Leuk dat de we nu het heelal haarscherp kunnen zien, maar misschien is het beter de focus even op de aarde te houden. Om te beginnen op de muziek in het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Félicia Atkinson, Black Midi, The Doomed Bird Of Providence, Gnac, Grombira, Elton John, Lynyn, Stephen Mallinder en SVIN.
Jan Willem
Félicia Atkinson – Image Langage (cd, Shelter Press)
Félicia Atkinson is een bijzondere en veelzijdige Franse avant-gardistische muzikante. Ze brengt al sinds 2008 onder haar eigen muziek naar buiten, al dan niet met Jefre Cantu-Ledesma of Sylvain Chauveau. Maar ze houdt er ook de projecten Louisville, Je Suis Le Petit Chevalier, La Nuit, Naked Island en Rivière Amur op na. Ze brengt solo meestal verstilde werken naar buiten, die tot de verbeelding spreken. Dat is ook zeker het geval op Image Langage, waar ze 9 nieuwe muzikale stillevens heeft gemaakt. Of misschien beter gezegd geschetst. Met elektronische klanken, drones, veldopnames en vooraf opgenomen geluiden van instrumenten (onder meer piano) maakt ze deze composities. Die timmert ze dus niet helemaal dicht, waardoor er ruimte voor interpretatie overblijft. Dit alles vult ze met enige regelmaat aan met poëtisch voorgedragen teksten. Het voelt alsof je na een lange reis eindelijk op je vakantiebestemming bereikt hebt, je schoenen uitdoet en met je voeten in het zang naar de zee of een kabbelend beekje in de buurt luistert. Denk aan een uiterst subtiele mix van Piiptsjilling, Sylvain Chauveau, Talk Talk, Sarah Davachi, Orla Wren, Library Tapes en Erik Satie. Het is rustgevend, bezinnend, innemend, breekbaar en bovenal wonderschoon.
Black Midi – Hellfire (cd, Rough Trade / Konkurrent)
Sensationeel, dynamisch, overrompelend, explosief en geniaal, het is allemaal van toepassing op het Britse, in 2017 opgerichte combo Black Midi, die twee fantastische albums hebben afgeleverd. De groep bestaat tegenwoordig uit Geordie Creep (zang, gitaar), Cameron Picton (zang, bas) en Morgan Simpson (drums), maar op hun alweer derde album Hellfire omringen ze zich met vele muzikanten op onder meer blaasinstrumenten. Nog meer dan ooit laten ze een uiterst gevarieerd en explosief geluid horen, dat net als Mr. Bungle van bijna romantisch naar hard of zelfs kakofonisch kan gaan. Nee, ze hebben hier bepaald niet voor de gemakkelijke weg gekozen en dat vergt enig zitvlees en doorzettingsvermogen. Op het moment dat je denkt dat ze je omarmen duwen ze je net zo hard weer weg en als het geluid mooi of wat gladder dreigt te worden stellen ze daar al snel weer noise en dissonante muziek tegenover. Een album van uitersten, maar daarom ook ontzettend biologerend. En dat ook nog met oog voor de actualiteit. Na een paar luisterbeurten wil je niet anders meer. Denk verder nog aan een totaal eigenzinnig patchwork van Oxbow, Long Fin Killie, Pere Ubu, The Ex, Naked City, Primus, Cardiacs, Grotus en Xiu Xiu. Hellfire is een album waar gekte en genialiteit dicht bij elkaar liggen, maar echt geweldig uitpakt.
The Doomed Bird Of Providence – A Flight Across Arnhem Land (cd, 10 to 1 Records)
Vanaf hun oprichting in 2009 ben ik verknocht aan de sound die The Doomed Bird Of Providence aan de dag legt. Deze band rond de Australische maar vanuit Londen opererende multi-instrumentalist en zanger Mark Kluzek brengt een eigenzinnige mix van darkfolk en post-rock, waarbij het duistere, veelal bloedige koloniale verleden van Australië, zijn land dat hij achtergelaten, dikwijls centraal staat. In feite hebben hij en de zijnen de “murder ballad” tot de ultieme kunstvorm verheven; het vertelt de waarheid, maar het wordt ook nog eens fraai en op indrukwekkende wijze verpakt. Dat zowel met zang als geheel instrumentale muziek, zoals op hun laatste, derde album Burried.Into The Soft Sky (2017) en mini album Rumbling Clouds Of War Hover Over Us (2020). Op het vierde album A Flight Across Arnhem Land, zijn de vocalen weer volop aanwezig en ik vind dat toch net iets mooier en indrukwekkender dan zonder. Hoewel ons eigen Arnhem tijdens WOII zomaar de inspiratiebron had kunnen zijn voor de nieuwe nummers, zijn het teksten afkomstig uit Australische kranten uit de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw die de blauwdrukken leveren. Kuzek zocht naar verhalen die een open einde hadden dan wel onopgelost zijn gebleven. Arnhemland, vernoemd naar het Nederlandse schip “De Arnhem” en die weer naar de stad, is een groot gebied in het noordwesten van Australië. Sinds 1931 is het een reservaat voor de Aborigines, dat ook het gebied is waar de didgeridoo en de slangenhalsschildpad vandaan komen. En bekend van de vele rotstekeningen, maar dit alles geheel terzijde. Kluzek (zang, accordeon, bas, piano, trompet) stipt wellicht niet direct iets aan over de bewogen geschiedenis, maar indirect natuurlijk wel. Hij mag daarbij rekenen op drummer Ian Hothersall, gitarist Richard Acton (Limn), violiste Joolie Wood (Current 93, Sun Dial), fluitiste/celliste/klokkenpeelster Katie English (Isnaj Dui, Littlebow, The Owl Service) en altvioliste Rachel Laurence plus gasten op ukelele, melodica, gitaar, tuba, banjolin en klarinet, waaronder de legendarische gitarist Simon Finn. En dan is Mark Beazley (Rothko) nog eens verantwoordelijk voor de mastering van het geheel. In bijna 40 minuten serveren ze 16 zwaar op de hand maar niet op de maag liggende tracks, die weer een blend van de genoemde geluiden laten horen en diepe indruk weten te maken. De emotioneel geladen, verhalende, licht geknepen en soms vervaarlijk klinkende zang van Kluzek speelt daarin een zeer belangrijke rol. Het zijn korte verhalen, die geschiedenis en realiteit, schoonheid en minder fraaie zaken des levens en intense melancholie met elkaar vermengen. Daarbij moet je denken aan een kruisbestuiving van Current 93, The Black Heart Procession, Dirty Three, A Hawk And A Hacksaw, Hungry Ghosts, Kiss The Anus Of A Black Cat en The Long Dead Sevens. Van hoogtepunt naar hoogtepunt. Dat alles is ook nog eens gestoken in een prachtig kunstzinnig box, ontworpen door Judi Dansfield Kuepper. Een werkelijk schitterend totaalkunstwerk!
Gnac – Continental Balcony Twilight (2cd+ansichtkaarten, Vertical Features)
Ik denk dat de eerste keer dat ik van de Britse muzikant Mark Tranmer hoor, dit met het prachtige project The Montgolfier Brothers met wijlen Robert Quigley (At Swim Two Birds) is. Maar als snel kom ik ook in aanraking met zijn project Gnac, dat hij parallel erop nahoudt. Daarna volgen ook Gnac with Alessandra Celletti, Bad Dancers Collide en Wingdisk (met Ian Masters,ex-Pale Saints, Spoonfed Hybrid), Hoewel ik The Montgolfier Brothers hoog in het vaandel heb staan, mag Gnac er ook meer dan wezen. Hiermee maakt Tranmer namelijk melancholische albums vol elektronica, gitaar en piano. Het is allemaal van een ongekende droefgeestigheid en schoonheid. Keer op keer weet hij als geen ander soundtracks voor de herfst te fabriceren, die voer zijn voor fans van Yellow6, Dakota Suite, Goldmund, Olan Mill, Nouvelles Lectures Cosmopolites, Sylvain Chauveau en misschien ook wel The Caretaker Het is fenomenaal wat hij met instrumentale muziek aan emoties over weet te brengen. Nu presenteert hij het dubbelalbum Continental Balcony Twilight, hetgeen een compilatie is van vroegere werken die hij heeft gemaakt tussen 1990 en 1999. Een deel ervan is wel op eerdere albums of verzamelaars verschenen. Met name disc 1 is een feest der herkenning, want daar vind je tracks van zijn eerste compilatie Sevens (1999), aangevuld met twee tracks van het debuut Friend Sleeping (1999) en de ruim twaalf minuten durende soundtrack “Chances Are” uit diezelfde periode. Alles in geremasterde versie dan. De tweede schijf bevat nog eens 26 nummers van bij elkaar een goede 65 minuten, die van oude cassettes afkomstig zijn. Hierop staan vooral nummers die voor het verschijnen van het debuut zijn gemaakt, of demo’s ervan. Je hoort hier al goed waar het later heen zal gaan, maar het is allemaal wat rauwer en meer gitaar georiënteerd, folky en experimenteel. Ook hoor je hier meer invloeden van bijvoorbeeld Cabaret Voltaire en de Cocteau Twins, Dif Juz en andere 4AD bands terug, zij het op eigengereide wijze ingekleurd. Daarbij krijg je ook een fraaie set ansichtkaarten. Het is een sublieme aanvulling op zijn eerdere werken en tevens een hele fraaie instapplaat voor wie nog niet bekend is met zijn werk. Mark Tranmer is een meester der machtig mooie melancholie!
Grombira – Lunar Dunes (cd, Tonzonen / Soulfood Music / Creative Eclipse PR)
De Duitse groep Grombira laat zich het best vangen onder de term Oriëntaalse spacerock. De leden noemen zich dan ook Ahmed La Fünk (bas), Fredh Al Fezér (drums, percussie), Habib L1 (keyboards, synthesizers, effecten) en multi-instrumentalist en bandleider sheyk rAleph (oud, saz, sitar, gimbri, zurna, ney, riq, darbuka en meer). Die laatste is ook voor de opnames van het nieuwe album Lunar Dunes afgereisd naar Marokko; het is dus niet helemaal van de koude grond. Het album telt slechts 5 tracks, maar wel met een totale lengte van bijna 51 minuten. Ik moest daarbij denken aan het fenomeen fata morgana of luchtspiegeling. In films en strips wordt dit vaak gebruikt, waarbij dan een illusie in de woestijn ontstaat met water, eten of zelfs andere dingen. Nu is een fata morgana in feite net wat anders, maar laat ik het geval van de Duitse groep Grombira toch die uit de films en strips gebruiken. Alleen is het nu of je te midden van een Duitse stad plots een woestijn denkt te zien. Lekkere spacerock met wat krautrock, jazz, dub en Oosterse muziek. Alsof Sounds Of New Soma met Secret Chiefs 3 en een gemengd Noord-Afrikaans en Oosters collectief muziek zijn gaan maken. En dat blijkt een geweldige combinatie. Ik wens eenieder alvast een fijne trip!
Elton John – Regimental Sgt. Zippo (cd, EMI/ Rocket Entertainment)
Ik ben echt een groot fan van de muziek van Elton John uit zijn beginjaren. Zijn albums die hij tussen 1969 en 1981 heeft uitgebracht zijn op een enkele uitzondering na echt de moeite waard en soms veel melancholischer dan je bij deze artiest wellicht verwacht. Van de 15 die hij toen uit heeft gebracht heb ik er 11. Correctie nu 12 want daar komt nu Regimental Sgt. Zippo bij. Dit is het werkelijke debuut van Reginald Kenneth Dwight, zoals Elton John in het echt heet, die om onduidelijke reden niet goed genoeg bevonden werd door de platenmaatschappij destijds. Enfin, vorig jaar kwam deze uit op het toen oh zo hippe vinyl. Nu is het album ook op cd in de moderne tijd aangeland. De 12 tracks staan er dubbel op, zowel in mono als stereo, en zijn geschreven tussen 1967 en 1968. De muziek is zoals Elton John toen klonk: een tikje als het rebelse broertje van The Beatles. Maar dat dit er al vanaf het begin inzat is misschien nog wel indrukwekkender. Een authentieke artiest die eindelijk zijn sterke debuut laat horen na 31 albums.
Lynyn – Lexicon (cd, Sooper / Konkurrent)
Ik kende best wel wat elektronische artiesten die ik wel leuk vond naast alle meer rock georiënteerde, waar ooit mijn voorkeur naar uitging. Toch viel ik pas goed voor het elektronische genre door artiesten als Autechte, Aphex Twin, The Black Dog, Plaid, Beaumont Hannant, Bola, Boards Of Canada, Fennesz, Arovane, Beefcake, Swimwear Catalogue, Venetian Snares, Arca en dergelijke, waarbij sommige natuurlijk pas later aansloten. De Amerikaanse muzikant Conor Mackey heeft weliswaar symfonische compositie gestudeerd, maar moet het gevoel hebben gehad dat er voor hem wat aan ontbreekt. Als Lynyn debuteert hij nu met Lexicon, waarop hij een zeer pakkende, speelse en uptempo kruisbestuiving van IDM, drum & bass, ambient, dub, elektro-akoestische muziek en glitch laat horen. Aan de ene kant zou je kunnen stellen dat hij schatplichtig is aan alle artiesten die hierboven genoemd worden en er zijn vast voorbeelden voor hem bij, maar anderzijds weet hij hier op zo’n eigengereide wijze combinaties te fabriceren, dat dit te kort door de bocht zou zijn. Hij weet namelijk behoorlijk complexe muziek toegankelijk en toch spannend te houden, hetgeen heel knap is. Daarnaast voegt op zo’n verfijnde wijze allerlei leuke details toe, waardoor je steeds weer dingen blijft ontdekken. Voer voor iedereen die van avontuurlijke elektronische muziek houdt. Ik durf gerust te stellen dat dit één van de leukste en beste elektronische albums in jaren is.
Stephen Mallinder – Tick Tick Tick… (cd, Dais / Konkurrent)
De Britse muzikale veteraan Stephen Mallinder mag je wel legendarisch noemen inmiddels. Naast projecten als Acid Horse, Kula, Creep Show en nog wat geniet hij toch vooral bekendheid om zijn deelname aan het geweldige Cabaret Voltaire. Op zijn vorige cd Um Dada (2019) was goed te horen dat hij het geluid van die groep dichtbij zich draagt. Daar geeft hij wel een eigen draai aan met meer dance en techno, maar de wortels liggen er aan de oppervlakte. En dat is bepaald geen minpunt. Op zijn nieuwe album Tick Tick Tick… gaat hij daar gewoon mee verder. De titel zou een knipoog kunnen zijn naar Cabaret Voltaire’s grootste hit “Nag Nag Nag”, waar de groep aantoont dat er vanuit destructie fraaie dingen kunnen voortkomen. Ook kan het verwijzen naar de tijden van wachten tijdens de lockdown, want dit is zijn lockdownalbum; dus in feite ook een tijd van destructie waar dan muziek uit voortkomt. Maar Mallinder is ook van mening dat muziek je naar binnen zou moeten trekken en dat teksten moeten je aan het denken zetten. Dus dat deze in je hoofd blijven zitten, tikken. Hoe het ook zij, hij laat in goed 51 minuten 9 nummers de revue passeren. Deze houden het midden tussen IDM, EBM, leftfield elektronica, avant-garde, synthpop, dance en techno, dikwijls met een aan de motorik grenzende ritmes. Met modulaire synthesizers, allerhande beats, stereo strijkers en onderkoelde maar dwingende en pakkende zang weet hij een sterk geheel te smeden, waar zijn gevoel voor timing subliem is. De tijd mag doortikken, maar Mallinder maakt gewoon nog altijd prachtig tijdloze elektronische muziek.
.
SVIN – Introducing SVIN (cd, Tonzonen / Soulfood Music / Creative Eclipse PR)
De Deense avant-gardistische rockband SVIN draait alweer meer dan een decennium mee in de meer alternatieve muziekwereld. Ze hebben al 6 albums uitgebracht, die veelal een experimentele mix van free jazz, post-rock, avant-garde, drones, noise, minimal music, new age en art rock bevatten. Het trio bestaat heden ten dage uit Henrik Pultz Melbye (saxofoon), Lars Bech Pilgaard (gitaar) en Thomas Eiler (drums). Op hun zevende album Introducing SVIN mogen ze rekenen op gastbijdragen van trompettist Kasper Tranberg en de zangers Bisse en Marie Eline Hansen. De 9 stukken die ze hier in goed 50 minuten voorbij laten komen bevatten eigenlijk een caleidoscopische mix van de genoemde stijlen. Dit weten ze wel zo te doen dat er een soort flow inzit, dus niet op chaotische wijze. Maar de muziek gaat wel van vervaarlijk hard, grimmig en dissonant naar meer sereen en harmonieus en bij vlagen is het ook uiterst psychedelisch. Hoewel de dichtheid veelal hoog is, zorgen ze wel altijd dat er genoeg ruimte is om te ademen. Ze nestelen zich ergens tussen Have A Nice Life, Pink Floyd, Colin Stetson, Glen Branca en Supersilent. En er zijn vast nog meer aanknopingspunten te vinden in dit veelzijdige prachtwerk.
Elton is een held! Jij ook, dat je het tot 1981 hebt volgehouden qua albums. Ik kom niet verder dan 1973. Ik zal dit eens luisteren. Als het op hip vinyl is verschenen wil ik dat ook natuurlijk.
Elton John is ook voor een deel jeugdsentiment omdat mijn ouders “Blue Moves” en “The Fox” veel draaiden. Maar “Captain Fantastic And The Brown Dirt Cowboy” (uit 1975) is ook echt heel erg goed…….