Helemaal mee eens dat we niet kneiterig moeten over de kosten van Irma. Sowieso is kneiterigheid niet de wind die hier waait. Kijk alleen al naar onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Antwood, Angelo De Augustine, Broken Radio, Nick Cave & Warren Ellis, Charlie & The Lesbians, Lisa Gerrard And James Orr, Hammock, Hecq, Inc. No World, Akira Kosemura, Living Colour, Motorpsycho, New Cicada Band, Nosaj Thing, øjeRum, Pessimist, Sana Obruent, Sannhet, StringStrang, Susanne Sundfør, Vlimmer, Pharaoh Sanders, Jute Gyte, Botanist, Burhan Çaçan en Kurushimi.
Jan Willem
Antwood – Sponsored Content (cd, Planet Mu / Konkurrent)
Het komt toch niet vaak voor dat ik tegenwoordig nog een elektronische act in handen krijg, die echt iets volslagen nieuws toevoegt aan hetgeen ik ken of ten minste kan plaatsen. Toch slaagt de Canadese muzikant Tristan Douglas daar met zijn Antwood met vlag en wimpel in. Hij noemt zijn project overigens eerst Margaret Antwood, maar sinds zijn debuutVirtuoos.scr (2016) is de voornaam er vanaf gevallen. Hij brengt compleet nieuwe ritmes en weet daarmee de luisteraar in de houdgreep te nemen. Dat is ook het geval op zijn nieuwe cd Spnsored Content. Als ik de muziek hoor stel ik me een platgebombardeerd gebouw voor, zonder ramen, waar nog wat elektrische kabels knetterend tegen elkaar wapperen. Maar misschien zie ik ook wel teveel films. Hoe dan ook nader je zo’n desolaat gebouw en klinken er plots geweerschoten, gehuil en geluiden van onschuldig spelende kinderen, maar lijken die in een geremixte versie tot je door te dringen. De schoten worden interessante ritmes, het gehuil vormt een etherisch decor en de spelende kinderen vormen de verstrooiende factor. Daar klinken dan ook nog eens allerlei stemmen doorheen om het geheel extra schizofreen te maken. Je krijgt er niet echt grip om, maar het weet enorm te fascineren. Het is van een ijzingwekkende lelijkheid en schoonheid tegelijkertijd. Een luisteravontuur in oorlogsgebied en van een niet te bevatten sfeer. Hoewel de muziek soms ook akelig kaal kan zijn, is het altijd zeer veelzeggend, prangend, mysterieus en diepgravend. Onderga het vooral zelf!
Angelo De Augustine – Swim Inside The Moon (cd, Asthmatic Kitty / Konkurrent)
In 2014 debuteert de Amerikaanse singer-songwriter Angelo De Augustine met het prachtige Spirals Of Silence. Hierop laat hij uiterst breekbare muziek horen, die direct associaties oproept met Nick Drake, Elliott Smith en Jose Gonzales. Zijn zachte falsetstem rust op een fraai bed van zinnenprikkelend gitaargetokkel en weet diepe snaren te raken. Sufjan Stevens heeft eerder besloten zijn label enkel nog voor eigen releases te gebruiken, maar valt als een blok voor de demo’s van het tweede album Swim Inside The Moon van De Augustine. Gelukkig gooit Stevens zijn besluit overboord en brengt deze nu uit, waarbij denk ik menigeen meteen voor overstag zal gaan. Zijn geëmotioneerde zang weet je al te grijpen en dan volgt nog zijn innemende akoestische gitaarspel plus enkele elektronische effecten. Het bevat echt weer die ouderwetse intimiteit van een slaapkameropname, zij het dat hij alles in zijn badkamer opneemt. Dat levert in elk geval geen koude douche op, maar een warm bad vol herkenning maar ook zijn eigen touch. Naast de eerder genoemde artiesten mag je ook Gareth Dickson, Vashti Bunyan, Devendra Banhart en Yonlu op de referentielijst zetten. Na 9 nummers en bijna 28 minuten weet deze gevoelige klasbak je wel even stil te krijgen met zoveel op z’n zachtst gezegd bezinnende pracht.
Broken Radio – Bluer Than Gray (cd, Hausmusik/ Clickity-Clack)
De muzikale carrière van de Duitse muzikant Klaus Patzak begint al in de jaren 90, ten tijde van de legendarische Weilheim/ Landsberg scene rond onder meer The Notwist en labels als Hausmusik en Kollaps. Je vindt hem terug in groepen als Borrowed Tunes en Fred Is Dead, maar sinds 1991 ook al als Broken Radio op diverse sublieme compilaties van het prestigieuze label Hausmusik waar tevens Calexico en diverse zijprojecten van The Notwist onderdak hebben gevonden. Toch duurt het tot 2010 eer het digitale debuut High Fidelity en nog eens drie jaar tot zijn eerste cd It’s Only Fool’s Gold het licht zien. Ondanks zijn Duitse thuisbasis laat hij een onvervalst Amerikaans geluid horen met zijn eigengereide mix van Americana, altcountry en blues. Zijn stem zetelt ergens tussen die van Mark Lanegan, Kurt Wagner, Joey Burns en Steve Von Till; meer Amerikaans dan dat krijg je het toch niet zo snel vanuit die Heimat. Nu is er eindelijk de opvolger Bluer Than Gray, uitgebracht op het kennelijk nog altijd bestaande Hausmusik in samenwerking met het eigen Clickity-Clack. Hierop brengt hij weer 11 onversneden altcountry met Americana songs, die vuistdik in de blues en soul roeren. Of er hier meerdere muzikanten aan meewerken laten de cd en website in het midden, maar er is zeker een vrouwelijke achtergrondzangeres aanwezig en het instrumentarium is uitgebreid en veelzijdig. De muziek is melancholisch, meeslepend en beschikt over een majestueuze, diepgravende schoonheid. Ik moet denken aan artiesten als Smog, Adrian Crowley, Lambchop, Calexico en Townes Van Zandt, zonder dat dit ooit helemaal past. Het moge duidelijk zijn dat dit wel een heel fraai unicum is en dat deze droefgeestige klasbakkerij weer broodjes serveert om intens van te genieten.
Nick Cave & Warren Ellis – War Machine (cd, Lakeshore/ Netflix Inc.)
Inmiddels zijn Nick Cave en Warren Ellis (The Bad Seeds, Dirty Three) hard bezig om samen meer werken te maken dan met Cave & The Bad Seeds, hoewel ze er nog wel wat te gaan hebben. Maar na Mars eerder dit jaar is er nu alweer War Machine voor de gelijknamige Netflix film van David Michôd. En de volgende komt er ook al aan. De cd kent 19 tracks, waarvan 15 van Cave (piano, vibes, synthesizer) en Ellis (viool, guitaret, altviool, synthesizer, altfluit, bombarde, loops). De muziek is meer experimenteel, sober en elektronisch dan voorheen en tevens wat grimmiger, duisterder en meer droefgeestig. Juist door de soms kale aanpak komen de emoties extra goed uit de verf. In drie stukken wordt stemmig gezongen/geneuried door Cave, Ellis en Michôd. Tussendoor krijg je nog 3 oude stukken van Hans-Joachim Roedelius, allen van het album Selbstportret (1979), en eenmaal Rachel’s met “NY Snow Globe” van System/ Layers (2003). Deze passen prima tussen die van het duo en zorgt voor extra variatie, al brengen ze die zelf ook wel aan. Kan je gewoon weer concluderen dat de heren een prima, tot de verbeelding sprekend album hebben gefabriceerd.
Charlie & The Lesbians – The Lost Boy Ep (12”/digitaal, Monomentum Collective)
Het Tilburgs-Eindhovense collectief Charlie & The Lesbians moeten live een maniakale belevenis zijn, waarbij microfoons, gitaren en het publiek de volle laag krijgen en er dikwijls niet zonder kleerscheuren vanaf komen. De groep bestaat uit zanger Charlie Hoeben, drumster Soesja Hoeben, bassiste Noortje Pullens en gitarist Mees Welmers. Na hun gelijknamige digitale epee eerder dit jaar verschijnt nu The Lost Boys Ep. Hierop brengen ze 4 tracks met een totale lengte van 10 minuten, hetgeen helemaal past bij hun punkattitude. De muziek bevat een ongekende of eigenlijk ongeremde energie en lepelt op vuige en ongepolijste wijze ergens tussen punk, garagerock, hardcore en noise. Al denk ik niet dat ze zich daarmee bezig houden. Wellicht kan je stellen dat de ingrediënten niet per se nieuw zijn, maar de manier waarop dit gebracht wordt maakt dat dit er geen reet toe doet. Het is gewoonweg een verslavende, compleet over de top gaande sensatie. Een fantastisch visitekaartje van graniet keihard in je bakkes.
Lisa Gerrard And James Orr – 2:22 (cd, Varèse Sarabande)
Zangeres Lisa Gerrard, het eeuwige lid van Dead Can Dance, behoeft weinig introductie denk ik zo. Haar solowerken worden afgewisseld met uiterst succesvolle soundtracks, al dan niet samen met Klaus Schulze, Hans Zimmer, Cye Wood, Marcello De Francisci, Patrick Cassidy, Pieter Bourke, Christopher Gordon en Jeff Rona. Hoewel ik een voorkeur heb voor haar solowerk, zijn de soundtracks door haar waanzinnig mooie zang ook altijd de moeite waard. Dat geldt wederom voor de soundtrack 2:22 van de gelijknamige film van Paul Currie en met “onze” Michiel Huisman in de hoofdrol. De muziek heeft ze gemaakt samen met James Orr, die al diverse albums van Gerrard geproduceerd heeft. Na 4 tracks van Bob Moses, het leuke Vancouver Sleep Clinic, Frances en Dreller volgen de 22 composities van het tweetal, die voor bijna een uur aan etherisch vermaak zorgen. Naast fraaie orkestraties wordt Gerrard’s zang ook regelmatig ingebed in meer elektronische muziek, hetgeen zoals ik weet van haar samenwerking met Schulze prima past. Geen grote verrassingen, op wat industriële interventies na, maar wel weer een prachtig melancholisch werk.
Hammock -Mysterium (cd, Hammock Music)
De Amerikaanse muzikanten Marc Byrd en Andrew Thompson vormen sinds 2004 het geweldige Hammock. Van origine is het wel een postrockband, maar per album glijden ze daar verder vanaf naar dromerige muziek die ergens tussen ambient, shoegaze en neoklassiek landt. De nieuwste cd Mysterium is opgedragen aan de veel te vroeg overleden neef van Byrd, letterlijk aan een zenuwslopende ziekte waarvoor ze een fonds hebben opgericht waar je eventueel hier aan kunt doneren. Dat de muziek hier niet vrolijk van aard is moge vanzelfsprekend zijn, maar dat melancholische aspect typeert hun muziek toch altijd wel een beetje. Nee de grootste verrassing zit hem in de veelvuldige samenwerking met een koor, een strijkerensemble en hoornblazers. Ze combineren hier de klassieke en koormuziek met hun ambient, zachte shoegaze en in de verte post-rock tot één bundel aan hemelstrelende pracht. Ik heb er nauwelijks woorden voor en zit vrijwel continu met bergen kippenvel op mijn armen, zo intens en ontiegelijk mooi. En helemaal droog houden lukt dan amper, zeker als je het verhaal van die jongen leest met dit op de achtergrond. Alsof Jóhann Jóhannsson, A Winged Victory For The Sullen, Helios, Slowdive, Arvo Pärt, Max Richter en Sigur Rós zijn samengevloeid tot één geniale componist. Het is niet alleen een wonderschoon gedenkteken geworden maar ook een monumentaal meesterwerk.
Hecq – Chansons De Geste (cd, Hymen)
De Duitse muzikant Ben Lukas Boysen timmert al bijna 15 jaar aan de weg onder zijn eigen naam en als Hecq. Eerder dit jaar laat hij al van zich horen middels de soundtrack Everything samen met Sebastiano Plano, maar nu is hij als Hecq terug met Chansons De Geste. . Met zijn muziek zit hij normaal gesproken ergens tussen neoklassiek, IDM, ambient, breakbeats en experimentele muziek in, al kan het eindresultaat enorm verschillen. Met zijn nieuwe release brengt hij een stemmig, persoonlijk werk, dat een gedenkteken voor vervloekte gebeurtenissen en individuen van de laatste tijd is geworden. Hij gebruikt als basis voor zijn gruizige muziek tapes uit zijn ouderlijke huis, die gewoon voor privégebruik gemaakt zijn. Daarop staan werken van Bach tot Brahms. Hiermee heeft hij loops gemaakt om zijn muziek vorm te geven. Ook hij maakt in feite dingen stuk om er vervolgens weer nieuw materiaal mee te fabriceren, zoals de wereld ook aan wederopbouw doet na de rampen die er zich hebben voltrokken. Hij resultaat omvat spookachtige stukken, die ergens tussen ambient, neoklassiek en experimentele muziek uitkomen. Op angstaanjagende en meeslepende wijze weet hij hier wonderschone muziek ten gehore te brengen, die mij nog het meest aan The Caretaker doen denken, zij het dat hier nog meer een unheimisch gevoel achter schuilgaat. Het is allemaal van een zinnenprikkelende en bij de strot grijpende pracht.
Inc. No World – Living (lp/digitaal, The Big Oil Recording Company)
Het kan toch wonderlijk verlopen zo’n muziekcarrière. Zo debuteren de gebroeders Andrew en Daniel Ages als Inc. na diverse mini’s met hun debuut No World (2013) op het prestigieuze 4AD label. Ze brengen een innemende mix van r&b, soul en broken beats, niet ver van wat The Weeknd maakt maar dan meer sfeervol. De broers, die zich ook wel Teen Inc. hebben genoemd, spelen ondertussen ook gastrollen bij Nite Jewel, FKA Twigs, Omar Velasco, Samantha Urbani en Kindness. In 2016 volgt hun tweede wapenfeit Asl Light As Light op hun eigen label No World Recordings, waar ze als Inc. No World smaakvol verder gaan met hun soulvolle recept waarin ook r&b, funk en indie doorheen zit. Hiermee lijken ze ondanks hun overduidelijke kwaliteiten toch, geheel onterecht, een beetje buiten de radar van de muziekliefhebbers te vallen. Ze zijn nu terug met het mini album Living, die ze wellicht weer op de kaart zet. Je krijgt 5 nummers van bij elkaar krap 24 minuten lang, waarop ze een fijne, goed doorwaadbare kruisbestuiving van r&b, soul, Gospel, jazz en meer experimentele muziek laten horen. Daarmee geven ze andermaal een steengoed visitekaartje af, dat hun creativiteit en fraaie sound nog maar eens onderstreept.
Akira Kosemura – In The Dark Woods (cd, Schole/ 1631 Recordings)
De pianomuziek is helemaal hip tegenwoordig, mede ingegeven door nieuwkomers als Nils Frahm en ontdekte oudgedienden als Ludovico Einaudi. Dan wordt het wel eens lastig om het kaf van het koren te scheiden, maar ook daarna blijven er genoeg fraaie artiesten over. Eén die zeker tot die laatste categorie behoort is de Japanse pianist/componist Akira Kosemura, die niet alleen al ruim 10 jaar muziek maakt maar ook het innovatieve label Schole er op nahoudt. Hij brengt normaal gesproken niet enkel pianomuziek, maar ook glitch, ambient, downtempo, folk en neoklassieke muziek. Zijn nieuwste album In The Dark Woods is wel hoofdzakelijk een op de piano gebaseerd werk. In zijn 17 tracks brengt Kosemura een uiterst intiem en persoonlijk geluid naar buiten, dat vooral herinneringen oproept aan Nils Frahm en Ludovico Einaudi. Maar Kosemura lardeert zijn composities dikwijls met elektroinca en keyboards en laat ook alle bijgeluiden (van de aanslagen op de piano en dergelijke) hier horen. Daarnaast mag hij in de titeltrack rekenen op de steun van een strijkkwintet (2 violen, altviool, cello, contrabas), die zijn toch al bijzondere muziek voorziet van een extra glans. Al met al behoren naast de genoemde artiesten ook Anoice, Max Richter en Library Tapes tot de associaties. Het is een uiterst gevarieerd meesterwerk geworden.
Living Colour – Shade (cd, Megaforce)
Living Colour wordt al in 1984 opgericht door de gitaarvirtuoos Vernon Reid, die je in vele andere experimentele, jazz en fusion projecten ook tegenkomt. De groep baart opzien, omdat er onder de donkere muzikanten toch niet vaak zo hard gerockt wordt. Maar omdat ze gewoon kont schoppen met hun geweldige rocksound. Dat lengen ze aan met funk en metal, waardoor hun recept niet te versmaden blijkt. Zanger Corey Clover speelt daar met zijn pakkende zang zeker een grote rol in, al bestaat de band sowieso uit geweldige muzikanten. Want naast Reid en Clover zijn dat, na een paar wisselingen in de beginjaren, de uitstekende bassist Doug Wimbish en klasse drummer Will Calhoun. Het mooie is dat ze ondanks gouden albums en megahits nooit de esthetiek uit het oog zijn verloren en gewoon door zijn gegaan op de manier die zij goed achten. Ook wanneer ze zelf willen. Dat is na al die tijd ook de reden dat hun nieuwe cd Shade pas de zesde in hun carrière is en acht jaar na hun laatste verschijnt. Hierop blijken ze nog altijd uitstekend in vorm te zijn. Het is hard en urgent, waarbij diverse politieke issues de revue passeren. De muziek bevat naast de bekende rock en metal ook elektronische interventies en raps, waarvoor ze op diverse gasten mogen rekenen. Naast eigen nummers brengen ze ook op eigengereide covers van Robert Johnson (“Preachin’ Blues”), The Notorius B.I.G. (“Who Shot Ya”) en Marvin Gaye (“Inner City Blues”). Hiermee leveren ze gewoon weer een prima album af, die er om meerdere redenen toe doet.
Motorpsycho – The Tower (cd, Stickman/ Konkurrent)
Het in 1989 opgerichte Noorse gezelschap Motorpsycho blijft me op positieve wijze verrassen. Zowel met hun productiviteit als hun drang zichzelf te vernieuwen. Dat leidt keer op keer tot uitstekende albums. Nu komen ze, nadat zeook al Begynnelser voor een theaterproductie hebben gemaakt, gewoon alweer met hun 31ste album The Tower aanzetten. Een dubbel cd nog wel. De groep bestaat hier naast kernleden Hans Magnus Ryan (gitaar, zang, keyboards) en Bent Sæther (bas, zang, gitaar, keyboards) uit Tomas Järmyr (drums, percussie, zang) van Yodok en soms Alain Johannes (zang, gitaar, fluit). Ze pakken het groots aan en rocken er flink op los, waarbij ze heel concreet en hard ook weer psychedelisch de diepte ingaan. Als je na 4 nummers al flink heen en weer geschud bent, komen ze plots met een hoofdzakelijk akoestisch folkliedje. Tot besluit knallen ze er weer op los. Dan heb je met de zes tracks van 43 minuten lang er al een geweldig eigenzinnige trip vol 50 tinten rock opzitten, krijg je gewoon nog een cd. Hierop vind je nog eens 4 tracks, die na 41 minuten finishen. Die opent weer met een rustig nummer. Ook het kwartier durende “A Pacific Sonata” is kalm, vol bezinnende folk, jazzy rock en psychedelica. Ze bouwen dan wel op heel fraaie wijze naar een harder psychedelisch rockeinde toe. En die grilligheid, met dikwijl hippie fluitwerk, zet zich daarna ook door, zij het dat het weer op hardere wijze is. Wat een gevarieerd luisteravontuur weer van deze enorme klasbakken!
New Cicada Band – Live In Beacon (cd, Terra Nova Music)
Klarinettist en componist David Rothenberg heeft een schitterende catalogus opgebouwd vol abstracte jazz en experimentele muziek. Daarbij heeft hij solo maar ook in diverse incarnaties van Cicada (Cicada Dream Band, Ohio Cicada Tour) en met de groten der aarde gespeeld, onder wie ook de inmiddels overleden. Pauline Oliveros. Met zijn nieuwe New Cicada Trio wil hij live een stemmig eerbetoon brengen aan deze heldin en tevens aan Louis Sarno. Naast Rothenberg zijn dat de voor mij zeer goed bekende en zeer gewaardeerde Tsjechische violiste/zangeres Iva Bittová (Dunaj, Eviyan, Pustit Musíš, Čikori) en zanger/gitarist Timothy Hill (The Harmonic Choir), die eerder ook al met Rothenberg en Oliveros heeft gewerkt. Hoewel hun namen allen op de voorkant en zijkant van de hoes prijken is New Cicada Trio geloof ik wel echt de projectnaam. Hun cd Live In Beacon is een geïmproviseerde liveregistratie van hun optreden in het Howland Cultural Center in Beacon. Ze brengen in 51 minuten 7 nieuwe composities zonder kop of staart, maar geïmproviseerd geluid dat zich vrijelijk beweegt tussen minimal music, experimentele muziek, drones, freejazz en folk. Bittová brengt stemkunsten, viool en her en der percussie. Hill zingt er met boventonenzang bij en brengt gitaarklanken. Rothenberg laat van zich gelden op de klarinet, seljefløyte en allerhande objecten. Samen brengen ze schetsen en flarden muziek, die soms samenvloeien tot volle stukken. Deep listening op hun eigengereide wijze. Dat maakt het tot een heus luisteravontuur door een muzikaal oerwoud, waar het soms stil is en dan weer vol rijk gedetailleerd geluid. Van wroeten in de aarde tot een ware seance, zoiets. Dat is allemaal niet alleen heel intrigerend en meeslepend, maar ook een zeer fraai eerbetoon aan twee klasbakken.
Luister Online:
Live In Beacon (albumsnippers)
Nosaj Thing – Parallels (cd, Innovative Leisure / Bertus)
Jason Chung is een DJ, muzikant en producer uit Los Angeles, die al sinds 2004 muziek maakt als Nosaj Thing (draai de voornaam om en verbaster de achternaam een beetje en voila). Hij haalt zijn inspiratie met name uit de hip hop, maar brengt doorgaans een broeierig etherische mix van glitch, ambient, IDM, minimal techno, hip hop, trip hop en experimentele muziek. Dat heeft tot nu toe al de prachtalbums Drift (2009), Home (2013) en Fated (2015) opgeleverd waar hij altijd mag rekenen op een keur aan gasten. Chung werkt hiernaast ook met The xx, Flying Lotus, Charlotte Gainsbourg, Radiohead, Nocando, Beck en Kendrick Lamar. Zijn muziek landt altijd ergens op herkenbare en bijzondere wijze weer net ergens anders. Nu komt hij met zijn vierde album Parallels, wat zijn meest persoonlijke en tevens uitgesproken werk is geworden ontstaan na een identiteitscrisis. Zijn elektronische muziek zit op laidback wijze ergens tussen trip hop, downtempo, ambient en glitch-hop in. Daarbij krijgt hij steun van gasten op gitaar, keyboards en zang. Onder de vocalisten vind je naast gesamplede ook Steve Spacek, Zuri Marley en net als eerder Kazu Makino (Blonde Redhead). Je hoort aan alles dat het geïnjecteerd is met hip hop en jaren 80 elementen, maar hij smeedt er weer een ijl, mysterieus en toch toegankelijk geheel van, dat zich een weg in de stille nacht lijkt te boren. Fans van Boards Of Canada, The Field, Arca, Shigeto, DJ Shadow, Shlomo en het rustige werk van Sigur Rós zullen er hun oren bij aflikken. Het is een meeslepend, wonderschoon en innovatief album geworden, waar je als elektronica minnende luisteraar niet meer omheen kunt.
øjeRum – Needleshaped Silence (cd, Fluid Audio)
Op Fluid Audio zijn de releases ware traktaties. Dat niet alleen door de muziek maar ook dat het fantastische artwork en alle extra’s die ze er altijd bijstoppen; veelal met een vintage glans. Dat geldt wederom voor de cd Needleshaped Silence van øjeRum, het langlopende project van de Deense artiest Paw Grabowski. Met zijn project brengt hij veelal een mix van ambient, drones, minimal, experimentele muziek en neoklassiek. Hier heeft hij 8 (stiekem 9 hihi) composities gemaakt, die op subtiele en met name breekbare wijze fraaie verstilde klanklandschappen vormen waar allerhande elektronische experimenten te beluisteren zijn. Dat werkt behoorlijk hypnotiserend. Nog mooier wordt het als de cellopartijen van Aaron Martin (From The Mouth Of The Sun, Black Vines, The Cloisters) er soms bij komen. Met dit album van 53 minuten lang brengt Grabowski één van zijn allerbeste tot nu toe.
Pessimist – Pessimist (cd, Blackest Ever Black / Konkurrent)
Dat je geen vrolijke of lichte muziek hoeft te verwachten op een label als Blackest Ever Black moge duidelijk wezen, maar dan nog heb je gradaties in de duisternis. Ergens in het meest donkere plekje zal je vermoedelijk Pessimist aantreffen, dat het project is van de Britse DJ/producer Kristian Jabs. Hij maakt al jaren muziek in de drum’n’bass en techno hoek en is daarmee blijven sleutelen op zijn vele mini’s tot hij nu bij zijn gelijknamige debuut uitkomt. Nu bestaan de basisingrediënten van zijn 10 nummers weliswaar uit de genoemde genres, maar deze maakt hij zo log en traag, dat ze enkel dreigend en bepaald niet dansbaar overkomen. Ja op iemands graf hooguit. Maar ook meeslepend en van een duistere schoonheid. Hij overgiet alles met een industrieel sausje, wat ook maakt dat het er niet lichter op wordt. De beats lijken dikwijls namelijk te komen van plaatijzer en machines. En dan die heerlijke baslijnen, alsof je alleen de zwaarste tonen van Massive Attack gebruikt. En dat dan samen met de industrial ambient van Locust, het machinale van Front 242 en Disjecta en de logheid van Ice. Ja dan heb je zwart goud in handen. Het zwartste van al. Een zeer indrukwekkend debuut.
Sana Obruent – August (cd, Blackjack Illuminist)
De vorige cd Dyatlov van Sana Obruent, eerder dit jaar, volgt amper 20 weken na voorganger Prince Of The Air (2016). Daar geldt dan nog het excuus dat de originele opnames van dat debuut al uit 2012 stammen. Er is echter geen enkel excuus te bedenken voor de cd August, die wederom na 20 weken na de vorige verschijnt. Sana Obruent is het project van de in Californië woonachtige artiest Paul Lopez, die doorgaans muziek maakt in de hoek van de drones, isolationistische ambient, softnoise, glitch en shoegaze. Maar kennelijk is de productiviteit van labelbaas Leonard Donat (Vlimmer, Fir Cone Children, Feverdreamt, Flight Recorder, Infravoids, Jet Pilot, Leonard Las Vegas) besmettelijk. Van Vlimmer vind je hieronder trouwens ook weer een nieuwe, dus ze kunnen naar elkaar zwaaien. Hoewel augustus, met mijn heerlijke vakantie en al het fraaie weer, lang geleden lijkt, brengt Lopez wel een heel album met deze maand in het vizier. Ik kan me herinneren van Californië dat het daar juist dan zeer warm kan zijn, maar het lijkt alsof Lopez met de rolluiken dicht en de airco aan de maand is doorgekomen. De 6 composities hier zijn namelijk veeleer soundtracks voor kilometers permafrost geworden dan voor een zonnig gebied. Neemt niet weg dat dit alles van een ijselijke pracht is. Lopez creëert hier alles met de gitaar plus effecten en schets beatloze klanklandschappen die enkel de duisternis in koersen. Majestueuze drones en dark ambient, die je op isolationistische wijze even helemaal weghalen uit de realiteit en zorgen voor bezinning. In het midden duikt er spookachtige koorzang op, maar verder is het verstoken van menselijke invloeden. Het is muziek die ergens tussen Stars Of The Lid, The Caretaker, GAS, Celer, Orphax, William Basinski en Thomas Köner landt. Fascinerende melancholische pracht!
Sannhet – So Numb (cd, Profound Lore)
Het Amerikaanse powertrio Sannhet, hetgeen “waarheid” betekent in het Noors, wordt in 2010 opgericht. John Refano (gitaar, loops), Christopher Todd (drums, samples) en AJ Anninziata (bas) laten er op hun debuut Known Flood (2013) geen gras over groeien en knallen er van het begin tot het eind op los met een haast allesverzengend mix van post-(black)metal, post-rock, noise en experimentele muziek. Er zitten in hun muur van geluid zeker behoorlijk wat subtiele elementen, die de klasse en veelzijdigheid van de heren aantoont. Dat laten ze andermaal horen op hun tweede cd Revisionist, waar ze wederom climax na climax brengen. Er valt dan al wel meer melancholie te bespeuren in hun sound en ze koersen bij vlagen ook richting de post-punk en shoegaze. Dat doen ze nog vaker op So Numb. Nog altijd laten ze een vrij massief geluid horen, maar ze brengen daarbinnen nog eens narcotiserende omslagen met erupties en bezinnende momenten aan. Het vaker voorkomende harde shoegazegeluid samen met de emotioneel geladen post-punkachtige baspartijen en loodzware industriële percussie maken dit tot een ontzaglijk kippenvel en adrenaline opwekkend geheel, die je voelt drukken op je slapen en stromen door je bloed. Voor het eerst gloort er overigens ook hoop aan het einde van de lange, gitzwarte tunnel. Maar het element van de verrassing is groot met die heen en weer gaande vertragingen en versnellingen en de plotse afslagen, zonder gebruik te maken van richtingaanwijzers. In de slottrack besluiten ze op rustieke, maar beklemmende wijze. Ik vond ze al ontzettend goed, maar dit is een totaal overrompelend meesterwerk.
StringStrang – Waasland (cd, Seja Records /Clear Spot)
Sinds 2010 is StringStrang het audiovisuele ambient/drone project van kunstenaar Jan Kees Helms. Nu start zijn muzikale carrière met bands als Post Mortem, JenJen en Contact T.B.D. en het eigen label Lor Teeps al ergens in de jaren tachtig. Ook lopen de stijlen nogal uiteen, dus vergeet dat vooral bij het beluisteren van de nieuwe cd Waasland, uitgebracht op het innovatieve Seja Records. Hierop vind je drie langgerekte, meditatieve stukken, die ontstaan zijn rondom het overlijden van zijn voormalig partner en de moeder van hun kinderen. Dat is misschien erg persoonlijke informatie, maar het verschaft je inzicht in de sterke emoties die je ervaart. Hij maakt de composities met een elektrische gitaar, Tibetaanse schalen en een lijmtang, waarbij het geheel is opgenomen in zijn eigen huiskamer. Op het eerste gehoor lijken het vrij constante ambientdrones, maar zodra je het volume opschroeft of nog beter de koptelefoon opzet hoor je pas echt goed hoe gelaagd en rijk maar subtiel gedetailleerd de muziek is. Met je ogen dicht krijg je beelden van grijze dampende ochtendlandschappen en duistere nevelen, zeker in het prachtige, loodzware Dead Flowers Alive. Maar soms is het ook dromerig of net zo wazig als je blik wanneer er tranen in je ogen schieten. Je kunt hem ergens plaatsen tussen William Basinski, Stars Of The Lid, Celer en Vidna Obmana. Het aangrijpende geheel is zeer intiem, intens droefgeestig en van een bezinnende pracht.
Susanne Sundfør – Music For People In Trouble (cd, Bella Union/ Sonnet Sound Ltd. / PIAS)
De afgelopen jaren is de Noorse zangeres en toetseniste Susanne Sundfør (vleugel, synthesizers, akoestische gitaar, programmering) voor mij uitgegroeid tot een bijzondere artiest om innig te koesteren, mede door haar wonderschone etherische zang. Een tikje ongrijpbaar en mysterieus, maar telkens weer enigmatisch, innemend en met originele pracht, waarbij ze veelal op uitstekende hulp mag rekenen. Zo ook op haar nieuwste cd Music For People In Trouble, waar John Grant (zang), Gard Nilssen’s Acoustic Unity (drums, percussie, saxofoon, contrabas), Jørgen Træen (synthesizers, contrabas, elektrische gitaar, programmering), Jesse Chandler (fluit, (alt)klarinet) van Midlake, Greg Leisz (pedal steel), Jon Balke (vleugel) en nog een paar op akoestische gitaar en spoken words acte de présence geven. De cd opent op stemmig akoestische wijze. Ach ja, ze zou zo maar eens een meer singer-songwriteralbum kunnen maken. Dat gebeurt echter niet, want al in de derde track gaat ze plotsklaps over naar droefgeestige jazz. Toch past dit helemaal in haar sound. In het prachtige “The Sound Of War” begint ze met natuurgeluiden, om vervolgens weer akoestisch haar weg te vervolgen. Maar ook hier verrast ze andermaal door dit over te laten gaan in haast industriële ambient. Daarna volgt spoken word, elektro-akoestische muziek, nog meer jazz, ambient en ook haar bij de strot grijpende singer-songwritermuziek. Het is al met al allemaal meer verstild en dromeriger maar ook intenser en meer experimenteel dan voorheen. En toch allemaal zeer goed doorwaadbaar. Ze brengt een unieke mix van Lisa Germano, Austra, Jenny Hval, Kate Bush, Anna Von Hausswolff, Talk Talk en Stina Nordenstam. In drie kwartier brengt ze 10 majestueuze songs, die nog lang na blijven echoën. Hoewel haar vorige albums er zeer zeker mogen wezen, is dit met afstand haar beste tot nu toe.
Vlimmer – Randow (cd, Blackjack Illuminist)
De Duitser Alexander Leonard Donat Stöckigt, kortweg ook wel Leonard Donat geheten, is echt een overactieve maar kwalitatief hoogwaardige muzikant. Niet alleen onder zijn eigen naam, maar ook als Fir Cone Children, Feverdreamt, Flight Recorder, Infravoids, Jet Pilot, Leonard Las Vegas en met name Vlimmer. Met dat laatst genoemde project heeft hij een 18-delige serie epees in petto, waar er inmiddels 7 van zijn verschenen. Toch vindt deze bezige bij nog voldoende tijd voor zijprojecten met Vlimmer en enkele andere projecten en runt hij en passent ook nog zijn Blackjack Illuminist label. Alsof Sufjan Stevens van elke staat van de VS een soundtrack maakt, plus parallel daaraan voor elk Europees land ook één, zij het dat hij de eerste belofte al niet waarmaakt. Hoe dan ook, na diverse mini releases eerder dit jaar, komt Vlimmer nu met de soundtrack Randow voor het gelijknamige hoorspel/podcast. Het is in feite zijn eerste langspeler geworden. Hij laat hierop een andere, instrumentale sound horen dan zijn voorgaande releases en had om die reden wellicht ook beter voor een nieuwe projectnaam kunnen kiezen, zij het dat hier dezelfde ijle duistere atmosfeer hangt. Daarbij zijn de 33 nummers van een goede 77 minuten samen wel weer van een ongekend niveau. Vlimmer levert bepaald geen doorsnee soundtrack af, maar een op zichzelf staand werk dat ook zonder hoorspel overeind blijft. Het is een onnavolgbare mix van dark ambient, krautrock, industrial, drones, synthpop en gothic geworden, met her en der stemsamples, die tot de verbeelding weet te spreken. De muziek is meeslepend en biologerend, dikwijls gehuld in spookachtige nevels, een unheimische duisternis en bevreemdende passages. David Lynch zou dit zo in één van zijn producties kunnen gebruiken. IJzersterke dark beauty!
Ludo
Pharoah Sanders – Alles
Mooie uitspraak van Susan Sontag (in parafrase): de moderne kunstliefhebber legt zichzelf graag ‘endurance tests’ op… En daar kunnen wij mee instemmen. Tientallen albums van Pharoah Sanders heb ik de laatste weken gehoord. Eerst grapte ik nog, ‘ik vind ze toch vooral tof als hij niet teveel saxofoon speelt’. Even later was ik compleet van mijn sax-aversie genezen. Toch is het fijnste dat écht alles kan bij Pharoah. Kalimba’s, shakers, funky baslijnen, immer een goeie Brubeck-piano vamp om de white boys binnenboord te houden, plus die scheurende sax natuurlijk, en dan.. JODELEN!?!?!? WTF. Echt badass. Alle poriën open ro(c)kend, alle emoties eruit gezweet. De sixties zijn het wildst (Karma!), maar de bizarre seventies mogen er ook zijn. Soms afgrijselijk, soms geniaal, soms tegelijk. That’s how we like it. In de loop van de jaren begint zijn bewondering van de Heer (ook bij hem JC geheten) wel ietwat te ergeren. Niet zozeer als invloed – ik denk dat je Pharoah best een toegankelijke Coltrane mag noemen, maar ik weet niet of ik een flemerig gezongen ballade wil horen, die iets declameert in de trant van ‘Trane is great, Trane is etc’. Dat voert het fanboy-isme toch wel een tandje te ver. Maar hoor wie ’t zegt… Vanaf de jaren tachtig gaat de jus eraf, al tellen we Africa (natuurlijk Africa, waar ‘our roots’ zijn) nog als een mooi rustig album, bovendien, op alle liveplaten blijft Pharoah ‘en forme’. Dus ik zeg, even tellen, 28 hartjes.
Martijn
Jute Gyte Oviri
Botanist Collective: The Shape of He to Come
Jute Gyte is een eenmansbandje die black metal speelt op een „24tet-gitaar”. Dit betekent microtonaal (en chromatisch), denk aan Harry Partch. Dat klinkt eigenlijk best vals maar black metal moet ook wringen, niet waar? Op Oviri komen wel meer invloeden uit contemporary composition bovendrijven. Het blijft meer fascinatie dan dat ik het echt goed vind. Dan is Botanist een stuk makkelijker te verteren. De hammered dulcimer (i.p.v. gitaar) klinkt prettig en de arrangementen zijn ook uitgebreid met koorzang inmiddels (volgens mij, ik ken ouder werk niet heel goed). Easy listening vergeleken met Oviri (maar ook geen Mort Garson, die ook groene vingers had)
Burhan Çaçan discografie
Nou ja, niet de hele, maar wel diverse albums van begin jaren ’80 tot 2015. Net als superster İbrahim Tatlıses van Koerdische komaf en net zo’n hoge stem en ook een virtuoos. Het mooist in de „uzun hava”, de ritmeloze improvisaties over een (al dan niet ornamented) drone). Zijn werk is grotendeels arabesk, maar op zijn laatste album (Bu Gece) staan ook Koerdische stukken en iets wat meer „Zwarte Zee” klinkt. Z’n stem is wat lager geworden maar het blijft er een die door merg en been gaat.
Kurushimi
Een kolkende, grotendeels geïmproviseerde „sax-y” massa van drone, dub, (free) jazz, prog en hip hop. Dan denk je Bill Laswell en daar doet de muziek van deze Australiërs ook inderdaad aan denken. En God, The Thing, Borbetomagus, noem ze maar op, herrie dus.