De Gouden Eeuw lijkt weer helemaal terug, qua sport althans. Verder laten we Zwarte Piet rusten naast de man die zijn vrouw voor een hoed hield. Wij hebben zonder gekkigheid geprobeerd het goud in de muziek weer voor jullie op te delven, waarvan acte in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Beach House, Laura Cannell, Chloe Charles, Cœur De Pirate, The Declining Winter, Dez Mona, Fenster, Jackson C. Frank, Helen, Insect Ark, Jerusalem In My Heart, Lau Nau, Midas Fall, Rob Moir, Myrkur, Dr. Dre, Myrkur en Homayoun Shajarian.
Jan Willem
Beach House – Depression Cherry (cd, Bella Union)
Beach House bestaat uit het duo Alex Scally en Victoria Legrand. Sinds 2006 hebben deze Amerikanen al vier albums vol droompop, indierock en shoegaze. Hun vorige album Bloom uit 2012 is een bijzonder mooie, al is het allemaal ietwat lichtvoetig en vlak. Zeker als je deze nu tegen Depression Cherry aanhoudt. Nog altijd weten ze dromerige 4ad-sferen, of tegenwoordig mag je ook gewoon Bella Union-sferen zeggen, neer te zetten maar er zit meer venijn, diepgang, emotie en vooral melancholie besloten in hun sound. Ook klinkt niet alles mooi en glad, maar stoppen ze er behoorlijk wat rauwe randen en mysterieuze elementen in. Hun muziek zit hier continu op hoog niveau, maar kent vele uitschieters naar boven. Er zit hier een magische “vibe” in de muziek, waardoor alles klopt en raak is. Zonder twijfel hun allerbeste werk tot nu toe.
Laura Cannell – Beneath Swooping Talons (cd, Front & Follow)
De Britse violiste Laura Cannell laat zich inspireren door zowel traditionele folk als middeleeuwse muziek. De output is over het algemeen experimenteel. Dat doet ze in groepsverband al 10 jaar met Horses Brawl, in samenwerkingsverband met Rhodri Davies, André Bosman en The Owl Service. Ook is ze in de nieuwe formatie Oscilanz te vinden, samen met Ralph Cumbers en de legendarische Charles Hayward. Vorig jaar verschijnt haar prachtige solodebuut Quick Sparrow Over The Black Earth, vol intense kamermuziek, Barokke elementen, drones en folk beïnvloedt door landschappen, tradities en liturgische muziek. Het is buitengemeen intrigerend en wonderschoon. Daar gaat ze onverminderd sterk mee door op haar nieuwe cd Beneath Swooping Talons. Ze weet met hoofdzakelijk vedel, maar ook fluit en dubbelfluit tot de verbeelding sprekende, biologerende stukken te creëren. Het is een tijdloze trip die vele eeuwen geschiedenis in zich herbergt. Tegelijkertijd roept de melancholische muziek een desolaat gevoel op, waarbij je de grootse, ruwe Engelse landschappen voor je ziet. Hoewel ze een eigen geluid heeft doet ze me soms denken aan een mix van Nils Økland, Richard Skelton, United Bible Studies en Hildegard Von Bingen. Laura Cannell weet je even helemaal uit het hier nu te halen, om je in een parallel universum te overladen met verbluffende muziek.
Chloe Charles – With Blindfolds On (cd, Make My Day / Sonic Rendezvous)
De inmiddels 30 jarige Canadese singer-songwriter Chloe Charles presenteert na de mini Little Green Bud (2011) en haar haar overrompelende debuut Break The Balance (2013), die hoog eindigt in mijn TOP20 uit 2013, nu haar tweede album With Blindfolds On. Haar debuut wint overigens twee prijzen in de John Lennon Songwriting Contest. Saillant detail is dat ze de stiefzus van Julian Lennon is, want haar inmiddels overleden vader uit Trinidad En Tobago is na zijn scheiding met haar Canadese moeder hertrouwd met Cynthia Powell, inderdaad de moeder van Julian Lennon en de ex van John. Terug naar de muziek. Chloe’s dubbele achtergrond komt meteen in de openingstrack “Black & White”, een eerbetoon aan haar vader, al naar voren. Ze bezit over een prachtig soulvolle stem en omlijst dat met singer-songwritermuziek aangevuld met soul, pop, rijke orkestraties en trip hop. Hiervoor mag ze rekenen op de steun van vele gasten op strijk- en percussie-instrumenten, piano, gitaar en elektronica. Ze pakt grootser uit dan op haar debuut, maar gaat nergens over de top en weet die heerlijke intimiteit en breekbaarheid van haar vorige album vast te houden. Het toont eens te meer maar aan wat een supertalent Chloe Charles is. Ontroerende, kippenvel opwekkende en oprecht persoonlijke muziek met een boodschap: “stap door het leven met oogkleppen om je angsten te negeren en geniet van alle verrassing die je dan geboden worden”. Als je referenties als Alela Diane, Laura Marling, Nancy Elizabeth, Joanna Newsom, Cat Power, Natalie Merchant, Louise Rhodes, Portishead, Nick Drake, Sade, Billy Holiday, Etta James, Tracy Chapman, Amy Winehouse en Neneh Cherry in één adem achter je naam kunt zetten, mag je gerust spreken over een verrassende artieste van wereldformaat. Een subliem album om blind aan te schaffen!
30 september 2015 staat ze in de Amsterdamse Paradiso.
Cœur De Pirate – Roses (cd, Dare To Care)
De Canadese Béatrice Martin is een bijzonder mooi zuchtmeisje en beschikt over een verleidelijke stem. Een ontwapend stemgeluid -in het Frans- dat ze meestal laat landen op bitterzoete muziek. Naast haar twee reguliere albums, heeft ze inmiddels ook twee soundtracks op haar naam staan. Nu is er eindelijk haar derde album Roses. Het is allemaal nog meer naar de popmuziek opgeschoven. Soms echt mierzoet, maar ach ik toch geen best gebit. Toch zijn de songs ijzersterk en qua productie ook in goede handen bij Rob Ellis (PJ Harvey) en Björn Yttling (Peter Bjorn And John). Ze laat op sommige momenten ook meer een geluid à la CocoRosie en Emiliana Torrini horen, zij het veel zwoeler. Naast Ellis krijgt Béatrice (zang, piano, keyboards) ook ruggensteun van een leger aan gasten op strijkinstrumenten, zang, drums, piano en gitaar. Onder hen ook Ben Christophers. Ze zingt vaker in het Engels en in één song is ook de rapper Allan Kingdom (TheStand4rd) te horen. Het valt te prijzen dat ze zichzelf oplegt om andere muziek te maken, maar dat het minder Frans is vind ik wel jammer (hoor het verschil maar eens tussen beide versies van haar single “Carry On” of “Oublie-Moi”). Maar ik mag eigenlijk niet klagen, want haar fraai georkestreerde songs blijven wonderschoon, lekker en nog altijd heerlijk melancholisch.
The Declining Winter – Home For Lost Souls (cd, Home Assembly Music)
Eén van de meest invloedrijke Britse folk/IDM/postrockbands Hood besluit in 2004 om de band op een laag pitje te zetten om hun diverse soloprojecten een kans te geven. Inmiddels lijkt het met de succesvolle projecten van de diverse (ex)leden (Gareth S. Brown, The Boats, The Remote Viewer, The Sea, The Seaman And The Tattered Sail, The Declining Winter) zo goed te gaan, dat een reünie ver weg lijkt. The Declining Winter is inmiddels ook een vaste waarde geworden door Hood-lid Richard Adams (tevens Memory Drawnings). Richard richt zich op sfeervolle post-rock met ambient, neoklassiek en experimentele elektronica. Met Home For Lost Souls zit hij dichterbij Hood dan ooit. Die heerlijk melancholische landerigheid van weleer is weer helemaal terug, mede door de vele gasten die hun bijdrage leveren. En dat alles aangevuld met hetgeen ze in andere groepen hebben opgedoken. De cd, die eerder als lp is verschenen, wordt aangevuld met de ep The Waning Mill Chronicles en twee extra tracks. In totaal leveren ze 21 nummers die zo’n 74 minuten muzikaal plezier opleveren. Een overrompelende terugkeer van vorm, inhoud en schoonheid!
Dez Mona – Origin (cd, Majestic / Caroline Benelux)
Dez Mona is de eigenzinnige Belgische band rond de enigmatische zanger Gregory Frateur, die keer op keer zichzelf opnieuw uit proberen te vinden. Ze maken in feite een soort avant-pop, maar wijken ook uit naar opera, jazz en rock en gebruiken daarbij ook allerhande theatrale elementen. Je merkte op de vorige albums ook wel dat ze van alles hebben geprobeerd om een breder publiek te bereiken, hetgeen ze ook wel verdienen. Dat zonder zichzelf te verloochenen trouwens. Toch klinkt hun nieuwe cd Origin weer meer als een terugkeer naar de basis (what’s in a title?) en is alles wat avontuurlijker. Frateur (zang, piano) wordt vergezeld door (contra)bassist/toetsenist Nicolas Rombouts (tevens beats), accordeonist Roel Van Camp (DAAU), drummer Steven Cassiers (Dans Dans), gitarist/violist/trombonist Tijs Delbeke (Louisa’s Daughter, Roosbeef), gitarist Sjoerd Bruil (Gruppo Di Pawlowski, Sukilove) plus gasten op piano, Rhodes, viool en programmering. Een indrukwekkende line-up. De muziek is er dan ook naar. De emotioneel geladen, typische hoge zang vervult weer een hoofdrol, maar de muzikale omlijsting is eveneens bijzonder fraai en veelal ook droefgeestig en ingetogen. De theatrale stukken zijn kunstzinniger en de popmuziek omarmt ook industriële elementen. Hierdoor weten ze op weergaloze wijze spannende pop aan de man te brengen. Een origineel alternatief!
Fenster – Emocean (Original Motion Picture Soundtrack) (cd, Morr Music / Konkurrent)
Fenster is een prettig gestoord duo uit Berlijn, dat bestaat uit de Amerkaanse ex-pat JJ Weihl (zang, bas, synthesizer, gitaar, klokkenspel, banjo, percussie) en de Poolse ex-pat Jonathan Jarzyna (zang, gitaar, synthesizer, bas, percussie, banjo, citer). De bandnaam kiezen ze ook nadat er een schuifraam op JJ’s hoofd is gevallen. Ik bedoel maar. Na twee albums vol 70-er jaren folk, spacy synthpop, droompop en indiepop besluiten ze om een soundtrack te maken voor hun eigen denkbeeldige sci-fi film, geproduceerd door E.T. himself. Toch trekken ze op Emocean de prettige lijn van hun vorige albums door en brengen weer die lekker psychedelische mix aan stijlen, waarop je soms zelfs een dansje kunt wagen. Dat mede door de funky benadering van de songs. Je moet ze ergens plaatsen tussen de Residents, Yello, Broadcast, Daft Punk, Wildbirds & Peacedrums, Future 3 en Air, met hier en daar een Afrikaans tintje. Heerlijk derde album.
Luister Online:
Emocean (albumsnippers)
Jackson C. Frank – The Complete Recordings (3cd, Ba Da Bing / Konkurrent)
De Amerikaanse singer-songwriter Jackson C. Frank (1943-1999) zou minstens zo’n status moeten hebben als Nick Drake, die overigens ook tijdens zijn leven geen succes kende. Frank is nog steeds bij vele mensen een onbekende. Toch is zijn debuut uit 1965 door Paul Simon opgenomen en werkt hij tevens met Al Stewart, zij het achter schermen, want anders kon hij door zijn verlegenheid niet spelen. Vele artiesten zoals Simon & Garfunkel, Nick Drake, Sandy Denny van Fairport Convention (zijn ex), Bert Jansch en later ook Fleet Foxes, Laura Marling, Mark Lanegan, Counting Crows en The Decemberists dragen of droegen hem op handen. Toch verloopt zijn leven tragisch (zie Wikipedia) en hij raakt uit het zicht van de grote media. Dat terwijl zijn Nick Drake-achtige singer-songwritergeluid misschien wel het beste is wat je op dat gebied kunt vinden. Ik heb jarenlang al zijn debuut in de kast staan, meer was er ook niet echt te krijgen. Maar naast zijn debuut is er nog een single en zijn er diverse sessies (Mekeel, Shotwell, Peel, Rude, Anderson en Howell Sessions) en nog wat vroegere opnames voorhanden, met vaak ook nieuwe songs en door hem gespeelde traditionele muziek. Ba Da Bing heeft dit alles nu verzameld op The Complete Recordings, drie cd’s met bij elkaar 67 nummers. Niet alles is even fraai qua opnamekwaliteit, maar de urgentie van deze muziek spat er vanaf. Luister alleen maar eens naar de klassiekers “Blues Run The Game” en “Milk And Honey” en je bent geheid verkocht. De held die nooit een held mocht worden.
Helen – The Original Faces (cd, Kranky)
Liz Harris is wellicht het meest bekend van Grouper, maar ze houdt er nogal wat groepen op na. Zo is ze ook te vinden in Slow Walkers (met Lawrence English), Badgerlore (met Rob Fisk, Tom Carter, Ben Chasny en Pete Swanson), Mirrorring (met Jesy Fortino), Visitor (met Ilyas Ahmed) en Raum (met Jefre Cantu-Ledesma). Daar kan best nog een groep bij. Samen met Jed Bindeman (Eternal Tapestry, Rattledick, Heavy Winged) en Scott Simmons (Eat Skull, Sun Supreme) vormt ze Helen, schijnbaar vernoemd naar hun achtergrondzangeres. Hoe dan ook maakt het trio op hun debuut The Original Faces een flink bak herrie. Deze maken ze door een gruizige en pakkende kruisbestuiving van shoegaze, noise, droompop en wave neer te zetten. De zang van Harris blijft echter heerlijk etherisch, zoals altijd, waardoor dit een mooi contrast vormt met de muziek. Veel belangrijker nog is dat het allemaal zo ontzettend goed is. Denk daarbij aan een caleidoscopische mix van Lush, Medicine, The Jesus And Mary Chain, Telescopes, Joy Division en oude Kranky groepen als Dadamah, Magnog en The Spiny Anteaters. Ze lopen hiermee aardig uit de pas op het hedendaagse prestigieuze Kranky label, maar dat maakt met deze klasbakken natuurlijk niets uit.
Insect Ark – Portal / Well (cd, Autumnsongs)
Zangeres/bassiste Dana Schechter is een graag geziene gast bij The Angels Of Light, Gift Horse, American Music Club, Botanica, Bertrand Burgalat, Tarnation, April March, Keren Ann, Stephan Eicher, Enablers en Toby Dammit. Van altcountry en folkrock tot pop-, post- en progrock. Daarnaast houdt er al jaren haar band Bee And Flower op na, waamee ze fraaie indie- en postrock mee maakt. Vanaf 2012 opereert ze ook onder de naam Insect Ark. Ze heeft een 7” en een 10” uitgebracht, die vol experimentele doom en drones staan. Zo duister hadden we het van haar nog niet gegeten. Nu komt ze, gewapend met een sampler, lapsteel, keyboard en heel wat bas, met haar volledige debuut Portal / Well aanzetten. Ze brengt imponerende duistere klanklandschappen vol drones, industrial, noise, dark ambient en experimenten die zich presenteren als een bloedstollende thriller dan wel film noir. Denk aan een instrumentale kruisbestuiving van Phylr, Godflesh, Swans, Bohren Und Der Club Of Gore, Locrian, Set Fire To Flames en Dirk Serries. Bij de strot grijpend tot de allerlaatste seconde. Een meesterlijke black beauty.
Jerusalem In My Heart – If He Dies, If If If If If If If (cd, Constellation / Konkurrrent)
Jerusalem In My Heart is de nom de plume van de in Libanon geboren producer/muzikant Radwan Ghazi Moumneh, die inmiddels een belangrijke factor in de muziekscene van Montréal is. Niet alleen is hij mede-eigenaar van de invloedrijke studio Hotel2Tango, waar vrijwel alle Constellation artiesten en tevens die van Alien8 hun albums opnemen, ook neemt hij als geluidsman daar zelf menig werk van andere artiesten op (Matana Roberts, Aids Wolf, Eric Chenaux, Ought). Daarnaast maakt hij deel uit van veelal experimentele gezelschappen als The Black Hand, Ire, Pas Chic Chic, de hardcoreband The Cursed en Sam Shalabi’s band Land Of Kush. Een paar keer per jaar keert hij terug naar Beirut en maakt dan deel uit van de experimentele muziekscene aldaar. Zijn eerste album Mo7it Al-Mo7it (2013) is een meesterlijke en genreoverstijgende mix van Oriënt, Oxident en experiment. Dit jaar verschijnt er ook een geweldig samenwerkingsverband met Suuns. Nu komt hij met If He Dies, If If If If If If If. Hij brengt een bevreemdende mix van Arabische pop en experimentele muziek, waarbij zijn zang dikwijls door merg en been gaat; zo mooi, krachtig en gepassioneerd. De muzikale omlijsting gaat van ney tot drone, al dan niet hand in hand. Er is niet echt een vinger te leggen op deze brede smeltkroes van wereldmuziek en avant-garde, behalve dat deze ontzettend betoverend, bezwerend en noodzakelijk is. Moumneh heeft wederom een volslagen geniaal unicum afgeleverd.
Lau Nau – Hem. Någonstans (cd, Fonal)
Chamellows, Hertta Lussu Ässä, Kiila, Maailma, Päivänsäde, Roope And The Rockets en Lau Nau zijn allen projecten waar je de Finse Laura Naukkarinen kunt terugvinden. De laatst genoemde is haar soloproject, waarmee ze al 4 albums heeft gemaakt vol wonderschone rare meisjesmuziek. Nu heeft ze de soundtrack geschreven voor de flim Hem. Någonstans (Thuis. Ergens) van Lotta Petronella. Ze verlaat hiervoor de meer (freak) folk gerelateerde muziek en begeeft zich met haar hier hoofdzakelijk instrumentale muziek tussen de neoklassiek, experimentele muziek en drones. Ik ken de film niet, maar het zal geen vrolijke zijn. De muziek is namelijk duister, zeer droefgeestig en mysterieus en weet ook zonder beeld, want die ken ik immers niet, stand te houden. Sterker nog, het is één overrompelende emotionele trip, die het beste naar boven haalt van Matti Bye, Hilmar Örn Hilmarsson, Nick Cave & Warren Ellis, Stars Of The Lid en Richard Skelton. Tja, mooier kan ik het niet maken.
Midas Fall – The Menagerie Inside (cd, Monotreme / Konkurrent)
Op het Britse kwaliteitslabel Monotreme verschijnt met enige regelmaat muziek van bijzondere bands, waarbij de genres uiteenlopen van bevreemdende pop, toytronica en altcountry tot metal, wave, postrock en totaal geflipte muziek. De Schotse groep Midas Fall debuteert in 2010 op het label. Ze combineren op bijzondere wijze alternatieve rock met postrock en lengen dat aan met delen new wave, gothic, pop, donkere elektronica en ambient. Daarbij krijg je afwisselend zwoel jazzy, jagende of melancholisch, licht dramatische zang van de innemende Elizabeth Heaton, die tevens gitaar en synthesizers speelt. Naast haar zijn het tegenwoordig Rowan Burn (gitaar, piano), Steven Pellatt (drums, percussie) en Chris Holland (bas) die de boel fijn melancholisch inkleuren. Inmiddels hebben ze twee albums en twee mini’s uitgebracht. The Menagerie Inside is hun derde cd, waarop ze verder gaan met waar ze goed in zijn. Dat wil zeggen 4ad-achtige atmosferen koppelen aan shoegaze, post- en alternatieve rock plus elementen uit de eerder genoemde nummers. Daarbij laten ze aan de ene kant hun spierballen zien, maar blijft het toch altijd breekbaar en emotioneel. Ze weten een mooie hybride van 65daysofstatic, Aereogramme, The Gathering, Opium Den, Cocteau Twins, A Perfect Circle en Ben Christophers te presenteren. Krachtige pracht!
Rob Moir – Adventure Handbook (cd, Make My Day / Sonic Rendezvous)
Rob Moir (ex-Dead Letter Dept., Marilyn’s Vitamins, The Stiffs) is een Canadese zanger/gitarist en punk poëet. Hij heeft samen met diverse gasten inmiddels het album Places To Die (2013) gemaakt, dat ergens tussen de folkrock en alternatieve rock landt. Daarbij zijn de bijtende en gevatte teksten van Moir een opvallend gegeven. Nu presenteert hij zijn tweede cd Adventure Handbook. Samen met een gitarist, bassist, drummer en accordeonist trekken ze de lijn van zijn debuut door, zij het dat ze grootser uitpakken. Moir brengt oprechte, spitsvondige teksten die omlijst worden door pakkende folkrock, indiepop en alternatieve rock. De ene keer pakt dat wat harder uit en op andere momenten brengt hij nummers vol bezinning, maar altijd zit er een urgentie en intense emotie achter. Dat de muziek dan soms wat minder origineel is, wordt daarmee meer dan goed gemaakt. Hij roept bij mij de betere herinneringen aan Billy Bragg, Sugar, The Blue Aeroplanes, Wilco en The Replacements op. Daar kan je toch goed mee voor de dag komen. Sterke songs die je niet snel zult vergeten.
Myrkur – M (cd, Relapse)
Metalpuristen zullen het waarschijnlijk niets vinden. Liefhebbers van de zogeheten “heavenly voices” haken als het hard misschien ook wel af, maar wat was ik onder de indruk van Myrkur’s gelijknamige mini vorig jaar. Amalie Bruun (piano, gitaar, zang), want zo heet ze in het eggie, heeft onder haar eigen naam ook al indie pop en met Ex Cops shoegaze gemaakt. Met Myrkur brengt ze black metal, industriële ambient en klassiek getinte muziek bij elkaar. Een valkuil voor Myrkur zou kunnen zijn als de muziek steeds van etherisch naar smerig hard zou gaan, maar zoals blijkt nu uit haar volledige debuut M weet ze dat moeiteloos te omzeilen. Ze krijgt productionele en instrumentale (bas, elektrische en akoestische gitaren, (Hardanger) viool, drums, hoorn, tuba) hulp van leden van onder meer Ulver, Mayhem en Arch Enemy plus de klasse violist Ole-Henrik Moe, die zorgen voor een bijzondere inkleuring van het geheel. Ze laveert van etherische stukken inclusief hemelse zang naar woeste metal met grunting en al. Daartussen zitten ook meer ambientgerichte stukken. Ze scheidt de genres nog wel eens, hetgeen er mede voor zorgt dat het een heel album lang verrassend en intrigerend blijft. Door de lichte en duistere werelden bij elkaar te brengen zorgt niet alleen voor een origineel geluid, het is ook echt magistraal. Kracht en pracht; ze is de beauty en het beast. \M/
Martijn
Dr. Dre Compton
En toen was er ineens een nieuwe Dre. Geen Detox, die ligt in de prullenbak en net als destijds bij 2001 moet je je verwachtingen snel naar diezelfde lokatie verhuizen. Compton klinkt namelijk wederom heel anders. Heel modern maar wel als vanouds met een leger aan gasten. Hoewel er oude bekenden tussen zitten (Snoop, Em, DJ Premier) ook heel veel jongere helden, waaronder Kendrick Lamar en Anderson .Paak. Van volwassen worden wil ik ’m niet beschuldigen maar tussen alle stoere praat kan het niet anders dat vijftiger Dre er ook een behoorlijk de neus van vol heeft dat er niks veranderd is sinds Straight Outta Compton (het N.W.A.-album). Zo sijpelt er af en toe politiek tussendoor en zelfs wat persoonlijke bespiegelingen, met name in afsluiter Talking To My Diary. Zo doet hij het niet erg vaak, maar áls de dokter iets dropt is het wel een klassieker.
Myrkur M
Scenesters haten op Myrkur. De Deens/Amerikaanse Amalie Bruun is namelijk fotomodel, bezig met indierock en je moet al helemaal niet meezingen met rappers, da’s verdacht voor puristische black metallers. Maar luister eens met je oren, zoals ex-Subber Thijs altijd zegt, en je hoort een hele fijne black metalplaat die verdomd fijn voortborduurt op Ulvers Bergtatt uit 1996. De video hieronder is zelfs een regelrechte hommage te noemen. Maar Bruun heeft meer te bieden enbijgestaan door onder andere Kris Rygg (produktie) en Håvard Jørgensen (akoestische gitaar) klinkt M vet, soms dromerig en etherisch en even later fel en gemeen. Smack me and call me hipster, M is gewoon een vette plaat.
همایون شجریان مستور و مست (The Occult and the Intoxicated)
Een nieuwe Homayoun Shajarian-album is altijd goed nieuws. Voor dit album voorziet hij de bombastische orkestraties van Jano Baghoumian van zijn hemelschreiende vocalen en net als het ook al rijkelijk gearrangeerde album Neither Angel nor Devil met Tahmoures Pournazeri is het resultaat hartverscheurend. In de handen van veel anderen zou dit kitsch zijn, maar na een paar albums ontdekt te hebben dit jaar kan ik wel stellen dat ik fan ben en ik heb geen problemen met deze zoetigheid.