Het schaduwkabinet: week 27 – 2011

Het is weer een hele tour, maar daar zijn onze lijstjes uit het:
Schaduwkabinet 

We luisterden naar: Phaedra, Jenny Hval, Slayer, Howard Blake, Aril Brikha, Marissa Nadler, The Saints, The Feelies, Peste Noire, Bologna Violenta, Purling Hiss, Prurient en Skullflower.


Bas 
 

Phaedra – The Sea
Onmogelijk om niet verliefd te worden op deze Noorse. Doet aan betoverende folk die vanuit lang vervlogen tijd plots het heden binnen komt zweven. Alsof Fairport Convention middeleeuwse madrigalen heeft ontdekt, is een associatie die maar niet uit mijn hoofd verdwijnt. Allemaal ingetogen maar ook heel rijk gearrangeerd, en prachtig gezongen met een stem die zo mooi achter de toon aanzingt.

Jenny Hval – Viscera
Ook alweer uit Noorwegen (en ook op Rune Grammofon) en ook weer folk. Folk-achtig in ieder geval, dit is veel minder traditioneel; net zo een groot deel komt voort uit de vrije muziek, schijnbaar structuurloos maar zoals Henri Bergson ooit zei: "Disorder is merely the order you are not looking for." Richard Youngs komt nogal eens in me op bij Viscera maar Youngs kan ik maar met mate van genieten terwijl Jenny Hval me 's nachts ook wel wakker mag komen maken. Intrigerend en nog lang niet op uit geluisterd.

Slayer – The Vinyl Conflict
Ruim een half jaar vertraging, maar alle wachten is vergeten bij het uitpakken van mijn Sinterklaascadeau: een magnifieke boxset met de laatste tien Slayer albums op dik vinyl. Waanzinnig. Woorden en tekort.


JANWILLEMBROEK 
 

Howard Blake – The Avengers (2cd, Silva Screen)
Eén van de series van vroeger waar ik echt kon genieten waren toch wel “De Wrekers”. In de herhalingen dan, want zo oud ben ik dan ook weer niet. Maar de avonturen van John Steed en Mrs. Emma Peel, een soort Suske en Wiske uitvoering van James Bond, bleven boeien. Uit nostalgische overwegingen heb ik nu de muziek uit de serie door Howard Blake aangeschaft. Met de ogen dicht zie ik ze zo weer voor me.

Aril Brikha – Deeparture In Time – Revisited (2cd, Art Of Vengeance)
Deze Iranese artiest, die nu in Zweden woont, komt in 1999 met dit verbluffende album vol deep techno soul. De combinatie van deep house, techno, Gas-achtige ambient en soul werkt aanstekelijk. Het album is jaren niet verkrijgbaar geweest en krijgt nu een tweede kans met een extra schijf vol kwalitatief hoog restmateriaal. Hoewel het na twee albums, zijn tweede Ex machina verschijnt in 2007, hoog tijd voor nieuw materiaal van hem is het goed om deze bijzondere techno parel weer in ons midden te hebben. Warm aanbevolen.

Marissa Nadler – Marissa Nadler (cd, Box Of Cedar)
Nadler verlaat op haar vijfde album, uitgebracht op haar kersverse eigen label, het spookachtige folkpad dat zo uit de The Blair Witch Project vandaan lijkt te komen. Ze betreedt iets toegankelijker wegen vol folk, freak folk en altcountry, waarbij ze zich omringt met gasten die je veelal rond Greg Weeks aantreft. Het is even wennen, maar haar muziek blijft van een bijzondere klasse. En onderstaande song toont aan dat ze ook nog steeds weet te betoveren.
Kijk/luister Online bij Vimeo:
Baby I’ll Leave You In The Morning

The Saints – All Times Through Paradise (4cd, EMI)
Eind jaren 70 lopen de punk, post-punk en beginnende wave danig door elkaar heen. Ook Australië mengt zich in deze beweging met de geweldige band The Saints. Officieel bestaat de band nog steeds maar de sterkste periode voor mij was toch die tot 1980. De groep is geformeerd door en draait om Chris Bailey, die dan nog Ed Kuepper, Ivor Hay en Kym Bradshaw (al snel vervangen door Algy Ward) aan zijn zij vindt. De band kan in die periode zo aanhaken bij Magazine, Wire, Joy Division, The Only Ones enzovoort. Hun eerste 3 albums (I’m) Stranded, Eternally Yours en (de mooiste) Prehistoric Sounds zijn met vele extra’s gebundeld tot All Times Through Paradise. De vierde schijf bevat livemateriaal uit 1977. Als je zoekt op de albumtitels vind je op YouTube genoeg overtuigend materiaal.


LUDO 
 

The Feelies – Here Before
Supersympathieke comeback. Draaide snel nog even Crazy Rhytms, maar die doet me nog altijd weinig, te punkyfunky. Maar in hun huidige incarnatie zijn The Feelies aan het slackeren geslagen. (Wikipedia noemt het jangle pop, ook goed.) Lekker lui op de veranda, met gortdroge elektrische gitaren en kartonnen drums. Aandoenlijke vocalen ook, een bescheiden poging tot zingen, met een kleine snik erin. En nog wat extra bonuspunten voor de meta-teksten: ''Is it too late to do it again?'


MARTIJNB 
 

Peste Noire L'Ordure à l'état Pur
De geletterde hooligan van de black metal keert terug met zijn vierde album op een eigen label. Famine slaat Franstalige rap hoger aan dan hedendaagse poëzie maar speelt gelijk met z'n vermeende foutheid door te poseren als Jean-Marie Le PN in het 24 pagina's tellende boekje. Helaas is m'n Frans te beroerd om veel op te kunnen maken uit de teksten, maar gelukkig is de muziek weer buitengewoon. Een beetje minder rommelig/rauw dan het vorige album Ballade cuntre lo Anemi Francor uit 2009, maar evengoed een grand guignol van allerlei zaken: black metal, punk, middeleeuws aandoende klanken en zelfs flarden eurohouse en hiphop. Een pervers en intrigerend werkje, maar we zijn niet anders gewend van deze man.

Bologna Violenta Il nuovissimo mondo
Ook alles behalve normaal is de hyper/math metal van Bologna Violenta. Start/stoppende grind-/breakcore doorspekt met samples en referenties aan oude Italiaanse (b-)cinema. Violist en gitarist Nicola Manzan is een ernstig gevalletje ADHD maar weet gelijk toch een zekere structuur – of eigenlijk groove – te handhaven waardoor er wel een zekere lijn onstaat. Liefhebbers van Fantômas, Drumcorps en James Plotkins Atomsmasher zijn gewaarschuwd.


Stefan 
 

Purling Hiss – Lounge Lizards (Mexican Summer, 2011)
Purling Hiss bestaat nog niet zo lang, maar nu al kijk ik reikhalzend uit naar iedere nieuwe release van de man van Birds of Maya. De opgeblazen Hendrix verafgoding van Hissteria knalt nog altijd regelmatig uit de speakers, en Run From The City was een enorme hit op het verder ietwat tegenvallende lo-fi indie album Public Service Announcement. Het nieuwe EPtje Lounge Lizards pakt the best of both worlds, en voegt er een smeerlaag ruis overheen. De gitaar is constant nadrukkelijk aanwezig, en verschillende nummers klinken als Pavement (Voices) en Stooges (Midnight Man) covers. Hij tourde vorig jaar nog met Kurt Vile, en heeft daar ook nog wat nonchalance van overgehouden. Prima release, some rockin’ good times voor de zomer.

Prurient – Bermuda Drain (Hydra Head, 2011)
Gecharmeerd door zijn tijd bij Cold Cave en releases als Vatican Shadow, neemt Dominick Fernow zijn noise project Prurient een andere kant op. Minder harsh, meer elektronische klanken en veel meer vocalen. Dat zou een aangename wending zijn, ware het niet dat de lyrics neerkomen op pareltjes als "If I could I would take a tree branch and ram it inside you, but it's already been done", volledig oprecht gebracht. Het is bijna ondenkbaar dat dit allemaal serieus is, maar er valt nergens de broodnodige knipoog te bespeuren. Muzikaal is dit een prachtig, gevarieerd album geworden, maar de ernstige uitvoering van de vocalen en belachelijke lyrics zorgen ervoor dat dit relatief milde album tevens een van zijn meest onluisterbare ondernemingen geworden is. De inmiddels uitverkochte cassette editie heeft overigens op de b-kant een alternatieve demo versie van het volledige album, en zal binnenkort weer in print komen. I don’t know about this album, man.

Skullflower – Fucked on a Pile of Corpses (Cold Spring, 2011)
Na de bijzonder lange stroopdikke gitaardrone van Strange Keys To Untune Gods' Firmament komt het project van Matthew Bower terug met een album vol ‘sonik blasphemy’. "Alternating between granular lo-fi primitive rock and granular lo-fi primitive Power Electronics…" Say no more! Er is geen woord van gelogen: Fucked… is een ultra korrelige vulkaanuitbarsting geworden. Zonder zich te hoeven verantwoorden spit Skullflower in het verleden, maar zonder nostalgie. Het resultaat grijpt terug naar de oude power electronics, toen dat nog als een falende vliegtuigmotor klonk. Qua hedendaagse bands is deze plaat vergelijkbaar met WOLD of Goslings; noise, feedback, en ergens in de verte speelt een band. Met een slanke speeltijd van 36 minuten blijft het behapbaar, maar door de inhoud is dit zeker niet voor iedereen. PE/ noise fans komen wel ruimschoots aan hun trekken.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.