Het schaduwkabinet: week 34 – 2022

Na een hete zomer is het tijd voor coole muziek in het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Caterina Barbieri, Chat Pile, Dazzling Killmen, Bret McKenzie en Okada.


 

Jan Willem

Caterina Barbieri – Spirit Exit (cd, Light-years)
Caterina Barbieri is een Italiaanse componiste en muzikante, die na een lang verblijf in Berlijn nu weer vanuit Milaan opereert. Ze is een ware tovenares op de synthesizer, analoog en digitaal, waarmee ze steeds weer minimalistische kunstwerkjes maakt. In haar beginperiode zit overigens nog meer in de experimentele techno-hoek, maar er sluipen langzaam steeds meer ambient en drone elementen in haar muziek. Voor haar nieuwste album Spirit Exit heeft ze zich ten tijde van de lockdown laten inspireren door vrouwelijke filosofen, mystici en dichters verspreid over de tijd, maar verenigd in hun kracht bij het cultiveren van enorme interne werelden. St. Teresa D’Avila’s fundamentele 16e-eeuwse mystieke tekst “The Interior Castle”, de posthumane theorieën van filosoof Rosi Braidotti en de metafysische poëzie van Emily Dickinson fungeren als thematische ankers in het album, en brengen een zwaartekracht van leven en dood in de meest perceptie-veranderende muziek van de componist om datum. Het is dan ook haar meest serene album tot nu toe geworden, waarbij het bepaald geen gladde boel wordt. Daarvoor zijn de composities te goed en diepgravend. Als een weefster vervlecht ze op minimale wijze haar elektronische klanken tot fraaie patronen. De ene keer zweef en droom je heerlijk weg, maar op andere momenten leidt het meer tot confronterende, zij het ook ruimtelijke muziek. Het is voer voor liefhebbers van onder meer Kali Malone, Sarah Davachi en Félicia Atkinson. Een heerlijk geestverruimend album!

 

Chat Pile – God’s Country (cd, The Flenser / Konkurrent)
Eigenlijk hebben de meeste bands op het The Flenser label wel iets van woede, wanhoop, waanzin en wreedheid in zich; alsof ze allemaal drinken uit de bron van uitzichtloosheid. Maar in plaats van er bij de pakken neer te gaan zitten bijten de artiesten en bands stuk voor stuk stevig van zich af. Dat is ook zeker het geval bij het Amerikaanse viertal Raygun Busch (zang), Luther Manhole (gitaar), Stin (bas) en Cap’n Ron (drums). Op hun debuutalbum God’s Country schetsen ze een duister en kaalgeslagen geheel, waar de urgentie vanaf spat. De ene keer doen ze dat op hoog tempo, maar vaak ook op spannend slepende en ietwat grimmige wijze. Het klinkt al met al als een geweldige mix van nu metal, noise en post-hardcore ofwel een kruisbestuiving van Unsane, The Body, The Birthday Party, Jesus Lizard, Melvins, Have A Nice Life en Deftones. Het is ongepolijst, intens en gedreven door een soort oerkracht. Wat een verpletterend goed debuut!

 

Dazzling Killmen – Face Of Collapse (cd, Skin Graft)
Er zijn diverse bands die de wegen van noise, math-rock en punk hebben geplaveid of in elk geval de genres groter hebben gemaakt. Bands als Unsane, Neurosis, Dead Kennedys, Sonic Youth, Trumans Water, Big Black en Chokebore zullen veel liefhebbers van de diverse genres doen watertanden. Een band die minder vaak wordt genoemd is Dazzling Killmen, hetgeen wellicht verklaard wordt door hun korte bestaan van 1990 tot 1995. Toch heeft dit Amerikaanse kwartet, bestaande uit de jazz-studenten Blake Fleming (drums), Darin Gray (bas), Nick Sakes (zang, gitaar) en Tim Garrigan (gitaar). In totaal hebben ze 3 albums gemaakt met eigenlijk een combinatie van de genoemde stijlen en postuum is er ook nog een singles-verzamelaar uitgebracht op het eigengereide noiselabel Skin Graft. Hun derde en laatste album Face Of Collapse uit 1994, dat opgenomen is door niemand minder dan Steve Albini, geldt echt als klassieker in het genre. Ze wisselen hierop korte meer punkachtige tracks af met langere, die meerdere genres bestrijken en een enkele keer zelfs bijna de 14 minuten halen. De 8 tracks van samen 42 minuten zijn zo gevarieerd binnen harde kaders, dat het een absoluut luisteravontuur is. Nu is het album in geremasterde versie weer opnieuw uitgebracht met als extra de singles “Medicine Me” en “Poptones” plus een alternatieve versie van de albumtrack “My Lacerations”. Het is geweldig dat dit topalbum er nu weer is. Keihard de beste!

 

Bret McKenzie – Songs Without Jokes (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Songs Without Jokes heeft Bret Peter Tarant McKenzie, kortweg Bret McKenzie, zijn solodebuut voor de zekerheid genoemd. Niet zo heel gek als je jarenlang deel hebt uitgemaakt van het komische a capella/rap/folk duo Flight Of The Conchords en daarnaast nog voor The Muppet Show films muziek hebt geproduceerd. Dat deze veelzijdige multi-instrumentalist, producer en voormalig acteur over een mooie stem beschikt, was door zijn lidmaatschap bij het hierboven genoemde duo al wel bekend. En dat blijkt ook maar weer eens te meer uit zijn nieuwe album. Geen grappen. Om wat lucht te scheppen hebben ze voor de pers toch wat quotes als “Kiwi Flies, and Solo”, “Uh-Oh! Rhymenoceros on the Loose!” en “Bretty or Not, Here He Comes!” toegevoegd. Maar zonder gekkigheid, McKenzie heeft 11 songs geschreven, waarbij hij geïnspireerd is door artiesten als Harry Nilsson, Randy Newman, Steely Dan en Dire Straits. Al heb ik het idee dat David Bowie ook nooit ver weg is. Doordat hij van alles kan bespelen begeleidt hij zichzelf op van alles en nog wat, waarbij de piano de hoofdrol vervult. Drie kwartier lang weet hij je onder te dompelen in een warm weemoedig muziekbad, waarbij de songs dikwijls een tijdloos karakter hebben. Er zit een fijne flow in het geheel. Kortom, een lekker zomeralbum om serieus te nemen.

 

Okada – Fragility (cd, n5MD)
De Amerikaanse muzikant Gregory Pappas houdt er van 2009 tot 2012 het experimentele postrock/ambientproject ZXYZXY op na. Vanaf 2014 is hij overgeschakeld naar Okada, waarmee hij inmiddels een vertrouwd recept op na houdt. Dat wil zeggen een mix van ambient, drones, glitch, downtempo elektronica, neoklassiek en elektro-akoestische elementen, die samen een uiterst dromerig en droefgeestig geheel vormen. De muziek wordt veelal voorzien van hoge etherische zang, wat het allemaal nog meer tot de verbeelding laat spreken. Daarbij telt elk album 4 of 5 lange tracks. Pappas voert dit elke keer zo goed en toch steeds weer net anders uit, dat elk nieuw album gewoon een volgend hoofdstuk vormt van zijn melancholische verhaal. Dat is ook allemaal weer het geval op zijn inmiddels achtste album Fragility. Hierop staan 4 tracks van samen ruim 52 minuten. De sombere klanklandschappen die hij hier laat horen zijn weer zo aangrijpend mooi. Het is allemaal wat rustgevender en meer bezinnend dan het vorige werk. Liefhebbers van Loscil, Hammock, Anoice, Ocoeur, William Basinski en Ben Lukas Boysen kunnen er hun hart aan ophalen. Schoonheid die haast zeer doet. Klasse!

Comments

comments

One thought on “Het schaduwkabinet: week 34 – 2022

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.