De droogte houdt aan, ook nog een beetje in het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Galya Bisengalieva, Peter Knight/ Dung Nguyen, KEDA, MeVsMyself en Tallies.
Jan Willem
Galya Bisengalieva – Hold Your Breath: The Ice Dive (cd, One Little Independent / Konkurrent)
De Brits-Kazachstaanse in Londen woonachtige componiste en violiste Galya Bisengalieva heeft al diepe indruk gemaakt met haar debuut Aralkum (2020), dat volgt op twee epees uit 2018 en 2019. Hoewel ze onder meer met het London Contemporary Orchestra best wel wat klassiek in haar repertoire heeft, laat ze op haar debuut een mix horen neoklassiek, drones, folk en ambient. Ze zet haar viool ook meer in als generator van niet alleen klassieke geluiden, maar ook van drones en experimentele klanken. Daaraan voegt ze elektronica, effecten en veldopnames toe, zodat ze haar muziek op bijzondere plekken laat belanden. Dat is eigenlijk ook weer het geval op Hold Your Breath: The Ice Dive, hetgeen de soundtrack voor de gelijknamige Netflix-documentaire is. Deze gaat over de Finse ontwerpster, ijsduiker en freediver Johanna Nordblad, die het wereldrecord langeafstand zwemmen onder het ijs (zonder luchtflessen) in handen heeft. Ze wil dit verscherpen van 50 naar 80 meter of meer. Maar ze heeft nog wel andere records gebroken en kan bovendien haar adem 6 minuten en 35 seconden inhouden. Bisengalieva laat hier dan ook een nog ijzingwekkender geluid horen, dat meer en meer de kant van de ambient opgaat. Toch weet ze dit met klassieke elementen, veldopnames, vervormingen en elektronica tot een gevarieerd geheel op te leuken. Het is net zo duister en emotioneel aangrijpend als biologerend mooi. Voor liefhebbers van Sarah Davachi, Oliver Coates, Julia Kent, Hildur Guðnadóttir en Olan Mill. Om ademloos van te genieten.
Peter Knight / Dung Nguyen – Residual (cd, Parenthèses Records / Xango Music Distribution)
KEDA – Hwal (cd, Parenthèses Records / Xango Music Distribution)
Meestal probeer ik rondom de releasedatum van een album de recensie te plaatsen, maar soms mis ik gewoon wat en soms is er ook muziek die eerder niet gedistribueerd werd. Dat is bijvoorbeeld het geval met het Belgische Parenthèses Records, die nu via Xango Music Distribution een voet aan de grond hebben gekregen hier.
Zo is het album Residual uit 2011 alweer van de Australische trompettist, componist en geluidskunstenaar Peter Knight en diens landgenoot, experimenteel muzikant en gitarist Dung Nguyen. Beide delen ze het cross-culturele jazzproject Way Out West. Op dit gezamenlijke werk combineren ze op meeslepende wijze meer Westerse elementen en Vietnamese instrumenten. Dat levert 5 tracks van samen ruim 39 minuten op, die van elektro-akoestische muziek naar meer wereldse en experimentele muziek gaan. Maar ook dat isolationistische trompetspel van Knight, dat wel doet denken aan Arve Henriksen en Nils Petter Molvær, zorgt dikwijls voor een bijzondere sfeer. Hoewel het in basis geen eenvoudige muziek is, weten ze je toch te grijpen en mee te voeren en trakteren op een unieke luistertrip.
Een album dat iets meer recent is en ook een fraaie proeve van wat het label te bieden heeft, is de cd Hwal uit 2016 van KEDA. Dit is het project van de in Frankrijk gevestigde Koreaanse muzikant E’Joung-Ju (geomungo ofwel een 6-snarig Koreaans houten instrument) en de Franse componist Mathias Delplanque. Deze laatste muzikant, geboren in Ouagadougou (Burkina Faso), maakt doorgaans elektronische muziek op het snijvlak van musique concrète, neoklassiek en experimenten. Eerder dit jaar heb ik al een recensie over zijn project met François Robin geschreven. Ook zij slaan net als de bovengenoemde (en andere) labelgenoten interessante bruggen tussen verschillende werelden, zij het dat ze hier meer richting de ambient koersen. Overigens wel aangedikt met de nodige experimenten, wereldse en elektro-akoestische elementen. Fascinerende muziek, die geheel terecht volop beschikbaar is nu.
MeVsMyself – Aiòn (cd, Alterjinga)
De stem als instrument gebruiken, is iets dat wel vaker gedaan wordt en pakt ook niet altijd even interessant uit. De Italiaanse stemkunstenaar Giorgio Pinardi heeft dit echt tot een ware kunst verheven met zijn project MeVsMyself. Hij heeft hiermee al de albums Yggdrasill (2015) en Mictlàn (2019) uitgebracht. In feite zingt hij al zijn hele leven, hetgeen is begonnen in een kinderkoor te Milaan. Naarmate hij ouder wordt, raakt hij meer gefascineerd door de andere perspectieven van de stem. Niet alleen verschillende technieken en improvisaties, maar ook als klankgenerator en percussie-instrument. Op zijn nieuwe album Aiòn heeft hij dit allemaal nog meer verfijnd. Alles wordt met de stem gevormd en hij gebruikt alleen wat apparatuur om deze te vervormen. Hij bouwt met de stem laag op laag, waardoor er volle en dikwijls complexe, maar meestal ook uiterst ritmische stukken ontstaan. Pinardi verkent de stem als geen ander en laat deze dwars door lands-, taal- en genre-grenzen gaan. Veel is ook zonder bestaande woorden. Hierdoor is het alsof je een vocale reis maakt die van Afrikaanse folk naar Amerikaanse jazz en Italiaanse prog gaat. Maar meestal vormt het uiterst originele hybriden van dat alles. Alsof je naar een caleidoscopische mix van Zazou & Bikaye, Christian Wolz, Ronan Quays, NichelOdeon, Mikhail en Al Jarreau luistert. Een intrigerend album om grenzeloos van te genieten.
Vanaf 15 september hier te beluisteren! (en de vorige twee staan er natuurlijk al wel)
Tallies – Patina (cd, Bella Union)
Als het eruitziet als een 4AD release, klinkt als een 4AD release, dan kan het zo maar stiekem een album van het Canadese Tallies zijn. De formatie, die zich eerder nog Thrifty Kids noemde, heeft in 2019 al een gelijknamige debuut het licht laten zien. Hierop is hun dromerige sound al goed te horen, maar is het eveneens te horen dat er nog meer in het vat zit. Daarvan is Patina, hun tweede album, het overtuigende bewijs. Overigens wel op Bella Union, dus er is wel een zekere 4AD-link. De groep bestaat uit Sarah Cogan (zang, gitaar), Dylan Frankland (gitaar), Stephen Pitman (bas) en Cian O’Neill (drums). Ze laten hier in bijna 35 minuten 9 nieuwe tracks de revue passeren, die bestaan uit heerlijke melancholische droompop met een toefje shoegaze. De tikje poppige zang van Sarah houdt het midden tussen Alison Shaw van de Cranes en Madonna. Voor de rest moet je het ergens zoeken tussen Red House Painters, Pale Saints, Lush, Cocteau Twins en The Sundays. Ouderwets genieten dus!
Die Parenthèses releases zijn wel héél aangenaam. Waren mij ook niet bekend, dus dank voor de tip