De week dat tolerantie voor de medemens in nood een schandalig niveau heeft bereikt in een deel van ons land, inclusief de meest schandelijke leuzen. Daar hebben we geen woorden voor. Wel voor die van onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Karen Black, Black Ink Stain, Deafheaven, Hania Rania, Nathan Salsburg, Yann Tiersen en Thalia Zedek Band.
Jan Willem
Karen Black – Dreaming Of You (1971-1976) (cd, Anthology Recordings)
Actrice Karen Blanche Ziegler (1939-2013), beter bekend als Karen Black, was een gevierd actrice, die onder meer te zien is geweest in een film als Easy Rider (1969). Maar het voert te ver om alles op te sommen, want ze heeft wel zo’n 200 rollen vervuld in diverse films in haar carrière van goed 50 jaar. Dat is denk ik alom bekend. Minder bekend wellicht is dat Karen Black ook uitstekend kon zingen (naast scenario’s schrijven en dichten). En dan niet op een excuus niveau à la David Hasselhoff, maar op serieuze wijze. Dat doet ze met name in de jaren 70. Haar repertoire omvat folk en altcountry, maar ook meer bluesy muziek. Ze beschikt over een gedragen, emotievolle lage zangstem, die je eenvoudig weet te omarmen. In 2009 geeft ze zowaar acte de présence op een album van de Amerikaanse artiest Cass McCombs, die al jaren een groot fan van haar was. Na haar dood draagt hij zorg voor de compilatie Dreaming Of You (1971-1976), waarbij hij ook oude tapes oppoetst. Naast 15 van haar allerbeste nummers staan er ook twee bonustracks op die Black samen met McCombs heeft opgenomen. Het is een schitterend overzichtsdocument geworden, die de fans van uiteenlopende artiesten als Sibylle Baier, Billie Holiday, Judy Collins, Marissa Nadler, Paula Fraser, Vashti Bunyan en Karen Dalton wel zal aanspreken.
Black Ink Stain – Incidents (cd, Black Ink Stain / P.O.G.O. Records)
Tussen alles wat tegenwoordig verfijnd, verstild en kunstzinnig is of moet, is de harde band koning. Black Ink Stain is een trio die in 2017 opgericht is in het Franse Clermond Ferrand. Het drietal bestaat uit Fab (zang, gitaar), Jean (bas, zang) en Ugo (drums). Dat je met deze spaarzame ingrediënten en kleine line-up genoeg herrie kan produceren is in het verleden al vaker bewezen, maar wordt door deze drie nog eens extra onderstreept. Dat lieten ze al horen op een epee uit hun oprichtingsjaar, maar nu eveneens op hun volwaardige debuutalbum Incidents. Ze produceren pakkende, bijtende en vooral harde noiserock, waar ook elementen van hardcore, emo en andere metaalsoorten doorheen gevlochten zijn. Of nee gestoken zijn, laat ik de dingen wel juist duiden. Het is rauw en hard, zoals het echte leven. Daarom is dit zo’n welkome afwisseling in het hedendaagse muzieklandschap. Muziek voor liefhebbers van onder meer Crain, Unsane, Nirvana, Fugazi, Godheadsilo, Brutal Juice en Trigger Cut. Dit is weer eens een kwestie van keihard de lekkerste!
Deafheaven – Infinite Granite (cd, Sargent House)
Het Amerikaanse combo Deafheaven, die in 2010 is opgericht, die wel bekend staat als een post-metalband. In hun geval koppelen ze black metal muren inclusief extreem geschreeuw aan veel verfijndere postrock en shoegaze. Hun magnum opus voor mij blijft het onvolprezen en gewoonweg geniale Sunbather. Op hun vorige album brokkelde de krachtpatserij al enigszins af. Die omslag wordt nu voltooid op hun vijfde album Infinite Granite. Het vijftal heeft gewerkt aan nieuwe nummers, waarbij ze de extreem harde uithalen niet vonden passen of zelfs geforceerd vonden klinken. Ik zet er bewust “extreem” voor, want ze vliegen echt nog wel eens uit de bocht en geluidsmuren kan je ook van zachter materiaal bouwen blijkt. Maar het is allemaal wel een tandje droefgeestiger geworden en de shoe- dan wel loudgaze voeren de boventoon. In de tijd dat shoegaze opkwam (opa spreekt), vond ik My Bloody Valentine heel goed, maar werd pas echt van mijn sokken geblazen toen de cd Just For A Day (1991) van Slowdive verscheen. Datzelfde overrompelende effect weet Deafheaven ook te bewerkstelligen, zij het net wat harder dus. Misschien dat post-metalgaze wel een passende term is. Ze zorgen in elk geval voor een meeslepend en diepgravend geluid, waarbij je naast Slowdive ook aan My Bloody Valentine, A Place To Bury Strangers, The Jesus And Mary Chain, Alcest en Ringo Deathstarr moet denken. Hartverwarmend zacht en zachtaardig hard, maar telkens tot de verbeelding sprekend en buitengemeen mooi. Hoewel niets van deze groep onder de maat is, hebben ze wat mij betreft hier toch hun tweede hoogtepunt bereikt.
Hania Rani – Music For Film And Theatre (cd, Gondwana Records)
Hania Rani is een Poolse pianiste, componiste en muzikant, die overigens voluit Hania Raniszewska heet. Ze heeft gewerkt met Portico Quartet, Hior Chronik, Christian Löffler en Dobrawa Czocher. Met die laatstgenoemde heeft ze in 2015 al eens een album genaakt (en in oktober dit jaar verschijnt er weer één). Echt hoge ogen gooit ze met haar debuut Esja, dat ook allerlei prijzen krijgt. Ik vind het eveneens een fraai album, al vind ik het pianolandschap wat dat betreft al best vaak betreden, mede omdat ze ergens tussen Ludovico Einaudi en Nils Frahm in opereert. En toch, ze heeft iets bijzonders waar ik niet helemaal de vinger op kan leggen. Het zit hem in de emotie denk ik, alsof je haar diep in de ogen en in het hart kijkt. Dat komt nog beter uit de verf op haar album Home (2020), waarop ze ook haar zang, subtiele elektronica en strijkers in de composities opneemt. Naast haar reguliere werk maakt ze ook muziek voor theater, films en andere projecten. Dat ziet ze als een belangrijk onderdeel in haar muzikale ontwikkeling, omdat ze hier moet samenwerken en waarbij soms ook favoriete stukken sneuvelen ten bate van het project. Daar komt haar nieuwe album Music For Film And Theatre om de hoek kijken. Hierop heeft ze zelf een selectie gemaakt uit de stukken die ze voor diverse producties heeft geschreven. Ze levert 12 nieuwe stukken af, die samen een goede 38 minuten duren. Het is in feite een mengelmoes van haar debuut en haar tweede album, dus soms solopiano muziek en op andere momenten gelardeerd met zang, strijkers en elektronica. Het is uiterst persoonlijke en bovenal heerlijk melancholische muziek, die de fans van onder andere Nils Frahm, Ludovico Einaudi, Sophie Hutchings, Erik Satie, Poppy Ackroyd ,Jóhann Jóhannsson en Portico Quartet wel kan bekoren. Kortom, een prachtalbum van een rijzende nieuwe ster aan het muzikale firmament.
Nathan Salsburg – Psalms (cd, No Quarter/ Konkurrent)
Nathan Salsburg is een begenadigd gitaarspeler, die ooit zijn woonplaats in Pennsylvania verruilde voor Louisville in Kentucky, de bakermat van de bijzondere postrock waar Rodan, The For Carnation, June Of 44, Rachel’s en Slint fraaie voorbeelden zijn. Zelf is hij gestart in het geweldige zeskoppige The Halifax Pier, die twee prachtalbums hebben voortgebracht. Daarna is nog een keer als At Right Angles te horen, alvorens solo verder te gaan. Hij heeft inmiddels 5 volledige albums op zijn naam staan, waarvan twee met James Elkington. Tevens is hij een graag geziene gast bij onder meer Joan Shelley en Rachel Grimes. Hij is nu terug met Psalms, dat een verzameling nieuwe arrangementen van Hebreeuwse psalmen uit het Boek der Psalmen (Tehillim) bevat. Dit alles is voortgekomen uit een verlangen naar een soort rigoureuze en creatieve Joodse betrokkenheid, die vorm kreeg in de onregelmatige praktijk van het willekeurig openen van een tweetalig Boek der Psalmen en het scannen van het Engels. Passages die conceptueel en emotioneel resoneerden heeft hij uiteindelijk met de hulp van anderen tot muziek omgezet. Van het Hebreeuws had hij wel wat meegekregen in de synagoge en op zomerkampen, maar het was wat roestig geworden. Gelukkig kon Nathan, die zelf akoestische gitaar speelt en zingt, wat dat betreft ook rekenen op zangeres Noa Babayof. Daarnaast zijn het zijn goede vriend James Elkington (dobro, orgel, percussie, piano), Joan Shelley (zang), Jean Cook (viool, altviool) van onder meer Ida en Beauty Pill, Will Oldham (zang), Nick Macri (bas), Jacob Duncan (klarinet), Spencer Tweedy (drums) en nog 2 gasten op trompet en vleugelhoorn die de boel subtiel inkleuren. Het levert prachtig verstilde, melancholische songs op, die zich ergens tussen folk, rock en uitgeklede klezmer nestelen. Hoewel de teksten in het Hebreeuws zijn, zijn de emoties die eruit voorkomen universeel invoelbaar. Overigens vind je de teksten in zowel het Hebreeuws als Engels terug in het boekje. Het ingetogen geheel is van een overdonderende schoonheid. Hemels zou ik haast zeggen.
Yann Tiersen – Kerber (cd, Everything’s Calm/ Mute)
Als de Franse componist en multi-instrumentalist Yann Tiersen van zich laat horen, is dat voor mij altijd iets om naar uit te kijken. Ik volg hem al sinds zijn debuut La Valse Des Monstres (1995) en keer op keer komt hij verrassend voor de dag. En of dat nu solo is of in samenwerking met gasten als Lisa Germano, Matt Elliott, Elizabeth Fraser, Françoiz Breut, Dominique A., Denez, leden van Calexico, Anna von Hausswolff en Ólavur Jákupsson, hij weet telkens het verschil te maken. Hij maakt tevens albums met Bästard en Shannon Wright en de groepen ESB en This Immortal Coil. Zijn muziek waaiert uiteen van minimal music en neoklassiek tot filmmuziek en alternatieve rock. Toch zal menigeen hem vooral kennen van de soundtracks van voor Le Fabuleux Destin d’Amelie Poulain (2001) en Goodbye Lenin! (2003), maar de beste man heeft echt veel meer te bieden dan dat alleen. Op de laatste paar studioalbums staat de pianomuziek weer meer centraal. Dat is ten dele ook het geval op zijn nieuwste album Kerber. Want naast de pianomuziek, die weliswaar de boventoon voert, werkt hij met programmeringen, samples en elektronica, aangevuld met synthesizer en extra programmeringen door Gareth Jones. Tiersen opent een nieuw hoofdstuk in zijn carrière, zij het met dezelfde signatuur. Grofweg komt hij uit tussen Jon Hopkins en Ludovico Einaudi, maar als je namen als Hania Rani, Hauschka, Dustin O’Halloran, Nils Frahm, Erik Satie en Ólafur Arnalds zou noemen, reken ik dat ook goed. Het zijn rustgevende en tot de verbeelding sprekende pareltjes geworden
Thalia Zedek Band – Perfect Vision (cd, Thrill Jockey/ Konkurrent)
Als ik het over rockheldinnen hebt, mag de inmiddels toch wel legendarische zangeres/gitariste Thalia Zedek daar zeker niet ontbreken. Ze is nu op de kop af 40 jaar bezig met het maken van de betere rockmuziek, die echt geen of nauwelijks dieptepunten kent. Ze is gestart in groepen als White Women, Dangerous Birds, Live Skull en Uzi, maar steelt meerdere harten door met het onovertroffen Come. Met haar bezielde, getormenteerde zang weet ze altijd diepe snaren te raken dan wel ertoe doende zaken te delen of aan de kaak te stellen. Dat geldt zeker ook voor haar solowerk, dat ze tussen 2001 en 2004 onder haar eigen naam doet, en erna als Thalia Zedek Band plus menig ander project waarin ze zich laat gelden (E, The JLP Sessions Project, New Old Skull). Perfect Vision is het nieuwe, vijfde album met haar band, die hier naast Zedek bestaat uit altviolist David Michael Curry (Boxhead Ensemble, Empty House Cooperative, Metal & Glass Ensemble, Willard Grant Conspiracy), bassist Winston Braman (Consonant, Magic People, Fuzzy, Shepherdess), drummer Gavin McCarthy (E, Karate, Brian Carpenter & The Confessions) en gastspelers pianist Mel Lederman (Victory At Sea), trompettist Brian Carpenter (Beat Circus, Brian Carpenter & The Confessions, Ghost Train Orchestra), pedal steel gitariste Karen Sarkisian en celliste/pianiste Alison Chesley aka Helen Money. Samen brengen ze 10 gloedvolle tracks. Op haar vorige album Fighting Songs (2018) zocht Zedek weerstand te midden van de toenemende spanningen in de VS. Dit nieuwe album is meer een zoektocht naar duidelijkheid geworden in een tijd van isolatie en twijfel. Ook is het album gemaakt om de verraderlijke krachten van de moderne wereld te zien, erkennen en aan te pakken. Naast Trump, Corona en MeToo passeren ook zaken als Black Lives Matter en de LHBTQ-rechten. Voor die laatste, maar ook voor vrouwen in de muziek maakt Zedek zich sterk. Ze schopt nooit om het schoppen, maar om verder te komen. Dit levert rauwe, uiterst emotioneel geladen krachtige songs op, die peuteren aan pijnlijke, confronterende zaken, waarbij de prachtige strijkpartijen zorgen voor de zwachtels. Dit is muziek die me bepaald niet onberoerd laat, maar ook gewoonweg intens mooi is. Luister alleen maar eens naar nummers als “Smoke”, “From The Fire” en “Tolls”, dan krijg je een aardig idee. Maar het niveau is over het hele album hoog. Liefhebbers van haar muziek, maar ook van Patti Smith, Come, Shannon Wright, Dirty Three, Anari en Dinosaur Jr. kunnen hier eveneens hun hart aan ophalen. Na 40 jaar laat deze ruwe diamant zich nog altijd niet slijpen, maar de glans schijnt er van binnenuit keihard doorheen.