Een minderheidskabinet kan zoals bij ons prima functioneren, zelfs eenmansfracties. Maar ja, bij ons gaat het dan wel altijd om de inhoud, waarvan akte in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar:
-Spencer Cullum,
-Sarah Davachi,
-Manu Delago,
-Les Filles de Illighadad,
-Holy Hive
-Caleb Landry Jones,
-Lustmord & Karin Park,
-Mac McCaughan,
-Mono,
-Native Soul,
-Stranded Horse,
-Suuns
-UMÁN en
-Various Artists: Holding Hands In The Dark/ Le Bout Du Monde.
Jan Willem
Spencer Cullum – Spencer Cullum’s Coin Collection (cd, Full Time Hobby / Konkurrent)
De ooit van Londen naar Nashville verhuisde muzikant Spencer Cullum vergaart bekendheid met zijn fabuleuze pedal steel gitaarspel. Grote en minder grote namen als Dolly Parton, Kesha, Caitlin Rose, Deer Tick, Miranda Lambert en Little Big Town weten hem wel te vinden als er een pedal steeltje ingefietst moet worden. Hij wilde nu een keer een typisch Engels folkalbum maken, maar dan met artiesten uit Nashville en wat andere muzikale combinaties. Het moet een eerbetoon worden aan de folkhelden uit de jaren 60 en 70 van zijn vaderland. Dat is er nu en heet Spencer Cullum’s Coin Collection. Naast zijn eigen mooie, fluweelzachte zang zijn verder te Caitlin Rose, Erin Rae, Annie Williams, Herman Düne en Mayon Hanania te horen. Verder omringt Cullum (zang, akoestische gitaar, pedal steel, synthesizer) zich met maar liefst 11 muzikanten op bas, elektrische gitaar, drums, piano, mellotron, tape loops, synthesizers, contrabas, akoestische gitaar, fluiten, klarinet, saxofoon, cello en strijkarrangementen. Dat levert hier 9 prachtsongs vol fijne folkrock op, die zo’n 40 minuten duren. Daarbij zijn de invloeden als Kevin Ayers, Sandy Denny/ Fairport Convention, Robert Wyatt, Soft Machine en tevens Neu! wel terug te horen. Dat laatste hoor je vooral in het van motorik voorziene “Dieterich Buxtehude”. Maar ook Iron And Wine, Paul Simon en Friends Of Dean Martinez. De samenzang hier is dikwijls wonderschoon, maar de gevarieerde muzikale omlijsting mag er ook wezen. Het is een groot goed dat Cullum eens uit de schaduw van anderen is gekropen.
Sarah Davachi – Antiphonals (cd, Late Music)
Ik schrijf nu al ruim 30 jaar recensies en iedere keer als ik denk dat er werkelijk niets nieuws onder de zon meer verschijnt -hoe mooi ook-, staat er toch weer een artiest op die weet te verrassen. Iemand die dat ook doet is de Canadese in Los Angeles woonachtige componiste/toetseniste Sarah Davachi. Hoewel een carrière als concertpianiste voor haar in het verschiet lag, heeft ze (gelukkkig) gekozen voor een meer experimentele en teven spannender koers. Ze komt normaliter met haar muziek ergens uit tussen Middeleeuwse en Renaissance muziek, ambient, drones, neoklassiek en subtiele elektro-akoestische muziek. Ze heeft 8 composities gecreëerd voor haar nieuwe cd Antiphonals. In haar sound heeft ze mellotron, Engelse hoorn, basfluit, klarinet, blokfluit, hobo, diverse orgels, tape, gitaar, echo, klavecimbel, synthesizer, piano, viool en zang verwerkt. Dat heeft ze weten om te smelten tot emotievolle en intrigerende muziekstukken, waarbij je niet altijd direct instrumenten herkent, maar waarbij je enkel gegrepen wordt door de fascinerende sound. Ondanks dat de muziek vooral experimenteel en diepgravend is, weet Davachi dit toch toegankelijk te maken voor een breed publiek. Dat is niet alleen knap, maar ook van een uitzonderlijke klasse. Muzikaal voer voor degene die van onder meer Nivhek, William Basinski, Félicia Atkinson, Birds Of Passage, Orphax, The Caretaker en Celer, zij het met een volslagen eigen stempel. Davachi levert hier wederom een urgent en uniek meesterwerk af.
Manu Delago – Environ Me (cd, One Little Independent / Konkurrent)
In 2003 is de Oostenrijkse componist Manu Delago begonnen met het spelen van de Hang, ook wel handpan genoemd. Het is een soort omgekeerde wok om te zien met poffertjes putjes erin, waarmee je een soort gedempt steeldrum geluid kunt maken; heel zen meestal. Delago maakt hiermee al vele soloalbums, naast die voor projecten als Chillin Con Karma, Living Room en Hotchpotch, maar is ook te horen bij The Cinematic Orchestra, Bugge Wesseltoft, Nitin Sawhney, Björk, Anoushka Shankar, Andreya Triana, The London Symphony Orchestra en Ólafur Arnalds. Hij schept doorgaans creaties die ergens tussen neoklassiek, folk, downtempo, jazz en experimentele muziek finishen. Het is een volslagen eigen en uniek geluid dat hij naar buiten brengt. Of naar buiten, voor zijn nieuwste worp Environ Me, “om me heen”, is hij door de lockdown geïnspireerd geraakt door de directe omgeving om hem heen. Hij fabriceert 12 nieuwe nummers, die nogal variëren qua sfeer. De ene keer klinkt het namelijk allemaal ingetogen en melancholisch, passend bij deze verwarrende en soms droeve tijden, maar op andere momenten voorziet hij zijn creaties van heerlijk opzwepende drum ‘n’ bass, die de mooie zaken en eveneens woede van het minder kunnen en dergelijke onderstrepen. Dat levert een avontuurlijk en meeslepend geheel op. Liefhebbers van de genoemde artiesten en bands alsmede die van Dictaphone, Nils Petter Molvær, Nils Frahm en Portico Quartet zullen zich hier wel thuis voelen. Het is een heerlijk organisch geheel geworden, waarvan je heel relaxt kunt genieten.
Les Filles de Illighadad – At Pioneer Works (cd, Sahel Sounds)
Dat Les Filles de Illighadad inmiddels enige bekendheid genieten, is hen niet aan komen waaien. Ze komen namelijk uit een klein dorp Illighadad in een afgelegen gebied in Niger. De meeste mensen leven er in de omringende woestijn met kreupelhout, in kleine huisjes met opgelapt dak of tijdelijke nomadische tenten, verscholen tussen de bomen. U begrijpt de weg naar roem is een lange. Toch lukt het de in 2016 door de dames Fatou Seidi Ghali (gitaar, zang) en Alamnou Akrouni (zang, percussie) opgerichte groep dit te verwezenlijken. Ze maken muziek die uit de regio komt, waarin dorpskoorzang en de woestijngitaar de hoofdingrediënten vormen. In feit maken een geheel eigen vorm van Toeareg-muziek. Inmiddels bestaat de groep verder uit Amaria Hamadalher (gitaar, percussie) en Abdoulaye Madassane (gitaar, zang), de enige zoon van Illighadad in dit kwartet. At Pioneer Works is hun derde album en eigenlijk een live album, waar ze liedjes van hun vorige albums spelen. De muziek klinkt hierdoor rauwer, directer en nog beter. Met hypnotiserende, herhalende ritmes, de Sahel-geluiden, desert blues, Toeareg-sound en hun sterke samenzang weten ze een diepe indruk te maken. Hun zes tracks hier variëren in lengte van 6 tot 11 minuten, dus ze nemen ook goed de tijd om de luisteraars te mee te slepen. Hoewel het applaus op het album (gelukkig) spaarzaam is verdienen ze een staande ovatie!
Holy Hive – Holy Hive (cd, Big Crown / Konkurrent)
Homer Steinweiss, de befaamde soul-funkdrummer (Adele, Lady Gaga, Bruno Mars) uit Brooklyn, heeft altijd al een zwak gehad voor volksmuziek. Hij leert jaren geleden Paul Spring kennen, een jonge folk singer en doet meteen mee op zijn debuut uit 2015. Vorig jaar hebben ze een heuse band gevormd samen met bassist Joe Harrison, namelijk Holy Hive. Op hun debuut uit hetzelfde jaar laten ze een lekkere mix folk en soul horen, met een vleugje rock, waarbij de falsetzang van Paul een fraaie oorvanger is. Het is een heerlijk troostvol geheel en dat is iets dat we in deze roerige tijd prima kunnen gebruiken. Dus waarom zouden ze die receptuur aanpassen? Het gelijknamige, tweede album ligt dan ook in het verlengde van hun debuut, waarbij ze de boel enkel nog iets meer verfijnd en verrijkt hebben. Paul’s falset komt meteen weer binnen, ondersteund door het lekker lome drumgeluid, de gitaren en overige instrumentatie. Ze mogen voor dat laatste rekenen op onder andere Mary Lattimore, Robin Pecknold (Fleet Foxes), Leon Michels en Shannon Wise (The Shacks), die nog zang, piano, synthesizer, harp en meer brengen. Hoewel ze dikwijls een open en sober geluid laten horen, brengt dit heel veel; veel instant klassiekers ook, die veelal tijdloos zijn. Het is schitterend, zalvend en stemmig geheel geworden. Geen moeilijke tweede voor hen.
Caleb Landry Jones – Gadzooks Vol. 1 (cd, Sacred Bones / Konkurrent)
Caleb Landry Jones is vermoedelijk het meest bekend als acteur, van series als Breaking Bad, Victorius en de tweede reeks van Twin Peaks, maar ook film als No Country For Old Man, The Social Network, The Outpost, Finch en X-Men: First Class. Of dat zo blijft valt te bezien, want hij positioneert zich als een behoorlijk eigengereide muzikant, getuige zijn vorig jaar verschenen The Mother Stone, waarop Jones zang, drums, percussie, gitaar en keyboards voor zijn rekening neemt en de rest laat inkleuren door gastmuzikanten op uiteenlopende instrumenten en een strijkkwartet. Daarbij geeft hij aan dat het meeste in zijn dromen is ontstaan, wat nogal grillige moeten zijn, want hij mixt jaren 60 en 70 sounds met dark cabaret, psychedelische muziek en de nodige bombast. Een veelbelovend debuut. Nu is hij terug met Gadzooks Vol. 1, dat verder gaat waar hij met de vorige is gefinisht. De muzikale invulling is min of meer hetzelfde, maar Jones zoekt meer en meer het experiment op. De eerste 8 tracks die samen een goede 20 minuten in beslag nemen, sluiten nog het meest aan bij zijn vorige album, al is de dosis vaudeville en psychedelica wel wat toegenomen. Hier roept hij nog associaties op met The Beatles, Syd Barrett, The Dresden Dolls, David Bowie, Beach Boys en Steve Harley & Cockney Rebel. Sterke, verstrooiende songs, dikwijls voorzien van fraaie orkestraties. Dat de man over een behoorlijk vrije geest beschikt is wel duidelijk. Dan ben je halverwege, qua tijd, en volgt er nog een negende track, die ook ruim 20 minuten duurt. Deze start nog als één van de rest, maar dan gaan alle registers los en begint Jones er hevig op los te experimenteren. Langzaam sijpelt de min of meer reguliere muziek weg en komen er meer noise- en zelfs kakofonische geluiden voor terug. Het is een werkelijk fascinerend hoorspel, waarmee Jones ook aantoont dat het hem serieus is en geen eendagsvlieg is. Wat een geniale geweldenaar!
Lustmord & Karin Park – Alter (cd, Pelagic)
Normaal gesproken zou ik het onzinnig vinden om een artiest als Lustmord, die al ruim 40 jaar één van de vormgevers van het dark ambient genre is, te introduceren (luister vooral eens naar het album Heresy). Maar dit project van de Welse muzikant Brian Williams (ook ooit in SPK) komt nu op het album Alter in aanraking met de Zweeds-Noorse zangeres, muzikante en model Karin Park (Årabrot). Zij opereert al een goede 18 jaar meer in de poprock en synthpop hoek; met name haar eerste drie albums vind ik erg goed. Verschillende werelden, die dus zo maar van elkaar verborgen kunnen zijn geweest. Lustmord staat bekend om de horrorachtige ultra-laag frequente muziek, waaraan dikwijls veldopnames en Tibetaanse hoorns worden toegevoegd. Het is allemaal nogal duister maar ook overrompelend mooi en intrigerend. Nu mag Park (zang, orgel, piano, fluit) haar Noordse etherische vocalen toevoegen aan zijn 9 nieuwe gitzwarte composities. Het is eigenlijk wonderlijk hoe naadloos deze twee bij elkaar passen; als licht en donker, water en vuur. Het is aan de ene kant muziek die het bovengrondse daglicht niet verdraagt, maar door Park’s stem zich toch een baan naar de oppervlakte weet te boren. Dit spanningsveld is zowel biologerend als wonderschoon. Het past eveneens als een soundtrack of ritueel voor de huidige tijd, waar we toch veelal in een bevreemdende situatie zitten. Dit zal liefhebbers van uiteenlopende muzieksoorten wel aanspreken, zoals Björk, Hector Zazou, In Slaughter Natives, Dead Can Dance, Omala, Myrkur, Fever Ray, SPK en Vidna Obmana, zij het dat ze hier echt een uniek geheel gesmeed hebben. Een spookachtig, majestueus magistraal album!
Mac McCaughan – The Sound Of Yourself (cd, Merge / Konkurrent)
De Amerikaanse zanger/gitarist Mac McCaughan draait al een eeuwigheid mee in de muziekindustrie. Zo is hij de kopman van Superchunk en Portastatic en maakte hij naast kortstondige soloprojecten ook deel uit van Seam. Tevens is hij medeoprichter van het label Merge. Sinds 2015 brengt hij met enige regelmaat ook werk uit onder zijn eigen naam. En toch na al die jaren, 32 maar liefst, heeft nooit kunnen wennen aan het geluid van zijn eigen stem en heeft hij zelfs een angst voor de microfoon. Die onzekerheid vormt ook de basis van zijn nieuwe album The Sound Of Yourself. Daarnaast is de titel ook ironisch bedoeld, aangezien het wemelt van de gasten. Ik denk overigens dat heel veel mensen hun eigen stem raar vinden om terug te horen. Nu beschikt Mac over een typische, geknepen stem, die je wel moet liggen. Hij brengt hier 11 afwisselende songs, die de ene keer uit degelijke rock bestaan en op andere momenten uit dromerige, ambientachtige muziek. Naast zijn zang en gitaarspel zijn het Michael Benjamin Lerner (Telekinesis), Annie Hayden (Spent), Sabrina Ellis (A Giant Dog, Sweet Spirit) en MacKenzie (Torres) met zang, saxofonist Matt Douglas (Mountain Goats), harpiste Mary Lattimore, drummer Jon Wurster (Superchuck) en heel Yo La Tengo (bas, orgel, gitaar, zang) die de boel invullen. En dan heb je een prima album in handen, waarop een hoop te beleven valt.
Mono – Pilgrimage Of The Soul (cd, Pelagic)
Twee jaar geleden is mijn favoriete Japanse postrockband Mono de fiere aanvoerder van mijn jaarlijst geworden met hun tiende album Nowhere Now Here. Niet eerder stonden ze erin, maar dat heeft werkelijk niks met de kwaliteit van de groep te maken. Sinds 1999 brengen ze via diverse labels namelijk alleen maar voltreffers naar buiten. Hun muziek past meestal in het postrockgenre, waarin ze ook heer en meester zijn, maar ze omarmen dikwijls ook neoklassiek. De groep bestaat tegenwoordig uit Takaakira “Taka” Goto (gitaar), Tamaki Kunishi (bas, piano, zang), Hideki “Yoda” Suematsu (gitaar) en Dahm Mario Santo Majuri Cipolla (drums). En ze kennen de term verslappen na al die jaren nog steeds niet, getuige hun alweer elfde album Pilgrimage Of The Soul, waar ook Steve Albini weer achter de knoppen staat. Daarnaast mogen ze rekenen op vier violisten, vier cellisten, een twee trompettist, een trombonespeler en een Franse hoornist. Ze brengen in ruim 57 minuten 8 nieuwe tracks, die na een kort rustig begin fel uit de startblokken schiet. Daar waar het voorheen om de subtiliteit, lange adem en halen ging, laten ze hier ook wat meer grofkorrelige en venijnige geluiden toe. Ze vertrekken waar het vorige album eindigde, maar voegen er meer dynamiek aan toe. Het is daarom ook het meest afwisselende album tot nu toe geworden, wat in hun geval best bijzonder is. De muziek komt voort uit een combinatie van angst en hoop, ingegeven door de huidige crisis. Het is buitengemeen fraai hoe ze dit naar muziek hebben weten te vertalen. Het gaat van heel kleine, subtiele naar overweldigende, overdadige harde stukken. Ze houden het midden tussen bands als Mogwai, Godspeed You! Black Emperor en Anoice, waarbij ze voor geen van deze onderdoen. Het is allemaal weer van een ontzaglijke pracht.
Native Soul – Teenage Dreams (cd, Awesome Tapes From Africa / Konkurrent)
Het geweldige label Awesome Tapes From Africa laat met enige regelmaat de pareltjes uit het verleden van de Afrikaanse muziek het licht zien. Ze zorgen echt voor een muzikale reis door het continent. De verrassing daarom nog groter als ik Teenage Dreams van Native Soul opzet en er allemaal moderne elektronische muziek te horen is. De hoes heeft me ook wel een beetje gefopt moet ik eerlijk bekennen. Het is het duo Alfred Zakhele Mhlanga en Kgotatso Solomon Tshabalala uit Zuid-Afrika. De elektronische muziekscene kwam pas vanaf het midden van de jaren 90 op gang, nadat diverse culturele boycots werden opgeheven. Daarmee werd ook muziek uit andere landen beter toegankelijk. Maar juist door het lang uitblijven van andere invloeden, vloeit er uit dat land ook heel originele muziek voort. Iets dergelijks zie je ook in Tsjechië, dat door het IJzeren Gordijn verstoken was voor de Westerse muziek, waardoor er nog altijd heel eigenzinnige combinaties vandaan komen. In Zuid-Afrika is de Kwaito-muziek zo’n voorbeeld, wat een mix is van hip hop, ragga, jazz, house en lokale muziekgenres en waarbij ze in verschillende talen, soms gemixt, zingen. Maar ook amapiano (Zoeloe voor “de piano’s”) komt hieruit voort. Dat is een stijl van housemuziek die in 2012 in Zuid-Afrika ontstond. Het is een hybride van deep house, jazz en loungemuziek die wordt gekenmerkt door synthesizers, luchtige pads en brede percussieve baslijnen. Het onderscheidt zich door hoge pianomelodieën, Kwaito-baslijnen, Zuid-Afrikaanse houseritmes in laag tempo uit de jaren 90 en percussieritmes van een ander lokaal sub genre van house dat bekend staat als Bacardi. Mhlanga aka DJ Zakes is 20 en Tshabalala zelfs pas 19 jaar oud, zijn van de generatie die (gelukkig) de Apartheid nooit hebben meegemaakt. Ze maken muziek het meest bij amapiano aansluit. Het genre staat eigenlijk nog in de kinderschoenen, maar Native Soul laat ondanks hun tienerdromen hier een zeer volwassen versie horen. Natuurlijk ken ik lang niet alles, maar dit geluid is volslagen nieuw voor mij. Ze brengen een mysterieuze, vrij donkere en toch warme en ritmische mix van de genoemde amapiano muziek met dubstep, IDM, abstracte elektronica, ambient, folk en etherische sounds. Het is muziek die je niet per se richting de dansvloer duwt, maar waarbij je ook niet stil kunt zitten. Ik ken geen andere artiesten in het genre en hoor wel flarden van Burial, DJ Shadow, Mr. Fingers, Migos, Beaumont Hannant, Massive Attack, Yello en zelfs Will terug. Welllicht zorgt dat voor enige houvast, al denk ik dat zelf luisteren in dit geval echt het beste devies is. Heel fijn en bijzonder!
Stranded Horse – Grand Rodeo (2cd, Ici D’Ailleurs)
Zo’n 19 jaar geleden komt er een nieuwe muzikale held bij voor mij, te weten Yann Tambour. Hoewel hij echt een gitaarvirtuoos is, komt hij eerst met zijn hoofdzakelijk elektronische project Encre. Hiermee maakt hij een waanzinnig mooie nachtelijke kruisbestuiving van samplekunsten, postrock en klassiek met poëtische teksten. De virtuoos op de kora Toumani Diabaté en boodschap die Tambour wil uitdragen zorgen dat een andere koers gaat varen en waarbij hij ook een aantal kora’s aanschaft. De mini Encre A Kora (2006) vormt eigenlijk de brug naar zijn volgende band Thee, Stranded Horse, dat hij in 2005 is gestart. Daarvan zijn twee fraaie albums verschenen, waarop hij folk rock met Afrikaanse elementen maakt. Hij begeleidt zichzelf op kora en gitaar en zingt daarbij in perfect Engels, wat komt omdat hij die taal in Engeland heeft gestudeerd. In 2011 heeft hij de naam naar Stranded Horse omgedoopt, wat mogelijk te maken heeft dat hij iets meer naar zijn vroeger sound teruggrijpt en zijn liefde voor Tyrannosaures Rex, Jackson C. Frank, Palace en Joy Division niet onder stoelen of banken steekt. Diverse reizen naar Afrika, onder meer Senegal en Mali, zorgen ook dat zijn muziek steeds rijker ingekleurd worden. Mede door artiesten van daar. Met deze incarnatie heeft hij ook inmiddels twee prachtalbums afgeleverd, waarvan de laatste Luxe in 2016. Nu is Stranded Horse terug met het derde album Grand Rodeo. Naast Yann (zang, kora, gitaar) zijn het Boubacar Cissokho (kora), Miguel Bahamondès-Rojas (viool, keyboards, zang), Sébastien Forrester (percussie) aka Holy Strays en van Milan, Marc Lacaille (accordeon, zang) en Carla Pallone (viool) van Mansfield.TYA en Vacarme die hier de 8 nieuwe tracks in ruim 37 minuten inkleuren. Het levert een soort moderne wereldmuziek op, die bestaat uit een combinatie van folk, Afrikaanse muziek en psychedelische elementen, die voorzien wordt door pakkende zang in het Engels en Frans. Het levert een tijdloos en meeslepend wereldalbum op. De snelle besteller krijgt er een bonus disc bij met nog eens 4 tracks van bij elkaar een klein kwartier.
Suuns – The Witness (cd, Joyful Noise / Konkurrent)
In 2007 wordt de Canadese band Suuns opgericht, hoewel ze eerst nog even Zeroes heetten, maar die om juridische redenen hebben moeten veranderen. Het is een nogal eigenzinnige groep, die zich op onnavolgbare wijze door tijd, genres en hypes heen boren. Post-punk, indierock, krautrock, spacerock, shoegaze, psychedelica en elektro passeren allemaal wel eens de revue. Op hun nieuwste album The Witness is de groep van een kwartet uitgedund tot een trio en bestaat uit Ben Shemie (zang, gitaar), Joe Yarmush (gitaar, bas) en Liam O’Neill (drums). Daarbij krijgen ze nog hulp van gasten op saxofoon, fluit en synthesizers, onder meer van het vroegere bandlid Max Henry. Met dit alles brengen ze weer een geheel eigen sound naar buiten, die dikwijls sfeervol jazzy maar ook gruizig psychedelisch kan zijn. Verder is het weer een blend van de eerder genoemde stijlen. Tijdens het luisteren dwaal ik menigmaal af, hetgeen heel prettig is. Tevens vallen de vele fraaie vondsten op, die hen zo typeert. Ik kan zeggen dat je onder meer The Legendary Pink Dots, Thom Yorke, The xx, Colder, Can of Anika er in terug kunt horen, maar of je daar iets van kunt maken is de vraag. De groep heeft bepaald niet te lijden gehad onder een kleinere bezetting. Het is een gloedvol retro-futuristisch album geworden, zoals alleen zij die kunnen maken. Klasse!
UMÁN – Chaleur Humaine (cd, Freedom To Spend)
In 1992 brengt UMÁN hun debuut Chaleur Humaine uit. De groep wordt gevormd door de Franse zus en broer Danielle en Didier Jean, die eerst meer pop gerelateerde muziek hebben uitgebracht. Ze hebben daarna een studio gebouwd ten zuiden van Parijs, waar ze alle vrijheid hadden om andere ideeën te ontwikkelen. Op hun debuut maken ze een soort trip door de wereld, waar wereldmuziek, new age, droompop, ambient, Barokke synthpop, funk en wave een meeslepend caleidoscopisch geheel vormen. Ook mengen ze er samples van talen over de hele wereld door, inclusief Nederlands. Het had ook zo naar de kitsch kant kunnen uitvallen, maar omdat het zo goed in elkaar steekt, is het een heuse klassieker geworden. Daarbij moet je denken aan steeds wisselende hybriden van Bel Canto, Nouvelles Lectures Cosmopolites, Leitmotiv, Beaumont Hannant, Leila, Cocteau Twins, Hector Zazou en Nuno Canavarro. Het is heel fijn dat dit album er nu weer is via net Freedom To Spend label. En de opbrengsten gaan ook nog eens naar Greenpeace France. Win-win!
Various Artists: Holding Hands In The Dark/ Le Bout Du Monde (2cd, Second Language Music)
Het geweldige Britse label Second Language Music, waar onder meer Glen Johnson (ex-Piano Magic en zeker geen familie van Boris) achter zit, is verantwoordelijk voor vele bijzondere releases van unieke artiesten. Ook excelleren ze in de betere compilaties. Zo één is ook Holding Hands In The Dark, al voelen ze dat deze uit een zekere noodzaak geboren is. In de onesheet valt te lezen dat ze de Brexit één van de domste manieren van zelfdestructie zien en dat het niet alleen kloof tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU heeft geslagen, maar ook tussen de Britten onderling. Vele Britten beschouwen zich zowel European als Brit. Met deze compilatie willen ze een brug slaan en banden aanhalen. Ik denk dat veel Britten overigens zich niet realiseren dat we hen nog altijd een warm hart toedragen. Het is hier vooral een Franse en Britse aangelegenheid geworden, hetgeen ook geografisch gezien de kortste weg is om een brug te bouwen. Ex-leden van Piano Magic als Franck Alba, Glen Johnson (Textile Ranch, Future Conditional, Silver Servants) en Angèle David-Guillou (Klima, Silver Servents) zijn hier solo te horen, maar Johnson ook met het nieuwe project Statues In Fog. (in een Mugwood mix, een project van Antony Ryan van ISAN). Daarnaast zijn er ook bijzondere bijdragen van Snowdrops met Christine Ott (Foudre!), oudgediende Matthew Shaw, Oliver Cherer (Dollboy, Silver Servants), The Leaf Library, David Rothon (Cloudier Skies, The Redlands Palomino Co., Sore And Steal, Sore Pink Steal (= beide met Ian Masters!), ex-The Cannibals), Mücha, Mark Fry en zangeres/pianiste Hilary Robinson. Het is muziek die alles met alles verbindt, maar tevens anders dan het gebruikelijke in muziekland en gewoonweg van een bijzondere pracht is. Dit is zoals een compilatie hoort te zijn!
Bij de gelimiteerde versie zit er ook nog de bonusschijf Le Bout Du Monde bij, hetgeen “het einde van de wereld” betekent. Het is een bijna 25 minuten durende compositie, die door multi-instrumentalist Glen Johnson, Marc Namblard (veldopnames) en David Rothon (pedal steel) is gecreëerd. Ze brengen een elektro-akoestische mix met drones, natuurgeluiden (beekjes, regen, varkens), glitches, avant-garde en dark ambient. Het is een fascinerend toetje op de bovengenoemde en toch al geweldige compilatie.