Het schaduwkabinet: week 29 – 2024

Het is duidelijk zomer. Niet het weer, maar het aantal nieuwe releases. Toch kijk eens wat een weelde plots in het lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Anoice, Arrowounds (4x!), Bizhiki, Cigarettes After Sex, The Revolutionary Army Of The Infant Jesus en Thom Yorke.

 


 

Jan Willem

Anoice – Stories In White (cd, Ricco Label)
Voor een nieuw album van het Japanse collectief Anoice mag je me gerust wakker maken. De groep is opgericht in 2006 en heeft inmiddels 6 albums uitgebracht, die op melancholische wijze tussen neoklassiek, post-rock, ambient en filmmuziek uitkomen. Per album varieert dat in welke mate welk genre wat meer de overhand heeft of welke instrumenten ze brengen, al is het soms ook van alles wat. Ze hebben, omdat ze de tijd nemen om hun muziek te creëren, relatief weinig uitgebracht. Daarnaast houden ze er gewoon ook redelijk wat solo/zijprojecten op na, als RiLF, Cru, Mokyow, The Frozen Vaults, films, Tokyo Ambient Collective, Mizu Amane en Yiki Murata solo. Nu presenteren ze hun zevende album Stories In White, dat het slot is van het drieluik dat verder bestaat uit The Black Rain (2012) en Ghost In The Clocks (2019). In een klein uur serveren ze hier 10 nieuwe tracks. De groep bestaat uit Takahiro Kido (gitaar, piano, orgel, melodica, vibrafoon, bas), Yuki Murata (piano, accordeon, vibrafoon, muziekdoos), Utaka Fujiwara (viool, altviool) en Tadashi Yoshikawa (drums, percussie). Ze mogen daarbij rekenen op gastbijdragen op zang en cello. De muziek waaiert hier uiteen van kleine met piano gestuurde nummers tot behoorlijk stevige postrock stukken; neem alleen “Kill Lies All” maar eens, wat dan weer gevolgd wordt door het hartverscheurend mooie “Lament”. Alles is ondergedompeld in een zekere droefgeestigheid, wat in de vele wonderschone strijkpartijen tussendoor en tijdens de diverse stukken extra onderstreept wordt. Anoice laat zich hier van een uiterst expressieve en sterke kant zien en weet daarmee diepe indruk te maken. Voer voor de liefhebbers van onder meer Mono, Godspeed You! Black Emperor, Jóhann Jóhannsson, Max Richter, Dustin O’Halloran, Hammock en Hildur Guðnadóttir. Dat alles is ook nog eens gestoken in een schitterende 15×15 centimeter hoes. Ze brengen gewoon weer een nieuw meesterwerk alsof het niets is.

 

Arrowounds – Therianthrope Series (4cd & hardcover boek & 8 posters, Lost Tribe Sound)
Je kan de combinatie van innovatieve muziek en waanzinnig mooie designs gerust aan het Lost Tribe Sound label overhouden. Ze grossieren daarnaast in series van meerdere albums van verschillende artiesten, waarop je je kunt abonneren. Echt de moeite waard! In twee van die series zaten ook cd’s van Arrowounds, dat sinds 2017 het soloproject van de Amerikaanse muzikant Ryan S Chamberlain. Zijn muziek verdraagt meestal het daglicht niet, waarbij hij met drones, dark ambient, experimentele muziek, noise en allerhande elektronische sounds zijn experimentele muziek creëert, waarbij zijn metalachtergrond nog wel eens boven komt drijven. Nu is hij terug met de Therianthrope Series, een prachtig hardcover in vinyl formaat gestoken 4 dubbele cd met 8 schitterende posters. De cd’s dragen allemaal een eigen titel en verschillen ook wel iets van elkaar. De eerste is In The Octopus Pond, waarop hij in een kleine drie kwartier 6 tracks brengt. De basis is hier weliswaar dark ambient, maar er zitten lekker zware wave bassen, drones, veldopnames en een portie shoegaze doorheen. Daarbij moet je het ergens tussen Yellow6, Bowery Electric, The Cure, Below The Sea en Will zoeken, zij het iets abstracter. Het zijn echt stuk voor stuk meeslepende prachtnummers geworden.
Het tweede album luistert naar de naam The Slow Boiling Amphibian Dreamstate en laat in een krappe drie kwartier 8 nummers de revue passeren. Deze zijn, zoals de titel al suggereert, wat dromeriger maar tevens meer experimenteel en spookachtiger. De songstructuren, die op het eerder genoemde album nog waren, zijn verdwenen en daarvoor in de plaats ligt de nadruk meer op de veldopnames, drones en elektronische uitstapjes. Het is eigenlijk allemaal meer fluïde geworden, zij het wel met een gitzwarte ondertoon. Je komt hier meer in het vaarwater van The Caretaker, In Slaughter Natives, David Kristian en GAS. Toch weet Chamberlain het aan te laten sluiten bij zijn vorige werken, hetgeen knap is gezien de verschillen die er zijn. Het is een bij de strot grijpend tweede deel van deze serie geworden.
Het derde album is The Honeycomb Labyrinth. Hier komen in een goede 50 minuten nog eens 8 tracks voorbij, die wederom aansluiting vinden bij de albums hiervoor en toch weer behoorlijke verschillen vertonen. Chamberlain laat hier weer de IDM en musique concrète kant wat meer naar de voorgrond treden, maar bevat nog altijd de elementen van de overige albums. Het is mooi om dit zo allemaal naast elkaar te horen, want toont niet alleen de veelzijdigheid van deze muzikant aan maar tevens de begaafdheid om binnen bepaalde eigenzinnige kaders steeds wat anders naar buiten te brengen. Naast eerdere associaties komen hier ook Sarah Davachi, Gilles Gobeil en Beaumont Hannant naar boven. Er lijkt gewoon echt geen maat te staan pp deze klasbak!
Tot slot is er nog het album Burial Trances Of The Tentacled Sect, dat 9 tracks van samen 47 minuten rijk is. Hierop keert Chamberlain weer iets meer terug naar deel één van deze serie, zij het op meer psychedelische, uiterst experimentele en duistere soms industriële wijze. Daarmee neemt hij je stevig jn de houdgreep, want het pakt bloedstollend spannend en dikwijls filmisch uit als de muziek richting de dark ambient kant op koerst. Nu komen er ook associaties met Fear Falls Burning, Thomas Köner, Ashtoreth en MGR naar boven. Let wel, geen van de genoemde referenties, ook hierboven niet, kloppen helemaal. Daarvoor is het geluid van Arrowound nu eenmaal te eigenzinnig; een indicatie in welke hoek je het ,oet zoeken is het wel. Het is ook ongelooflijk hoe veelzijdig hij met dit project uit de voeten kan. Wat een overrompelend totaalkunstwerk is dit geworden.

 

Bizhiki – Unbound (cd, Jagjaguwar / Konkurrent)
Dylan Bizhikiins Jennings groeide op met zingen in de powwow-traditie, rond de reservaten Lac Du Flambeau en Lac Courte Oreilles in Centraal Wisconsin. In 2015 werd hij uitgenodigd op het Eaux Claire festival. Het festival werd georganiseerd in de voorouderlijke thuislanden van Ojibwe en de organisatoren voelden zich niet goed zonder de deelname van de inheemse gemeenschappen die in de buurt woonden. Daar is Bizhiki ontstaan, dat naast Dylan (zang, hand- en elektrische drums)
Bestaat uit zijn geadopteerde broer Joe Rainey (zang, handdrum) en multi-instrumentalist Sean Carey (S. Carey, Bon Iver). Een gouden combinatie, zo blijkt wel uit het debuut Unbound. Hierop vervult Steve Carrington (bas, drumprogrammering) nog een prominente rol en zijn er diverse gasten op gitaar, saxofoon, bas, synthesizer, percussie en zang; onder hen ook Justin Vernon. Ze leveren hier een intrigerende mix af van traditionele muziek, die al duizenden jaren in dit noordelijke rivierland te horen is, powwow-zang en hedendaagse indierock. In feite vormt dat alles een grenzeloze en respectvolle dialoog, wat 11 bijzonder fraaie en volslagen eigengereide nummers heeft opgeleverd. Soms heel onstuimig, tribaal en met veel luide percussie, maar op andere momenten sereen met prachtige harmonieuze zang. Dit is van die unieke prachtmuziek waarmee je jaren voorruit kan.

 

Cigarettes After Sex – X’s (cd, Spanish Prayers/ Partisan)
Sommige bandnamen impliceren iets, waarbij je het gewoon niet per se altijd te letterlijk moet nemen. Zo bestelde ik laatst een gemist exemplaar van Suffocate For Fuck Sake, om maar eens een naam te noemen. Cigarettes After Sex is ook zo’n voorbeeld. Ik zal er niet teveel woorden aan vuil maken, maar het is een gewoonte die ik in mijn rokende jaren bepaald niet deelde. Dit Amerikaanse project rond Greg Gonzales (zang, gitaar) is al opgetuigd in 2008, maar kwam pas in 2017 naar buiten met het gelijknamige debuut. En daarna volgt nog het album Cry in 2019. Hij en de wisselende zijnen brengen een mysterieuze, melancholische mix van droompop, slowcore, shoegaze, cool wave en pop noir. Saillant detail daarbij is dat de prachtige zang van Greg zeer zwoel en feminien is, wat voor een zeker contrast zorgt. De groep bestaat tegenwoordig naast Greg uit Randall Miller (bas) en Jacob Tomssky (drums), waarbij ze op keyboard nog mogen rekenen op Jeff Kite. Hiermee brengen ze nu ook het album X’s uit. Daarop laten ze in een goede 38 minuten 10 nieuwe tracks het licht zien, die weer aansluiten op de genoemde genres. Ze opereren eigenlijk continu op een hoog en zelfde niveau, waardoor de variatie een beetje zoek lijkt. Toch zijn er weer genoeg verschuivingen op detailniveau om ook dit nieuwe, rokerige album zo ontzettend interessant en meeslepend te maken, waarbij ze zich weer in 4AD-achtige sferen hullen. Op eigenzinnige wijze komen ze ergens uit tussen Cocteau Twins, Mazzy Star, Slowdive, The xx, Bowery Electric, The Cure en The Weeknd uit. Meer sexy of aantrekkelijker dan dat kan ik het ook niet maken. Het is en blijft een heerlijk alternatief in popland.

 

The Revolutionary Army Of The Infant Jesus – The Dream We Carry (cd, Nine x Nine Records)
Er zijn maar weinig bands zo mysterieus en onvoorspelbaar als het Britse combo The Revolutionary Army Of The Infant Jesus (soms laten ze The aan het begin ook varen). De naam schijnt overigens te komen van de film Cet Obscur Objet Du Désir (1977) van Luis Buñuel. Zelfs het beloop van de groep is bepaald niet alledaags. Zo brengen ze de twee fantastische albums The Gift Of Tears (1987) en Mirror (1991) plus nog een mini Paradis (1995) uit, om vervolgens pas 20 jaar later met Beauty Will Save The World op de proppen te komen. Dat alles komt mede door het feit dat ze een bepaalde visie erop nahouden, die soms nu eenmaal tijd kost. De muziek is zonder uitzondering van een hemelse of in elk geval buitenaardse schoonheid. Ze brengen doorgaans een mix van neoklassiek, ambient, neofolk, folkrock en lichte industrial, veelal met een mysterieus en melancholisch vernis. In 2020 komen ze met het album Songs Of Yearning en zusteralbum Nocturnes. Deze twee maken weer zo’n diepe indruk, omdat ze de genoemde genres toch weer anders aanvliegen. Ook de daarbij gebruikte talen als Engels, Frans, Latijn en een Fins-Russisch dialect vallen op. Nu vormen in iets uitgedunde versie Paul Boyce (klarinet, keyboard, zang), Eliza Carew (cello), Leslie Hampson (percussie, piano, concertina, harmonica, gitaar) en Jessie Main (zang) de line-up. Qua instrumentarium ben ik overigens van hun vorige album uitgegaan, dus dat zou ietwat kunnen verschillen. Hoe het ook zij leveren ze nu hun album The Dream We Carry af. Hierop vind je 14 nieuwe tracks, die samen bijna drie kwartier duren. Er zijn wat nachtelijke filmische rockelementen in hun sound geslopen, die me wel eens doen denken aan de Tindersticks en op de meer piano gestuurde momenten aan een Ludovico Einaudi. Voor de rest brengen ze weer prachtige, soms poëtische kruisbestuivingen van neoklassiek, folk, veldopnames, elektronische experimenten, trip hop, sacrale en tribale elementen plus prachtige zang in diverse talen, waarbij ze ook eenmaal de tekst van Edith Södergran gebruiken. Daarnaast mixen ook een door anderen voorgedragen teksten van Alex Boyle en W.B. Yeats. door de muziek. Verder krijgen ze links en rechts nog hulp met orkestraties, keyboards en gitaar. Ze wisselen daarbij de instrumentale tracks mooi af met die waar gezongen of gesproken wordt. Hiermee komen ze anders en toch weer vertrouwd voor de dag en zullen naast de genoemde artiesten ook liefhebbers van Low, This Mortal Coil. Moon Far Away, Irfan, Beth Gibbons, Dead Can Dance en Fovea Hex wel aanspreken. Het is een troostvol, prachtig en bij de strot grijpend meesterwerk geworden.

 

Thom Yorke – Confidenza (cd, XL Recordings)
Ik weet dat ik gezegd heb in principe geen soundtracks te kopen van films die ik nog niet gezien heb, maar voor Thom Yorke maak ik dan graag een uitzondering. Uiteraard is hij bekend van Radiohead, Atoms For Peace, The Smile en zijn andere solowerk onder zijn eigen naam, waarmee hij een meer dan behoorlijke discografie heeft opgebouwd. Zijn laatste soloalbum is alweer van vijf haar geleden. Daar komt nu de soundtrack Confidenzia bij, voor de gelijknamige film van de Italiaanse regisseur Daniele Luchetti. Yorke heeft stukken geschreven voor enerzijds strijkers en deels voor jazzmuzikanten. Hiermee experimenteert en combineert hij er mede met elektronica op los en laat daarbij soms zijn kenmerkende emotioneel geladen stem horen, zij het dan vaak een tandje hoger. Het levert een fraai avant-gardistisch geheel op, dat van bloedstollend mooie naar zeer avontuurlijke stukken gaat. Eigenlijk helemaal niet heel erg soundtrackachtig, op de lengte van sommige stukken na. Yorke levert hier in 36 minuten gewoon 12 sterke nieuwe nummers af.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.