Het is weer een fraaie mix van oude en nieuwe helden in mijn lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Divide And Dissolve, IKSRE & Anthéne, Our Broken Garden, Pale Blue Eyes, Jeannine Schulz, Slowdive, Sun’s Signature en Whalesong.
Jan Willem
Divide And Dissolve – Systemic (cd, Invada)
Divide And Dissolve bestaat uit het Australische powerduo Takiaya Reed (gitaar, saxofoon) en Sylvie Nehill (drums), die overigens roots over de hele wereld hebben (Maori, Tsalagi, Afro-Amerikaans en Australisch). Nu lijkt afkomst wellicht niet iets om per se te vermelden, maar de kernintentie van deze band is: muziek maken die hun voorouders en het inheemse land eert, zich verzetten tegen de blanke suprematie en werken aan een toekomst van zwarte en inheemse bevrijding. Dat is prijzenswaardig en derhalve het vermelden van het eerdere waard. Hun instrumentale sound is ook een bundeling van vele muzikale werelden, al wordt de basis gevormd door doom metal. Dat larderen ze doorgaans met experimenten, post-metal, noise en neoklassiek. Dat laatste maakt hun sound echt onderscheidend, wat andermaal blijkt op hun vierde album Systemic. Hierop onderzoeken ze de systemen die ons intrinsiek binden en roepen ze op tot een systeem dat het leven voor iedereen eenvoudiger maakt. Het sluit ook aan bij hun eerder genoemde motto. De 9 nummers die ze hier in 33 minuten voorbij laten komen bevatten ook weer de genoemde ingrediënten, maar worden hier toch net weer anders opgediend; in herhaling vallen past hen niet. Het gaat van woeste en angstaanjagende stukken naar weelderige pracht, waarbij je altijd het idee hebt dat er een grote band achter zit. Het is van een ongekende kracht en pracht. Eenmaal is er zoals eerder ook weer spoken word te horen van de dichteres Minori Sanchiz-Fung, die een indringende voordracht houdt. Liefhebbers van onder meer Sunn O))), Jambinai, BIG|BRAVE, Emma Ruth Rundle en Chat Pile kunnen hier wel mee uit de voeten denk ik. Het is een imponerend en gevarieerd, maar bovenal ijzersterk en uniek album geworden.
IKSRE & Anthéne – Seasons Shifting (cd, Polar Seas)
De Canadese muzikant Bradley Sean Alexander Deschamps is gelieerd aan het Polar Seas label en tevens actief als ambient/drone muzikant met zijn soloproject Anthéne. Naast Polar Seas heeft hij ook albums uitgebracht op Cathedral Transmissions, Home Normal, Sound In Silence, Assembly Field, Hidden Vibes, whitelabelrecs en meer. Hij heeft inmiddels een behoorlijk indrukwekkende discografie opgebouwd. Nu is hij terug met het album Seasons Shifting dat hij samen met IKSRE heef gemaakt. Dat is het soloproject van de Australische multi-instrumentalist, producer en geluid genezer Phoebe Dubar. IKSRE staat overigens voor I Keep Seeing Rainbows Everywhere. Ze laten zich hier inspireren door de verschuivingen van de seizoenen en staan hier steeds aan de vooravond van. In het geval van Phoebe is dat van winter naar lente en bij Bradley van zomer naar herfst. Daar weven ze ook gebeurtenissen uit het leven doorheen, zoals klimaatverschuivingen, de pandemie en het feit dat de kanker van de moeder van Phoebe in remissie was. Die zaken weten ze allemaal invoelbaar te maken in hun muziek, die je zou kunnen omschrijven als etherische, licht melancholische ambient met subtiele drones, neoklassieke elementen en engelachtige vocalen. Daarbij halen beide artiesten het beste in elkaar naar boven en leveren ze een prachtalbum af dat voor alle seizoenen geschikt is.
Our Broken Garden – Blind (cd, Bella Union)
Hoewel het voor mij nog niet als zo lang geleden voelt, is het laatste album Golden Seas van het Deense Our Broken Garden toch echt in 2010 verschenen. Daarvoor zat nog When Your Blackening Shows (2008), maar meer niet. Het is het project van de bitterzoet zingende Deense Anna Brønsted, die zich veelal omringt met diverse muzikanten en live was ze ook nog wel eens te horen bij Efterklang. Op 4AD-achtige wijze, uit de jaren 80 en 90 welteverstaan, kon ze zich meten met artiesten als Cocteau Twins, Swallow, Lotte Kestner, Chimes & Bells, Bel Canto, Kate Bush en Slowdive. Heerlijke droompop met wave elementen, lichte experimenten, folk en fijne orkestraties. Maar nu is ze terug met haar derde album Blind. De reden dat er zo’n hiaat is ontstaan is heel persoonlijk. Ze kwam erachter geen kinderen te kunnen krijgen en kwam daardoor in een existentiële crisis. Het zorgde voor duisternis in haar leven, wat de ene kant van het “blind” verklaart. Anderzijds duidt de blindheid ook op ons onvermogen om de aangeboren schoonheid te herkennen die in en om ons heen bestaat. Hoewel het een uiterst melancholisch album is geworden, is het ook vooral hoopgevend en opent het de ogen voor alle schoonheid die er is. Anna (zang, keyboards) wordt hier bijgestaan door Søren Bigum (gitaar), Moogie Johnson (bas), Adi Zukanovic (piano) en Sebastian Rochford (drums). Daarnaast zijn er gastbijdragen van John Grant en Luke Temple en worden er ook hoornsecties aan het geheel toegevoegd. In 13 indrukwekkende songs, die weer ergens tussen de genoemde genres en artiesten zitten, laat ze horen hoe je verdriet omzet in diepgravende pracht. Wat een overdonderende comeback!
Pale Blue Eyes – This House (cd, Full Time Hobby / Konkurrent)
Vorig jaar debuteerde de Britse band Pale Blue Eyes met het sterke Souvenirs. Het leuke daarop is dat ze hun favoriete sounds uit het verleden in een frisse, nieuwe mal gieten en er een eigen geluid mee weten te vormen; een feest der herkenning maar met eigen versiering. En dat allemaal het liefst met de Cocteau Twins al werkmuziek. De groep bestaat uit Lucey Board (drums, synthesizers), haar man Matthew Board (gitaar, zang) en Aubrey Simpson (bas), waarbij de eerstgenoemde zich verdiepte in de muziekgeschiedenis van haar stad en heeft zelfs een studie alternatieve muziek gedaan, met de focus op Cabaret Voltaire. Dus dat er een spannend geluid uit hun koker rolt is niet verwonderlijk. Dat blijkt ook weer uit hun nieuwe album This House. Ze brengen hier in bijna drie kwartier 11 energieke songs, waar ze wederom heerlijk roeren in de grabbelton van het verleden. Er lijkt iets meer motorik in hun sound te zijn geslopen, maar naast krautrock zitten er ook delen indierock, synthpop, wave en shoegaze doorheen gevlochten. De muziek is een uitlaatklep om het verdriet van de recente dood van Matthew’s moeder te verwerken. Zijn ouderlijk huis staat ook op de cover van het album. Het is overigens geen terneergeslagen album geworden, maar eerder één vol troostvolle muziek. Daarbij moet je het ergens zoeken tussen New Order, Pale Saints, Lush, The Jesus And Mary Chain, Spacemen 3, O.M.D. en The Cult. Daarmee kan je enkel concluderen dat het ondanks een moeilijke periode geen moeilijk tweede album is geworden na hun droomdebuut. Sterker nog, het is gewoon de gedroomde opvolger!
Jeannine Schulz – Pure (cd, Polar Seas)
Jeannine Schulz is een Duitse muzikante die met gitaar, effecten en elektronica indringende ambient en soundscapes weet te produceren. Hierbij hoor je de gitaar overigens vaak helemaal niet terug. Ze heeft op haar overtuigende albums Ground. The Gentle (2020), Luminous (2021) en Humble (2022) al laten horen daar fraaie emotioneel geladen muziek mee te kunnen fabriceren. Er zit ook altijd een zekere bescheidenheid achter, hetgeen tevens blijkt uit het feit dat er niet veel over haar terug te vinden is. Nu is haar vierde album Pure verschenen, waarop ze 8 nieuwe stukken brengt. Hoewel dit misschien wel één van haar meest verstilde werken is geworden, hoor je de gitaar hier wel soms wat luider terug. Verder zijn het de subtiele ruis, drones en andere kleine elektronische geluiden die haar ambient completeren. Soms neigt het naar neoklassiek, maar daar is het toch weer te grofkorrelig voor. Ook zit er soms heel fijnbesnaarde postrock doorheen. Je moet denken aan iets tussen Olan Mill, Labradford, Anthéne, Marine Eyes en Ian Hawgood in. Pure schoonheid!
Slowdive – Everything Is Alive (cd, Dead Oceans / Konkurrent)
Er zijn helden van weleer, die terugkwamen maar dat beter niet hadden kunnen doen (de namen kan je zelf invullen). Bij Slowdive was het natuurlijk ook even spannend hoe hun sound zou zijn na een hiaat van 22 jaar. Tussen 1989 en 1995 hebben ze drie prachtalbums het licht laten zien, die onder de noemer shoegaze vallen maar erg verschillend van elkaar waren. Just For A Day (1991) is het narcotiserende, “klassieke” shoegaze album, Souvlaki (1993) incorporeert meer indierock en Pygmalion (1995) koerst juist meer richting de experimentele ambient. Tel dat op bij de carrièrepaden van alle bandleden erna en het vraagteken werd alleen maar groter. Zanger/gitarist Neil Halstead vervolgt zijn muzkale pad nog wel met zangeres/gitaiste Rachel Goswell en drummer Ian McCutcheon met Mojave 3, maar dat avontuur komt ten einde in 2006 en is eigenlijk een slap aftreksel van hun vorige band, al zijn er best mooie nummers hoor. Daarnaast hebben ze soloalbums en vind je Halstead terug in Zurich (met Tony F. Wilson) en Black Hearted Brother (met Mark Van Hoen (Locust) en Nicholas Holton). Goswell geeft nog acte de présence in Minor Victories en drummer Simon Scott staat ondertussen bekend als een vermaard maker van abstracte ambient, neoklassieke muziek en drones. Maar hun gelijknamige album uit 2017 blijkt een zeer aangename verrassing. Hun hernieuwde shoegaze, waar de nodige ervaring terug te horen is, zorgt een werkelijk diepgravend prachtalbum, waar de oude fans zich meteen thuis voelden en ze er eenvoudig nieuwe bijkregen. Zes jaar later zijn ze terug met Everything Is Alive en de druk op deze grote band lijkt er niet minder op te zijn geworden. Toch lijken ze er met gemak onderuit te spelen. Deels leunen ze op oude geluiden en voor de rest voegen ze daar al hun verworven expertise doorheen. Neil Halstead (zang, gitaar, keyboards, protools), Rachel Goswell (zang), Nick Chaplin (bas), Simon Scott (drums, percussie) en Christian Savill (gitaar) laten zes jaar verder horen nog steeds voor een toonaangevend onderscheidend geluid te kunnen zorgen, wat je tegenwoordig toch iets minder hoort. Diepgang, dromen, droefgeestigheid en drogerende elementen, het zijn allemaal ingrediënten van hun dikwijls kippenvel opwekkende prachtalbum. De helden van toen schitteren net zo in het hier en nu!
Sun’s Signature -Sun’s Signature (Extended) (2cd, Partisan Records)
Als ik een paar zangeressen moet opnoemen die ontzaglijk veel indruk op mij hebben gemaakt, dan zal Elizabeth Frazer van het in 1997 ter ziele gegane Cocteau Twins als één van de eerste noemen. Ook haar bijdragen aan This Mortal Coil, Massive Attack, Future Sound Of London, Craig Armstrong, Harold Budd en meer zijn altijd zo ontzettend onderscheidend en mooi. Solo laat ze in 2009 nog een keer van zich horen met een single. Met haar huidige partner Damon Reece (Spirtualized, Echo & The Bunnymen, BOM) heeft ze Sun’s Signature gevormd. Daarvan verscheen vorig jaar het gelijknamige debuut op 12” (helaas voor mij dus), waar 5 prachtige tracks stonden. Fraser (zang, mellotron, moog) en Reece (drums, percussie, baspedalen, bas, keyboards, cimbaal, optigan) laten op ingetogen wijze een heerlijk etherisch geluid horen. Ze worden nog bijgestaan door diverse gastmuzikanten op mellotron, bas, elektrische en akoestische gitaren, effecten, optigan en keyboards. Gelukkig is dit juweel nu ook op cd verschenen in een zogeheten “Extended” editie. Naast de vijf nummers op de eerste schijf zit er nu ook een tweede bij met daarop 6 remixen van Hinako Omori, Gwenno, Will Gregory, LUMP (Laura Marling en Mike Lindsay), CUTS en John Grant. Hoewel ik mixen niet altijd wat vind toevoegen, zijn ze hier uiterst geslaagd te noemen. Sommige brengen zelfs meer het Cocteau Twins-geluid terug dan de band zelf, zij het dat die ongelooflijke prachtstem van Fraser de hoofdrol speelt. Een schitterende terugkeer van deze wereldzangeres.
Whalesong – Leaving A Dream (2cd, Zoharum/ Old Temple)
Whalesong is een Poolse band, die in 2009 is opgericht door Michal Kielbasa, die in een wisselende bezetting industrial en metal op avontuurlijke maar coherente wijze koppelt aan allerlei andere genres. Leaving A Dream is hun derde studioalbum, een dubbelaar. Naast Michal (zang, gitaren, bas, hammered dulcimer, tubular bells, vibes, mellotron, keyboards, lyra8, theremin, gong, percussie, citer, sitar, viool) bestaat de groep hier uit Grzegorz Zawadzki (drums, percussie), Piotr Dziemski (gitaren) en Elise Aranguren (zang). Maar dat is niet alles, want ze krijgen her en der ook hulp van zangers Attila Csihar (Sunn O))), Mayhem), Lazarus en Dancing Deadlips, pianisten Steve Blanco (Imperial Triumphant) en Miro Snejdr, saxofonist Aleksander Papierz (Sigihl), vibrafonist Tomasz Herisz, Franse hoornspeler Pawel Pelka en bambu wukir speler Wukir Suryadi (Senyawa). Op de eerste schijf Leaving vind je 11 tracks die samen 58 minuten duren. De groep combineert hierop industrial en sludge met noiserock, no wave, drones, darkambient, postrock, jazz en zelfs wereldse elementen, waarbij de eerste twee genres de boventoon voeren. Op imponerende en afwisselende wijze weten ze daarmee wel allerlei kanten uit te gaan, waarbij ook de zang varieert. Je zit continu op de punt van je stoel bij deze verrassende combinatie van kracht en pracht. Daarbij moet je het ook zoeken tussen groepen als Swans, Godflesh, Corrections House, Big Brave, My Dying Bride, Made Out Of Babies en op de jazzy dark ambient momenten eveneens Bohren & Der Club Of Gore. Weergaloos! En dan heb je de tweede schijf A Dream nog waarop ze in maar liefst 71 minuten 5 stukken de revue laten passeren. Hier laat de groep meer experimentele en wat abstractere kant zien en komen de drones dikwijls meer naar de voorgrond. Ook hiermee weten ze diepe indruk te maken. Meer dan twee uur lang weten ze je in de houdgreep te nemen met dit meesterlijke tweeluik.