deze bijzondere groep.
Dakota Suite | Dag Rosenqvist | Emanuele Errante – What Matters Most (cd, Karaoke Kalk / Konkurrent)
Chris Hooson, de man die melancholie in- en uitademt, tuigt in 1996 zijn band Dakota Suite op. De Britten brengen tot en met 2002 twee soorten albums uit, te weten songgerichte en instrumentale waar meer filmische en klassiek getinte muziek staat. Daarmee maken ze 5 albums, een mini en een epee compilatie, waarbij de rode draad wordt gevormd door de fijne droefgeestigheid. En dat zal zo blijven. In 2007, na een hiaat van 5 jaar, is Dakota Suite meer en meer een sologebeuren van Chris Hooson en maakt hij vooral songgerichte muziek. Daarbij werkt hij samen met de David Darling, Emanuele Errante, Vampillia en bovenal de Franse pianist/componist Quentin Sirjacq plus vele andere gasten. Hierbij krijg je op intieme, misschien soms bijna te intieme wijze Hooson’s zielenroerselen en innerlijk strijden te horen. Dat maakt het weliswaar wonderschoon weemoedig, plus dat het ijzersterke albums oplevert, maar ook heel introvert. Dat laatste aspect, kan ik alvast verklappen, zal veranderen op het nieuwste album What Matters Most waarop Hooson (gitaar, piano, zang) intensief samenwerkt met Dag Rosenqvist aka Jasper TX (Rhodes, pomporgel, e-bow, synthesizers, orgels, piano, gitaar, banjo, klokkenspel, soundscapes, processing, veldopnames) en Emanuele Errante (soundscapes, processing, veldopnames, synthesizers, gitaar, zang). Te gast zijn ook nog eens vaste kracht Chris Donohue (contrabas), Anna Elias (zang), Lisen Rylander Löve (saxofoon) van onder meer Midaircondo, Quentin Sirjacq (vibrafoon, synthesizer), Rutger Zuydervelt (elektronica, processing) en zoals vaker zijn vrouw Johanna (klarinet, foto’s). Ondanks deze enorme lijst muzikanten brengen ze toch meestal een ingetogen geluid naar buiten, maar veel extroverter. Qua gevoel is het nog helemaal een Dakota Suite album, maar de muziek landt ook in de jazz, abstracte elektronica, soundscapes, noise, drones en elektro-akoestische hoek. Het blijft allemaal redelijk doorwaadbaar, mits je de overweldigende emoties aankunt. De anderen zorgen dat Hooson’s melancholie en magische glans krijgt en naar buiten treedt. Eigenlijk is het net als bij fluoriserende objecten, die zie je als je het licht erover hebt laat schijnen en er niet je handen voorhoudt. En ja wel in het donker, maar dat is ook de enige gepaste situatie voor deze muziek. Je krijgt zowel intense instrumentale als gezongen tracks, waarbij je in feite alles facetten van Dakota Suite van voorheen krijgt, zij het in een meer elektronische setting. Liefhebbers van Sylvain Chauveau, David Sylvian, Talk Talk, Memory Drawings, Low, From The Mouth Of The Sun en door de zang ook The Notwist zullen dit wel waarderen. Indringende schoonheid en intrigerende experimenten en muzikale vondsten, zorgen voor bergen kippenvel en overdonderende, verlammende luisterervaring, die op bescheiden wijze zo ontzettend veel brengt. Zonder enige afbreuk te doen aan welk vorig album dan ook, is dit denk ik wel zijn of hun magnum opus.
Clara Engel – Eleven Passages (cd, Polar Seas)
Een artieste die ik heel hoog heb zitten en die mijns inziens niet de aandacht krijgt die ze verdient, is de Canadese zangeres/gitarist Clara Engel. Nu brengt ze wel veel op obscure labels uit, maar de kwaliteit is aanzienlijk. En ze werkt ook samen met Aidan Baker, Thor Harris (Shearwater, Swans), Heidi Harris en Meg Mulhearn (US Christmas). Haar releases, die ze sinds 2006 naar buiten brengt, mogen altijd rekenen op getormenteerde, door de ziel snijdende zang en heerlijk droefgeestige folk en lo-fi. Het zijn zulke mooie releases en twee ervan eindigen ook hoog in mijn eindejaarslijst. De laatste tijd brengt ze ook vaker bezinnende instrumentale muziek, die echt wel anders is dan haar meer songgerichte en waarvan het eerste resultaat op het vorig jaar verschenen Your Halo Is A Swarm Of Bees een overtuigend bewijs is. Ook op haar nieuwe cd Eleven Passages laat Engel (gitaar, banjolele, zang) hoofdzakelijk instrumentale muziek het licht zien, die het midden houden tussen etherische folk, lucide experimenten en avant-garde. Muziek om bij weg te dromen, na te denken en gewoonweg te genieten. Ze zal hier fans van Loren Mazzacane Connors, Roy Montgomery, Yellow 6 en Ricard Youngs wel aanspreken. Eenmaal laat ze ook haar prachtige zang horen, waarbij de tekst van de dichter Paul Celan is. Het geheel toont eens te meer de grote klasse van deze kunstenares aan, die zoals vaker ook haar hoes weer voorziet van haar tekenkunsten.
Hater – Siesta (cd, Fire / Konkurrent)
Soms kan ik een bandnaam niet plaatsen, maar ook bij een albumtitel of zelfs een albumhoes kan dit het geval zijn. En een enkele keer allemaal niet. Dat geldt voor de Zweedse groep Hater bijvoorbeeld, die je overigens niet moet verwarren met een stel metalminnende woestelingen met vies lang haar. Nee, dit is een indie pop/rockgroep, die met You Tried (2016) al een prima debuut afleveren. Dus dat hele haten snap ik niet. Dan is er hun tweede album Siesta. Siësta? Nou dat zal wel rustige slaapmuziek zijn dan? Nee hoor, ze hebben weer 14 verrukkelijke songs vol poprock gemaakt, dikwijls ook uptempo, die weer voorzien worden van de zoetgevooisde zang van Caroline Landahl. Er zit een zweem van melancholie door de verder lekker lome muziek. Op de hoes zie je haar dan zitten op een paard. Hater, Siesta, ruiter. Ik scoor normaal best hoog bij IQ-testen, maar hier ben ik te dom voor. Maar als je slim bent, ga je gewoon deze muziek tot je nemen, want een mix van Pram, The Chills, Alvvays, New Order, FRankie Cosmos, Chastity Belt en Beach Fossils klinkt toch als muziek in de oren?
Tim Hecker – Konoyo (cd, Kranky / Konkurrent)
Na zijn technoperiode als Jetone, begint Tim Hecker vanaf 2001 met het produceren van zijn eigenzinnige, toonaangevende elektrronische muziek. Dat doet hij gewoon onder zijn eigen naam, al dan niet in samenwerking met Aidan Baker (Nadja, B/B/S, Hypnodrone Ensemble, ARC) en Daniel Lopatin (Oneohtrix Point Never). Hij weet doorgaans fraaie combinaties van ambient, drones, glitch en allerhande experimenten neer te zetten, die hij zowel met elektronica als akoestische instrumenten fabriceert. De rijk gedetailleerde en knap geconstrueerde muziek weet keer op keer diepe indruk te maken en is ook telkens weer vernieuwend. Zijn laatste 3 albums neemt hij op in IJsland, waarmee hij met gasten als Ben Frost en Jóhann Jóhannsson (koorarrangementen) ook neoklassieke elementen omarmt, zij het dat Hecker er altijd weer een originele en onvoorspelbare draai aan geeft. Voor zijn negende album Konoyo, Japans voor “dit leven”, werkt hij samen met leden van een gagaku ensemble. Dat zijn makers van typisch traditionele Japanse muziek, dikwijls in combinatie met dans, die hier sho, hichiriki, ryuteki en uchimoni brengen. Nou dan weet je het wel. Hecker (computer, gitaar, synthesizers) heeft veel materiaal opgenomen op de vele bezoeken aan Japan. Verder krijgt hij nog ondersteuning van Mariel Roberts (cello) en Kara-Lis Coverdale (keyboards) en is Ben Frost met twee Japanse collegae achter de knoppen te vinden. Het resultaat mag er wezen. Hecker maakt een fascinerend muzikaal bouwwerk, dat massief, statig en rijk gedecoreerd is met wereldse elementen. Ondanks de vele details en het soms haast caleidoscopische karakter, gaat er toch een zekere ingetogenheid van uit, die bruggen smeedt tussen Oriënt en Occident. Het geheel schildert hij af met een flinke laag melancholie, zodat het allemaal ook een behoorlijk emotionele impact heeft. Een ongrijpbaar, aangrijpend meesterwerk.
Lala Lala – The Lamb (cd, Hardly Art / Konkurrent)
Hoewel Lillie West oorspronkelijk uit Londen komt, groeit ze als tiener op in Los Angeles en komt uiteindelijk in Chicago terecht. Daar schrijft ze ook sinds 2014 haar muziek, die in eerste instantie vooral digitaal naar buiten komt. Dat doet ze met de lastig te googlen en opvallend luchtige bandnaam Lala Lala. Maar ze kiest hiervoor om dingen die ze nooit hardop durft te zeggen in liedvorm wel te openbaren. En dat zijn bepaald geen lichtzinnige dingen. Neem haar tweede album The Lamb, die is geschreven in een tijd van intense paranoia na een thuisinvasie, sterfgevallen van geliefden en algemeen geweld rond haar en haar vrienden. Ze komt tijden de deur niet meer uit, begint het einde van de wereld voor te stellen en denkt na over haar relaties en vriendschappen. Dat verwerkt ze tot 12 pakkende maar donkere poprocksongs. West (zang, gitaar, piano) bewijst dat je met relatief eenvoudige muziek, al zitten er stiekem heel fraaie vondsten in, een diepe indruk kan maken, als het maar oprecht is. En oprechter dan dit krijg je het zelden. Ze krijgt hulp van Emily Kempf (bas, zang), Ben Leach (drums) en een enkele maal ook Sen Morimoto (saxofoon). De ontwapenende muziek doet denken aan een mix van Soccer Mommy, Adult Mom, Lisa Germano, Aldous Harding, Magnapop, Pixies en Earwig (het latere Insides). Een beklemmende schoonheid.
Ocoeur – Inner (cd, n5MD)
Sinds 2010 houdt de Franse muzikant/sounddesigner Franck Zaragoza er het soloproject Ocoeur op na. Hij laat hiermee na een digitaal album de drie albums Light As A Feather (2013), A Parallel Life (2014) en Reversed (2016) het licht zien. Zijn specialiteit lijkt te bestaan uit het brengen van elektronische muziek, die op uiterst breekbare en droefgeestige wijze het midden houdt tussen neoklassiek, ambient, glitch en IDM. Op zijn vierde cd Inner klinkt hij ingetogener dan ooit, zonder dat hij echt uit andere vaatjes tapt. Maar hij maakt meer gebruik van stilte, die zorgt voor een nog intensere luisterervaring dan voorheen. Hij legt de focus heel duidelijk meer naar de emotie en de sfeer, wat hier dan ook buitengemeen goed uit de verf komt. Daarbij moet je denken aan een magistrale kruisbestuiving van Marsen Jules, Rafael Anton Irisarri, Gas, Olan Mill, Hecq, Markus Guentner en Hammock. Mooier kan ik het niet maken, want dat doen ze zelf wel.
Qui – Snuh (cd, Macina Dischi/ Three.One.G)
Qui w/ Trevor Dunn – Qui w/ Trevor Dunn (cd, Macina Dischi)
Het Amerikaanse duo Qui (spreek uit als Qui) al sinds 2000 bestaat, ken ik enkel van naam door hun release op het Ipecac label. Maar dankzij een goede tip kom je nog eens ergens. Bij het nieuwe album Snuh bijvoorbeeld. Tegenwoordig bestaat de groep enkel nog uit Matt Cronk (zang, gitaar) en Paul Christensen (drums, zang, keyboards), tevens van Weinland en Hepa-Titus. Niemand minder dan David Yow (Scratch Acid, The Jesus Lizard, Pigface, Dumb Numbers) heeft ook deel uitgemaakt van deze formatie. Hun muziek wordt wel avant-garde rock genoemd, maar dat bestaat ook uit punk, noise, jazz en experimenten. In feite verbuigen ze elk genre tot iets dat past bij hun unieke hersenkronkels. Dat geldt ook zeker weer voor hun nieuwe wapenfeit. Hierop mogen ze rekenen op steun van Justin Pearson (The Locust, Retox, Head Wound City, Dead Cross), Trevor Dunn (Mr. Bungle, Fantômas, Melvins, Secret Chiefs 3, John Zorn), Dale Crover (Melvins) en Adam Harding (Dumb Numbers). Het speelplezier spat er vanaf en ze gaan van snoeihard tot bijna frivool licht, maar wat ze ook doen het is telkens compleet verrassend en dynamisch. Ongrijpbaar. Alleen de zang al, die ergens tussen die van XTC, Oxbow, Rob Crow en Momus uitkomt schept al verwarring. Niets is wat het lijkt en alles is van een meeslependheid om U tegen te zeggen. Deze 14 tracks zijn voer voor fans van Thingy, Ween, Unsane, Oxbow, The Jesus Lizard, Melvins en Frank Zappa. Geweldige geweldenaars.
Vorig jaar hebben ze ook al de lp Qui w/ Trevor Dunn afgeleverd. Inderdaad Qui samen met de legendarische (contra) bassist Trevor Dunn van uiteenlopende projecten/artiesten als Mr. Bungle, Fantômas, Melvins, Secret Chiefs 3, Tomahawk, The Nels Cline Singers, The Dreamers, Electric Masada en (andere) John Zorn (gerelateerde groepen). Ze brengen daarop in een krappe 39 minuten 8 tracks ten gehore, die weliswaar weer alle kanten opgaan binnen de hierboven genoemde genres maar wel meer door het stevige baswerk van Dunn in banen geleid wordt. Daardoor klinkt dit album iets strakker, maar zeker niet minder avontuurlijk. In de Captain Beefheart-cover “Ashtray Heart” krijgen ze nog fijne vocale steun van King Buzzo (Melvins) met bassist Kevin Rutmanis (ex-Melvins, Tomahawk, Hepa-Titus, Cows) aan zijn zij. Het is weer volslagen uniek wat ze hier ten gehore brengen. Het Macina Dischi heeft dit sublieme album dit jaar ook op cd uitgebracht. Daar kan een mens blij van worden. En wat een geweldige band is dit toch!
Max Richter – White Boy Rick (cd, Deutsche Grammophon)
De in Duitsland geboren Britse componist Max Richter (1966) is solo in 2002 wellicht wat laat begonnen, maar heeft dan al een verleden bij Piano Circus, Roni Size en Future Sound Of London. Hij heeft zich een begenadigd componist getoond en brengt veelal neoklassiek, maar weet ook wel raad met elektronica en beats. Hij staat wat dat betreft vooraan in de rij met Jóhann Jóhannsson en Ólafur Arnalds achter zich. Zijn grootste wapenfeit is misschien toch wel het 8 cd’s tellende project Sleep (2015). Maar daarnaast levert hij aan de lopende band kwalitatief hoogwaardig materiaal af, wat geldt voor zowel zijn reguliere albums als zijn soundtracks. Nu is hij terug met de soundtrack White By Rick voor de gelijknamige film van de Franse regisseur Yann Demange. Richter brengt hierop een schitterende, herftstige mix van neoklassiek en duistere elektronica ten gehore, die liefhebbers van alle bovenstaande artiesten zal doen watertanden. Hij sluit het af met een bombastisch stuk. Maar het deel ervoor zal een diepe(re) indruk achterlaten, ook zonder beeld. Het wederom een meesterlijke zet van zijn kant.
Rick And Morty – The Rick And Morty Soundtrack (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Rick And Morty is een komische Amerikaanse sciencefiction cartoon, die is gestart in 2013 en te zien op Cartoon Network. De serie komt uit de koker van Dan Harmon en Justin Roiland, waarbij de laatste de stemmen van de beide hoofdpersonages doet. De serie gaat over de avonturen van een ietwat doorgedraaide maar geniale professor en zijn sullige kleinzoon. Geestig en goed getekend. En zoals vaker bij goede cartoons speelt muziek geen onbelangrijke rol. Een deel ervan, ook afkomstig van de eerste seizoenen, is nu op de cd The Rick And Morty Soundtrack verschenen. Voor het grootste deel is het typische cartoonmuziek, die geschreven en uitgevoerd is door Ryan Elder. Erg leuk als je de serie volgt. Maar er is meer, want met enige regelmaat leveren ook andere artiesten een bijdrage en ook die zijn hier te vinden. Dus krijg je ook nummers van Mazzy Star, Chaos Chaos, clipping, Chad VanGaalen, Blonde Redhead en Belly. En daarmee in een klein uur een ontzettend leuke soundtrack, die (uiteraard) gestoken is in een fraai cartooneske hoes met poster.
She Makes War – Brace For Impact (cd, My Big Sister / Konkurrent)
Ik kan niet zeggen dat de ingrediënten nieuw zijn. Nu ja, dat kan ik wel, maar ik mag niet liegen van mijn moeder. Maar wat de uit Bristol afkomstige multi-instrumentalist Laura Kidd naar buiten brengt als She Makes War is zo ontzettend lekker en goed. Op nostalgische en aanstekelijke wijze koppelt ze sinds 2010 de betere alternatieve rock van de jaren 90 aan lekkere hedendaagse muziek. Gelukkig heeft ze ook niet zitten rommelen aan dat recept op haar nieuwe cd Brace For Impact, waar 12 spiksplinternieuwe songs, die van het begin tot het einde je aan de boxen kluisteren. Het is bloedmooi, opwindend, gevarieerd en ijzersterk. Denk aan een overheerlijke mix van Pixies, Throwing Muses, Cat Power, Belly, PJ Harvey, Bikini Kill, Smoke Fairies en Sharon Van Etten. En ook zo kan je een geweldig eigen smoel krijgen.
Tashi Wada With Yoshi Wada And Friends – Nue (cd, Rvng Intl/ Frkwys / Konkurrent)
Het toch al leuke Rvng Intl label heeft in 2009 het sublabel Frkwys in het leven geroepen, om muziek, film en evenementen het licht te laten zien waarin de intergenerationele samenwerking wordt gevierd. Daar zijn al releases van Julianna Barwick & Ikue Mori, Steve Gunn & Mike Cooper, Robert Aiki Aubrey Lowe & Ariel Kalma en Kaitlyn Aurelia Smith & Suzanne Ciani verschenen. Nummer 14 in de serie, het album Nue, is van Tashi Wada (analoge synthesizer, sirenes, doedelzak, orgel) met zijn vader Yoshi Wada (doedelzak, alarmbellen) plus vrienden. Onder hen Julia Holter (moog, zang), Corey Fogel (percussie) en Jessika Kenney (zang). Samen creëren ze ruimtelijke en toch dwingende composities, die bestaan uit ambient, drones en neoklassiek. Ze lijken gemaakt in een parallel universum waar magie en minimal de heersende realiteit is. Ook de zang fungeert als instrument. Het levert een volslagen uniek en intrigerend hoorspel op.