Todd Akin, de ontdekker van verkrachting als anticonceptiemiddel. Geheel uit vrije wil zijn hier onze vruchtbare lijstjes uit het:
We luisterden naar: Bloc Party, Dead Can Dance, dEUS, Ixtar (2x), Nina Nielsen, Seaworthy, A Sending Service, Stagnant Pools, Johan G. Winther, Gideon Wolf, Yellow6 & Caught In The Wake Forever, John Zorn (2x), Timba Harris en Duvel X Nikes. En keken naar: Die Angst des Tormanns beim Elfmeter.
Bloc Party – Four (cd, Frenchkiss/V2)
Na vier jaar zijn de vier muzikanten Kele Okereke, Russell Lissack, Gordon Moakes en Matt Tong terug met hun vierde album. Iets om te vieren? Jazeker, want ze keren terug naar hun gevierde vorm van de eerste twee albums, waarop ze catchy rock koppelen aan stekelige pop. Veel puntige songs, maar ook regelmatig nog elektronische invloeden die op hun derde album meer bovendreven. Geweldig opzwepend is een nummer “3×3” (waar ik zo snel enkel een live versie van kan vinden, zie onder), maar er valt een hoop te genieten. Geen grote verrassingen, maar wel een prettige comeback van Bloc Party.
Dead Can Dance – Anastasis (cd, DCD/PIAS]
Lisa Gerrard is naast soloartieste inmiddels ook een ervaren soundtrack componiste en heeft al vele albums uitgebracht. Brendan Perry heeft inmiddels 2 soloplaten uitgebracht. Tot de aankondiging eerder dit jaar leek het er dan ook niet op dat ze als Dead Can Dance weer een album zouden maken, maar nu is dat na 16 jaar toch een feit geworden. DCD is voor mij een sleutelband geweest, die zowel deuren naar de new wave, etherische muziek als wereldmuziek heeft ontsloten. Ik houd van het geluid van hun muziek, die balanceert tussen wereldmuziek, Middeleeuwse muziek, wave en pop. Daarnaast mogen de stemmen van zowel Lisa als Brendan ingelijst worden. Verwacht ik van dit nieuwe album iets nieuws? Nee, helemaal niet eigenlijk. Het is vooral verrassend dat ze gewoon nog klinken als DCD. Het nieuwe album is van begin tot eind bijzonder mooi en zeer strak geproduceerd. Het is beter dan hun laatste cd Spiritchaser uit 1996 en voor de rest is het ouderwets genieten, zonder de mystieke kippenvelervaring van vroeger. Voor de fans een mooie aanvulling en voor degene die hen nog niet kennen misschien zelfs wel weer een verrassing tussen het hedendaagse aanbod.
Anastasis (album)
dEUS – Following Sea (cd, Play It Again Sam)
Alweer een dEUS, terwijl de vorige nog op de luisterstapel ligt, dus die heb ik even laten liggen. Maar na vele tracks gehoord te hebben, overwegend positieve recensies gelezen te hebben en erover struikelde in de platenzaak, toch maar gekocht. En gelukkig maar, want het is een zomerhit geworden, net als Californication van de Peppers in 1999. Je hebt van die platen die perfect passen bij zo’n periode. Het is hun meest poppy album, maar de songs zijn verslavend lekker. Een rokerige atmosfeer, seks, zon, lome jazz, wave-achtige rock, avant-garde, subtiele elektronica en pakkende pop en het mist z’n uitwerking niet. Ergens tussen Gainsbourg, The Black Heart Procession en de Red Hot Chili Peppers zit de speelse muziek van de band nu. Eigenlijk is de band zonder die eclectische sfeer er omheen gewoon veel prettiger. In ieder geval levert het een heerlijk ontspannen zomeralbum op!
Ixtar – Teil Zwei (cd-r, Paradigms)
Ixtar – Teil Drei (cd-r, Paradigms)
Dit Duitse combo rond Daniel Vujanic (electronica, gitaar, synthesizers, bas, klokkenspel, piano, radio, tapes, melodica, orgel, veldopnames, percussie) brengt na het eerste deel de volgende 2 delen uit in een gelimiteerde oplage van 50. Ze opereren in de jazzy hoek van Bohren Und Der Club Of Gore, maar brengen daarnaast ook idm, glitch en experimentele muziek ten gehore. Deel twee is behoorlijk experimenteel, waarbij de diverse serene momenten fraaie oases van rust zijn. Hij wordt bijgestaan door Daniel Kartmann (vibrafoon, drums), Ruediger Kurz (contrabas), Yoshihiro Kikuchi (elektronica), Heiner Stilz (blaasinstrumenten) en Bernadette Walter (strijkinstrumenten). Het levert een biologerend geheel op waarbij fan van Tapes, Talk Talk, Tarentel en dergelijk hun hart op kunnen halen. Het derde deel, waarop dezelfde formatie deelneemt, bevat meer nachtelijke jazz, freejazz, ambient en rustieke improvisaties. In het midden duikt er ineens een stuk metal op, maar dan kabbelt het weer lekker verder. Een uiterst originele band met dikwijls een ongrijpbaar geluid, die tot nu toe 3 zeer fijne albums hebben uitgebracht.
Luister Online bij Soundcloud: Hieronymus Moloch
Nina Nielsen – Love And Terror In The Wilderness (cd, Biophon)
Deze in Canada geboren zangeres groeit grotendeels op in Noorwegen (waar haar roots ook liggen). Via het label van Biosphere brengt ze nu haar debuut uit. Haar zang en gitaargetokkel worden begeleidt door een klarinet van Michael Thieke en vele andere instrumenten als piano, percussie, zang en keyboards door Morten J. Olson (MoHa!, Ultralyd). Het is breekbare muziek, die soms opschuift richting Americana. Ze doet misschien wel het meest denken aan Susanna, maar ook Cat Power, Stina Nordenstam en Hanne Hukkelberg liggen op de loer. Nina heeft een prachtig bitterzoet en licht hees stemgeluid met de juiste snik, waardoor ze je weet te raken. De fragiele omlijsting past daar uistekend bij. Een betoverend album met 6 prachtnummers dat helaas maar 31 minuten duurt.
Room E – Penguin Child (cd, Proper Songs)
Soms krijg je bij je bestelling (in dit geval een oudje van Hong Kong In The 60s) ineens een verrassing cadeau. Zo kreeg ik deze cd van dit Amerikaanse soloproject. Het zijn allen instrumentale songs, die ergens het midden houden tussen speelse elektronische muziek, drum n bass, hip hop en filmmuziek. Naast de elektronica bedient deze producer zich van xylofoon, pomporgel, melodica, accordeon en bas. Dat alles wordt gelardeerd met geluiden van blaas- en andere klassieke instrumenten, die soms een haast Barokke sfeer uitademen. Het levert een bijzonder en uiterst genietbaar geheel op dat zowel sfeervol en laidback is als spacy.
A Sending Service – At Least A Ritual In Inaction (cd, Paradigms)
Ik kan bij deze cd niet erg veel informatie vinden. De muziek is echter dusdanig intrigerend dat het ook niet uitmaakt. Het is een mix van tribal, psychedelica, folk en experimentele muziek. Dat levert soms haast sacrale stukken op zoals “Toward It’s Ideal”, maar meestal is het een ongrijpbaar en bevreemdend duister geheel al dan niet voorzien van rare of angstaanjagende stemmen. Een mix van de Residents, Cerberus Shoal en Espers of zoiets. Fijn album.
Stagnant Pools – Temporary Room (cd, Polyvinyl)
Band van de broers Bryan en Douglass Enas, die een lekker donker geluid aan de dag legt. De productie lijkt me wat krakkemikkig, maar wellicht is het zo bedoelt. De muziek mag er evengoed wezen. Het is in feite een beklijvende en hedendaags klinkende mengelmoes van Joy Division, Strokes, Sonic Youth, The Cult en The Jesus And Mary Chain. Een modern feest der herkenning.
Johan G. Winther – For Ingar Gustavsson (cd, Slaapwel Records)
Seaworthy – Sleep Paths (cd, Slaapwel Records)
Het meest slaapverwekkende label komt uit België en bestaat 5 jaar. Daarom brengt dit uitgeslapen label nu maar liefst 2 releases tegelijk, waarbij je de ogen nauwelijks open kunt houden. Let wel, niet van de saaiheid hoor, maar vanwege de sereniteit die er vanuit gaat. Het label concentreert zich namelijk op prachtige, rustieke muziek die je zowel kan overdonderen als kan toestoppen gelijk een lekkere deken. De eerste komt van Johan G. Winther die een eerbetoon brengt aan zijn oma en is in 2011 opgenomen in Zweden en gemasterd in Berlijn door Nils Frahm. Hij brengt maar liefst 3 stukken, normaal is het één lang stuk op het label, waarbij hij zijn elektronica bijna op symfonische wijze inzet. Uiterst droefgeestige ambient die doet denken aan Bersarin Quartett, Celer, Svarte Greiner en ook meer dan eens Arvo Pärt. Het is gewoonweg te mooi om in slaap te vallen, maar er gaat wel een bepaald rustgevend gevoel van uit. Wonderschoon!
De andere release, de elf
de op het label, is van Seaworthy, het project van de Australiër Cameron Webb. Hij brengt 40 minuten lang warme gitaarambient ten gehore, die naast repeterende loops steeds langzaam van karakter verandert. Hierdoor gaat er een prettige hypnotiserende werking van uit. Een soort mix van Roy Montgomery, Celer, Labradford en Yellow6. Slaapverwekkend goed. En nog van harte gefeliciteerd Slaapwel!
Gideon Wolf – Paper (cd, Facture)
Het Facture label, onderdeel van Fluid Audio, brengt de ene tijdloze klassieker na de andere uit. Nog nauwelijk bekomen van de nieuwe Olan Mill is er nu een nieuwe van Gideon Wolf. Dit is het alias van Tristan Shorr. Hij brengt hier innovatieve neoklassiek met behulp van drums, cello, piano, gitaar, zang, objecten en uiteenlopende software en geluidmakers. De ene keer heel klassiek en bloedstollend mooi en op andere momenten meer experimenteel of elektronisch. Maar altijd weet hij je te boeien. Ook varieert hij met het gebruik van de stem. Hij komt daarmee zowel in het vaarwater van Stars Of The Lid, Max Richter en Olan Mill als Peter Broderick, Julia Kent, Arthur Russell en Nils Frahm. Aangrijpende en niet eenvoudig te vangen schoonheid.
Luister Online bij Soundcloud: The Unknown / Nine Hundred Miles / Preservation
Yellow6 & Caught In The Wake Forever – The Slow Manipulation Of Dying Light (3”mcd, Hibernate)
Onlangs zag nog de nieuwe van het Schotse Caught In The Wake Forever van Fraser McGowan het licht en van het Engelse Yellow6 ofwel Jon Attwood verschijnen er altijd al een x aantal releases per jaar. Nu slaan de beide melancholici de handen ineen op hun gezamenlijke mini in de “Hibernate Collaboration Series”. Ze presenteren hier twee tracks van ieder ruim 9 minuten, waarbij de muziek van beider muzikanten elkaar ontmoet. De gitaarambient van Jon past mooi om de folkachtige en elektronische experimenten van Fraser en omgekeerd. Ze leveren dan ook een prachtig kleinood af.
Die Angst des Tormanns beim Elfmeter (Wim Wenders)
Eigenlijk zijn mijn woorden hier overbodig. Wenders. Seventies. Meisjes van alle leeftijden. Zó'n titel. Hoe kan het níet geweldig zijn? Voetbal speelt maar een beperkte rol, dit is meer een policier die geen policier ís. Op het veld van van Austria Wacker krijgt een keeper de rode kaart. Daarvóór heeft hij zich op een manier die je enkel bij de F-jes ziet laten verrassen. Het tegendoelpunt zegt iets over zijn rusteloosheid, waar de film werkelijk over zal gaan. De keeper, met het uiterlijk van een flegmatieke flankspeler, trekt Wenen in, en omdat we toch in Oostenrijk zijn denkt Wenders: laat ik maar wat narigheid inlassen. Vóór het daartoe komt (en eigenlijk daarna ook nog) flirt de voetballer met elke vrouw die hij tegenkomt, en met memorabele resultaten. Hij berijdt samen met een bloemenjurkmeisje een lift waar een schilling in moet, en vangt verlegen glimlachjes van een bioscoop-kassameisje. (Een geliefd themaatje van Wenders, bioscopen.) In dezelfde hoek zit het continue gegoochel met jukeboxen – de keeper is net in Amerika geweest – zodat Wenders ondertussen maar stokoude singletjes kan blíjven opduikelen. De mooiste is van The American Breed, in een van de liefste scenes helemaal aan het eind. Dan heeft de keeper zich inmiddels in een meer Dostojevskiaans filosofische modus in een plattelandjesdorpje 'verstopt'. Het doet ietwat denken aan Revanche (een moderne Oostenrijkse classic) maar de enige op wie de doelman revanche neemt is zichzelf, vrees ik. Verder veel diepzinnige gedachtewisselingen, die lekker aarzelend worden uitgesproken. Een hotelmeisje verbetert zichzelf om maar bij de tekst te blijven. En Wenders laat dat erin! Meine Art von Kerl.
John Zorn Ipsissimus
John Zorn Templars–In Sacred Blood
Na de The Crucible uit 2008 besloot ik eens even geen cd's van Zorn meer te kopen. Toelichting op dat besluit heb ik hier gegeven. Met een scheef oog heb ik het wel in de gaten gehouden en ik geef toe dat het toch af en toe kriebelde (en soms ook helemaal niet). Met het verschijnen van een nieuwe editie van het Moonchild project was het moment om weer eens iets op te pikken, niet in het minst omdat je weet dat die cd's ook altijd leuk verpakt zijn. Ipsissimus is geen grote stap na The Crucible, zeker door wederom de aanwezigheid van Marc Ribot op gitaar. Templars–In Sacred Blood gaat door de wat religieuze sfeer meer richting Six Litanies For Heliogabalus en eigenlijk nog verder door John Medeski's orgelspel. De grootste verrassing is het gebruik van teksten, bijzonder voor Moonchild maar je hoort het eigenlijk in heel Zorn's body of work heel zelden, op narraties in bijvoorbeeld Spillane (1987) na, of de Asiatische voordrachten in New Traditions In East Asian Bar Bands (1997, maar ook al 10 jaar oud op moment van uitgave). Of Pattons uitspraak van Frans of Latijn nu zo geweldig is valt over te discuzeuren, maar het mag de pret niet drukken. Een van de betere uit de serie.
Timba Harris neXus 1: Cascadia
Nog maar een Tzadik-uitgave: een opvallend ingetogen en deftig plaatje van iemand die ik toch ken als superhartelijke jongen, om niet te zeggen een blij ei. Harris begon in Estradasphere en heeft inmiddels een flink cv waarin het altijd tourende Secret Chiefs 3 een belangrijk deel opslokt. Een filmische audiotrip met koorzang, schemerende drones en een uit duizenden herkenbare solo van Eyvind Kang (van wie er trouwens ook weer een album aankomt op Tzadik, maar dit terzijde).
Duvel X Nikes DNA
Duvel blijft lekker braggen & boasten, niks geen gedoe over moeders, dochters of intieme zelfreflecties. Gewoon stoere praat over hoe die andere niet kunnen komen hij wel. Lekkere beats van Nikes eronder en dan heb je die ekte, ekte hiphop. Ik doe 't ervoor, paps.