Het schaduwkabinet: week 3 – 2015
Echo blad hier, doch heb larie, och leider bah, hoer bied lach, cholera bid he, ho badcel, hoed bier lach, hoe je ook tegen Charlie Hebdo aankijkt, het woord dan wel beeld mag geen geweld aangedaan worden. Hier presenteren we gebroederlijk en verbroederend onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Ólöf Arnalds, Disappears, Kyle Bobby Dunn, Master’s Hammer, Blizaro (2x) en D-Double.
Ólöf Arnalds – Pálma (cd, One Little Indian)
De IJslandse zangeres en multi-instrumentaliste (altviool, gitaar, charango) Ólöf Arnalds, nichtje van Ólafur Arnalds, brengt meestal een glasheldere mix van singer-songwritermuziek, IJslandse folk en elektronica. Hierbij is haar prachtig serene stem een ware oorvanger. Het levert de schitterende albums Við Og Við (2007), Innundir Skinni (2010), Sudden Elevation (2013) en Palme (2014) op. Per album laat ze een ander geluid horen en brengt ze meer Engelstalige zang ten gehore. De muziek blijft daarbij onverminderd melancholisch. Op die laatst genoemde is de nadruk iets meer op de elektronica komen te liggen, wat wellicht te danken is aan Gunnar Örn Tynes (múm). Daarnaast is het producer en bassist Skúli Sverrisson, die hier weer zijn steentje bijdraagt. Het is gewoon haar vierde droomplaat op rij, die fans van Hjaltalín, Múm, Amiina, Björk, Pinback, Emiliana Torrini, John Grant, Sigur Rós, Lutine en Sóley zal kunnen bekoren. Ondertussen heeft ze ook gewerkt aan een volledig IJslandse versie van het album. Pálma, zoals deze nu heet, is uit en is muzikaal identiek aan de Engelstalige versie. Dat IJslandse sausje maakt wel echt een verschil. Het geeft de cd iets magisch mee, net zoals de IJslandse versies eerder van múm en Ásgeir. Beide versies zijn me lief, maar Pálma wint het op charme en magie.
Disappears – Irreal (cd, Kranky)
Met het Amerikaanse Disappears verschijnt er in 2010 eindelijk weer eens een rockband op het prestigieuze label Kranky. Op hun debuut Lux laten ze gruizige en aanstekelijke mix horen van garagerock, post-punk, krautrock en wave in combinatie met vette motorik en een nuchtere aanpak. Daarbij incorporeren ze ook dikwijls spacerock, shoegazermuziek, psychedelica en experimentele rock in hun smakelijke sound. In 2011 verschijnt het vervolg Guider, waarop ze de opnames gewoon over de tapes van hun vorige werk hebben opgenomen. Geen gezeur, doorgaan en niet terugblikken. Het geluid is aangescherpt, harder, rauwer en directer geworden met een snufje meer krautrock erbij. Opzwepende, meeslepende rock met het beste van het verleden op fraaie wijze in het heden geserveerd. De groep is overigens als adempauze tussen hun band 90 Day Men gestart, maar stoomt gewoon door met hun cd’s Pre Language (2012) en Era (2013). De eerste bevat een sensationele mix van noise- en garagerock, post-punk aangevuld met psychedelische en space- en krautrock elementen. Op de tweede leunen ze meer op de duistere muziek van de jaren 80 en koersen Brian Case, Damon Carruesco, Jonathan van Herik en Noah Leger richting In Camera, Joy Division, New Wet Kojak, Suicide, Bailter Space, Wipers, A Place To Bury Strangers, Spacemen 3, The Fall en True Widow. Daar gaan ze met hun alweer vijfde album Irreal gewoon mee verder, zij het dat het nog een tandje meer duister, angstaanjagend en experimenteel is geworden. Met het verleden in de achterzak, laten ze een ijzersterk hedendaags en toch bevreemdend geluid horen. Een essentiëel, overdonderend en meeslepend meesterwerk!
Kyle Bobby Dunn – Kyle Bobby Dunn And The Infinite Sadness (2cd, Students Of Decay)
De jonge Canadese componist Kyle Bobby Dunn timmert nu al bijna 10 jaar aan de weg met zijn aangrijpende mix van drones, experimenten en neoklassiek. Vanaf het moment dat hij zijn eigen naam koppelt aan zijn releases, is de muziek ook onverminderd van hoog niveau. Dat begint met Fragments & Compositions Of Kyle Bobby Dunn, dat uitgebracht wordt op het Sedimental label waar Stars Of The Lid ook ooit is begonnen. Die twee bands delen dan ook zeker wel een bepaalde visvijver, zij het dat Dunn meer de drone kant kiest. Heel mooi zijn ook de daarop volgende dubbel cd’s A Young Person’s Guide To Kyle Bobby Dunn (2010) en Bring Me The Head Of Kyle Bobby Dunn (2012). Ik heb helemaal gemist dat er alweer een nieuw werk is uitgebracht, maar daar heb je Subjectivisten als Bas en Gerrard voor om je neus erop te drukken. Ook Kyle Bobby Dunn And The Infinite Sadness is een tweeluik geworden. En wat voor één! Ruim 2 uur lang dompelt hij je onder in ontroerende, melancholische muziek die het schitterende midden houdt tussen neoklassiek, ambient en drones. Het is overgeven, onder narcose raken en genieten. De geluiden zijn diepgaand en emotioneel geladen. Je gaat helemaal op in zijn geschetste droomwereld. Denk aan een gedroomde mix van Celer, Seasons (pre-dinMachinefabriek, Richard Skelton, Stars Of The Lid en Leyland Kirby. Bloedmooi!
Master’s Hammer Vagus Vetus
Op het derde album sinds de reünie tonen de Tsjechische oervaders zich een consistente kracht, ze hebben gewoon weer een ongewoon black metalalbum gemaakt wat we inmiddels gewend, niets meer maar ook niets minder.
Blizaro Strange Doorways
Blizaro City Of The Living Nightmare
Twee oudjes, de eerste een dubbel-cd met een aantal obscure releaes (2006–2012) verzameld en het enige officiële album uit 2010, na aanschaf als echte cd’s valt het muntje. De combinatie van doom (denk aan Revelation, Count Raven e.d.) en Italiaanse horrorsoundtracks van Goblin en Fabio Frizzi is rauw en ongepolijst, maar dat heeft toch wel z’n charme merk ik nu.
D-Double Jong, Wild en Roekeloos
Vlissingen represent! D-Double featurede al hier en daar en vooral door de solo-track BoomBammerhad ik hem al op de radar. Nu op TopNotch de eerste officiële release, een uitstekende EP.