Storm, pepernoten en veel regen, dan moet het wel zomer wezen. Niets van dat alles, behalve veel noten, in het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Los Bitchos, Avi C. Engel, Fontaines D.C., The Interlaken Tapes en Lars Bech Pilgaard.
Jan Willem
Los Bitchos – Talkie Talkie (cd, City Slang / Konkurrent)
Het Londense kwartet, voorheen kwintet, Los Bitchos gooide hoge ogen met hun debuut Let The Festivities Begin!. Ze produceren een soort retro-futuristische muziek, waarbij ze invloeden vanuit de hele wereld lijken te incorporeren in hun pakkende, verleidelijke sound. Dat past ook wel bij de roots van de diverse leden, die liggen in Groot-Brittannië, Australië, Turkije, Uruguay en Zweden. De groep bestaat naast kopvrouw Serra Petale (zang, gitaren, percussie), die eerder deel uitmaakte van de Australische bands Admiral Sir Cloudesley en Kid Wave, uit Josefine Jonsson (bas, zang), Augustina Ruiz (orgel, synthesizers) en Nic Crawshaw (drums, percussie). Allen dragen een duit bij aan het handgeklap, stompen en zingen; dat laatste blijft wel een beetje op de achtergrond. Ze komen nu met hun tweede album Talkie Talkie, dat net als de vorige bestaat uit psychedelische getinte muziek, die door genres als rock, surf, Latin, ska, pop, funk, wereldmuziek en combinaties ervan gaat. Het is voor een groot deel weer instrumentaal maar veelzeggend. En zo aanstekelijk en lekker, maar ook anders. Je staat cocktails te drinken onder een palmboom in de zon in hartje Londen, uitkijkend op beregende straten die geplaveid zijn in het verleden maar je voeren middels zwevende auto’s naar de toekomst. Uiterst geschikt voor de liefhebbers van onder meer Khruangbin, La Luz en Altın Gün. Heerlijk en bepaald geen moeilijk tweede album!
Avi C. Engel – Strangling Vine (mcd, Elephant Shrew Editions)
Dit jaar heb ik voor het eerst geschreven over Avi C. Engel, de nieuwe artiestennaam van de Canadese muzikant Clara Engel, die beter aansluit bij hun non-binaire identiteit. Ik zal dit er niet elke keer bij zetten, maar het geeft duidelijkheid in wat voor muziek er verwacht kan worden. Die bestaat namelijk nog altijd uit een mix van apocalyptische folk, gothic folk, experimentele muziek, drones en 4AD-achtige droompop, die onverminderd melancholisch is. In feite is het één lange songcyclus, waar je steeds in een volgende wagon van een eindeloze trein stapt; telkens herkenbaar en toch net weer anders. Het eerste album onder deze naam, Too Many Sould, was ook een machtig mooi album. Daar verschijnt nu een vervolg op in de vorm van de mini cd Strangling Vine, waarvan slechts 50 stuks zijn gemaakt, dus haastige spoed is weer eens goed. Het is niet in dezelfde sessie als het vorige album gemaakt, maar toen een ander project nog even in de week lag. In een goede 26 minuten brengt Engel 5 tracks, die naast zang met 4-snarige sigaardoos, gitaar, akoestische gitaar, gudok (oud Oost-Slavisch snaarinstrument, meestal met drie snaren en bespeeld met een strijkstok), talharpa (soort lier), ukelele en percussie aangevlogen worden; ook de artwork is van eigen hand. Het levert intense songs op, waarbij de zang, die ergens tussen Nico en Jarboe zit, indringende mantra’s zijn en door de herhaling heel krachtig worden. Voor de rest is de output fluweelzacht en sober, zij het vervuld van droefheid, ingrijpende emoties en diepgravende schoonheid. Wat een heerlijk kleinood!
Fontaines D.C. – Romance (cd, XL Recordings)
Na het tussendoortje van frontman Grian Chatten vorig jaar, het debuutalbum Chaos For The Fly, keert de Ierse formatie Fontaines D.C. terug met het vierde album Romance. De cover doet werkelijk pijn aan je ogen en doet het ergste vermoeden. Gelukkig valt dat reuze mee als je het album opzet. De band, die in een dronken bui in 2014 is opgericht als een soort punkversie van de Beatles, heeft grote sprongen gemaakt. Wat ze steeds kenmerkte was toch wel het brutale en ietwat tegendraadse geluid, waarbij ze er toch hit voor de alternatieve dansvloeren wisten uit te persen. Het solowerk liet eerder een wat gladder geluid horen, wat ze deels hebben overgenomen op dit nieuwe album. Je mist die lekkere tegen de schenen schoppende sound met dat platte, recht voor je smoel Ierse accent. Het is allemaal wat mooier gemaakt, mede door veel strijkarrangementen. Aan de andere kant valt het te prijzen dat ze niet hetzelfde kunstje herhalen. Zal je altijd zien, doen ze hetzelfde is het niet goed en als ze het anders doen ook niet. Daar zit mijn bezwaar ook niet, het is meer de attitude die zich hier openstelt voor een breder publiek. Maar ook daar kan je ze geen ongelijk in geven, want ze bulken werkelijk van het talent om ijzersterke en grootse songs te schrijven. In “Starburster” hoor je nog de oude vorm terug, maar de rest lijkt een start voor een meer nieuwe koers, waarin soms zelfs wat shoegaze en droompop geluiden opduiken. Begrijp me niet verkeerd, dat vind ik nog altijd van een ontzaglijk hoog niveau met mooie songs, maar hun in mijn jaarlijst eindigende Skinty Fia (2022) benaderen ze voor mij niet. Het blijft een beetje muggenziften onder een vergrootglas, maar dat krijg je als je een bepaald level hebt bereikt. Slotconclusie: sterk, vierde album dat zeker een aanvulling is op hun eerdere drie werken.
The Interlaken Tapes – The Interlaken Tapes (cdep, Platiruma!!!)
De Duitse elektronische muziek producer Gorden Spangardt laat op nogal verschillende wijze van zich horen. Zo maakt hij als GRDN. een aantal epees vol deep house. Nu is hij terug met zijn soloproject The Interlaken Tapes, waarvan de gelijknamige ep is verschenen. Hierop maakt hij lekkere cocktails van indierock, jangle pop en elektronische geluiden. Dat doet hij in de shaker met wat lekkere lo-fi, krautrock, shoegaze en postpunk toppings. Na flink schudden heeft dat 6 uiterst smakelijk dampende songs opgeleverd, waarbij hij op bitterzoete wijze zingt. Het zijn authentieke nummers geworden, maar toch kom je ook veel referenties tegen. Deze zijn echter zo goed verpakt dat je het ook weer niet direct als invloeden kan duiden. Het zorgt er wel voor dat het een meeslepend geheel is geworden en tevens een fraai visitekaartje.
Lars Bech Pilgaard – Folklórica (2lp/digitaal, Mom Eat Dad Records / Creative Eclipse PR)
Naast diverse alternatieve muziekgenres, bij voorkeur met een melancholische inslag, mag ik ook graag naar wereldmuziek en folk luisteren. Dat laatste genre wordt de laatste paar jaren dikwijls van een meer experimentele kant benaderd, wat veelal goed uitpakt. De Deense gitarist Lars Bech Pilgaard draait al jaren met in de muziekscene uit zijn eigen land met projecten als H.E.X., SVIN, Klimaforandringer en Slowburn, waarmee hij uiteenlopende muziek maakt; van jazz tot noise en experimentele muziek. Toch heeft hij ook altijd een fascinatie voor folk muziek gehouden. Dat komt nu tot uiting op Folklórica, dat uitgebracht wordt op dubbel lp en digitaal. Die laatste versie wordt ook geflankeerd door een documentaire door Mathias Winther Kjeldsen. De film toont het werk met de muziek in het kwetsbare creatieproces, waarbij de snaarinstumenten worden gepresenteerd als zielvolle zielsverwanten die het verhaal vertellen. Op het album werkt hij met gestripte gitaar, geprepareerde gitaar, banjo en elektrische gitaar, die worden gebruikt als strijk-, tokkel- en percussie instrument. Zeker in de gestreken delen heeft het soms wel iets weg van een Hardangerviool, zij het met net een afwijkend geluid. Maar het markeert ook de 4 met delen waarin het album is opgedeeld. De eerste 4 tracks bestaan uit drone-achtige gestreken gitaarstukken, het tweede deel uit 5 tracks met geprepareerde akoestische gitaar en banjo, daarna nog één track van 12 minuten op de elektrische gitaar en tot besluit nog deel 4 met wederom één track op hetzelfde instrument. Hoewel deze allemaal anders uitpakken zit er wel een folkloristische ader, maar ook blues doorheen, die ook steeds andere continenten aan lijkt te doen. Het zijn meeslepende conversaties op de diverse instrumenten, maar eveneens poëtische mogelijkheden van muziek en folklore als middel om diverse wegen in te slaan, andere tradities op te bouwen en nieuwe ervaringen op te doen. Voer voor fans van Talk Talk, Man, Sarah Davachi, Jack Rose, White Winged Moth en toegepaste folk. Een inspirerend wereldalbum!