De leukste vertolker van Willy Wonka is niet meer. Wij geven als eerbetoon een kijkje in onze muzikale keuken, een schone welteverstaan, waarin je hopelijk chocolade kunt maken van de muziek uit onze lijstjes van het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Ola Bilińska, Black Tape For A Blue Girl (2x), Broeder Dieleman, Kornilios Diamantopoulos, Eluvium, Philip Glass/ Nico Muhly, Tigran Hamasyan/ Arve Henriksen/ Eivind Aarset/ Jan Bang, Irmler/ Oesterhelt, Khompa, Sinikka Langeland, Nosound, Klára Obručová, Postyr, Andrea Schroeder, Trygve Seim, The Veils, Warszawska Orkiestra Sentymentalna, Yucatan, Various Artists: Orbital Planes & Passenger Trains Vol. 1, Subcarpați en Banks & Steelz.
Jan Willem
Ola Bilińska – Libelid (cd, Żydowski Instytut Historyczny)
Joodse folksongs zijn een spiegel die de Joodse ziel reflecteren. Het gaat over hoop, maar ook over eeuwig verdriet. De Poolse zangeres Ola Bilińska komt in 2014 al met Berjozkele, waar ze Jiddische slaapliedjes omzet naar jazzy en avant-gardistische folk die werkelijk wonderschoon zijn. Nu presenteert ze Libelid, waar de Jiddische liefdesliedjes aan bod komen van voor de oorlog. Verwacht echt geen kleffe of vrolijke songs, maar intens droeve. Het draait namelijk om gearrangeerde huwelijken, sterke familiebanden en hoe het alledaagse roet in het liefdesleven kan gooien. De woorden zijn dikwijls afkomstig van poëten van weleer, die op schitterende wijze vertolkt worden door de zoetgevooisde, emotioneel geladen zang van Bilińska, die tevens gitaar, Moog, delay en synthesizer voor haar rekening neemt; die elektronica zijn overigens functioneel en nauwelijks te horen. Diverse artiesten zorgen daarnaast voor de prachtig sobere aankleding met onder meer cello, cimbalen, trompet, contrabas, mandoline, Keltische harp, klarinet, draailier en zang. Het levert al met al een intiem, intens en immens wonderschoon geheel op dat zich ergens nestelt tussen avant-pop, jazz, folk en zelfs drones. Het is muziek die je in de diepste vezel weet te raken. Een bijzonder, wereldse schoonheid.
Black Tape For A Blue Girl – These Fleeting Moments (cd, Projekt)
Black Tape For A Blue Girl – Fleeting (mcd, Projekt)
Als er één band is die lang bij mij is in mijn muzikale zoektocht dan is het de band met de schitterende naam Black Tape For A Blue Girl wel. Dit is de groep rond Projekt Records labelbaas Sam Rosenthal, die helemaal past bij het 4ad label uit de jaren 90, maar tevens bij het ter ziele gegane Duitse label Hyperium. Projekt huisvest menig ambient, darkwave, heavenly voices en gothic bands, waarbij Black Tape For A Blue Girl sinds 1986 altijd een fijn midden van dat alles is. Een soort This Mortal Coil, zij het dan dat ze een vaste band zijn. Wel wisselen de leden met enige regelmaat. Na 7 jaar absentie keren ze terug met hun elfde release These Fleeting Moments in hun 30-jarig bestaan. Hierop keert zanger van het eerste uur Oscar Herrera (The Sleep Of Reason, El Duende) terug, die net zo’n kenmerkend stemgeluid heeft als Brendan Perry dat voor Dead Can Dance heeft, maar dan een tandje hoger. Voor de rest bestaat de groep uit Sam Rosenthal (gitaren, moog, harmonium), Danielle Herrera (zang), Nick Shadow (altviool) en Brian Viglione (drums) van The Dresden Dolls. Daarnaast mogen ze rekenen op steun van gitaristen Chase Dobsonen Erik Wøllo, zanger Michael Plaster (Soulwhirlingsomewhere) en fluitist Mark Seelig. Ze brengen hier een fijne mix van etherische muziek, dark wave, ambient, dark gaze, neoklassiek, dark folk en een toefje gothic. Het is een perfect uitgebalanceerd album geworden waarbij ze goed weten te variëren met dramatische, extroverte, introverte, mysterieuze, instrumentale, gezongen, spoken word en dromerige songs, hoewel de scheidingslijn niet altijd zo scherp ligt. Veel belangrijker is dat het weer van een unieke schoonheid is en dat ze zich gewoon blijven vernieuwen. De groep met één van de mooiste bandnamen ooit maakt na 30 jaar nog altijd muziek die ertoe doet en waar je intens van kunt genieten.
De kickstarter van dit project, zoals ik zelf, ontvangt ook nog eens de mini cd Fleeting, die met 10 nummers nog altijd goed is voor 38 minuten muziekplezier. Hierop staan de epees Limitless en Bike Shop, aangevuld met de tracks “Fleeting” en “Icy Drone”. Ze tappen uit hetzelfde vaatje als op de nieuwe cd, maar brengen genoeg alternatief vermaak. Hiermee krijg je een schitterend addendum op een evenzo album.
Broeder Dieleman – Kleinpolderplein (mcd, Snowstar)
De Zeeuwse troubadour Tonnie Dieleman laat als Broeder Dieleman dikwijls van zich horen met innemende songs, die hij met een bijzonder instrumentarium, denk aan met drones en samples gelardeerde singer-songwritermuziek, op toegankelijke wijze aan de man weet te brengen. Vaak gaan ze over zijn geliefde Zeêland, maar tevens over diepgravende levensvragen en alledaagse zaken. Vrijwel altijd krijg je er een beeld bij. Dat laatste is een groot goed. Voor de afgelopen editie van het Motel Mozaique Festival hebben ze hem gevraagd een landschapsproject te maken over het Kleinpolderplein, het bekende verkeersknooppunt ten noorden van de stad die ik van mijn Amsterdamse vrienden niet mag uitspreken. Ooit is dit een heuse polder geweest en in de toekomst zal het dat vermoedelijk weer worden. Zodra het beton en asfalt wijkt, zal het verkeer weer bestaan uit verplaatsende dieren. Op de gelijknamige cd die eruit voorvloeit brengt Dieleman één lange track van bijna een kwartier, die bestaat uit veldopnames, samples, drones en allerhande instrumenten. In feite is de muziek die hij normaal gesproken op de achtergrond draait naar de voorgrond getreden en is de tekst verhuisd naar het bijgevoegde gedicht. Daarbij wordt elke release voorzien van een unieke foto, zodat ieders beeld een ander zal zijn, zoals we ook allemaal anders naar de wereld kijken. Het is een uiterst biologerend stuk geworden, dat je ademloos uitzit. Ik zou graag een luisterfragment toevoegen, maar die is niet voorhanden. Misschien is het gewoon het beste dat je deze uiterst gelimiteerde release blind aanschaft opdat het je ogen opent. Wat een ongekend kleinood vol natuurlijke pracht.
Kornilios Diamantopoulos – Ενα Φτωχο Χαμογελο (cd, Χρωμοδιασταση Ενε / Music Links Knowledge)
De Griekse multi-instrumentalist Kornilios Diamantopoulos, Κορνελιοσ Διαμαντορουλοσ speciaal voor Martijn, komt nu met zijn debuut cd Ενα Φτωχο Χαμογελο, hetgeen “een slechte glimlach” betekent. De muziek die Diamantopoulus hier brengt is dan ook in en in melancholisch, maar zeker niet terneergeslagen. Hij wordt vergezeld door diverse artiesten op allerhande, werkelijk niet te ontcijferen -want mijn Grieks is ietwat roestig- instrumenten en zang. Van die laatst genoemde categorie zijn dat Lizeta Kalimeri, Antigoni Penezi, Nektarios Mallas, Orfeas Peridis, Maria Perdikouri en last but not least Savina Yannatou die hun stem laten gelden. Zij geven afwisselend (en heel soms als duo) in 14 van de 16 tracks glans aan de toch al fraaie muziek, die het midden houdt tussen folk en rebetika (of rembetika), met die typisch Oosterse elementen. Het is allemaal van een pure emotievolle schoonheid, die ook zonder de taal te spreken haast tastbaar is. Diamantopoulos en de zijnen weten je op dromerige wijze 67 minuten even uit de realiteit te halen, waar het intens genieten is van het mysterieuze en licht psychedelische geheel.
Eluvium – False Readings On (cd, Temporary Residence Limited / Konkurrent)
Multi-instrumentalist en componist Matthew Robert Cooper is te horen in Concert Silence, Inventions en brengt tevens onder zijn eigen naam een album uit, maar gooit de hoogste ogen met zijn onvolprezen project Eluvium. Hiermee laat hij sinds 2003 met enige regelmaat releases het licht zien. In het begin met fraaie desolate postrock vol gitaarambient en softnoise. Vanaf zijn vierde album Copia (2007) gaat hij langzaam overstag en koerst hij meer en meer richting de neoklassiek en ambient. Dat werpt z’n vruchten af want de albums erna worden alsmaar mooier, aangrijpender en bovenal meer melancholisch. Ook zingt hij op een gegeven moment, hetgeen hij ook weer laat varen. Telkens stippelt hij een op subtiele wijze een ander pad uit. Nu is hij terug met False Readings On, waarop hij met piano, synthesizers, gitaren, samples en tapes een mistige mix maakt van drones, neoklassiek, ambient, zangsamples, softnoise en allerhande experimenten. Hij haalt ditmaal de inspiratie uit cognitieve dissonantie, ofwel het verschil tussen geloof en werkelijkheid dat heden ten dage vager dan ooit lijkt mede door interne dan wel externe manipulaties. Zelftwijfel, angst en jezelf wegcijferen, waarbij hij je eerder een spiegel voorhoudt dan dat hij zaken onder een vergrootglas legt. Niet bepaald een vrolijk gegeven, maar dat weet hij wel om te zetten in prachtig droefgeestige muziek. Hij houdt hier het midden tussen The Caretaker, Stars Of The Lid, Hammock, Helios, Yellow6, SubtractiveLAD en Henryk Górecki. Het is allemaal van een bij de strot grijpende schoonheid geworden, waarbij zijn muziek als een feniks lijkt op te stijgen uit de puin van het hier en nu. De nachtmerrie die een mooie droom wordt. Daarmee schuilt er ook hoop en troost in zijn muziek. Wat een ontzaglijk meesterwerk weer.
Philip Glass / Nico Muhly – In The Summer House (cd, Harmonia Mundi)
Nico Muhly (1981) is een zeer getalenteerde componist die zowel in de alternatieve als klassieke kringen bekendheid geniet. Hij is een groot bewonderaar van Philip Glass (1937), waar hij eerst voor heeft gewerkt en daarna regelmatig samen. Inmiddels zijn ze goed bevriend. En ze prijken nu samen op de cd In The Summer House, waarop stukken van hen door de fantastische violisten Angela & Jennifer Chun uitgevoerd worden. Muhly begeleidt zijn suite “Four Studies” (2014) en het stuk “Honest Music” (2003), die in een andere versie al op zijn debuut Speaks Volume (2007) te vinden is, nog met keyboards. Muhly’s stukken zijn complex maar toegankelijk doordat ze fris, kristalhelder en op wonderschone wijze gebracht worden. Heerlijk melancholische muziek, die ergens tussen neoklassiek en klassiek eindigen. De vioolstemmen van beide Chun’s zijn van grote klasse. Dat bewijzen ze ook als ze het stuk “Mad Rush” (1979) en de suite In The Summer House (1993), dat speciaal voor hen herschreven is, van Glass spelen. De hand van de minimal music meester is meteen te herkennen, maar de uitvoering is fenomenaal. De kenner weet genoeg en liefhebbers van de meer avontuurlijke vioolmuziek moeten dit zeker eens gaan luisteren.
Luister Online:
In The Summer House
Tigran Hamasyan / Arve Henriksen/ Eivind Aarset/ Jan Bang – Atmosphères (2cd, ECM)
Zo, dat is nog eens een sterrenteam! Pianist Tigran Hamasyan, trompettist Arve Henriksen, gitarist Eivind Aarset en sample-meester Jan Bang. Allen hebben in legio bands gespeeld, dikwijls in de jazz hoek, maar het voert te ver om die allemaal hier op te lepelen. Ook hebben in verschillende samenstellingen wel eens met elkaar gespeeld. Op hun gezamenlijke werk Atmosphères staat de Armeense jazzpianist Hamasyan centraal, die oude folk meebrengt en tevens gebruik maakt van de composities van de befaamde Armeense componist Komitas (1869-1935). Hiermee improviseren ze een beetje om de Armeense thema’s heen en maken ook spontane muziek door de sfeer die daaruit voortvloeit. Naast dat dit de titel van de cd al verklaart, zijn de heren ook meer op zoek naar sfeer dan muziek met kop en staart af te leveren. De anderen dragen trouwens ook her en der hun componerende steentje bij. De stemmige muziek is soms bijna filmisch en op andere momenten ontregeld maar uiterst intrigerend. Maar liefst 2 schijven van bij elkaar zo’n anderhalf uur aan nachtelijke muziek heeft dat opgeleverd, die ze slechts in 3 dagen hebben opgenomen. Haastige spoed is in de muziek soms heel erg goed. Ik kon geen gewone luisterfragmenten vinden, dus hieronder een live impressie van de heren.
Irmler / Oesterhelt – Formen (cd, Klangbad)
Irmler en Oesterhelt prijken op de hoes van Formen, ofwel Hans Joachim Irmler en Carl Friedrich Oesterhelt. De Krautrock-legende Irmler (Faust, Fauz’t, B.I.L.L., Paper Factory), die tevens het Klangbad label runt, behoeft door zijn enorme staat van dienst eigenlijk geen introductie meer. Eerder dit jaar laat Carl Oesterhelt (Carlo Fashion, ex-Tied & Tickled Trio, Ms. John Soda, F.S.K., 3 Shades Of Blues, The Johnsons, Fred Is Dead, Merricks) samen met Johannes Enders ook al van zich horen middels het album The Anatomy Of Melancholy. En hoe! Maar goed nu dus dit nieuwe wapenfeit van deze twee heren, waarbij Irmler (orgel, analoge synthesizer) en Oesterhelt (piano, analoge synthesizer, Hammond orgel, Wurlitzer, percussie) worden bijgestaan door 2 violisten, een altviolist, cellist, klarinettist, saxofonist en percussionist. Ze lijken letterlijk de cirkels van de cover te produceren, niet alleen door het soms repetitieve karakter maar ook dat ze steeds een net andere stijl aanboren. Hierbij krijg je inderdaad overlappende stukken die binnen meerdere cirkels vallen. Zo start de cd avant-gardistisch maar schuift langzaam door naar artrock. In het tweede stuk, de “Ethiopian Suite” brengen ze meer klassiek georiënteerde muziek die in 17 minuten langzaam diverse stijlen passeert. Zo kom je verder op de cd ook jazz, pianomuziek, avant-rock, (elektronische) experimenten en minimal music tegen. Nu is het ook weer niet zo grillig dat de muziek plots als dag en nacht van elkaar verschilt, het is meer als een caleidoscoop dat de in elkaar overgaande beelden coherent bijeenhoudt. Wel weten ze je hierdoor continu en op zeer afwisselende wijze bij de les te houden. Het is een komen en gaan van stemmige muziek en mysterieuze non-muziek en ze weten daarmee tot de allerlaatste seconde te fascineren.
Khompa – The Shape Of Drums To Come (cd, Monotreme / Konkurrent)
De Italiaanse muzikant Davide Compagnoni is een behoorlijk bezig bij. Hij is namelijk te vinden in projecten als Niagara, N.A.M.B., LNRipley en Stearica. Met dat laatst genoemde trio is hij veelvuldig op tournee geweest en deelt daarbij het podium met Girls Against Boys, Acid Mothers Temple, Dälek, Nomeansno, Damo Suzuki en Coliseum. Daarnaast werkt hij ook als sessiemuzikant voor diverse Italiaanse acts. Maar in plaats van op zijn lauweren te rusten start hij gewoon het nieuwe soloproject Khompa. Hij maakt hiervoor gebruik van een conventioneel drumstel, 4 drumtriggers, laptop en step sequencer. Met elke drum kan hij een virtueel instrument (sampler, synthesizers, gitaar, piano, enzovoort) bedienen. Hierdoor is hij in staat allerlei geluiden, elektronische orkestraties en melodieën te creëren zonder loops, backing track of wat dan ook. Het resultaat ervan is te horen op de cd The Shape Of Drums To Come, die meteen explosief uit de startblokken schiet. Uiteraard zeer veel percussiegeluiden, maar ook verrassend veel andere. Het klinkt alsof er een hele band speelt, terwijl hij echt alles alleen doet. Nu ja, in één track is zanger Taigen Kawabe (Bo Ningen) te gast en in een andere is goede vriend Davide Tomat (N.A.M.B., Niagara, Gemini Excerpt) te horen op de elektronica. Tevens neemt hij de opname en productie voor zijn rekening. Het is een zeer krachtig, dynamisch, ritmisch en vaak ook psychedelisch geheel geworden, waar veelal met een moordtempo gespeeld wordt. En afwisselend, want hij gaat van math- naar progrock en van postrock naar noise en elektronische experimenten. Toch is er in de slottrack ook ruimte voor meer bezinnende muziek. Denk aan een fijne kruisbestuiving van Trans Am, 65daysofstatic, Fuck Buttons, Health, Add N To X, Wildbirds & Peacedrums en Stearica. Ik heb het gevoel dat er nog veel meer in het drumvat zit, maar de indrukwekkende kop is eraf.
Sinikka Langeland – The Magical Forest (cd, ECM)
De Noorse folkzangeres en kantele speelster Sinikka Langeland, die ooit deel uitmaakt van de groep Det Syng!, heeft al menig fraai soloalbum afgeleverd. Hierbij mag ze vrijwel altijd rekenen op een keur aan topgasten. Haar muziek bevindt meestal op het grensgebied van de jazz, neoklassiek, folk en wereldmuziek, al dan niet aangevuld met experimenten. Vorig jaar laat ze nog het prachtige album The Half-finished Heaven het licht zien. Welnu die hemel lijkt nu af, want The Magical Forest gaat daar gewoon nog een stap overheen. Ze brengt wederom een mix van de genoemde stijlen en plaatst deze in een Arctische, isolationistische en bovenal mysterieuze omgeving; een bos zullen we maar zeggen. Haar etherische zang en kantelespel wordt hier aangevuld door trompettist Arve Henriksen (die je hierboven ook al ergens treft), tenor- en sopraansaxofonist Trygve Seim (die hieronder ook met een nieuwe release staat), contrabassist Anders Jormin, percussionist Markku Ounaskari en niet in de laatste plaats het zangtrio Trio Mediaeval (Anna Maria Friman, Berit Opheim, Linn Andrea Fuglseth). Die laatste geven de toch al mooie zang nog iets extra magisch mee. Maar alles is hier van een ongekende schoonheid. Liefhebbers van Frifot, Mari Boine Persen, Jon Balke, Hector Zazou, Nils Petter Molvær, David Darling en natuurlijk Trio Mediaeval kunnen hier hun hart aan ophalen. Een goddelijk meesterwerk.
Luister Online:
The Magical Forest (albumsnippers)
Nosound – Scintilla (cd, Kscope / Bertus)
Nosound start als een soloproject van de Italiaanse zanger/gitarist/toetsenist Giancarlo Erra, maar groeit al snel uit tot een duo en daarna zelfs kwintet. De leden wisselen door de jaren heen nogal eens. Hun muziek is uiterst melancholisch en zit ergens in de prog rock hoek, al grijpen ze dikwijls breder om zich heen. Tegenwoordig bestaat de line-up naast Erra uit Marco Berni (keyboards, zang), Alessandro Luci (bas, contrabas, keyboards), Paolo Vigliarolo (gitaren) en Giulio Caneponi (drums, percussie, noises). Daarmee maken ze hun vijfde studioalbum Scintilla, uitgebracht op het toch wel verrukkelijke Kscope label. Hierop geeft ook celliste Marianne De Chastelaine, hun min of meer vaste gast, weer acte de présence. Daarnaast mogen ze in twee songs rekenen op Anathema zanger Vincent Cavanagh en in één op de Italiaanse zanger Andrea Chimenti. Nu loopt hun sound nooit over van de vrolijkheid, het is nu allemaal van een bij de strot grijpende droefgeestigheid en schoonheid. De muziek is sfeervoller, dromeriger en intiemer en koerst meer richting de postrock, folk, shoegaze en alternatieve singer-songwritermuziek. Die stap maakt de muziek voor mij alleen maar aangenamer en dat met de wetenschap dat hun vorige werk al van hoge kwaliteit is. Alles valt hier gewoon precies op z’n plek, de zang, de narcotiserende strijkpartijen, de elektronische interventies en ga zo maar door. Perfectie, maar zeker niet glad. Dat heeft ook alles te maken met de complexe, intense emoties die erachter schuil gaan. Liefhebbers van Blueneck, David Bowie, Porcupine Tree, Peter Hammill en misschien ook de oudere Radiohead zullen zich hier prima thuis voelen. Nosound levert hun voorlopige magnum opus af (wat mij betreft dan).
Klára Obručová – V Klíně Rodných Hor (cd, Indies Happy Trails)
Ik kom vorig jaar voor het eerst in aanraking met de Tsjechische zangeres door het album Od Pramenů K Moři van het Ensemble Flair waar ze deel van uitmaakt. Meteen valt haar intense, emotioneel geladen stem op. Ze kan krachtig, maar tevens speels, verleidelijk en emotioneel uit de hoek kan komen; een stem die van folklore festival naar nachtclub gaat. Inmiddels heeft ze ook al twee solo albums op haar naam staan. Nu verschijnt haar derde cd V Klíně Rodných Hor, met de Engelse ondertitel “In The Lap Of Mountain Homelands”. Net als haar moederband laat ze hier veel Moravische en Silezische traditionals horen en tevens werk van Leoš Janáček en Russische songs. Maar met een stem die zo hemels is als de hare, zou het bezingen van de ingrediënten van een pot pindakaas zelfs heerlijk klinken. Nu is de muzikale omlijsting hier minstens zo goed, die hier verzorgd wordt door het Ensemble Flair, de cimbalomgroep Kotár, BROLN (Brněnský Rozhlasový Orchestr Lidových Nástrojů, ofwel het Bruno Radio Orkest van Folk Instrumenten) en een dameskoor. Op weergaloze wijze, de ene keer uiterst ingetogen en droefgeestig en soms uitbundig, voert haar stem je langs verschillende culturen en tijden, waarbij de muziek de ene keer heel folkloristisch en op andere momenten bijna klassiek en jazzy is. Liefhebbers van onder andere Tara Fuki, Irén Lovász, Jiří Pavlica & Hradišťan, Romanyi Rota, Muzsikás, Iva Bittová en gewoonweg muziek met een snik en een bescheiden schater moeten dit zeker eens proberen. In drie kwartier weet ze je met haar 17 nummers compleet aan de grond te nagelen.
Luister Online:
V Klíně Rodných Hor (albumsnippers)
Postyr – Paper Tiger (cd, Iceberg Records / It’s All Happening)
Postyr is een Deense moderne a capella groep, die in het Engels zingt. Dat moderne zit hem in het feit dat dit viertal hun zang koppelt aan computerbeats, ambient, grime en singer-songwritergerichte muziek. Het kwartet bestaat uit Tine Fris (sopraan), Line Groth (alt), Anders Hornshøj Laugesen (tenor) en Kristoffer Fynbo Thorning (bas, laptop). Ze hebben Postyr in 2009 opgericht met de ambitie om vocale muziek in een modern jasje te steken. Dat is op hun 2 eerdere ep’s en hun 2 albums goed gelukt. Op hun tweede album Postyr (2015) zelfs zo goed dat ermee in de prijzen vallen. Nu mag de Benelux ook kennis nemen van deze prachtplaat. Aan de ene kant is het behoorlijk glad wat ze laten horen, maar de kwaliteit van de zang en originele aanpak is dusdanig dat dit geen enkel bezwaar vormt. Hun wonderschone harmonieën gaan erin als het verkoelende ijsje in een warme zomer; met spikkels dat wel. Ook daar is het niet moeilijk om van te genieten. Enjoy!
Andrea Schroeder – Void (cd, Glitterhouse)
Void is alweer de derde cd van de wonderschone Duitse zangeres, harmoniumspeelster en dichteres. Haar debuut Blackbird (2012) dringt meteen door in mijn jaarlijst en haar tweede worp Where The Wild Oceans End (2014) mag er ook meer dan wezen. Eén van de vaste waarden is haar heerlijke, ietwat hese verzwaarde stem die ergens tussen Thalia Zedek, Nico, Patti Smith, Siouxsie en Marianne Faithfull in zit. Inmiddels bevindt ze zich in goed gezelschap van legio muzikanten op bas, drums, gitaren, orgel, keyboards, piano, viool, altviool, zang en effecten. Onder hen ook oudgediende Kristof Hahn (Swans, The Angels Of Light). Met hen brengt ze 11 nieuwe tracks die na ruim drie kwartier finishen. Het is van de meet af aan zwaarder op de hand en tevens harder dan ervoor, maar ook zo ontzettend veel mooier. En dikwijls komt ze ook heel dromerig en zwoel uit de hoek. Haar afwisselende alternatieve rock met folk en postrock elementen komt in het vaarwater van Nick Cave, Swans, Mark Lanegan, Einstürzende Neubauten, Nadine Shah, Siouxsie & The Banshees en Tindersticks, zij het op totaal eigen en bovenal nachtelijke wijze. Wat een unicum is en blijft die Andrea Schroeder toch!
Trygve Seim – Rumi Songs (cd, ECM)
Trygve Seim is een Noorse saxofonist en componist die in diverse groepen heeft gespeeld en muziek maakt die altijd ergens in de hedendaagse jazz landt, zij het veelal op etherische wijze. Dat geldt zeker voor zijn solowerken en al helemaal voor zijn nieuwe cd Rumi Songs, waarbij de teksten afkomstig zijn van Jalal ad-Din Rumi (1207-1273). Dat is een belangrijke Perzische filosoof, dichter en soefi mysticus. Hij krijgt daarbij hulp van zangeres Tora Augestad, accordeonist Frode Haltli en de Zweedse cellist Svante Henryson. Seim schetst met zijn tenor- en sopraansaxofoon Oosters getinte landschappen en de rest richt het landschap verder op dromerige wijze in. Daar waait de prachtige zang van Augestad als een zomerse wind overheen. Het is jazz die grenst aan ambient, klassiek en wereldmuziek met een fluwelen poëtische glans. Een bijzondere beauty.
Luister Online:
Rumi Songs (albumsnippers)
The Veils – Total Depravity (cd, Nettwerk / V2)
Ik geloof dat ik bij elke nieuwe release van The Veils roep dat deze nog beter is dan de vorige. Dat is niet alleen goed teken, het is ook gewoon waar. De groep rond de Nieuw-Zeelandse zanger/gitarist Finn Andrews, zoon van XTC en Shriekback toetsenis Barry Andrew, draait om de getormenteerde zang van Andrews en zijn zielenroerselen. Per album verwijdert hij zich verder van de mogelijke hitlijsten, maar groeit de kwaliteit van de muziek des te meer. Na 4 sterke albums volgt nu Total Depravity, totale verdorvenheid, die door deze titel alleen al nieuwsgierig maakt. Er zijn altijd wel wat wijzigingen in de personeelsbezetting, zo ook nu. Sophia Burn (bas) is er nog en daarnaast zijn het Hennig Dietz (drums), Dan Raishbrook (gitaar, pedal steel) en Ubérto Rapisardi (piano, orgel) die de vaste kern vormen. Vaste, want daarnaast doen er nog gasten mee op viool, zang, trompet, trombone, saxofoon, gitaar en synthesizer. Die laatste door niemand minder dan El-P (Run The Jewels), die tevens een deel van de (stempel drukkende) productie op zich neemt naast Adam Greenspan en Dean Hurley. Dat alles leidt tot een ijzersterke sound. Urgenter dan ooit, wat mede komt Andrews die vanuit zijn tenen lijkt te zingen. Maar de muzikale omlijsting draagt daar ook aan bij. Deze is dikwijls harder, grimmiger, complexer en breder, mede door de beats en elektronica, al vind je er ook spookachtige en prachtig rustieke songs met stemmige achtergrondzang. Alles weet je bij de keel te grijpen, zowel de gevoelige als de heftigere stukken. The Veils hebben ergens tussen Nick Cave, Gun Club, The Waterboys, Woven Hand, The White Stripes, Firewater en Radiohead een geheel eigen zetel verworven. En die zit inderdaad wéér beter dan de vorige.
Warszawska Orkiestra Sentymentalna – Umówmy Się Na Dziś (cd, Karrot Kommando)
Vorig jaar wordt het Poolse Warszawska Orkiestra Sentymentalna opgericht. Het ensemble bestaat uit Gabriela Mościcka (zang, accordeon), Lena Nowak (klarinet, zang), Kazimierz Nitkiewicz (trompet), Mateusz Kowalski (percussie, zang), Jakub Fedak (vibrafoon), Łukasz Owczynnikow (contrabas), Marcin Żebrowski (gitaar, mandoline) en Artur Hołuszko (gitaar, mandoline). Hun doel is muziek uit de jaren 1920-30 uit de Poolse revue- en cabaretscene nieuw leven in te blazen. Samen met een handvol gasten presenteren ze nu hun debuut Umówmy Się Na Dziś. Naast de genoemde stijlen koppelen ze dit ook aan sentimentele dansen, jazz, klezmer en folk. Het gaat van uitbundige opgewektheid, die nooit te melig wordt, naar intense melancholische stukken. Het klinkt als muziek van vervlogen tijden, zij het dat de arrangementen en het instrumentgebruik een frisse band van nu verraden. Het is thuiskomen, maar dan op ietwat onbekend terrein. Een heerlijk album!
Yucatan – Uwch Gopa’r Mynydd (cd, Recordiau Coll)
Ik heb de nieuwe cd van de Welse groep Yucatan helemaal over het gezien. Ook de bronnen die ik raadpleeg komen er nu pas mee aanzetten. Er zit dan ook 8 jaar tussen hun debuut en Uwch Gopa’r Mynydd, hetgeen “boven de bergtop” betekent. Het kwartet onder leiding van zanger/gitarist Dilwyn Llwyd is hierop net als het debuut duidelijk beïnvloed door Sigur Rós, maar ze hoeven er geen hopelandic bij te halen en kunnen gewoon in het Wels zingen. Dat maakt hun geluid ook net zo mysterieus. Ze maken in de basis dromerige postrock aangedikt met ambient, neoklassiek, folk en shoegaze, die ingekleurd wordt met (koor)zang, gitaar, Harmonium, bas, piano, orgel, klokkenspel, drums, hoornen en strijkinstrumenten. En eigenlijk kent de muziek, oei glad ijs, meer diepgang qua arrangementen en emoties dan hun voorbeeld. In de overrompelende pracht die ze hier presenteren, welke maar een enkele keer echt hard wordt, hoor je ook The White Birch, Blueneck, Hammock en Kloster. Als ik deze vorig jaar had gehoord was deze hoog geëindigd in mijn jaarlijst. Dat wil ik jullie toch niet onthouden.
Various Artists: Orbital Planes & Passenger Trains Vol. 1 (cd, Serein)
Serein is een label uit Wales, dat zich sinds 2005 richt op neoklassiek, ambient en aangrenzende, veelal experimentele genres, zonder dat dit in beton gegoten is. Olan Mill, Brambles, The Balustrade Ensemble, Colorlist, Strië en Hidden Rivers zijn daar sterke voorbeelden van. Nu brengen ze er de compilatie Orbital Planes & Passenger Trains Vol. 1 waarop naast de genoemde namen legio artiesten, labelgenoten, vrienden van het label of zielsverwanten, een exclusieve bijdrage leveren. Je krijgt maar liefst 16 tracks van een totale lengte van ruim 75 minuten voorgeschoteld, die de sfeer van het label uitademen. Voor de complete lijst verwijs ik graag naar bovenstaande dan wel onderstaande link, waarbij je bij de laatste ook alles eens rustig kunt beluisteren. Het is een meer dan fraai overzicht geworden, dat een goede kijk in de keuken van Serein biedt. Een label dat wat mij betreft nog lang mag blijven bestaan en waarbij je nu al nieuwsgierig bent geworden naar deel 2 uit deze serie.
Martijn
Subcarpați Satele unite ale Balcanilor
De Roemeense hip hop crew levert weer een nieuw hoofdstuk af in hun prima discografie. Wat minder onderkoeld dan op het vorige album Pielea de găină uit 2014. Beetje meer hip hop maar ook een beetje rock, door de aanwezigheid van gitaren. De traditionele invloeden (samples) liggen er steeds minder dik bovenop. Ergens een beetje jammer maar ook wel een logische ontwikkeling naar een meer eigen en vooral uniek geluid. Zoals altijd gratis en lossless op hun site.
Banks & Steelz Anything But Words
Een ‚superband’ bestaande uit RZA van Wu-Tang Clan en Paul Banks van Interpol. De Wu waren een beetje laks de laatste tijd en ik volg Interpol niet zo maar volgens mij viel na dat debuut (wat ik nog wel heb gehoord) later werk wat tegen, volgens het internet. Samen bevalt me eigenlijk wel, vooral door RZA’s lekker stevige performance. Aan Banks’ deel moet ik nog wat wennen maar dat gaat denk ik nog wel goed komen.