Het is niet te vatten dat er vandaag de dag nog steeds stenigingen bestaan. Of een kabinetsformatie zoals nu. Of een Joran van der Sloot. Gelukkig zijn er altijd nog onze eigentijdse, zachtaardige en oprechte lijstjes uit het:
We luisterden naar: Supersilent, Fu Manchu (2x), Celer, Yui Onodera And The Beautiful Schizophonic, Sophie Hutchings, Peter Broderick, Supersilent, Dungen, Tamaryn, Black Mountain, Tweak Bird, Cherry Ghost, Nicholas Szczepanik en Ecstatic Music of the Jemaa El Fna.
Supersilent – 10
Met 8 blijf ik wat moeite hebben, 9 is heel mooi maar even ontoegankelijk, maar 10 is voltreffer waar ik sinds 6 en 7 op zit te wachten. Improv, ambient, elektro-akoestiek, van dissonant naar mooi harmonieus en weer terug, van bijna-stilte naar haast neo-klassiek. Wat een pracht. En nu ook nog goed behapbaar want 12 nummers in 42 minuten is voor Supersilent begrippen ongekend compact. De verwachtingen voor nummer 11 zijn dan ook erg hoog – eind deze maand op vinyl en vinyl alleen – maar grote kans dat ze dan weer een andere kant gaan. Wat eigenlijk alleen maar leuk is.
Fu Manchu – The Action Is Go
Fu Manchu – We Must Obey!
Eigenlijk veel beter dan In Search Of…. Minder die archetypische stonerrock chuggawugga ritmes en vuiligheid, wel veeeeel strakker – plus bijpassende betere producties -, zwaarder, directer, met duidelijk hoorbaar die hardcore achtergrond. Op The Action Is Go wordt ook besloten met een snoeiharde SSD cover ‘Nothing Done’, hoewel het toch vreemd overkomt na de psychedelische uitsmijter ‘Saturn III’. Fu Manchu is trouwens goed in covers: ‘Godzilla’ van Blue Öyster Cult, ‘Jailbreak’ van Thin Lizzy, ‘Moving In Stereo’ van The Cars, nummers van Devo, Black Flag. Blijft een erg coole band. Hoop dat ze naar Roadburn 2011 komen!
Celer – Panoramic Dreams Bathed In Seldomness (cd, Basses Frequences)
Celer is en blijft zoals het lijkt bestaan uit het duo Will Long en Danielle Baquet-Long, waarvan de laatste vorig jaar helaas op 26-jarige leeftijd is overleden. Maar ze hebben zo ontzettend veel gemaakt dat er maar releases van hun hand blijven komen; het Muslimgauze-effect. Overigens klinkt de eerste van de 4 lange tracks ook alsof Muslimgauze desolate ambient is gaan maken. Veldopnames (uit Pakistan, India, Nepal, San Francisco) worden gecombineerd met ney, cello, stem (onhoorbaar), viool, elektronica, orgel en piano. Ze gieten op zorgvuldige en zachte wijze hun neoklassiek, drones en Oosterse veldopnames in een ambientachtige mal. Het is van een ongekende droefgeestigheid en laat je heerlijk wegdromen. Toch is de muziek gedetailleerde en meer in beweging dan ooit. Denk aan Stars Of The Lid, Seasons (Pre-din), Jasper TX, Deaf Center en Thomas Köner. Ongelooflijk mooi! Misschien wel de allermooiste tot nu toe.
Luister Online bij Myspace:
Who Feels Like Me, Who Wants Like Me, Who Doubts Any Good Will Come Of This
MP3:
How Dear This Ear Of Reason, Beneath The Backlit Sun (snipper)
Yui Onodera And The Beautiful Schizophonic – Radiance (cd, Basses Frequences)
Nog een release op het fijne experimentele (ambient/drone) label Basses Frequences. Ditmaal een Japans-Portugees onderonsje en een hoesontwerp van Danielle Baquet-Long (Celer). Yui bedient de laptop, elektronica, piano, stem, gitaar en gevonden objecten en levert veldopnames. Jorge Mantas (TBS) brengt de sentimentele laptop, papier, metaal, glas, roze ballonnen en melancholische veldopnames (kom er maar op). Het levert in ieder geval schitterende klanklandschappen op vol ambient, warme drones, lichte experimenten en veldopnames. Het organische geheel sleept je moeiteloos mee naar warme, desolate plekken. Breekbaar en wonderschoon.
MP3:
Urban Form (snipper)
Sophie Hutchings – Becalmed (cd, Preservation)
En alweer een nieuwe en bovenal prachtige loot aan de tak van het Preservation label, dat al diverse prachtplaten de wereld in heeft gebracht die dikwijls uit neoklassieke vaatjes tappen. Sophie Hutchings doet dat ook. Ze brengt vooral intense pianostukken, her en der aangevuld of afgewisseld met orgel en zang. Haar gasten kleuren de droefgeestige stukken nog eens prachtig in met viool, cello, zaag, gitaar en percussie-instrumenten. Het werk is een mengelmoes van Richard Skelton, Peter Broderick, Max Richter, Nils Frahm, Dustin O’Halloran en Rafael Anton Irisarri. Een kruisbestuiving van ambient, pianomuziek en neoklassiek. Wonderschoon, melancholisch en verstild album.
Luister Online bij Myspace:
Toby Lee / After Most / Sunlight Zone
Peter Broderick – How They Are (cd, Hush)
De jonge en veelzijdige Peter Broderick werkt aan de opvolger van zijn Home album, maar kan het niet laten om tussendoor werk met een andere insteek aan de wereld te laten horen. How They Are is opgenomen in één dag en zonder aanvullende bewerkingen. De enige instrumenten zijn piano, gitaar en zijn stem. Op deze pure manier komen de composities van de Deen misschien wel het beste tot zijn recht. De minimale pianoklanken zijn intuïtief aangeslagen door iemand met veel talent, zo is te horen. Broderick’s softe, hemelse timbre is eigenlijk het enige wat verder op de voorgrond treedt. Dat mist zijn uitwerking niet.
Supersilent – 10 (cd, Rune Grammofon)
Nog meer piano. Voor het eerst speelt dit instrument een grote rol in het Noorse jazzcollectief Supersilent, op album nummer tien alweer. Supersilent valt wederom niet in herhaling zonder dat je het kenmerkende zweverige en experimentele geluid gaat missen. Er is duidelijk gekozen voor meer “muziek” dan op de laatste twee platen en laat daarom minder te fantaseren over voor de luisteraar. De vleugel is echter wel een welkome aanvulling, welke de elektronische texturen naar de achtergrond dwingt. 10 is daarom misschien wel het meest akoestische album tot nu toe. Het laat een nieuwe, ijzersterkte kant zien van Supersilent.
Dungen – Skit I Allt (cd, Mexican Summer)
Tamaryn – The Waves (cd, Mexican Summer)
Twee goed te pruimen nieuwe releases van het Mexican Summer label, dat zich ondanks de gehanteerde hoge prijzen tot m’n favoriete labels mag rekenen. De titel van het zesde album van Dungen betekent “Fuck All” maar opgefokt kun je de muziek van de Zweden niet noemen. Sterker nog: de jaren zeventig psychedelica lijkt met ieder album lomer en meer relaxt te worden. De scherpe rand is uiteraard gebleven, waardoor je tijdens het luisteren niet zomaar in slaap sukkelt. Ook een ontspannen plaat is The Waves van Tamaryn, dat lichte shoegaze combineert met de druggy droompop van bijvoorbeeld Memoryhouse. De dame hierachter kreeg hulp van Rex John Shelverton, misschien bekend van Portraits of Past, Vue of Bellavista. Naar eigen zeggen is een deel van de inspiratie voor dit album verkregen door haar werk in het kantoor van een psychiater. Tamaryn is daarom iets te vreemd voor echte popmuziek, maar daarom niet minder lekker.
Black Mountain – Wilderness Heart (cd, Jagjaguwar)
Tweak Bird – Tweak Bird (cd, Souterrain Transmissions)
Het derde album van het Canadese spacerockensemble Black Mountain klinkt in de eerste instantie wat kaler dan voorganger In The Future. Er is meer ruimte voor folk en jaren 70 psychedelica en de band gaat daardoor een beetje de kant op van het succesvolle zijproject Lightning Dust. Een beetje ja, want zoals de cover doet vermoeden is er genoeg venijn te vinden. Let Spirits Ride zou zo op een Led Zeppelin album kunnen staan, bijvoorbeeld. Voor prettig gestoorde stonerrock kun je ook bij Tweak Bird terecht. De twee broers combineren harde, slepende rock met allerlei gekkigheid en psychedelica. Alsof de muziek van Queens Of The Stone Age nog wat genotsmiddelen nodig heeft. Maar wat Tweak Bird vooral doet is beuken en grooven. Dat alleen al tovert een brede glimlach op mijn gezicht. Geinig detail van de vinyl uitgave: geeft licht in het donker.
Cherry Ghost – Beneath This Burning Shoreline
Raadselachtig toch, hoe merkwaardige (wellicht zelfs onoriginele) variaties op het bekende toch weer als bijzonder, nieuw en fris kunnen aanvoelen. De Britse groep Cherry Ghost combineert hier Elbow met The National en het doet me meer dan High Violet of The Seldom Seen Kid. Perfect trio tracks dat het album afsluit. Favoriet Luddite dreint duister door, Diamond In The Grind is sentimenteel melancholisch met een gruizige beat en Strays At The Ice Pond is de mahoniehouten instrumentele ‘after thought’.
Nicholas Szczepanik Please Stop Loving Me
Het vorige album, Dear Dad, was erg goed maar ook wel emotioneel zwaar. De relatie van Nick en zijn vader leek in ieder geval niet altijd even prettig te zijn geweest en dat zal niks te maken hebben met de geplunderde postzegelverzameling voor het artwork. Please Stop Loving Me is ook lang maar compleet anders. Een ambient drone, hemels zelfs, die plechtig naar een pastoraal en berustend einde vloeit. Denk aan Celer en Stars Of The Lid of zijn eigen A Stillness Rarely Seen.
Ecstatic Music of the Jemaa El Fna
De dvd was al heel lang uit en die verzandde soms een beetje in plaatjes draaien, wat een beetje langdradig werd. De lp is echter geweldig. Van banjo’s en ouds worden worden ware scheurijzers gemaakt om nummers van bijvoorbeeld Nass el Ghiwane ongekend rauw te vertolken. Jemaa el Fna mag een toeristentrekpleister zijn, dit is geenszins zoeter gemaakt om westerse oortjes te plezieren. Hoewel het door al die vervorming grappig genoeg wel weer makkelijker appelleert aan de liefhebbers van ruiger werk.